Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Ferwerderadiel

Raadscommissieverordening 2002

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieFerwerderadiel
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingRaadscommissieverordening 2002
CiteertitelRaadscommissieverordening 2002
Vastgesteld doorgemeenteraad
Onderwerpbestuur en recht
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Deze Verordening treedt in de plaats van de op 18 oktober 2001 vastgestelde "Verordening op de vaste raadscommissies".

Datum ondertekening inwerkingstredingbesluit 18-04-2002

Bron ondertekening inwerkingstredingbesluit Gemeenteblad i.c. Sawn Stjerren Nijs

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

Gemeentewet, artikel 82

Regelgeving die op deze regeling is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)

Geen.

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

07-11-2004nieuwe regeling

18-04-2002

Gemeenteblad i.c. Sawn Stjerren Nijs

12/39.02

Tekst van de regeling

Intitulé

Raadscommissieverordening 2002

De raad van de gemeente Ferwerderadiel;

 

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 2 april 2002, nummer 12/39.02;

 

gehoord het overleg van de voorzitters van de fracties uit de raad;

 

gelet op de artikelen 82 en 91 van de Gemeentewet;

 

besluit:

 

  • 1.

    de Verordening op de vaste raadscommissies, vastgesteld bij raadsbesluit van18 oktober 2001 in te trekken;

  • 2.

    ter vervanging van de onder I genoemde verordening vast te stellen de navolgende

     

Artikel 1 Taak raadscommissie

  • 1.

    Er is in de gemeente Ferwerderadiel één vaste commissie van advies en bijstand aan de raad, als bedoeld in artikel 82 van de Gemeentewet.

  • 2.

    De commissie heeft vanuit een kaderstellende, controlerende en volksvertegenwoordigende functie tot taak:

    • a.

      voorbereiding van besluitvorming van de gemeenteraad;

    • b.

      overleg voeren met het college van burgemeester en wethouders respectievelijk de burgemeester.

Artikel 1a Hoorcommissie

Het horen c.q. adviseren naar aanleiding van ingediende zienswijzen / bedenkingen tegen (ruimtelijke) plannen, waarbij de raad het beslissend bestuursorgaan is, geschiedt door een speciaal voor het horen in te stellen hoorcommissie, waarvoor iedere fractie één lid aanwijst. De leden van de hoorcommissie worden door de raad benoemd. De op één na grootste raadsfractie levert de voorzitter van de hoorcommissie.

 

Artikel 2 Samenstelling raadscommissie

  • 1.

    De raadscommissie bestaat uit alle raadsleden en uit één schaduwfractielid per éénmansfractie. De leden worden door de raad benoemd.

  • 2.

    De grootste raadsfractie levert de voorzitter en de op één na grootste raadsfractie levert de plaatsvervangend voorzitter van de raadscommissie.

  • 3.

    De (plaatsvervangend) voorzitter van de commissie is technisch voorzitter en heeft derhalve geen stemrecht bij besluiten inzake advisering.

Artikel 3 Collegeleden

  • 1.

    De leden van het college van burgemeester en wethouders en de gemeentesecretaris kunnen door de voorzitter worden uitgenodigd om ter vergadering aanwezig te zijn en kunnen al dan niet op eigen verzoek aan de beraadslagingen deelnemen.

  • 2.

    De leden van het college van burgemeester en wethouders en de gemeentesecretaris kunnen ook besloten vergaderingen van de commissie bijwonen.

Artikel 4 Secretariaat en adviseurs

  • 1.

    Secretaris van de raadscommissie is de griffier of een door deze in overleg met de gemeentesecretaris aan te wijzen ambtenaar.

  • 2.

    De secretaris van de commissie, of de aangewezen ambtenaar, maakt een beknopt verslag van het in de vergadering van de commissie verhandelde. Dit verslag wordt in de eerstvolgende vergadering van de commissie ter vaststelling aangeboden. Burgemeester en wethouders ontvangen een exemplaar van dit verslag.

  • 3.

    AI dan niet op verzoek van één of meer commissieleden kan de voorzitter ambtenaren, deskundigen of anderszins bij geagendeerde onderwerpen betrokkenen, uitnodigen en hen het woord verlenen.

Artikel 5 Vergaderfrequentie, convocatie en agenda, openbare kennisgeving

  • 1.

    De raadscommissie vergadert in beginsel op de eerstvolgende donderdag na iedere gemeenteraadsvergadering om 19.30 uur en verder zo dikwijls als door de voorzitter nodig wordt geoordeeld dan wel wanneer dit door tenminste drie leden wordt gevraagd.

  • 2.

    Het presidium stelt de agenda op. Commissieleden mogen agendapunten ter behandeling voordragen. Het presidium neemt deze punten die tenminste tien dagen voor de datum van de vergadering voorgedragen moeten worden in de agenda op.

  • 3.

    Namens de voorzitter roept de griffier de leden spoedeisende gevallen uitgezonderd ten minste zeven dagen van tevoren schriftelijk tot de vergadering op. Deze oproep gaat vergezeld van de agenda, het verslag van de vorige vergadering en de stukken.

  • 4.

    Tegelijkertijd brengt de voorzitter dag, tijdstip en plaats van de vergadering, alsmede de agenda en de daarbij behorende voorstellen met uitzondering van de in artikel 10 van de Wet openbaarheid van bestuur bedoelde stukken ter openbare kennis op een bij die kennisgeving aan te geven wijze. Ook de persorganen krijgen een exemplaar van de agenda met de daarop betrekking hebbende meest relevante openbare stukken toegezonden.

  • 5.

    De stukken liggen ter inzage op de daarvoor aangewezen plaats.

  • 6.

    Ieder lid van de commissie is bevoegd in een naar zijn mening spoedeisend geval ter vergadering voor te stellen een onderwerp aan de agenda toe te voegen. De commissie beslist of en in hoeverre aan dit voorstel gevolg zal worden gegeven.

Artikel 6 Vragenhalfuur

  • 1.

    Na de opening van de vergadering kunnen ingezetenen zakelijk en beknopt het woord voeren over niet reeds op de agenda vermelde onderwerpen en ideeën over gemeentelijk beleid.

  • 2.

    De in het eerste lid bedoelde personen die van het spreekrecht gebruik willen maken melden dit, hun naam, adres en het onderwerp voor de vergadering bij de secretaris.

  • 3.

    De totaal beschikbare spreektijd bedraagt maximaal 30 minuten. Zij die zich als spreker hebben aangemeld verkrijgen van de voorzitter en in een door hem bepaalde volgorde gedurende maximaal 5 minuten het woord. Indien zich meer dan zes sprekers hebben aangemeld wordt de totaal beschikbare spreektijd evenredig over hen verdeeld.

  • 4.

    Vervolgens kan de voorzitter aan de leden het woord verlenen om hetzij aan de vragensteller, hetzij aan het college vragen te stellen over hetzelfde onderwerp.

Artikel 7 Spreekrecht burgers

  • 1.

    Ingezetenen en/of andere belanghebbenden kunnen direct voorafgaande aan de behandeling van een agendapunt zakelijk en beknopt hun zienswijze over dat agendapunt aan de commissie kenbaar maken. Deze mogelijkheid vervalt indien voor dat agendapunt een afzonderlijke hoorzitting heeft plaatsgevonden.

  • 2.

    De in het eerste lid bedoelde personen die van deze inspraakmogelijkheid gebruik willen maken melden dit, hun naam, adres en het agendapunt waarop dit betrekking heeft voor de vergadering bij de secretaris. Voor wat betreft de spreektijd is het derde lid van artikel 6 van overeenkomstige toepassing.

  • 3.

    Vervolgens stelt de voorzitter de leden en desgewenst de aanwezige collegeleden in de gelegenheid om aan de inspreker vragen te stellen over de naar voren gebrachte zienswijze, die de inspreker tot slot op zeer beknopte wijze kan toelichten.

Artikel 8 Openbaarheid

  • 1.

    De vergaderingen van de commissie worden in het openbaar gehouden.

  • 2.

    De deuren worden gesloten, wanneer ten minste drie leden daarom verzoeken of de voorzitter het nodig oordeelt. De commissie beslist vervolgens of met gesloten deuren zal worden vergaderd.

  • 3.

    Aangelegenheden waarvan openbare behandeling zich niet verdraagt met een belang genoemd in artikel 10 van de Wet openbaarheid van bestuur, alsmede door de voorzitter aangewezen aangelegenheden, worden voor het besloten deel van de vergadering geagendeerd.

  • 4.

    Van een vergadering met gesloten deuren wordt een afzonderlijk verslag gemaakt, dat niet openbaar wordt gemaakt tenzij de commissie anders beslist.

  • 5.

    Omtrent het behandelde in een besloten vergadering wordt door de leden en andere aanwezigen geheimhouding in acht genomen. De geheimhouding geldt totdat de commissie haar opheft.

Artikel 9 Advisering

  • 1.

    Alle besluiten inzake advisering worden bij meerderheid van stemmen genomen.

  • 2.

    Indien een commissie niet tot een eensluidend advies komt, wordt hiervan melding gemaakt, desgewenst met opgave van de verschillende adviezen, onder vermelding van de namen van de leden die ze hebben uitgebracht en waarbij het gevoelen van de minderheid in het advies van de commissie wordt uitgedrukt.

  • 3.

    Alle van de commissie uitgaande stukken worden ondertekend door de secretaris van de commissie. In daarvoor in aanmerking komende gevallen, ter beoordeling van de voorzitter, worden de stukken zowel door de voorzitter als door de secretaris ondertekend.

Artikel 10 Voorstel van orde

  • 1.

    De voorzitter en ieder lid heeft het recht, hetzij mondeling hetzij schriftelijk een voorstel van orde te doen.

  • 2.

    Hieronder worden verstaan:

    • a.

      het wijzigen van de volgorde der werkzaamheden;

    • b.

      het tegelijk behandelen van bepaalde onderwerpen en/of voorstellen;

    • c.

      het gesplitst behandelen van een bepaald onderwerp;

    • d.

      het tot een later stadium uitstellen van de behandeling van één der op de agenda vermelde onderwerpen;

    • e.

      het sluiten of schorsen der beraadslagingen of het uitstellen der beslissing over enig onderwerp.

  • 3.

    Wordt een voorstel van orde afzonderlijk behandeld, dan bepaalt de voorzitter hiervoor een korte spreektijd.

Artikel 11 Orde

  • 1.

    De voorzitter draagt zorg voor de handhaving van de orde in de vergaderingen.

  • 2.

    Tijdens de vergaderingen is het gebruik of het stand by houden van mobiele telefoons of andere (communicatie) middelen op een zodanige wijze dat die inbreuk kunnen maken op de orde van de vergadering niet toegestaan.

  • 3.

    Indien een spreker zich beledigende of ongepaste uitdrukkingen veroorlooft of op welke wijze dan ook de orde verstoort, wordt hij door de voorzitter tot de orde geroepen. Hetzelfde geldt indien een spreker naar het oordeel van de voorzitter afwijkt van het onderwerp.

  • 4.

    Wanneer een spreker voortgaat met het bezigen van beledigende of ongepaste uitdrukkingen, het storen van de orde of het afwijken van het onderwerp in beraadslaging, ontneemt de voorzitter hem het woord. In de vergadering waarin dit plaats heeft mag het lid wie het woord is ontnomen aan de beraadslaging over het onderwerp in behandeling niet meer deel nemen. Hiervan is beroep op de vergadering niet toegelaten.

  • 5.

    De voorzitter is bevoegd om in de notulen niet te doen opnemen een weergave van door een spreker gebezigde beledigende of ongepaste uitdrukkingen waarvoor die spreker tijdens de vergadering tot de orde geroepen is.

  • 6.

    De voorzitter kan de commissie voorstellen aan een commissie of raadslid dat door zijn gedragingen de geregelde gang van zaken belemmert, het verdere verblijf in de vergadering ontzeggen. Over het voorstel wordt niet beraadslaagd. Na aanneming daarvan verlaat het lid de vergadering onmiddellijk. Zonodig doet de voorzitter hem verwijderen. Bij herhaling van zijn gedrag kan het commissie of raadslid bovendien voor ten hoogste drie maanden de toegang tot de vergadering worden ontzegd.

  • 7.

    De voorzitter kan ter handhaving van de orde de vergadering voor een door hem te bepalen tijd schorsen en indien na de heropening de orde opnieuw wordt verstoord de vergadering sluiten.

  • 8.

    De voorzitter is bevoegd, wanneer de orde op enigerlei wijze door de toehoorders wordt verstoord, hen die dit doen, of alle toehoorders te doen vertrekken.

Artikel 12 Onvoorzien

In alle gevallen waarin deze verordening niet voorziet beslist de voorzitter, de commissie gehoord.

Artikel 13 Inwerkingtreding

  • 1.

    Deze verordening zal in werking treden op de eerste dag, volgende op het verstrijken van een termijn van zes weken na de bekendmaking.

  • 2.

    Op de onder lid 1 genoemde dag vervalt de Verordening op de vaste raadscommissies.

Artikel 14 Citeertitel

Deze verordening kan worden aangehaald als “Raadscommissieverordening 2002”

ALDUS

besloten in de openbare vergadering van de raad van de gemeente Ferwerderadiel van 18 april 2002.

,voorzitter.

,griffier.