Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Zoeterwoude

Bezoldigingsverordening 2000

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieZoeterwoude
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingBezoldigingsverordening 2000
CiteertitelOnbekend
Vastgesteld doorgemeenteraad
Onderwerpbestuur en recht
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

Gemeentewet, de Ambtenarenwet, de Collectieve arbeidsvoorwaardenregeling (CAR) en Uitwerkingsovereenkomst (UWO)

Regelgeving die op deze regeling is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)

Geen

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

01-01-200201-01-2016Omzetting van de in deze verordening vermelde bedragen van guldens naar euro's.

20-12-2001

Onbekend

rh-01/2263a BMO-17

Tekst van de regeling

Intitulé

Bezoldigingsverordening 2000

Nr cs/00-331b

 

De raad van de gemeente Z o e t e r w o u d e ;

 

gezien het voorstel van burgemeester en wethouders van 2 maart 2000 nr. cs/00-331a;

 

gehoord het advies van de commissie Middelen en de commissie voor georganiseerd overleg;

 

gelet op de Gemeentewet, de Ambtenarenwet, de Collectieve arbeidsvoorwaardenregeling (CAR) en Uitwerkingsovereenkomst (UWO);

 

b e s l u i t :

 

vast te stellen de navolgende BEZOLDIGINGSVERORDENING 2000

Hoofdstuk I Begripsbepalingen

Artikel 1 Definities

Voor de toepassing van deze verordening wordt verstaan onder:

  • a.

    ambtenaar

    • 1.

      de ambtenaar in de zin van de CAR;

    • 2.

      de werknemer op grond van artikel 2:5:1 van de UWO;

  • b.

    salarishet salaris als bedoeld in artikel 3:1 tweede lid onder b, van de CAR;

  • c.

    uurloon het 1/156e deel van het salaris bij een gemiddeld 36-urige werkweek;

  • d.

    salarisschaal de schaal, als bedoeld in artikel 3:1, tweede lid onder a, van de CAR, opgenomen in bijlage I, behorend bij deze verordening;

  • e.

    salarisnummer een aanduiding, bestaande uit een getal dat in een salarisschaal voor een salaris is vermeld;

  • f.

    maximumsalaris het hoogste bedrag van een salarisschaal;

  • g.

    bezoldiging de bezoldiging, als bedoeld in artikel 3:1, tweede lid onder c, van de CAR;

  • h.

    functie het samenstel van werkzaamheden door de ambtenaar te verrichten krachtens en overeenkomstig hetgeen hem door het daartoe bevoegde gezag is opgedragen;

  • i.

    functiewaarderings- het op systematische wijze in rangorde plaatsen van onderderzoek functies, met als criterium de relatieve zwaarte van het werk;

  • j.

    conversie de vertaling van de gevonden rangorde naar salarisschalen;

  • k.

    volledige betrekking de volledige betrekking als bedoeld in artikel 1:1, eerste lid onder k van de CAR;

  • l.

    overwerk het overwerk als bedoeld in artikel 1:1, eerste lid onder l van de CAR.

Hoofdstuk II Salaris

Artikel 2 Recht op salaris

  • 1.

    Het recht op salaris vangt aan met de dag waarop de aanstelling van de ambtenaar ingaat.

  • 2.

    Het recht op salaris eindigt, in geval van ontslag, met ingang van de dag waarop het ontslag ingaat.

Artikel 3 Gebroken tijdvakken

Wanneer het salaris of een toelage moet worden berekend over een gedeelte van een maand, wordt het bedrag per dag vastgesteld door het maandbedrag te delen door het aantal kalenderdagen van die maand.

Artikel 4 Onvolledige betrekking

Het salaris van de ambtenaar met een onvolledige betrekking wordt vastgesteld op een evenredig deel van het salaris dat voor hem zou gelden bij een volledige betrekking.

Artikel 5

De salarissen van de ambtenaren, wier salaris niet bij of krachtens de wet is geregeld, worden vastgesteld op de bedragen volgens de salarisschalen of, indien voor zijn betrekking een vast bedrag geldt, dit bedrag, opgenomen in de bij deze verordening behorende bijlagen.

Artikel 6 Bepaling salarisschaal

  • 1.

    Burgemeester en wethouders bepalen met inachtneming van de resultaten van een functiewaarderingsonderzoek en aan de hand van de vastgestelde conversie de voor de ambtenaar geldende salarisschaal, tenzij hij de functie (nog) niet volledig vervult dan wel zijn wijze van functioneren zich nog daartegen verzet.

  • 2.

    Burgemeester en wethouders kunnen nadere regels stellen met betrekking tot de uitvoering van een functiewaarderingsonderzoek en de daarbij te hanteren methode.

  • 3.

    Anders dan bij het aanvaarden van passende of gangbare arbeid, dan wel bij wijze van disciplinaire straf, als bedoeld in de CAR, kan zonder voorafgaand ontslag voor een ambtenaar geen salarisschaal gaan gelden met een lager maximumsalaris dan dat van de reeds voor hem geldende salarisschaal.

Artikel 7 Periodieke verhoging van het salaris

  • 1.

    Het salaris van de ambtenaar wordt, na een uit te brengen personeelsbeoordeling, bij voldoende bekwaamheid, geschiktheid of ijver binnen de voor hem geldende salarisschaal periodiek verhoogd tot het naast hogere bedrag.

  • 2.

    De periodieke verhoging worden toegekend aan de ambtenaar die het maximumsalaris van de voor hem geldende salarisschaal nog niet heeft bereikt, voor de eerste maal met ingang van 1 januari volgend op de datum van eerste indiensttreding, met dien verstande dat de eerste verhoging wordt voorafgegaan door een diensttijd van tenminste zes maanden.

  • 3.

    Het tijdstip waarop ingevolge het vorig lid aan de onder a. bedoelde ambtenaar voor de eerste maal een periodieke verhoging wordt toegekend, kan worden vervroegd indien daartoe naar het oordeel van burgemeester en wethouders aanleiding bestaat.

  • 4.

    Het salaris wordt, indien de salarisschaal dit aangeeft en wanneer het maximumsalaris is bereikt, voor de eerste maal na drie jaar en vervolgens om de twee jaar verhoogd tot het naast hogere bedrag.

Artikel 8 Extra periodieke verhoging van het salaris

  • 1.

    Aan de ambtenaar, die het maximumsalaris van de voor hem geldende salarisschaal nog niet heeft bereikt, kan, na een uit te brengen personeelsbeoordeling, een extra periodieke salarisverhoging tot een in de salarisschaal genoemd bedrag, niet uitgaande boven het maximumsalaris, worden toegekend op grond van zeer goede of uitstekende vervulling van de betrekking.

  • 2.

    Bij de toepassing van het vorige lid blijft het tijdstip waarop ingevolge artikel 7 een salarisverhoging wordt toegekend onverlet, tenzij anders wordt bepaald.

Artikel 9 Geen periodieke verhoging

  • 1.

    Indien een ambtenaar onvoldoende functioneert, kan, na een uit te brengen personeelsbeoordeling, worden bepaald dat voor hem de in artikel 7 bedoelde salarisverhoging achterwege wordt gelaten.

  • 2.

    Nadien kan worden bepaald dat de salarisverhoging, welke met toepassing van het eerste lid achterwege is gelaten, al dan niet met terugwerkende kracht, alsnog wordt toegekend.

  • 3.

    Van een beslissing tot toepassing van het eerste lid wordt de ambtenaar zo spoedig mogelijk, doch in elk geval voor de datum waarop anders de salarisverhoging zou ingaan, schriftelijk mededeling gedaan, onder vermelding van de redenen welke tot de beslissing hebben geleid.

Artikel 10 Salaris bij bevordering naar hogere schaal

  • 1.

    Wanneer de ambtenaar wordt bevorderd naar een salarisschaal met een hoger maximumsalaris, wordt:

    • a.

      voor de ambtenaar, als bedoeld in artikel 3:1, derde lid onder a, vande CAR, het salaris in de nieuwe schaal vastgesteld op het bedrag, gelegen onmiddellijk boven het salaris dat de ambtenaar in de oude schaal zou hebben genoten;

    • b.

      voor de ambtenaar, als bedoeld in artikel 3:1 derde lid onder b, van de CAR, het salaris in de nieuwe schaal vastgesteld op het eerst hogere bedrag in die schaal, waarmee gerealiseerd wordt dat het verschil tussen het nieuwe salaris en het oude salaris van de ambtenaar tenminste 75% bedraagt van het verschil tussen het bedrag dat de ambtenaar laatstelijk genoot en het naast hogere bedrag in die oude schaal, dan wel het naast lagere bedrag in die oude schaal, indien het salaris in de oude schaal reeds overeenkwam met het hoogste bedrag uit die schaal.

  • 2.

    Voorzover nodig zal - in afwijking van het eerste lid onder a - de vooruitgang in salaris ten gevolge van de indeling in de schaal met een hoger maximumsalaris nimmer minder bedragen dan het geval zou zijn bij verhoging ingevolge artikel 7 in de schaal waarin de ambtenaar wordt ingedeeld.

Hoofdstuk III Instrumenten van flexibele beloning

Artikel 11 Gratificatie

Indien een ambtenaar een uitstekende individuele prestatie heeft geleverd, kan aan hem een gratificatie als bedoeld in artikel 15:1:28 van de UWO worden toegekend.

Artikel 12 Groepsgratificatie

Aan een groep ambtenaren die een uitstekende collectieve prestatie hebben geleverd, kan een groepsgratificatie worden toegekend.

Artikel 13 Toekenning toelage

  • 1.

    Aan de ambtenaar die het maximum voor de voor hem geldende salarisschaal heeft bereikt, en die naar het oordeel van burgemeester en wethouders blijk heeft gegeven van langdurige bijzondere uitoefening van de functie, kan een toeslag worden toegekend.

  • 2.

    De in het vorige lid bedoelde toelage is niet hoger dan 10 procent van het salaris van de betrokken ambtenaar, met dien verstande dat de som van dat salaris en die toelage het hoogste bedrag van de naast hogere salarisschaal niet overschrijdt.

Artikel 14 Tijdelijke persoonlijke toelage

  • 1.

    Aan de ambtenaar die naar het oordeel van burgemeester en wethouders bijzondere prestaties in de functie heeft geleverd, kan een tijdelijke toelage worden toegekend.

  • 2.

    De in het vorige lid bedoelde toelage wordt ineens en ten hoogste eenmaal binnen een tijdvak van een jaar uitgekeerd.

    Een ambtenaar kan ten hoogste twee achtereenvolgende jaren voor een tijdelijke toelage in aanmerking komen.

  • 3.

    De tijdelijke toeslag bedraagt maximaal het voor de ambtenaar geldendesalarisbedrag per maand.

Artikel 15 Persoonlijke toelage na bereiken maximum functionele schaal

  • 1.

    Aan een ambtenaar die het maximum van de voor hem geldende schaal heeft bereikt, kan een persoonlijke toelage als bedoeld in artikel 3:7:8 van de UWO worden toegekend, indien betrokkene gedurende meerdere jaren uitstekend heeft gefunctioneerd.

  • 2.

    De in het eerste lid bedoelde toelage wordt ingetrokken, indien de gronden waarop de toelage werd toegekend niet meer aanwezig zijn.

Hoofdstuk IV Overige toelagen en vergoedingen

Artikel 16 Toelage onregelmatige dienst

  • 1.

    Aan de ambtenaar voor wie een salarisschaal geldt met een lager maximumsalaris dan dat van schaal 6, en voor wie werktijden zijn vastgesteld als bedoeld in artikel 3:3 van de CAR, wordt door burgemeester en wethouders een toelage toegekend.

     

  • 2.

    De in het vorige lid bedoelde toelage bedraagt per gewerkt uur een percentage van het voor de ambtenaar geldende salaris per uur. Dit percentage bedraagt:

    • a.

      30 voor de uren op maandag tot en met vrijdag tussen 6 en 8 uur en tussen 18 en 22 uur;

    • b.

      45 voor de uren op zaterdag en de uren op maandag tot en met vrijdag tussen 0 en 6 uur en tussen 22 en 24 uur;

    • c.

      65 voor de uren op zondag en op de feestdagen genoemd in artikel 4:1:1, derde lid, van de UWO;

    met dien verstande dat genoemde percentages worden berekend over ten hoogste het salaris per uur, dat is afgeleid van het salaris behorende bij salarisanciënniteit 11 van salarisschaal 6 van bijlage I.

  • 3.

    In bijzondere gevallen kunnen burgemeester en wethouders een regeling treffen, welke het bepaalde in dit artikel aanvult of daarvan afwijkt.

Artikel 17 Toelage bereikbaarheids- en beschikbaarheidsdienst

  • 1.

    Aan de ambtenaar die buiten de werktijdenregeling als bedoeld in artikel 4:1 en 4:2 van de CAR ingevolge een schriftelijke aanwijzing van burgemeester en wethouders zich regelmatig of vrij regelmatig bereikbaar en beschikbaar moet houden teneinde bij oproep arbeid te gaan verrichten, kan een toelage worden toegekend.

  • 2.

    In bijzondere gevallen kan een regeling worden getroffen die het bepaalde in dit artikel aanvult of daarvan afwijkt.

Artikel 18 Inconveniëntentoelage
  • 1.

    Aan de ambtenaar aan wie het verrichten van zware, onaangename of gevaarlijke arbeid wordt opgedragen, kan naar evenredigheid van het aantal uren gedurende welke per kalenderjaar die arbeid is verricht een toelage worden toegekend.

  • 2.

    Burgemeester en wethouders kunnen nader bepalen welke arbeidsomstandigheden als zwaar, onaangenaam of gevaarlijk aangemerkt moeten worden en in welke mate.

Artikel 19 Overige toelagen
  • 1.

    Burgemeester en wethouders kunnen aan de daarvoor in aanmerking komende ambtenaren voor het in dienst gebruiken van een eigen rijwiel een nader door hen te bepalen toelage verlenen (bijlage II).

  • 2.

    Burgemeester en wethouders kunnen aan de daarvoor in aanmerking komende ambtenaren die zijn aangewezen als bedrijfshulpverleners (BVH) en ambtenaren die zijn aangewezen voor het verrichten van voorkomend EHBO werk een nader door hen te bepalen toelage verlenen (bijlage II).

  • 3.

    Aan de ambtenaar, die in verband met de uitoefening van zijn functie bijzondere kosten moet maken, kan door burgemeester en wethouders een vergoeding tot een door hen te stellen maximumbedrag worden toegekend (bijlage II).

  • 4.

    Burgemeester en wethouders kunnen aan de daarvoor in aanmerking komende ambtenaren, niet zijnde ambtenaren in de zin van de CAR in verband met het voltrekken van huwelijken, een nader door hen te bepalen toelage verlenen (bijlage II).

  • 5.

    Burgemeester en wethouders kunnen aan de daarvoor in aanmerking komende ambtenaren voor het delven van graven een nader door hen te bepalen vergoeding verlenen (bijlage II).

  • 6.

    Burgemeester en wethouders kunnen aan de daarvoor in aanmerking komende ambtenaren om redenen van werving of behoud een arbeidsmartkttoelage verlenen.

  • 7.

    Burgemeester en wethouders kunnen aan de daarvoor in aanmerking komende ambtenaren voor het notuleren van een (raads)vergadering een nader door hen te bepalen vergoeding verlenen (bijlage II).

  • 8.

    Burgemeester en wethouders kunnen aan de ambtenaren die voor de functie telefonisch bereikbaar moeten zijn een vergoeding voor gesprekskosten van de telefoon verlenen (bijlage II).

  • 9.

    Burgemeester en wethouders kunnen aan de daarvoor in aanmerking komende ambtenaren die belast zijn met het wassen van handdoeken e.d. een nader door hen te bepalen vergoeding verlenen (bijlage II).

  • 10.

    Burgemeester en wethouders kunnen aan de daarvoor in aanmerking komende ambtenaren naast het salaris een persoonsgebonden toelage verlenen voor werkzaamheden die worden uitgeoefend niet behorende tot de functie die de ambtenaar bekleedt.

  • 11.

    Burgemeester en wethouders kunnen aan de daarvoor in aanmerking komende ambtenaar die volledig of gedeeltelijk een andere betrekking waarneemt een waarnemingstoelage toekennen.

  • 12.

    Burgemeester en wethouders kunnen voor de uitvoering van dit artikel nadere regels vaststellen.

Hoofdstuk IV Overige bepalingen

Artikel 20

Een verhindering wegens ziekte als bedoeld in hoofdstuk 7 van de CAR is niet van invloed op het tijdstip van toekenning van periodieke salarisverhogingen.

Artikel 21 Refertetijdvak

Voor de toepassing van het bepaalde in de artikelen van hoofdstuk 7 van de CAR worden de vergoeding, bedoeld in artikel 3:3 van de CAR, de overgangstoelage onregelmatige dienst, alsmede de prestatiebeloning slechts geacht te behoren tot de bezoldiging tot een bedrag dat overeenkomt met hetgeen in de drie kalendermaanden of in de dertien kalenderweken, voorafgaande aan de datum waarop de verhindering tot het vervullen van de betrekking is ontstaan, gemiddeld per maand of per week is toegekend aan die vergoeding of die beloning, al naar gelang de bezoldiging van de ambtenaar per maand of per week wordt uitbetaald. Voorzover de ambtenaar op even bedoelde datum minder dan drie kalendermaanden of dertien kalenderweken zijn betrekking heeft vervuld, wordt gerekend met het bedrag dat hem gemiddeld per maand of per week is toegezegd over het tijdvak waarin hij vóór het ontstaan van de verhindering in dienst is geweest.

Artikel 22 Overneming decentrale loonafspraken

  • 1.

    Indien in de salarissen van het gemeentepersoneel een wijziging wordt aangebracht welke een algemeen karakter draagt, voortvloeiende uit het arbeidsvoorwaardenoverleg, wordt door burgemeester en wethouders met ingang van de datum waarop die wijziging ingaat, een overeenkomstige wijziging aangebracht in de salarissen van de ambtenaren.

  • 2.

    Van de wijziging bedoeld in het vorige lid geven burgemeester en wethouders kennis aan de raad.

Artikel 23 Overgangsbepalingen

  • 1.

    De ambtenaar, aan wie, voor de inwerkingtreding van deze verordening, een garantietoelage is toegekend, blijft deze behouden.

  • 2.

    De bezoldiging, die de ambtenaar genoot op de laatste dag vóór de ingangsdatum van een nieuwe indeling van zijn functie, en de bezoldiging waarop de ambtenaar per laatstgenoemde datum aanspraak kon maken, wordt bij de indeling van zijn functie in de nieuwe schaal gegarandeerd.

Artikel 24 Onvoorziene gevallen

Voor gevallen waarin deze verordening niet of niet naar billijkheid voorziet, treffen burgemeester en wethouders een bijzondere regeling.

Artikel 25 Slotbepalingen

  • 1.

    Deze verordening en bijlagen treedt in werking op 1 april 2000 en kan worden aangehaald als de “Bezoldigingsverordening gemeente Zoeterwoude 2000”.

  • 2.

    De “Bezoldigingsverordening 1995 en bijlagen”, zoals vastgesteld op 30 maart 1995 en zoals sindsdien gewijzigd, wordt ingetrokken.

Aldus vastgesteld door de raad der gemeente Zoeterwoude in zijn openbare vergadering van 9 maart 2000.

de secretaris,

drs. R.J. Mauer

de voorzitter,

drs. mw. A.E. Koopmanschap