Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Veldhoven

Deelverordening Subsidiëring peuterplaatsen Veldhoven

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieVeldhoven
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingDeelverordening Subsidiëring peuterplaatsen Veldhoven
CiteertitelDeelverordening Subsidiëring peuterplaatsen Veldhoven
Vastgesteld doorgemeenteraad
Onderwerpmaatschappelijke zorg en welzijn
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

Algemene Subsidieverordening 2013, art. 2, art. 5, art. 8

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

21-11-201322-12-2015Nieuwe regeling

25-06-2013

De Ahrenberger, 20-11-2013

13.045

Tekst van de regeling

Intitulé

Deelverordening Subsidiëring peuterplaatsen Veldhoven

 

 

Artikel 1 Begripsomschrijvingen

In deze regeling wordt verstaan onder:

  • a.

    Algemene subsidieverordening: de Algemene subsidie Verordening Veldhoven.

  • b.

    College: het college van burgemeester en wethouders van Veldhoven.

  • c.

    Houder: degene die een kinderopvangorganisatie, waarvan peuteropvang deel uit maakt, exploiteert.

  • d.

    Kindercentrum: een voorziening waar kinderopvang plaatsvindt, anders dan gastouderopvang.

  • e.

    Peuteropvang: een aanbod in een kindcentrum gericht op kinderen van 2 en 3 jaar waarin met een peuterprogramma de ontwikkeling gestimuleerd wordt.

  • f.

    Voorschoolse educatie: uitvoering van het, in het kader van deze deelverordening gesubsidieerde, peuterprogramma dat gericht is op het verbeteren van de voorwaarden voor het met succes instromen in het basisonderwijs voor kinderen die nog niet tot een school kunnen worden toegelaten.

  • g.

    Peuterplaats: een rekeneenheid om de hoogte van de subsidie te bepalen, waarbij voor het reguliere peuterprogramma wordt uitgegaan van minimaal vijf uur per week per 2- of 3-jarige dat het peuterprogramma volgt en voor het geïndiceerde peuterprogramma minimaal 10 uur per week per 2- of 3-jarige dat het peuterprogramma volgt, gedurende minimaal 40 schoolweken per jaar.

  • h.

    Peuterprogramma: het door de databank van het Nederlands Jeugdinstituut erkende voorschoolse programma waarin op gestructureerde en samenhangende wijze de ontwikkeling wordt gestimuleerd van kinderen van 2 en 3 jaar op het gebied van rekenen, taal, motoriek en sociaal-emotionele ontwikkeling en waarvoor in het Lokaal Educatief Overleg Veldhoven is gekozen als meest aangewezen werkwijze.

  • i.

    Lokaal Educatief Overleg: een bestuurlijk overleg over jeugd en onderwijs dat minimaal tweemaal per jaar plaats vindt en waarin basisscholen, kindercentra, gemeente Veldhoven en zorginstellingen vertegenwoordigd zijn.

  • j.

    Regulier peuterprogramma: een peuterprogramma dat gedurende 5 uur per week verdeeld over twee dagen per week gedurende 40 weken per jaar wordt aangeboden door een kindercentrum.

  • k.

    Geïndiceerd peuterprogramma: een peuterprogramma dat gedurende 10 uur per week verdeeld over 3 á 4 dagen per week gedurende 40 weken per jaar aan geïndiceerde kinderen (doelgroepkinderen) wordt aangeboden door een kindercentrum en waarbij ieder kind een handelingsprogramma heeft.

  • l.

    Kinderopvangtoeslag: een tegemoetkoming van het Rijk, als bedoeld in artikel 2, eerste lid, onder h, van de Algemene wet inkomensafhankelijke regelingen, in de kosten van kinderopvang en als geregeld in Hoofdstuk 1, Afdeling 2, van de Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen.

  • m.

    Kinderopvangtoeslagtabel: Bijlage I behorende bij artikel 6 van het Besluit Kinderopvangtoeslag.

  • n.

    Inkomensafhankelijke ouderbijdrage: de totale bijdrage die de houder per regulier peuterprogramma aan ouders/verzorgers in rekening brengt. De ouderbijdrage wordt bepaald conform de jaarlijks door de Vereniging Nederlandse Gemeenten vastgestelde Adviestabel ouderbijdrage peuterwerk.

  • o.

    Vaste ouderbijdrage: de totale bijdrage die de houder per geïndiceerd peuterprogramma aan ouders/verzorgers in rekening brengt en die overeenkomt met de eigen bijdrage die de ouder zou betalen indien de ouder de maximale kinderopvangtoeslag zou ontvangen op grond van het Besluit Kinderopvangtoeslag (artikel 4 lid 2 Besluit vaststelling doelstelling en bekostiging onderwijsachterstandenbeleid 2006-2010).

  • p.

    Indicatie voorschoolse educatie: indicatie voor een peuterplaats in de voorschoolse educatie verstrekt door een door het college daartoe aangewezen instantie.

  • q.

    Wettelijke basiskwaliteitseisen: de wettelijke eisen uit

    • ¨

      Wet Kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen;

    • ¨

      Wet Ontwikkelingskansen door kwaliteit en educatie (wet OKE);

    • ¨

      Wet Primair Onderwijs;

    • ¨

      Verordening tegemoetkoming kosten Wet Kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen Veldhoven, en alle andere wet- en regelgeving die van toepassing is op kinderopvang en peuterspeelzaalwerk, en alle toekomstige wijzigingen op de genoemde regelgeving waaronder:

    • ¨

      Besluit kinderopvangtoeslag;

    • ¨

      Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen;

    • ¨

      Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen;

    • ¨

      Regeling Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen;

    • ¨

      Besluit vaststelling doelstelling en bekostiging onderwijsachterstandenbeleid 2006–2010;

    • ¨

      Besluit basisvoorwaarden kwaliteit voorschoolse educatie, en het ‘Toezichtkader VVE 2010 voor de VVE-bestandsopname’ van de Inspectie van het Onderwijs.

Artikel 2 Activiteiten die voor subsidie in aanmerking komen

  • 1.

    Subsidie op grond van deze regeling kan worden aangevraagd door houders die deze doorberekenen aan de ouders/verzorgers van peuters woonachtig in Veldhoven die een peuterprogramma volgen.

  • 2.

    Een jaarlijkse subsidie op grond van deze regeling kan worden verstrekt voor het aantal peuterplaatsen dat een houder bezet heeft gedurende een kalenderjaar, waarbij de volgende voorwaarden gelden:

    • a.

      voor een regulier peuterprogramma kan enkel subsidie worden verstrekt indien de ouders/verzorgers van de peuter niet in aanmerking komen voor een Kinderopvangtoeslag;

    • b.

      voor een geïndiceerd peuterprogramma kan enkel subsidie worden verstrekt indien de peuter een indicatie voorschoolse educatie heeft;

    • c.

      enkel het aantal peuterplaatsen, voor peuters woonachtig in Veldhoven die gebruik maken van een peuterprogramma bij de houder, komt voor subsidie in aanmerking.

  • 3.

    Zowel de houder als het peuterprogramma moeten voldoen aan alle geldende wettelijke basiskwaliteitseisen.

  • 4.

    De houders hebben bindende en aantoonbare afspraken met basisscholen over de doorlopende leerlijn en de kaders en uitgangspunten van de Brede school Veldhoven.

Artikel 3 Weigeringsgronden

Onverminderd het bepaalde in de artikelen 8 en 9 van de Algemene subsidieverordening kan de subsidie in ieder geval geweigerd worden indien tegen de houder die de subsidie aanvraagt in de afgelopen twee jaren een handhavingsprocedure (het geven van een aanwijzing, een bevel tot sluiting danwel het opleggen van een dwangsom) is gestart.

Artikel 4 Berekening van de subsidie

  • 1.

    Het college stelt jaarlijks, binnen zes weken na de bekendmaking van de kinderopvangtoeslagtabel, de uurprijs vast op basis waarvan de subsidie voor het jaar daarop volgend wordt berekend.

  • 2.

    De jaarlijkse subsidie wordt op basis van de volgende kengetallen berekend:

    • A:

      Aantal bezette peuterplaatsen als bedoeld in artikel 2 lid 1 gedurende het jaar waarop de subsidie betrekking heeft;

    • B:

      De door het college vastgestelde uurprijs;

    • C:

      De totaal ontvangen inkomensafhankelijke ouderbijdrage;

    • D:

      De totaal ontvangen vaste ouderbijdrage.

  • 3.

    De jaarlijkse subsidie voor reguliere peuterplaatsen wordt als volgt berekend: (A x 5 uur per week x 40 weken x B) – C.

  • 4.

    De jaarlijkse subsidie voor geïndiceerde peuterplaatsen wordt als volgt berekend:

    • a.

      Indien de ouder/verzorger van de peuter met indicatie voorschoolse educatie een Kinderopvangtoeslag van het Rijk ontvangt: (A x 5 uur per week x 40 weken x B).

    • b.

      Indien de ouder/verzorger van de peuter met indicatie voorschoolse educatie geen Kinderopvangtoeslag van het Rijk ontvangt: (A x 10 uur per week x 40 weken x B) - D.

  • 5.

    De totale jaarlijkse subsidie aan de houder bedraagt de som van de in de leden 3 en 4 van dit artikel bedoelde subsidie.

Artikel 5 Verplichtingen

  • 1.

    De houder committeert zich aan het geldende beleid van de gemeente Veldhoven op het gebied van kinderopvang en peuterspeelzaalwerk.

  • 2.

    De houder werkt met een peuterprogramma als bedoeld in artikel 1 onder h.

  • 3.

    De houder heeft in haar pedagogisch beleidsplan de samenwerking met het Centrum voor Jeugd en Gezin omschreven en het Lokaal Educatief Overleg Veldhoven heeft hiermee ingestemd.

  • 4.

    Het college kan bij het besluit tot subsidieverlening eisen stellen aan het pedagogisch beleids- en werkplan en het plaatsingsbeleid van de houder.

  • 5.

    De houder neemt verplicht deel aan lokale en/of regionale overleggen die gerelateerd zijn aan peuteropvang, vroeg- en voorschoolse educatie en doorgaande ontwikkeling. Het college kan bij het besluit tot subsidieverlening specifiek benoemen aan welke overleggen verplicht deelgenomen moet worden en op welke wijze de deelname ingevuld dient te worden.

  • 6.

    De houder houdt zich aan de afspraken die met de gemeente Veldhoven gemaakt worden in verband met de individuele verklaring voorschoolse educatie die ouders/verzorgers moeten ondertekenen om in aanmerking te komen voor een geïndiceerde peuterplaats.

Artikel 6 Procedurebepaling

  • 1.

    In aanvulling op de artikelen 14, 18 lid 2 onder b en 19 lid 2 onder b van de Algemene Subsidieverordening dient de houder die subsidie ontvangt op grond van deze deelverordening de publieke en private middelen zichtbaar gescheiden te houden in de financiële administratie. Uit het financieel verslag of de jaarrekening dient te blijken dat de verleende subsidie uitsluitend is aangewend ten behoeve van de activiteiten waarvoor deze is verleend.

  • 2.

    In afwijking van het bepaalde in artikel 8 lid 1 van de Algemene subsidieverordening kan een aanvraag voor een jaarlijkse subsidie voor 2014 worden ingediend uiterlijk voor 1 oktober 2013.

Artikel 7 Slotbepalingen

  • 1.

    Deze regeling treedt in werking op de eerste dag na bekendmaking en is van toepassing op aanvragen om subsidie die betrekking hebben op 2014 en verder.

  • 2.

    De regeling wordt aangehaald als: Deelverordening Subsidiëring peuterplaatsen Veldhoven.