De raad van de gemeente Steenbergen;
gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 29 oktober
2013;
gelet op:
artikel 147 Gemeentewet;
artikel 229, eerste lid, aanhef en onderdeel 1a, van de Gemeentewet;
besluit vast te stellen de volgende verordening;
Havengeldverordening gemeente Steenbergen 2014
Artikel 1 Begripsbepalingen
Voor de toepassing van deze verordening wordt verstaan onder:
- a.
Bijboot: open vaartuig, niet hoger dan 1 meter en niet groter dan
10m², behorende bij een vaartuig hoger dan 1 meter en groter dan
10m²;
- b.
Breedte: de grootste breedte over al van het vaartuig;
- c.
College: het college van burgemeester en wethouders van
Steenbergen;
- d.
Dag: een aaneengesloten tijdvak van 24 uren, aanvangend om 16:00
uur;
- e.
Haven: de haven die in eigendom aan de gemeente Steenbergen
toebehoort, c.q. bij de gemeente in beheer is, haven
Steenbergen;
- f.
Haven Steenbergen: de haven zoals weergegeven in bijlage 1;
- g.
Havenmeester/beheerder: een partij danwel persoon die als zodanig
door het college is benoemd en aan wie het toezicht op de haven en
kade is gemandateerd;
- h.
Exploitant: een partij die als zodanig door het college is benoemd
en aan wie de exploitatie van de haven is uitbesteed;
- i.
Gebruikovereenkomst: overeenkomst waarbij de gemeente
Steenbergen/exploitant zich verbindt om de ligplaatshouder of de
passant een ligplaats in gebruik te geven en de ligplaatshouder of
passant zich verbindt om de hiervoor in rekening te brengen
havengeld te betalen;
- j.
Jaarabonnement: de gebruikperiode van 1 januari van een bepaald jaar
tot en met 31 december van hetzelfde jaar;
- k.
Kade: de kaden die in eigendom aan de gemeente Steenbergen
toebehoren, c.q. bij de gemeente in beheer zijn;
- l.
Lengte: de grootste lengte over al van het vaartuig met inbegrip van
de vaste boegspriet;
- m.
Ligplaats: de ruimte in de haven die in gebruik wordt gegeven ten
behoeve van vaartuigen;
- n.
Ligplaatshouder: hij die voor enig vaartuig een vaste ligplaats
heeft toegewezen gekregen door het college en daarvoor de
vastgestelde vergoeding heeft voldaan;
- o.
- p.
Passagiersschip:een binnenvaartschip, dat hoofdzakelijk gebruikt
wordt voor het bedrijfsmatig vervoer van personen;
- q.
Passant: hij die met een pleziervaartuig de haven binnenvaart, dan
wel binnenvaart en voornemens is daar een of meerdere nachten te
blijven liggen en dit als zodanig kenbaar maakt aan de
havenmeester;
- r.
Pleziervaartuig: elk vaartuig bestemd, ingericht of gebruikt, al dan
niet beroepsmatig voor de recreatievaart;
- s.
Schipper: degene die op een vaartuig met de leiding belast is of
feitelijk de leiding in handen heeft, of bij afwezigheid van deze,
de eigenaar of de gebruiker van het vaartuig;
- t.
Seizoensabonnement: de gebruikperiode van 16 april tot en met 15
oktober in een bepaald jaar;
- u.
Vaartuig / schip: een zee- of binnenvaartuig tot de vaart gebruikt
of bestemd, daaronder begrepen drijvende werktuigen –zoals
baggerwerktuigen, kranen, bokken, elevators- alsmede woonschepen,
woonarken, glijboten, ponten, jetski’s, waterscooters, zeilplanken,
luchtkussenvoertuigen en dergelijke;
- v.
Vaste ligplaats: een ligplaats waarvoor een gebruikovereenkomst is
aangegaan zoals bedoeld in artikel 30 van de Havenverordening
Steenbergen;
- w.
Verordening: de verordening op de heffing en de invordering van een
recht onder de naam “havengeld”;
- x.
Vierkante meter: het product van de lengte en de breedte van het
vaartuig;
- y.
Week: een aaneengesloten tijdvak van zeven dagen;
- aa.
Winterabonnement: de gebruikperiode van 15 oktober van een bepaald
jaar tot en met 31 december van hetzelfde jaar en van 1 januari tot
en met 15 april van het daarop volgende jaar;
Artikel 2 Aard van de heffing en belastbaar feit
Onder de naam “havengeld” wordt een recht geheven terzake van het gebruik of
genot overeenkomstig de bestemming van voor de openbare dienst bestemde
gemeentewateren, haven Steenbergen of van andere daarbij behorende voor de
openbare dienst bestemde werken of inrichtingen, die in beheer of onderhoud
zijn bij de gemeente.
Artikel 3 Belastingplicht
Belastingplichtig is degene die van de bezittingen, werken of inrichtingen
gebruik maakt of degene op wiens aanvraag dan wel ten behoeve van wie de
dienst wordt verricht. Daaronder te verstaan de schipper, de reder, de
eigenaar van het schip, degene aan wie het schip in gebruik is gegeven, of
degene die als vertegenwoordiger voor één van dezen optreedt.
Artikel 4 Belastingjaar
Het belastingjaar is gelijk aan het kalenderjaar.
Artikel 5 Heffingsgrondslag
- 1.Grondslag
voor de berekening van het havengeld is:
- a
voor passagiersschepen het aantal strekkende meters van het
vaartuig. Een gedeelte van een strekkende meter wordt
gerekend voor een gehele;
- b
voor pleziervaartuigen het aantal vierkante meters van het
vaartuig. Een gedeelte van een vierkante meter wordt
gerekend voor een gehele;
- c.
In afwijking van het bepaalde onder c voor pleziervaartuigen
ter zake waarvan een abonnement is verleend als bedoeld in
de tarieventabel:
- d.
indien het aantal vierkante meters van het vaartuig kleiner
is dan het aantal vierkante meters van de ligplaats waarin
het vaartuig is gelegen, het aantal vierkante meters van de
ligplaats. Een gedeelte van een vierkante meter wordt
gerekend voor een gehele.
- 2.
In de tarieventabel is per soort vaartuig aangegeven welke maatstaf
van heffing van toepassing is.
- 3.
Bij de toepassing van de tarieven worden het de oppervlakte of de
lengte ambtshalve bepaald als geen meetbrief of typespecificatie
wordt overlegd.
- 4.
De heffingsgrondslag wordt overeenkomstig het gebruik van het schip
bepaald.
Artikel 6 Tarieven
- 1.
Het havengeld wordt geheven naar de tarieven, opgenomen in de bij
deze verordening behorende tarieventabel.
- 2.
De tarieven genoemd in de tarieventabel behorende bij deze
verordening, worden in geval van contante betaling afgerond op €
0,05 of een veelvoud hiervan.
- 3.
Het havengeld is inclusief 21% BTW.
- 4.
Voor de toepassing van dit artikel wordt een gedeelte van een dag,
van een week of van een maand voor een gehele gerekend.
Artikel 7 Vrijstellingen
1. Van het havengeld zijn vrijgesteld:
- a.
vaartuigen in dienst van de gemeente;
- b.
vaartuigen in directe dienst van het rijk of de provincie, mits geen
personen of goederen tegen betaling worden vervoerd;
- c.
hospitaalschepen, uitsluitend als zodanig in gebruik, tot een
maximum van 5 keer per rederij per jaar;
- d.
vaartuigen die door ijs, ijsgang, storm of andere redenen van
overmacht, worden belemmerd hun reis voort te zetten;
- e.
vaartuigen die de haven aandoen binnen het tijdvak 9.00 tot 16.00
uur uitgezonderd beroepsvaart, met een verblijfsduur van maximaal 2
uur;
- g.
historische vaartuigen met een bouwjaar voor 1965, die deelnemen aan
door het als zodanig aangewezen evenementen, met een maximum van
drie dagen per evenement;
Artikel 8 Wijze van heffing
- 1.
Het havengeld wordt geheven door middel van een gedagtekende bon,
nota of andere schriftuur, waarop het verschuldigde bedrag wordt
vermeld.
- 2.
De modellen van de in het eerste lid genoemde bescheiden worden door
het college vastgesteld.
Artikel 9 Termijnen van betaling
- 1
In afwijking van artikel 9, eerste lid, van de Invorderingswet 1990
moet voor ligplaatsen waarvoor het dagtarief geldt, het havengeld
worden voldaan voor vertrek uit de haven; voor abonnementen het
havengeld worden voldaan binnen één maand na dagtekening van de bon,
nota of ander schriftuur, in beide gevallen op de door het college
aangegeven wijze.
- 2.
Artikel 10 Ontstaan van de belastingschuld en heffing naar
tijdsgelang van de abonnementen
- 1.
De belasting van de abonnementen is verschuldigd bij de aanvang van
de belastingplicht.
- 2.
Indien de belastingplicht in de loop van het belastingjaar aanvangt,
is de belasting verschuldigd voor zoveel twaalfde gedeelten van de
voor dat jaar verschuldigde belasting als er in dat jaar, na de
aanvang van de belastingplicht, nog volle kalendermaanden
overblijven.
- 3.
Indien de belastingplicht in de loop van het belastingjaar eindigt,
bestaat aanspraak op ontheffing voor zoveel twaalfde gedeelten van
het voor dat jaar verschuldigde recht als er in dat jaar, na het
einde van de belastingplicht, nog volle kalendermaanden
overblijven.
Artikel 11 De verschuldigdheid van het havengeld
- 1.
De ligplaatshouder / passant blijft het totale havengeld
verschuldigd ook al maakt hij geen gebruik van het gehuurde.
- 2.
Bij het niet, dan wel niet tijdig voldoen van het verschuldigde
havengeld, wordt de gebruikovereenkomst opgezegd en is de schipper
op eerste aanzegging van de havenmeester verplicht zich terstond met
zijn vaartuig uit de haven te verwijderen.
Artikel 12 Water- en elektriciteitsgebruik
- 1.
Het havengeldtarief is exclusief de kosten voor het water- en
elektriciteitsverbruik.
- 2.
De tarieven betreffende het water- en elektriciteitsverbruik zijn
opgenomen in de tarieventabel.
Artikel 13 Kwijtschelding
Met betrekking tot het havengeld wordt geen kwijtschelding verleend.
Artikel 14 Nadere regels door het college
Het college kan nadere regels geven met betrekking tot de heffing en de
invordering van havengeld.
Artikel 15 Overgangsrecht
De ‘Havengeldverordening gemeente Steenbergen 2013’ van 20 december 2012
wordt ingetrokken met ingang van de in artikel 16, tweede lid, genoemde
datum van ingang van de heffing, met dien verstande dat zij van toepassing
blijft op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben
voorgedaan.
Artikel 16 Inwerkingtreding
- 1.
Deze verordening treedt in werking met ingang van de eerste dag na
die van bekendmaking.
- 2.
De datum van ingang van heffing is 1 januari 2014.
Artikel 17 Citeertitel
Deze verordening wordt aangehaald als “Havengeldverordening gemeente
Steenbergen 2014”.
Aldus vastgesteld in de openbare raadsvergadering van 7 november 2013.