Organisatie | Ferwerderadiel |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Verordening ter bevordering van de veiligheid van de vaart met recreatieve bedrijfsvaartuigen |
Citeertitel | Verordening recreatieve bedrijfsvaartuigen Ferwerderadiel |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | openbare orde en veiligheid |
Eigen onderwerp |
De “Verordening ter bevordering van de veiligheid van de vaart met recreatieve bedrijfsvaartuigen”, vastgesteld bij raadsbesluit van 16 juni 1988, is ingetrokken.
Datum ondertekening inwerkingstredingbesluit 18-10-2001.
Gemeentewet, artikel 168
Geen.
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
01-01-2002 | nieuwe regeling | 18-10-2001 Geen. | 7/90.01 |
De raad van de gemeente Ferwerderadiel
dat ingaande 1 januari 1986 de Waddenzee gemeentelijk is ingedeeld en dat thans grote delen daarvan binnen de grenzen van de gemeente Ferwerderadiel zijn gelegen;
dat het noodzakelijk is ter bevordering van de veiligheid van de vaart niet recreatieve bedrijfsvaartuigen en de daarop aanwezige personen op de openbare wateren binnen de regels te stellen met betrekking tot de deugdelijkheid van het schip, de inrichting en de uitrusting daarvan;
gelezen het voorstel, van burgemeester en wethouders van 2 oktober 2001, nr. 7/90.01;
Burgemeester en wethouders kunnen ontheffing verlenen, aan de in het eerste lid genoemde eisen indien de bijzondere constructie of het behoud van het oorspronkelijke scheepstype dit rechtvaardigen, mits de veiligheid van de vaart gewaarborgd blijft en in ieder geval met uitzondering van de eisen met betrekking tot reddingsvesten, noodsignalen, gecompenseerd kompas, radio-ontvanger, marifoon, lensinrichting, brandblussers, reddingsboeien, ankergerei en verbandtrommel
De eigenaar van een schip waarvoor een vaarvergunning is afgegeven, draagt zorg dat de burgemeester en wethouders onverwijld in kennis worden gesteld van:
Met betrekking tot schepen waarvoor een vaarvergunning is afgegeven, kan in de in het vorige artikel onder a. en b. genoemde gevallen en bij vermoeden van ernstige gebreken aan het schip in opdracht van burgemeester en wethouders een onderzoek worden ingesteld door de in artikel 4, lid 2, bedoelde instantie of deskundige. De eigenaar van het schip en de schipper zijn verplicht op vordering van burgemeester en wethouders medewerking te verlenen aan dat onderzoek.
Met een door burgemeester en wethouders van deze gemeente verleende vaarvergunning wordt gelijk gesteld een vergunning afgegeven door burgemeester en wethouders van enige andere gemeente, grenzend aan het IJsselmeer, Markermeer, Randmeren, Waddenzee of de Zeeuwse wateren, op grond van de inhoudelijk gelijkluidende bepalingen als in of krachtens deze verordening vastgesteld.
De ingevolge deze verordening afgegeven vergunning of ontheffing moet aan boord van het schip aanwezig zijn en dient op eerste vordering van de opsporingsambtenaar getoond te worden.
Overtreding van de in artikel 2 genoemde verbodsbepalingen, niet-nakoming van een in de artikelen 6, 7, 9, 11 opgenomen verplichtingen en niet-naleving van een of meer aan een vergunning of ontheffing verbonden voorschriften wordt gestraft met een hechtenis van ten hoogste twee maanden of een geldboete van de eerste categorie.