Organisatie | Bergen (NH) |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Verordening aansluitvoorwaarden riolering 2014 |
Citeertitel | Verordening aansluitvoorwaarden riolering 2014 |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | financiën en economie |
Eigen onderwerp |
Deze verordening vervangt de Verordening aansluitvoorwaarden gemeente Bergen 2013
Gemeentewet, art. 229
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
26-12-2013 | 01-01-2015 | nieuwe regeling | 17-12-2013 Gemeentekrant, 25 december 2013 | Onbekend |
De raad van de gemeente Bergen;
gelezen het voorstel van het college van Bergen van 29 oktober 2013 ;
gezien het advies van de Algemene raadscommissie van 28 november 2013 ;
gelet op het bepaalde in artikel 149 van de Gemeentewet, het bepaalde in artikel 229,lid 1,sub b van de Gemeentewet en de Algemene wet bestuursrecht;
Hoofdstuk 1 Begripsomschrijvingen
In deze verordening wordt verstaan onder:
Artikel 3 De vergunningaanvraag
a. de naam en het adres van de aanvrager en de rechthebbende;
c. de aanduiding dat het een verzoek om een aansluitvergunning betreft;
d. het tijdstip waarop de aansluiting dient te worden gerealiseerd;
e. de ligging van het aan te sluiten perceel of percelen:
1. aan de hand van straat en huisnummer en het kadastraal nummer van het betreffende perceel;
2. aangegeven op een situatieschets 1:1000 of grotere schaal;
f. voor zover de lozing van proceswater betreft, de aard en de hoeveelheid van de af te voeren vloeistoffen, waarbij dient te worden aangegeven of niet verontreinigt water, zoals regen- of koelwater, en/of verontreinigd water, zoals huishoudelijk of industrieel afvalwater, zal worden afgevoerd;
g. of het een aansluiting voor enkel lozing van huishoudelijk afvalwater betreft, of dat er daarnaast hemelwater en / of grondwater moet worden afgevoerd;
1. het leidingverloop en de dimensionering;
2. een overzichtstekening waarop is aangegeven: de ligging van het aan te leggen of te wijzigen particuliere afvoerleiding, de gewenste locatie van het aansluitpunt, het vloerpeil, hoogte van het maaiveld ten opzicht van N.A.P. en de door de gemeente verstrekte rioolgegevens. De overzichtstekening dient van een deugdelijke maatvoering te zijn voorzien.
3. de hoogteligging van het particuliere riool;
4. het materiaal ter plaatse van het aansluitpunt;
5. de kleur van de droogweer- en hemelwaterafvoerleidingen van het particuliere riool of de markeringen die het onderscheid tussen beide dingen aangeven;
Indien de gegevens bedoeld in het tweede lid, reeds zijn vastgelegd in de aanvraag om een voor het perceel afgegeven omgevingsvergunning of een vergunning op grond van de Wet milieubeheer, kan bij de aanvraag van een aansluitvergunning voor dit perceel worden volstaan met het overleggen van een kopie van de gegevens uit deze vergunningaanvraag.
De aanvraag van een aansluitvergunning wordt slechts in behandeling genomen nadat bij de aanvraag alle in het tweede lid vermelde gegevens zijn verstrekt. Bij het ontbreken van gegevens wordt de rechthebbende daarover geïnformeerd en in de gelegenheid gesteld deze gegevens binnen vier weken na kennisgeving daarvan alsnog aan te vullen.
Artikel 4 Weigering van de aansluitvergunning
Aansluiting van de particuliere afvoerleiding op het openbaar riool of wijziging van die aansluiting is in ieder geval bezwaarlijk indien:
voor een lozing van afvalwater een vergunning op grond van de Wet milieubeheer, een vergunning op grond van de Wet verontreiniging oppervlaktewateren, een ontheffing op grond van artikel 10.63 lid 1 van de Wet milieubeheer voor het aan te sluiten perceel is geweigerd of niet aan de algemene regels bij of krachtens de Wet milieubeheer of Wet verontreiniging oppervlaktewateren wordt voldaan;
Artikel 5 Verlening van de aansluitvergunning
In afwijking van het eerste lid houdt het college de beslissing omtrent een aanvraag van een aansluitvergunning aan indien er geen reden is de vergunning te weigeren, terwijl:
voor het aan te sluiten perceel nog een aanvraag moet worden gedaan of een aanvraag in behandeling is voor een omgevingsvergunning op grond van artikel 2.1, eerste lid, aanhef en onder e van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht of een ontheffing krachtens artikel 10.63 lid 1 van de Wet milieubeheer.
Artikel 6 Uitvoering aanleg of wijziging van de perceelaansluitleiding
De aansluiting van de particuliere afvoerleiding op de perceelaansluitleiding vindt slechts plaats, als de aan te sluiten particuliere afvoerleiding tot aan het aansluitpunt aanwezig is en voldoet aan de daaraan op grond van het Bouwbesluit, NTR 3216 en de Bouwverordening gemeente Bergen te stellen eisen.
Artikel 7 Verzoek tot aanleg of wijziging perceelaansluitleiding
De rechthebbende aan wie ingevolge hoofdstuk 2 een aansluitvergunning is verleend, kan de gemeente verzoeken de aansluiting of wijziging van de aansluiting waarop die vergunning betrekking heeft uit te voeren. De rechthebbende dient een daartoe strekkend schriftelijk verzoek in te dienen bij het college.
Zo spoedig mogelijk doch uiterlijk binnen 4 weken na de ontvangst van het verzoek stelt het college zoveel mogelijk in overleg met rechthebbende een termijn vast voor uitvoering van de perceelaansluitleiding. Bij vaststelling van het tijdstip van uitvoering wordt zoveel mogelijk rekening gehouden met het door de rechthebbende gewenste tijdstip. De afspraak wordt schriftelijk door de gemeente aan de rechthebbende bevestigd.
Hoofdstuk 4 Beheer en Onderhoud
Artikel 8 Beheer, onderhoud, renovatie en vervanging
Het beheer en onderhoud, de renovatie dan wel de vervanging van de perceelaansluitleiding wordt uitgevoerd door of namens de gemeente en voor rekening van de gemeente, tenzij het aannemelijk is dat de betreffende werkzaamheden dienen te worden uitgevoerd ten gevolge van een onjuist gebruik van de particuliere afvoerleiding. In dit geval zullen de kosten voor rekening van de rechthebbende of veroorzaker komen.
De kosten voor het onderhoud van de particuliere afvoerleiding komen voor rekening van de rechthebbende, tenzij onomstotelijk vaststaat dat de noodzaak tot onderhoud is veroorzaakt door inspoeling vanuit het openbaar riool. Bij aansluitingen die beneden het zogenoemde spiegelpeil liggen, zijn kosten genoemd in dit artikellid voor rekening van de rechthebbende.
Indien na het in lid 1 bedoelde onderzoek wordt vermoed dat sprake is van een verstopping of storing in de perceelaansluitleiding of van een verstopping of storing als gevolg van inspoeling vanuit het openbaar riool, neemt de rechthebbende of de gebruiker contact op met de gemeente voor het verrichten van de noodzakelijke werkzaamheden. Indien door of namens rechthebbende of de gebruiker, zonder expliciete voorafgaande toestemming van de gemeente, werkzaamheden worden verricht, komen de kosten daarvan voor rekening van die rechthebbende of gebruiker.
Bij het door de gemeente verrichten van de in lid 2 bedoelde werkzaamheden dient de rechthebbende of gebruiker, voordat met de werkzaamheden wordt gestart, tevoren schriftelijk akkoord te gaan met de voorwaarde dat de kosten van de werkzaamheden aan hem in rekening worden gebracht indien na afloop of tijdens de werkzaamheden blijkt dat deze kosten op grond van hoofdstuk 4 ‘Beheer en onderhoud’ voor zijn rekening zijn.
Hoofdstuk 5 Sloop- en andere werkzaamheden, beëindiging gebruik
Bij sloopwerkzaamheden of andere werkzaamheden op een op het openbaar riool aangesloten perceel, moeten door de rechthebbende of gebruiker zodanige voorzieningen aan de particuliere afvoerleiding worden getroffen dat iedere belemmering van het goed functioneren van het openbaar riool en de perceelaansluitleiding wordt voorkomen.
Hoofdstuk 6 Kosten van de aansluiting
1.Voor toepassing van dit hoofdstuk wordt verstaan onder:
2.Ingeval van een (verbeterd) gescheiden stelsel worden de twee afzonderlijke leidingen, die voor hemelwater en die voor het overige afvalwater, voor toepassing van dit hoofdstuk als één aansluiting aangemerkt.
Onder de naam “rioolaansluitrecht” wordt geheven: een recht ter zake van het genot van door of vanwege het gemeentebestuur verstrekte diensten bestaande uit het tot stand brengen of wijzigen van een directe of indirecte aansluiting op een mechanische riolering of vrij vervalriolering.
Het rioolaansluitrecht wordt geheven van de degene op wiens aanvraag dan wel ten behoeve van wie de aansluiting op het openbaar riool tot stand is gebracht of is gewijzigd.
Artikel 15 Maatstaf van heffing en tarief
De rioolaansluitrechten worden geheven naar de maatstaven en de tarieven opgenomen in de bij deze verordening behorende tarieventabel.
Artikel 17 Ontstaan van de belastingschuld
Het rioolaansluitrecht is verschuldigd op het tijdstip waarop de particuliere afvoerleiding direct of indirect verbonden is met het openbaar riool.
Het rioolaansluitrecht wordt niet geheven met betrekking tot een aansluiting waarvoor de kosten van aanleg zijn of worden verhaald door middel van: a. de verkoopprijs van gemeentelijk bouwgrond; b. een bijdrage ingevolge exploitatieplan ex art. 6.12 van de Wet ruimtelijke ordening; c. een baatbelasting als bedoeld in artikel 222 van de Gemeentewet; d. een overeenkomst gesloten in het kader van het Saneringsplan buitengebied februari 2004
Hoofdstuk 7 Overgangs- en slotbepalingen
Bij strijd van deze verordening met bepalingen in overeenkomsten gesloten tussen de gemeente en de rechthebbende, prevaleert het bepaalde in deze overeenkomsten.
Het college kan van de bepalingen van hoofdstuk 2 afwijken voor zover toepassing, gelet op het belang dat deze regeling beoogt te beschermen, zal leiden tot een onbillijkheid van overwegende aard.
Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van de raad van de gemeente Bergen op 17 december 2013.
de griffier, de voorzitter,