Organisatie | Veldhoven |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Deelverordening Subsidiëring peuterplaatsen Veldhoven |
Citeertitel | Deelverordening Subsidiëring peuterplaatsen Veldhoven |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | maatschappelijke zorg en welzijn |
Eigen onderwerp |
Geen
Algemene Subsidieverordening 2013, art. 2, art. 5, art. 8
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
21-11-2013 | 22-12-2015 | Nieuwe regeling | 25-06-2013 De Ahrenberger, 20-11-2013 | 13.045 |
Artikel 1 Begripsomschrijvingen
In deze regeling wordt verstaan onder:
Peuterplaats: een rekeneenheid om de hoogte van de subsidie te bepalen, waarbij voor het reguliere peuterprogramma wordt uitgegaan van minimaal vijf uur per week per 2- of 3-jarige dat het peuterprogramma volgt en voor het geïndiceerde peuterprogramma minimaal 10 uur per week per 2- of 3-jarige dat het peuterprogramma volgt, gedurende minimaal 40 schoolweken per jaar.
Peuterprogramma: het door de databank van het Nederlands Jeugdinstituut erkende voorschoolse programma waarin op gestructureerde en samenhangende wijze de ontwikkeling wordt gestimuleerd van kinderen van 2 en 3 jaar op het gebied van rekenen, taal, motoriek en sociaal-emotionele ontwikkeling en waarvoor in het Lokaal Educatief Overleg Veldhoven is gekozen als meest aangewezen werkwijze.
Vaste ouderbijdrage: de totale bijdrage die de houder per geïndiceerd peuterprogramma aan ouders/verzorgers in rekening brengt en die overeenkomt met de eigen bijdrage die de ouder zou betalen indien de ouder de maximale kinderopvangtoeslag zou ontvangen op grond van het Besluit Kinderopvangtoeslag (artikel 4 lid 2 Besluit vaststelling doelstelling en bekostiging onderwijsachterstandenbeleid 2006-2010).
Onverminderd het bepaalde in de artikelen 8 en 9 van de Algemene subsidieverordening kan de subsidie in ieder geval geweigerd worden indien tegen de houder die de subsidie aanvraagt in de afgelopen twee jaren een handhavingsprocedure (het geven van een aanwijzing, een bevel tot sluiting danwel het opleggen van een dwangsom) is gestart.
De houder neemt verplicht deel aan lokale en/of regionale overleggen die gerelateerd zijn aan peuteropvang, vroeg- en voorschoolse educatie en doorgaande ontwikkeling. Het college kan bij het besluit tot subsidieverlening specifiek benoemen aan welke overleggen verplicht deelgenomen moet worden en op welke wijze de deelname ingevuld dient te worden.
In aanvulling op de artikelen 14, 18 lid 2 onder b en 19 lid 2 onder b van de Algemene Subsidieverordening dient de houder die subsidie ontvangt op grond van deze deelverordening de publieke en private middelen zichtbaar gescheiden te houden in de financiële administratie. Uit het financieel verslag of de jaarrekening dient te blijken dat de verleende subsidie uitsluitend is aangewend ten behoeve van de activiteiten waarvoor deze is verleend.