Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Nuenen, Gerwen en Nederwetten

Verordening Wet kinderopvang gemeente Nuenen 2010

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieNuenen, Gerwen en Nederwetten
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingVerordening Wet kinderopvang gemeente Nuenen 2010
CiteertitelVerordening Wet kinderopvang gemeente Nuenen 2010
Vastgesteld doorgemeenteraad
Onderwerpmaatschappelijke zorg en welzijn
Eigen onderwerpVerordening Wet kinderopvang gemeente Nuenen 2010

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

artikel 25 van de Wet kinderopvang

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

22-10-201013-02-2014Onbekend

30-09-2010

Rond de Linde, 21-10-2010

Onbekend

Tekst van de regeling

Intitulé

Verordening Wet kinderopvang gemeente Nuenen 2010

De raad van de gemeente Nuenen

 

gelezen het voorstel van het college van 3 augustus 2010

 

gelet op artikel 25 van de Wet kinderopvang

 

overwegende dat het noodzakelijk is de verlening, de voorschotverlening en de vaststelling van de tegemoetkoming van de gemeente in de kosten van kinderopvang bij verordening te regelen;

 

besluit vast te stellen de volgende verordening:

 

Verordening Wet kinderopvang gemeente Nuenen 2010

 

Paragraaf 1 Algemene bepalingen

Artikel 1 Begripsbepalingen

In deze verordening wordt verstaan onder:

  • a.

    het college: het college van burgemeester en wethouders

  • b.

    de wet: de Wet kinderopvang;

Paragraaf 2 Vaststelling noodzaak van kinderopvang op grond van sociaal-medische indicatie

Artikel 2 Te verstrekken gegevens

  • 1.

    Een aanvraag tot vaststelling van de noodzaak van kinderopvang op grond van een sociaal-medische indicatie als bedoeld in artikel 23 van de wet bevat minimaal de volgende gegevens:

    • a.

      Naam, adres, geboortedatum en Burgerservicenummer (BSN) van de ouder;

    • b.

      wanneer van toepassing: naam van de partner en wanneer deze een ander adres heeft als de ouder: het adres van de partner;

    • c.

      naam, geboortedatum en BSN van het kind of de kinderen waarop de aanvraag betrekking heeft;

    • d.

      overige gegevens die het college nodig heeft om te kunnen besluiten over de aanvraag.

  • 2.

    Het college kan bepalen dat de aanvraag via een door het college vastgesteld aanvraagformulier gedaan wordt.

  • 3.

    Indien de ouder een partner heeft, ondertekent de partner de aanvraag ook.

Artikel 3 Beslistermijn

Het college besluit over de aanvraag binnen de door de Algemene wet bestuursrecht voorgeschreven termijnen, na ontvangst van alle gevraagde gegevens.

Artikel 4 Inhoud van de beschikking

Het besluit tot vaststelling van de noodzaak van kinderopvang op grond van een sociaal-medische indicatie bevat in ieder geval:

  • a.

    de geldigheidsduur van de indicatie;

  • b.

    de omvang van de kinderopvang die noodzakelijk wordt gevonden.

Artikel 5 Weigeringsgronden

Het college weigert de noodzaak van kinderopvang op grond van een sociaal-medische indicatie vast te stellen wanneer:

  • 1.

    de ouder en de partner al een tegemoetkoming in de kosten van kinderopvang ontvangt of kan ontvangen; of

  • 2.

    de ouder of de partner niet behoort tot de personen als bedoeld in artikel 6, eerste lid, onderdeel k of l van de wet.

  • 3.

    er naar het oordeel van het college geen sprake is van een noodzaak voor een tegemoetkoming in kinderopvang om sociaal en/of medische redenen van ouders en/of kinderen. Hierop zijn de door het college vast te stellen beleidsregels van toepassing.

Paragraaf 3 Aanvraag van de tegemoetkoming

Artikel 6 Te verstrekken gegevens bij de aanvraag

  • 1.

    Een aanvraag voor een tegemoetkoming in de kosten van de kinderopvang bevat:

    • a.

      naam. adres, geboortedatum en Burgerservicenummer (BSN) van de ouder;

    • b.

      wanneer van toepassing: naam en BSN van de partner en wanneer deze een ander adres heeft als de ouder: het adres van de partner;

    • c.

      naam, geboortedatum en BSN van het kind of de kinderen waarop de aangevraagde tegemoetkoming betrekking heeft;

    • d.

      een offerte of contract van het kindercentrum of gastouderbureau dat de kinderopvang gaat verzorgen waarin in ieder geval staat: het aantal uren kinderopvang per kind, de kostprijs per uur en de aanvangsdatum van de opvang;

    • e.

      Gegevens waaruit blijkt dat de ouder behoort tot de groep personen als bedoeld in artikel 22 van de wet.

    • f.

      overige gegevens die het college nodig heeft om te kunnen besluiten over de aanvraag van de tegemoetkoming.

  • 2.

    Het college kan bepalen dat de aanvraag via een door het college vastgesteld aanvraagformulier gedaan wordt.

  • 3.

    Indien de ouder een partner heeft, ondertekent de partner de aanvraag ook.

Paragraaf 4 Verlening van de tegemoetkoming

Artikel 7 Het besluit tot verlenen van de tegemoetkoming

Het college besluit over de aanvraag binnen de door de Algemene wet bestuursrecht voorgeschreven termijnen, na ontvangst van alle gevraagde gegevens.

Artikel 8 Weigeringsgronden

Het college weigert een tegemoetkoming te verlenen wanneer:

  • 1.

    De ouder en de partner al een tegemoetkoming in de kosten van kinderopvang ontvangt of kan ontvangen; of

  • 2.

    wanneer de ouder niet behoort tot de personen als bedoeld in artikel 22 van de wet.

Artikel 9 Ingangsdatum van de tegemoetkoming

  • 1.

    Hoofdregel is dat het college de tegemoetkoming toekent met ingang van de datum van melding.

  • 2.

    Op de hoofdregel van toekenning van de tegemoetkoming bestaan de volgende uitzonderingen:

    • Het recht op de tegemoetkoming is pas na datum van de melding ontstaan. In dat geval moet het college de tegemoetkoming toekennen met ingang van de datum waarop het recht is ontstaan.

    • De aanvrager heeft zijn aanvraag niet zo spoedig mogelijk na de melding ingediend en dit valt hem te verwijten.

    • Er is sprake van bijzondere omstandigheden die het rechtvaardigen om de tegemoetkoming te verlenen met ingang van een datum gelegen vóór de datum van melding of voor kosten die vóór de datum van melding zijn gemaakt.

Artikel 10 De periode waarvoor de tegemoetkoming wordt verleend

  • 1.

    De tegemoetkoming wordt verleend voor de periode van een kalenderjaar.

  • 2.

    In afwijking van het eerste lid kan het college de tegemoetkoming voor een andere periode verlenen.

Artikel 11 Omvang van de kinderopvang

Het college verleent de tegemoetkoming voor het aantal uren kinderopvang dat naar zijn oordeel redelijkerwijs noodzakelijk is voor de combinatie van arbeid en zorg.

 

Artikel 12 Inhoud van de beschikking

Het besluit tot verlening van een tegemoetkoming in de kosten van kinderopvang bevat in ieder geval:

  • a.

    de vaststelling tot welke van de gemeentelijke doelgroepen de ouder behoort;

  • b.

    de naam en geboortedatum van het kind of de kinderen waarop de tegemoetkoming betrekking heeft;

  • c.

    de naam en het adres van het kindercentrum of gastouderbureau waar de kinderopvang plaatsvindt;

  • d.

    de periode en de omvang van de kinderopvang per tijdvak waarvoor de tegemoetkoming wordt verleend;

  • e.

    de wijze waarop het bedrag van de tegemoetkoming is bepaald en het bedrag dat op basis hiervan wordt verleend;

  • f.

    de wijze waarop de tegemoetkoming wordt uitbetaald;

  • g.

    de verplichtingen van de ouder.

Artikel 13 De bevoorschotting van de tegemoetkoming

  • 1.

    De tegemoetkoming wordt in de vorm van een voorschot in maandelijkse termijnen uitbetaald.

  • 2.

    Het college kan nadere voorschriften stellen over de wijze van bevoorschotting.

Paragraaf 5 Vaststelling van de tegemoetkoming

Artikel 14 Het besluit tot vaststelling van de tegemoetkoming

  • 1.

    De ouder levert binnen vier weken na ontvangst van het jaaroverzicht van de kinderopvanginstelling een kopie in bij de gemeente.

  • 2.

    Het college besluit over de aanvraag binnen de door de Algemene wet bestuursrecht voorgeschreven termijnen, na ontvangst van alle gevraagde gegevens.

Artikel 15 Verrekening met de voorschotten

De vastgestelde tegemoetkoming wordt binnen vier weken betaald na verrekening met de betaalde voorschotten.

Paragraaf 6 Verplichtingen van de ouder

Artikel 16 Inlichtingenplicht

  • 1.

    De ouder of de partner licht het college schriftelijk in over wijzigingen. De ouder of partner doet dit onmiddellijk na het bekend worden daarvan en uit eigen beweging.

  • 2.

    Wanneer het college dit vraagt levert de ouder of partner alle gegevens in die voor de aanspraak op en de hoogte van de tegemoetkoming van belang zijn. Het college stelt hiervoor een redelijke termijn.

Paragraaf 7 Slotbepalingen

Artikel 17 Hardheidsclausule

Het college kan in bijzondere gevallen afwijken van bepalingen in deze verordening wanneer strikte toepassing daarvan zou leiden tot onbillijkheden van overwegende aard.

Artikel 18 Inwerkingtreding

Deze verordening treedt de dag na publicatie in werking.

Artikel 19 Citeertitel

De verordening wordt aangehaald als: Verordening Wet kinderopvang gemeente Nuenen 2010.

 

Aldus vastgesteld in zijn openbare vergadering van 30 september 2010

 

DE RAAD VOORNOEMD,

 

de griffier, de voorzitter,

 

drs. H.A.J.P. Duijmelinck mr. W.R. Ligtvoet