Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Gemert-Bakel

Verordening geldelijke voorzieningen raadsleden, burgerraadsleden en commissieleden 2013

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieGemert-Bakel
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingVerordening geldelijke voorzieningen raadsleden, burgerraadsleden en commissieleden 2013
CiteertitelVerordening geldelijke voorzieningen raadsleden, burgerraadsleden en commissieleden 2013
Vastgesteld doorgemeenteraad
Onderwerpbestuur en recht
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

De regeling vervangt de Verordening geldelijke voorzieningen raadsleden, burgerraadsleden en commissielden 2011.

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

  1. Gemeentewet, art. 95
  2. Gemeentewet, art. 96

Regelgeving die op deze regeling is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)

Geen

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

01-03-201316-10-2014nieuwe regeling

07-02-2013

Gemeenteblad, 2013, nr. 4

Onbekend

Tekst van de regeling

Intitulé

Verordening Geldelijke voorzieningen raads- en burgerraadsleden 2013

De raad van de gemeente Gemert-Bakel

 

gezien het voorstel van het presidium van de gemeenteraad d.d. 23 januari 2013;

 

gelet op de Gemeentewet, artikel 156;

 

besluit

 

vast te stellen de:

 

Verordening geldelijke voorzieningen raadsleden, burgerraadsleden en commissieleden 2013

Begripsomschrijvingen

Artikel 1
  • a.

    raadslid/de leden van de raad: lid/de leden van de raad van de gemeente Gemert-Bakel

  • b.

    burgerraadslid: door de raad van de gemeente Gemert-Bakel op voordracht van de raadsfracties als zodanig benoemde personen om de fracties te vertegenwoordigen tijdens de B&W informatiebijeenkomsten en de Opiniërende raadsbijeenkomsten en Adviesgroep Financiën;

  • c.

    commissie: een door de raad, het college van burgemeester en wethouders of de burgemeester ingestelde commissie;

  • d.

    Rechtspositiebesluit: het Rechtspositiebesluit raads- en commissieleden van 22 maart 1994, Stb. 1994, 244, gewijzigd bij Koninklijk Besluit van 20 september 1995, Stb. 1995, 448;

  • e.

    belanghebbende: degene die direct voorafgaande aan de beëindiging van het raadslidmaatschap ten minste twee jaren onafgebroken lid van de gemeenteraad van Gemert-Bakel is geweest, ten minste drievierde van het aantal vergaderingen van de gemeenteraad heeft bijgewoond;

  • f.

    nagelaten betrekkingen: de weduwe of weduwnaar, danwel de relatiepartner van wie de overledene niet duurzaam gescheiden leefde. Artikel 8 van de Uitkerings- en Pensioenverordening wethouders van de gemeente Gemert-Bakel wordt in voorkomend geval op overeenkomstige wijze toegepast;

  • g.

    politiek ambt: lidmaatschap van een vertegenwoordigend orgaan van een publiekrechtelijk lichaam dat direct of indirect door verkiezing is samengesteld, alsmede het lidmaatschap van het algemeen of dagelijks bestuur van een gemeenschappelijke regeling, waterschap, veenschap of veenpolder;

Vergoeding voor werkzaamheden en onkosten voor raadsleden

Artikel 2
  • 1.

    De leden van de raad ontvangen een vergoeding voor hun werkzaamheden en een tegemoetkoming in de kosten tot 90% van de maximum bedragen, genoemd in de bij het Rechtspositiebesluit behorende tabel I, zoals die bedragen door de minister van Binnenlandse Zaken worden vastgesteld voor een gemeente in klasse 8.

  • 2.

    Het lid dat gedurende een gedeelte van het kalenderjaar lid van de raad is geweest, ontvangt de vergoeding en de tegemoetkoming in de kosten als bedoeld in het eerste lid, naar evenredigheid met de periode van uitoefening van het lidmaatschap in bedoeld kalenderjaar.

Vergoeding voor het bijwonen van vergaderingen

Artikel 3

De leden van de commissies zoals genoemd in de bij deze verordening behorende bijlage “Lijst van door de raad, het college van burgemeester en wethouders of de burgemeester ingestelde commissies als bedoeld in artikel 3”, die geen raadslid zijn, ontvangen voor het bijwonen van een vergadering van de commissie een vergoeding van:

  • a.

    90% van het door de minister vastgestelde maximum, zoals dat op basis van het Rechtspositiebesluit door de minister van Binnenlandse Zaken wordt vastgesteld, in tabel II voor een gemeente in klasse 3 indien de commissie voorkomt in categorie I van de bij deze verordening behorende lijst;

  • b.

    180% van het door de minister vastgestelde maximum, zoals dat op basis van het Rechtspositiebesluit door de minister van Binnenlandse Zaken wordt vastgesteld, in tabel II voor een gemeente in klasse 3 indien de commissie voorkomt in categorie II van de bij deze verordening behorende lijst een nader door het college van burgemeester en wethouders vast te stellen vergoeding, indien de commissie voorkomt in categorie III van de bij deze verordening behorende lijst.

Artikel 4
  • 1.

    De burgerraadsleden ontvangen voor het bijwonen van B&W informatiebijeenkomsten en van Opiniërende raadsbijeenkomsten een vergoeding van € 27,00 per bijgewoonde bijeenkomst.

  • 2.

    De voorzitters van de Opiniërende raadsbijeenkomsten ontvangen, voorzover zij geen raadslid zijn, voor elke door hen voorgezeten bijeenkomsten een vergoeding van € 54,00;

Vergoeding van reiskosten

Artikel 5
  • 1.

    De leden van de raad en de leden van een commissie en de burgerraadsleden ontvangen een vergoeding van reis- en verblijfkosten, gemaakt in verband met reizen buiten het grondgebied van de gemeente ter uitvoering van een besluit van het gemeentebestuur of een gemeentelijke commissie of het dagelijks bestuur daarvan. De vergoeding reis- en verblijfkosten wordt vastgesteld overeenkomstig het bepaalde in artikel 4 van de Regeling rechtspositie wethouders.

  • 2.

    Aan het lid van een commissie dat geen raadslid of wethouder is en niet in zijn hoedanigheid van ambtenaar tot lid van de commissie is benoemd worden de reiskosten voor het bijwonen van de vergaderingen van de commissie vergoed. De vergoeding wordt vastgesteld overeenkomstig de bedragen in artikel 4 van de Regeling rechtspositie wethouders.

Betaalbaarstelling van de vergoeding

Artikel 6

De in deze verordening bedoelde vergoedingen worden na afloop van elke kalendermaand aan de rechthebbende uitbetaald, met dien verstande dat de vergoedingen voor commissieleden, geen raadslid zijnde, na afloop van elk kwartaal worden uitbetaald.

Uitkering bij aftreden

Artikel 7

Belanghebbende die nog niet de leeftijd van 65 jaar heeft bereikt, ontvangt met ingang van de dag waarop hij ophoudt lid van de gemeenteraad van Gemert-Bakel te zijn een uitkering waarvan de duur en hoogte als volgt wordt bepaald:

  • a.

    de duur van de uitkering is gelijk aan een derde gedeelte van de tijd die hij onafgebroken lid van de gemeenteraad van de gemeente Gemert-Bakel is geweest, waarbij de tijd dat belanghebbende wethouder is geweest, buiten beschouwing wordt gelaten. Deze duur wordt afgerond naar boven op een hele maand. De uitkeringsduur bedraagt maximaal een jaar en eindigt uiterlijk op de dag waarop de in 2014 gekozen gemeenteraad wordt geïnstalleerd;

  • b.

    de uitkeringsduur wordt verdeeld in twee zo mogelijk gelijke perioden van gehele maanden. Een eventuele afronding wordt ten gunste van de eerste periode toegepast;

  • c.

    de uitkering bedraagt in de bedoelde perioden respectievelijk 75% en 50% van de vergoeding die belanghebbende laatstelijk omgerekend op maandbasis voor werkzaamheden heeft ontvangen. De onkostenvergoeding wordt daarbij buiten beschouwing gelaten;

  • d.

    de uitkering eindigt in ieder geval met ingang van de maand volgend op die waarop de leeftijd van 65 jaar wordt bereikt.

  • e.

    De uitkering eindigt in ieder geval op de dag waarop de in 2014 gekozen gemeenteraad wordt geïnstalleerd.

Artikel 8

Belanghebbende is verplicht opgaaf te doen van feiten en omstandigheden die tot vermindering of beëindiging van de uitkering kunnen leiden.

Artikel 9
  • a.

    op de uitkering komt de vergoeding voor werkzaamheden in mindering die betrokkene ontvangt tijdens de uitkeringsperiode als burgerraadslid, of van een tijdens de uitkeringsperiode aanvaard lidmaatschap van de gemeenteraad of ander politiek ambt.

  • b.

    als een ander politiek ambt in het jaar voorafgaande aan de beëindiging van het lidmaatschap van de raad werd aanvaard, komen de daaraan verbonden inkomsten voor werkzaamheden eveneens in mindering.

  • c.

    voor zover sprake is van vergoedingen voor werkzaamheden over een langere termijn van een maand, worden die op maandbasis berekend en toegerekend aan de daarmee overeenkomende uitkeringsperiode.

Verlaging vergoeding werkzaamheden bij arbeidsongeschiktheid

Artikel 10

Op aanvraag verlaagt het college de vergoeding van werkzaamheden, bedoeld in artikel 2, ingeval een raadslid een uitkering ontvangt in verband met gehele of gedeeltelijke arbeidsongeschiktheid.

Compensatie korting werkloosheidsuitkering

Artikel 11
  • 1.

    In het geval een raadslid een uitkering op grond van de Werkloosheidswet ontvangt en de na toepassing van artikel 20 van die wet ontstane korting op deze uitkering ten gevolge van het uitoefenen van het raadslidmaatschap meer bedraagt dan de in artikel 2 bedoelde vergoeding voor de werkzaamheden die het raadslid ontvangt, wordt deze vergoeding ten laste van de gemeente verhoogd tot het bedrag van bedoelde korting.

  • 2.

    In het geval dat een raadslid een uitkering op grond van het Besluit Werkloosheid onderwijs- en onderzoekspersoneel ontvangt en de na toepassing van artikel 6, vierde lid, van dat besluit ontstane korting op deze uitkering ten gevolge van het uitoefenen van het raadslidmaatschap meer bedraagt dan de in artikel 2 bedoelde vergoeding voor de werkzaamheden die het raadslid ontvangt, wordt deze vergoeding ten laste van de gemeente verhoogd tot het bedrag van bedoelde korting.

Vergoeding voor waarneming voorzitterschap van de gemeenteraad

Artikel 12
  • 1.

    Een raadslid dat op grond van artikel 77 van de Gemeentewet meer dan dertig dagen onafgebroken het voorzitterschap van de gemeenteraad waarneemt, ontvangt voor die waarneming een toeslag van 8% van de in artikel 2 bedoelde vergoeding voor de werkzaamheden over de tijd van de waarneming.

  • 2.

    Het eerste lid is van overeenkomstige toepassing ten aanzien van de onkostenvergoeding, bedoeld in artikel 3.

Kinderopvang

Artikel 13

Voor de raadsleden is de Regeling kinderopvang gemeente Gemert-Bakel 2005 van overeenkomstige toepassing.

Uitkering bij overlijden

Artikel 14

Bij overlijden van een belanghebbende wordt aan de nagelaten betrekking een uitkering toegekend op de voet van artikel 7.

Trendmatige aanpassing vergoedingen

Artikel 15

Het college van burgemeester en wethouders is bevoegd de vergoedingen genoemd in deze verordening aan te passen naar aanleiding van de door de Minister van Binnenlandse Zaken vastgestelde maximum bedragen, genoemd in de bij het Rechtspositiebesluit behorende tabellen I en II.

Artikel 16

De artikelen 7, 8, 9 en 14 van deze verordening komen te vervalen met ingang van de dag waarop de in 2014 gekozen gemeenteraad wordt geïnstalleerd.

Citeertitel en inwerkingtreding

Artikel 17
  • 1.

    Deze verordening kan worden aangehaald als “Verordening geldelijke voorzieningen raadsleden, burgraadsleden [lees: burgerraadsleden] en commissieleden 2013”.

  • 2.

    Deze verordening treedt in werking 1 maart 2013.

  • 3.

    Met ingang van dezelfde dag vervalt de “Verordening geldelijke voorzieningen raadsleden, burgerraadsleden en commissieleden 2011” door de gemeenteraad vastgesteld op 15 december 2010.

de raad voornoemd

de griffier

de voorzitter

P.G.J.M. van Boxtel

A.L.A. Vlasblom

 

Raadsleden

Het maximumbedrag per maand voor de vergoeding voor werkzaamheden voor raadsleden genoemd in artikel 2, eerste lid van het Rechtspositiebesluit raads- en commissieleden bedraagt per 1 januari 2013

Tabel I

Klasse

Inwonertal

Maximum vergoeding

werkzaamheden per maand

4

24.001 – 30.000

€ 900,64

Het maximumbedrag per maand voor de onkostenvergoeding voor raadsleden genoemd in artikel 2, derde lid van het Rechtspositiebesluit raads- en commissieleden bedraagt per 1 januari 2013:

Tabel II

Klasse

Inwonertal

Onkostenvergoeding

raadsleden per maand

4

24.001 – 30.000

€ 107,28

Het maximumbedrag per maand voor de onkostenvergoeding voor raadsleden (bij fictieve dienstbetrekking) genoemd in artikel 2, vierde lid van het Rechtspositiebesluit raads- en commissieleden zonder loonheffingskorting bedraagt per 1 januari 2013:

Tabel III

Klasse

Inwonertal

Onkostenvergoeding

raadsleden per maand

4

24.001 – 30.000

€ 223,50

Gemeentelijke commissies

De maximumvergoeding voor het bijwonen van vergaderingen voor leden van gemeentelijke commissies genoemd in het eerste lid van artikel 14 van het rechtspositiebesluit raads- en commissieleden bedraagt per 1 januari 2013:

Tabel IV

Klasse

Inwonertal

Vergoeding

3

20.001 – 50.000

€ 75,05