2.2 | Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om een omgevingsvergunning voor een project: de som van de verschuldigde leges voor de verschillende activiteiten of handelingen waaruit het project geheel of gedeeltelijk bestaat en waarop de aanvraag betrekking heeft en de verschuldigde leges voor de extra toetsen die in verband met de aanvraag moeten worden uitgevoerd, berekend naar de tarieven en overeenkomstig het bepaalde in dit hoofdstuk van deze titel. In afwijking van de vorige volzin kan ook per activiteit, handeling of andere grondslag een legesbedrag worden gevorderd. | |
| | |
2.2.1 | Bouwactiviteiten | |
2.2.1.1 | Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een bouwactiviteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder a, van de Wabo, bedraagt het tarief: | |
2.2.1.1.1 | indien de bouwkosten, afgerond op hele euro’s naar beneden, minder of gelijk zijn aan € 50.000 bedragen: | 2,52% |
| met een minimum van | € 168,05 |
2.2.1.1.2 | indien de bouwkosten, afgerond op hele euro’s naar beneden, € 50.001 t/m € 500.000 bedragen: | € 252,60 |
| vermeerderd met: | 2,03% |
| Van de bouwkosten | |
2.2.1.1.3 | indien de bouwkosten, afgerond op hele euro’s naar beneden, € 500.001 of meer bedragen: | €10361,15 |
vermeerderd met: | 1,46% |
van de bouwkosten voor het gedeelte boven de € 500.000 | |
| | |
| Welstandstoets | |
2.2.1.2 | Voor het inwinnen van advies bij de Welstandscommissie zijn de volgende leges verschuldigd: | |
2.2.1.2.1 | bouwkosten t/m € 4.000 | € 55,00 |
2.2.1.2.2 | bouwkosten van € 4.001 t/m € 25.000 | € 51,00 |
| te verhogen met | 0,2% |
| van de bouwkosten | |
2.2.1.2.3 | bouwkosten van € 25.001 t/m € 120.000 | € 77,00 |
| te verhogen met | 0,11% |
| van de bouwkosten | |
2.2.1.2.4 | bouwkosten van € 120.001 t/m € 230.000 | € 123,00 |
| te verhogen met | 0,11% |
| van de bouwkosten | |
2.2.1.2.5 | bouwkosten van € 230.001 t/m € 455.000 | € 262,00 |
| te verhogen met | 0,06% |
| van de bouwkosten | |
2.2.1.2.6 | bouwkosten van € 455.001 en hoger | € 494,00 |
| te verhogen met | 0,025% |
| van de bouwkosten | |
2.2.1.2.7 | De welstandleges worden afgerond op € 5,00 naar boven | |
| | |
| Beoordeling bodemrapport | |
2.2.1.3 | Onverminderd het bepaalde in onderdeel 2.2.1.1 bedraagt het tarief, indien krachtens wettelijk voorschrift voor de in dat onderdeel bedoelde aanvraag een bodemrapport wordt beoordeeld: | |
2.2.1.3.1 | voor de beoordeling van een milieukundig bodemrapport | € 631,65 |
2.2.1.3.2 | voor de beoordeling van een archeologisch bodemrapport | € 631,65 |
2.2.1.3.3 | Voor de beoordeling van een saneringsonderzoek | € 631,65 |
2.2.1.3.4 | als voor de in artikel 2.2.1.3.1 tot 2.2.1.3.3 genoemde toetsing meer dan 4 mensuren nodig zijn, dan wel als het gaat om de beoordeling van een nader onderzoek, een saneringsverzoek, een saneringsplan, een evaluatieverslag dan wel een ander onderzoek wordt het bedrag verhoogd met deze extra kosten. Deze extra kosten moeten blijken uit een door of vanwege burgemeester en wethouders opgestelde begroting en moeten voorafgaande aan de toetsing aan belastingplichtige worden medegedeeld. Voor de toepassing van de genoemde toetsing wordt eerst begonnen op de 10e werkdag nadat de extra kosten aan de belastingplichtige is medegedeeld tenzij deze heeft aangegeven dat de aanvraag wordt ingetrokken. | |
| | |
| Verplicht advies agrarisch deskundige | |
2.2.1.4 | Onverminderd het bepaalde in onderdeel 2.2.1.1 bedraagt het tarief, indien krachtens wettelijk voorschrift voor de in dat onderdeel bedoelde aanvraag een advies van de agrarische deskundige wordt beoordeeld: | € 1222,05 |
| | |
| Advies natuur en landschap | |
2.2.1.5 | Voor het inwinnen van advies op het gebied van natuur en landschap worden de daadwerkelijke kosten doorberekend, zoals deze op basis van een door of vanwege burgemeester en wethouders opgestelde begroting voorafgaand aan de aanvrager worden medegedeeld. | |
2.2.1.5.1 | Als een begroting, bedoeld in artikel 5.2.1.5. is uitgebracht, wordt een aanvraag in behandeling genomen op de 10e werkdag na de dag waarop de begroting aan de aanvrager ter kennis is gebracht, tenzij de aanvraag voor deze werkdag schriftelijk is ingetrokken | |
| | |
| Advies inzake Wet Geluidhinder | |
2.2.1.6 | Voor de vaststelling van een hogere grenswaarde ingevolge de Wet Geluidhinder bedraagt het tarief: | € 1866,45 |
2.2.1.6.1 | Voor het inwinnen van akoestisch onderzoek op basis van SRM 1 | € 906,60 |
2.2.1.6.2 | Voor het inwinnen van akoestisch onderzoek op basis van SRM 2 | € 1397,45 |
| | |
| | |
2.2.1.7 | Achteraf ingediende aanvraag Het tarief vermeld in onderdeel 2.2.1.1 wordt, indien de in dat onderdeel bedoelde aanvraag wordt ingediend na aanvang of gereedkomen van de bouwactiviteit of wordt aangevangen met de bouw voordat de vergunning is verleend, verhoogd met: | 200% |
| van de op grond van dat onderdeel verschuldigde leges. | |
2.2.2 | Aanlegactiviteiten | |
2.2.2.1 | Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een aanlegactiviteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder b, van de Wabo, bedraagt het tarief: | € 49,10 |
| alsmede | 2,15% |
| van de aanlegkosten, met een minimum van: | € 148,00 |
2.2.2.2 | De tarieven vermeld in 2.2.1.3.1 t/m 2.2.1.6.2 zijn eveneens van toepassing met betrekking tot de in onderdeel 2.2.2.1 bedoelde aanvraag. | |
2.2.3 | | |
Planologisch strijdig gebruik waarbij tevens sprake is van een bouwactiviteit | |
Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een activiteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder c, van de Wabo, en tevens sprake is van een bouwactiviteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder a, van de Wabo, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in onderdeel 2.2.1: | |
2.2.3.1 | Wanneer een (postzegel)bestemmingsplan als bedoeld in artikel 3.1 van de Wet ruimtelijke ordening of een wijzigings- of uitwerkingsplan als bedoeld in artikel 3.6 sub a of b van de Wet ruimtelijke ordening wordt opgesteld: aanvullend op het op grond van onderdeel 2.2.1.1. verschuldigde bedrag | € 1010,90 |
2.2.3.1.1 | Als voor de in artikel 2.2.3.1 genoemde planologische procedure meer dan 12 mensuren nodig zijn, wordt het bedrag verhoogd met deze extra kosten. Deze extra kosten moeten blijken uit een door of vanwege burgemeester en wethouders opgestelde begroting en moeten voorafgaande aan de toetsing aan betrokkene worden medegedeeld. Voor de toepassing van de onder 2.2.3.1 bedoelde planologische procedure wordt eerst begonnen op de 10e werkdag nadat de extra kosten aan betrokkene(n) zijn medegedeeld, tenzij deze heeft aangegeven dat de aanvraag wordt ingetrokken De aan de artikel 2.2.3.1 en 2.2.3.1.1. verbonden bedragen worden niet in rekening gebracht, wanneer de kosten voor deze planologische procedure in het kader van een privaatrechtelijke overeenkomst en/of exploitatieplan worden verhaald. | |
2.2.3.2 | indien artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 1º, van de Wabo wordt toegepast (binnenplanse afwijking): | € 248,80 |
| aanvullend op het op grond van onderdeel 2.2.1.1 verschuldigde bedrag; | |
2.2.3.3 | indien artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 2º, van de Wabo wordt toegepast (buitenplanse kleine afwijking): | € 248,80 |
| aanvullend op het op grond van onderdeel 2.2.1.1 verschuldigde bedrag; | |
2.2.3.4 | indien artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 3º, van de Wabo wordt toegepast (buitenplanse afwijking): aanvullend op het op grond van onderdeel 2.2.1.1 verschuldigde bedrag; | € 1010,90 |
2.2.3.4.1 | Als voor de in artikel 2.2.3.4 genoemde planologische procedure meer dan 12 mensuren nodig zijn, wordt het bedrag verhoogd met deze extra kosten. Deze extra kosten moeten blijken uit een door of vanwege burgemeester en wethouders opgestelde begroting en moeten voorafgaande aan de toetsing aan betrokkene worden medegedeeld. Voor de toepassing van de onder 2.2.3.4 bedoelde planologische procedure wordt eerst begonnen op de 10e werkdag nadat de extra kosten aan betrokkene(n) zijn medegedeeld, tenzij deze heeft aangegeven dat de aanvraag wordt ingetrokken De aan de artikel 2.2.3.4 en 2.2.3.4.1. verbonden bedragen worden niet in rekening gebracht, wanneer de kosten voor deze planologische procedure in het kader van een privaatrechtelijke overeenkomst en/of exploitatieplan worden verhaald. | |
2.2.3.5 | indien artikel 2.12, tweede lid, van de Wabo wordt toegepast (tijdelijke afwijking): | € 500,90 |
aanvullend op het op grond van onderdeel 2.2.1.1 verschuldigde bedrag; | |
2.2.3.6 | indien artikel 2.12, eerste lid, onder b, van de Wabo wordt toegepast (afwijking van exploitatieplan): | € 248,80 |
aanvullend op het op grond van onderdeel 2.2.1.1 verschuldigde bedrag; | |
2.2.3.7 | indien de aanvraag een project van provinciaal belang betreft, de activiteit in strijd is met de regels die zijn gesteld krachtens artikel 4.1, derde lid, van de Wet ruimtelijke ordening en artikel 2.12, eerste lid, onder c, van de Wabo wordt toegepast (afwijking van provinciale regelgeving): | € 248,80 |
aanvullend op het op grond van onderdeel 2.2.1.1 verschuldigde bedrag; | |
2.2.3.8 | indien de aanvraag een project van nationaal belang betreft, de activiteit in strijd is met de regels die zijn gesteld krachtens artikel 4.3, derde lid, van de Wet ruimtelijke ordening en artikel 2.12, eerste lid, onder c, van de Wabo wordt toegepast (afwijking van nationale regelgeving): | € 248,80 |
aanvullend op het op grond van onderdeel 2.2.1.1 verschuldigde bedrag; | |
2.2.3.9 | indien artikel 2.12, eerste lid, onder d, van de Wabo wordt toegepast (afwijking van voorbereidingsbesluit): | € 248,80 |
aanvullend op het op grond van onderdeel 2.2.1.1 verschuldigde bedrag. | |
2.2.4 | | |
Planologisch strijdig gebruik waarbij geen sprake is van een bouwactiviteit | |
2.2.4.1 2.2.4.2 2.2.4.2.1 | Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een activiteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder c, van de Wabo, en niet tevens sprake is van een bouwactiviteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder a, van de Wabo, bedraagt het tarief: | |
Wanneer een (postzegel)bestemmingsplan als bedoeld in artikel 3.1 van de Wet ruimtelijke ordening of een wijzigings- of uitwerkingsplan als bedoeld in artikel 3.6 sub a of b van de Wet ruimtelijke ordening wordt opgesteld: Als voor de in artikel 2.2.4.2 genoemde planologische procedure meer dan 12 mensuren nodig zijn, wordt het bedrag verhoogd met deze extra kosten. Deze extra kosten moeten blijken uit een door of vanwege burgemeester en wethouders opgestelde begroting en moeten voorafgaande aan de toetsing aan betrokkene worden medegedeeld. Voor de toepassing van de onder 2.2.4.2 bedoelde planologische procedure wordt eerst begonnen op de 10e werkdag nadat de extra kosten aan betrokkene(n) zijn medegedeeld, tenzij deze heeft aangegeven dat de aanvraag wordt ingetrokken De aan de artikel 2.2.4.2 en 2.2.4.2.1. verbonden bedragen worden niet in rekening gebracht, wanneer de kosten voor deze planologische procedure in het kader van een privaatrechtelijke overeenkomst en/of exploitatieplan worden verhaald. | € 1010,90 |
2.2.4.3 2.2.4.4 | indien artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 2º, van de Wabo wordt toegepast (buitenplanse kleine afwijking): | € 248,80 |
indien artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 3º, van de Wabo wordt toegepast (buitenplanse afwijking): | € 1010,90 |
2.2.4.4.1 | Als voor de in artikel 2.2.4.4 genoemde planologische procedure meer dan 12 mensuren nodig zijn, wordt het bedrag verhoogd met deze extra kosten. Deze extra kosten moeten blijken uit een door of vanwege burgemeester en wethouders opgestelde begroting en moeten voorafgaande aan de toetsing aan betrokkene worden medegedeeld. Voor de toepassing van de onder 2.2.4.4 bedoelde planologische procedure wordt eerst begonnen op de 10e werkdag nadat de extra kosten aan betrokkene(n) zijn medegedeeld, tenzij deze heeft aangegeven dat de aanvraag wordt ingetrokken De aan de artikel 2.2.4.4 en 2.2.4.4.1. verbonden bedragen worden niet in rekening gebracht, wanneer de kosten voor deze planologische procedure in het kader van een privaatrechtelijke overeenkomst en/of exploitatieplan worden verhaald. | |
2.2.4.5 | indien artikel 2.12, tweede lid, van de Wabo wordt toegepast (tijdelijke afwijking) | € 500,90 |
2.2.4.6 | indien artikel 2.12, eerste lid, onder b, van de Wabo wordt toegepast (afwijking van exploitatieplan): | € 248,80 |
2.2.4.7 | indien de aanvraag een project van provinciaal belang betreft, de activiteit in strijd is met de regels die zijn gesteld krachtens artikel 4.1, derde lid, van de Wet ruimtelijke ordening en artikel 2.12, eerste lid, onder c, van de Wabo wordt toegepast (afwijking van provinciale regelgeving): | € 248,80 |
2.2.4.8 | indien de aanvraag een project van nationaal belang betreft, de activiteit in strijd is met de regels die zijn gesteld krachtens artikel 4.3, derde lid, van de Wet ruimtelijke ordening en artikel 2.12, eerste lid, onder c, van de Wabo wordt toegepast (afwijking van nationale regelgeving): | € 248,80 |
2.2.4.9 | indien artikel 2.12, eerste lid, onder d, van de Wabo wordt toegepast (afwijking van voorbereidingsbesluit): | € 248,80 |
2.2.5 | In gebruik nemen of gebruiken bouwwerken in relatie tot brandveiligheid | |
2.2.5.1 | Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een activiteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder d, van de Wabo, bedraagt het tarief: | |
| voor oppervlakten tot 100 m2 | € 543,80 |
| en voorts per 100 m2 of gedeelten daarvan boven de eerste 100 m2: | € 108,80 |
| met een maximum van: | € 5437,95 |
2.2.5.2 | indien het betreft een wijziging van geringe aard bedraagt het tarief: | € 195,75 |
| | |
2.2.6 | Sloopactiviteiten | |
2.2.6.1 | Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op het slopen van een bouwwerk in gevallen waarvoor op grond van artikel 1.28 van het Bouwbesluit 2012 een melding is vereist, bedraagt het tarief: | € 148,00 |
2.2.6.2 | Indien de aanvraag enkel het verwijderen van asbest, door particulieren volgens artikel 4 lid 3 van het asbest verwijderingsbesluit betreft, bedraagt het tarief: | € 0,00 |
2.2.6.3 | Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op het slopen van een bouwwerk waarvoor op grond van artikel 8.1.1 van de Bouwverordening een vergunning is vereist, bedoeld in artikel 2.2, eerste lid, aanhef onder a, van de Wabo, bedraagt het tarief: | € 148,00 |
2.2.7 | Aanleggen of veranderen weg | |
| Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op het aanleggen van een weg of verandering brengen in de wijze van aanleg van een weg waarvoor op grond van een bepaling in een provinciale verordening of artikel 2.11 van de Algemene plaatselijke verordening 2011 een vergunning of ontheffing is vereist, als bedoelt in artikel 2.2, aanhef en eerste lid, onder d, van de Wabo, zal vooraf, op basis van de aanvraag, een schriftelijke begroting worden verstrekt. Niet eerder wordt met de werkzaamheden begonnen dan nadat de belastingplichtige schriftelijk heeft medegedeeld met de begroting te kunnen instemmen. | |
2.2.7.1 | Belastingplichtige is nooit meer verschuldigd dan de werkelijke kosten, zoals deze achteraf kunnen worden vastgesteld. | |
2.2.8 | Uitweg/inrit | |
| Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op het maken, hebben, veranderen of veranderen van het gebruik van een uitweg waarvoor op grond van een bepaling in een provinciale verordening of artikel 2.12 van de Algemene plaatselijke verordening 2011 een vergunning of ontheffing is vereist, als bedoelt in artikel 2.2, eerste lid, aanhef en onder e, van de Wabo, zal vooraf, op basis van de aanvraag, een schriftelijke begroting worden verstrekt. Niet eerder wordt met de werkzaamheden begonnen dan nadat de belastingplichtige schriftelijk heeft medegedeeld met de begroting te kunnen instemmen. | |
2.2.8.1 | Belastingplichtige is nooit meer verschuldigd dan de werkelijke kosten, zoals deze achteraf kunnen worden vastgesteld. | |
2.2.9 | Kappen | |
| Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op het vellen of doen vellen van houtopstand, waarvoor op grond van een bepaling in een provinciale verordening of van de Algemene plaatselijke verordening een vergunning of ontheffing is vereist, als bedoelt in artikel 2.2, eerste lid, aanhef en onder g, van de Wabo, bedraagt het tarief: | € 39,70 |
| | |
2.2.10 | Projecten of handelingen in het kader van de Natuurbeschermingswet 1998 | |
2.2.10.1 | Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op handelingen in een beschermd natuurgebied die schadelijk kunnen zijn voor het natuurschoon, de natuurwetenschappelijke betekenis of voor de dieren of planten, als bedoeld in artikel 16, eerste lid, van de Natuurbeschermingswet 1998 bedraagt het tarief: | € 248,80 |
2.2.10.2 | Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op het realiseren van projecten of andere handelingen met gevolgen voor habitats en soorten in een door de minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit aangewezen gebied als bedoelt in artikel 19d, eerste lid, van de Natuurbeschermingswet 1998 | € 248,80 |
| | |
2.2.11 | Handelingen in het kader van de Flora- en Faunawet | |
| Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een handeling waarvoor op grond van artikel 75, derde lid, van de Flora- en Faunawet ontheffing nodig is, bedraagt het tarief: | € 248,80 |