Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Deventer

Verordering op de heffing en de invordering van de Marktprecariobelasting 2014

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieDeventer
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingVerordering op de heffing en de invordering van de Marktprecariobelasting 2014
CiteertitelVerordening Marktprecariobelasting 2014
Vastgesteld doorgemeenteraad
Onderwerpfinanciën en economie
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

Gemeentewet art. 228

Regelgeving die op deze regeling is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)

Geen.

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

19-11-201301-01-2015Onbekend

13-11-2013

Gemeenteblad, 18 november 2013

842255

Tekst van de regeling

Intitulé

De verordening op de heffing en de invordering van Marktprecariobelasting 2014

De raad van de gemeente Deventer;

 

Gelezen het voorstel van het college d.d. 8 oktober 2013, nummer 842255, Team Belastingen;

 

Gelet op artikel 228 van de Gemeentewet;

 

BESLUIT

 

Vast te stellen:

De Verordening op de heffing en de invordering van Marktprecariobelasting 2014

 

Artikel 1. Begripsomschrijvingen

In deze verordening wordt verstaan onder:

markt: de door het college ingestelde warenmarkt, als bedoeld in artikel 1 van de Markt-verordening van de gemeente Deventer;

standplaats: de ruimte die voor de duur van de markt is aangewezen voor het uitoefenen van de markthandel;

vaste standplaats: de standplaats die voor onbepaalde tijd ter beschikking is gesteld aan een vergun-ninghouder;

dagplaats: de standplaats die per marktdag beschikbaar wordt gesteld aan een vergunning-houder;

vergunninghouder: degene aan wie door het college vergunning is verleend voor het innemen van een standplaats;

marktmeester: de persoon die als zodanig is aangewezen door het college.

week: periode van zeven achtereenvolgende dagen, beginnende met de maandag.

maand: kalendermaand.

jaar: kalenderjaar.

Artikel 2. Aard van de heffing en belastbaar feit

Onder de naam Marktprecariobelasting wordt een belasting geheven ter zake van het, in verband met het innemen van een standplaats op de markt, hebben van voorwerpen onder, op of boven voor de openbare dienst bestemde gemeentegrond op de dag, de plaats en gedurende de tijd dat ter plaatse een markt wordt gehouden.

Artikel 3. Belastingplicht

1. De belasting wordt geheven van degene van wie of ten behoeve van wie de in artikel 2 bedoelde voorwerpen aanwezig zijn.

2.Ter zake van een vaste plaats wordt als belastingplichtige, bedoeld in het eerste lid, aangemerkt de vergunninghouder.

Artikel 4: Tarieven.

  • 1.

    De belasting voor het hebben van voorwerpen als bedoeld in artikel 2 bedraagt voor de dinsdag -, woensdag- of donderdagmarkt in Deventer of de zaterdagmarkt in Bathmen per m²

  • 1. voor een dag of een gedeelte van een dag € 0,95

    doch met een minimum van € 7,45

    2. bij een vergunning zonder tijdsbepaling of voor een jaar of langer verleend,

    voor elk jaar. € 37,00

  • 2.

    De belasting voor het hebben van voorwerpen als bedoeld in artikel 2 bedraagt voor de vrijdag – of zaterdagmarkt op de Brink per m²

  • 1. voor een dag of een gedeelte van een dag € 1,30

    doch met een minimum van € 10,38

    2. bij een vergunning zonder tijdsbepaling of voor een jaar of langer verleend,

    voor elk jaar. € 50,85

  • 3.

    De belasting voor het hebben van voorwerpen als bedoeld in artikel 2 bedraagt voor de jaarlijkse Goede vrijdagmarkt, Kerstmarkt, Stoffenmarkt en de Brocantemarkt per m²

  • 1. voor een dag of een gedeelte van een dag € 1,35

    doch met een minimum van € 10,80

Artikel 5. Meetvoorschrift

  • 1.

    Voor de toepassing van artikel 4, eerste lid, wordt de som van de oppervlakte van de voorwerpen in aanmerking genomen, ongeacht of een voorwerp zich in, op of boven de voor de openbare dienst bestemde gemeentegrond bevindt.

  • 2.

    De oppervlakte van ieder voorwerp wordt bepaald op tenminste 0,5 m2. De som van de oppervlakte van de voorwerpen wordt bepaald op ten hoogste de oppervlakte van de standplaats.

Artikel 6. Tussentijdse aanvang van de belastingplicht

Indien de belastingplicht voor een vaste plaats in de loop van het jaar aanvangt, wordt in het geval dat de belastingplichtige kiest voor de belastingheffing per jaar, de belasting berekend over het aantal volle weken van het jaar dat resteert bij aanvang van de belastingplicht

Artikel 7. Ontstaan van de belastingplicht

De belasting is verschuldigd bij de aanvang van de belastingplicht.

Artikel 8. Ontheffing

Indien de belasting wordt geheven per jaar, wordt over het aantal dagen dat van de vaste plaats geen gebruik is gemaakt, ontheffing verleend indien:

  • a.

    de aan de belastingplichtige verleende vergunning is ingetrokken;

  • b.

    de belastingplichtige aantoont dat hij ten gevolge van ziekte gedurende een aaneengesloten periode van tenminste een maand de vaste plaats niet heeft kunnen innemen;

  • c.

    de belastingplichtige is geschorst.

Artikel 9. Heffingstijdvak en wijze van heffing

  • 1.

    De heffing van de belasting vindt plaats:

    • a.

      bij wege van aanslag indien het betreft een vaste standplaats;

    • b.

      bij wege van schriftelijke gedagtekende kennisgeving in de overige gevallen.

  • 2.

    Indien de belastingplicht in de loop van het belastingtijdvak eindigt, bestaat aanspraak op ontheffing voor de naar jaartarieven geheven precariobelasting voor zoveel twaalfde gedeelten van de voor dat tijdvak verschuldigde precariobelasting als er in dat tijdvak, na het einde van de belastingplicht, nog volle kalendermaanden overblijven.

Artikel 10. Termijnen van betaling

  • 1.

    De aanslagen die worden opgelegd in het kalenderjaar waarop zij betrekking hebben, moeten worden betaald in twee gelijke termijnen waarvan de eerste vervalt op de laatste dag van de maand volgend op de maand die in de dagtekening van het aanslagbiljet is vermeld en de tweede twee maanden later.

  • 2.

    Ingeval het totaalbedrag van de op één aanslagbiljet verenigde aanslagen, of als het aanslagbiljet één aanslag bevat, het bedrag daarvan, meer is dan € 45,- en minder is dan € 5.000,--, en zolang de verschuldigde bedragen door middel van automatische incasso kunnen worden afgeschreven van de betaalrekening van de belastingplichtige, moeten de aanslagen in afwijking van het eerste lid worden betaald in zoveel termijnen als er na de maand die is vermeld in de dagtekening van het aanslagbiljet, nog volle maanden in het kalenderjaar overblijven, met dien verstande dat het aantal termijnen tenminste drie en ten hoogste tien bedraagt. De eerste termijn vervalt op de 25e dag van de maand volgende op de maand die in de dagtekening van het aanslagbiljet is vermeld en elke volgende termijn telkens een maand later.

  • 3.

    In afwijking van artikel 9, eerste lid, van de Invorderingswet 1990 moet de marktprecariobelasting ingeval van een kennisgeving als bedoeld in artikel 9, eerste lid letter b contant worden betaald.

  • 4.

    De Algemene termijnenwet is niet van toepassing op de in de voorgaande leden gestelde termijnen.

Artikel 11. Kwijtschelding

Van de belasting wordt geen kwijtschelding als bedoeld in artikel 26 van de Invorderingswet 1990 verleend.

Artikel 12. Nadere regels

Het college kan nadere regels geven met betrekking tot de heffing en invordering van Marktprecario-belasting.

Artikel 13. Inwerkingtreding, overgangsbepaling en citeertitel

  • 1.

    De Verordening Marktprecariobelasting 2013 vastgesteld door de raad van Deventer op 7 november 2012, wordt ingetrokken met ingang van de in het derde lid genoemde datum van ingang van de heffing, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.

  • 2.

    Deze verordening treedt 1 dag na de dag van de bekendmaking in werking.

  • 3.

    De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2014.

  • 4.

    Deze verordening wordt aangehaald als: "Verordening Marktprecariobelasting 2014".

     

Aldus vastgesteld in de openbare raadsvergadering van 13 november 2013.

 

De raad voornoemd,

 

de griffier,                                      de voorzitter,

drs. S.J. Peet                                  ir. A.P. Heidema