Organisatie | Cuijk |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Financiële verordening gemeente Cuijk 2012 |
Citeertitel | Financiële verordening gemeente Cuijk 2012 |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | financiën en economie |
Eigen onderwerp | financiën |
geen
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
01-11-2012 | 01-01-2014 | Nieuwe regeling | 22-10-2012 Maasdriehoek 30 oktober 2012 | onbekend |
Hoofdstuk 1 Inleidende bepalingen
In deze verordening wordt verstaan onder:
iedere organisatorische eenheid binnen de gemeentelijke organisatie met een eigen rechtstreekse verantwoordelijkheid aan het college.
het systematisch verzamelen, vastleggen, verwerken en verstrekken van informatie ten behoeve van het besturen, het functioneren en het beheersen van (onderdelen van) de organisatie van de gemeente Cuijk en ten behoeve van de verantwoording die daarover moet worden afgelegd.
het onderdeel van de administratie dat omvat het systematisch maken en verwerken van aantekeningen betreffende de financiële gegevens van (onderdelen van) de organisatie van de gemeente Cuijk, teneinde te komen tot een goed inzicht in:
alsmede tot het afleggen van rekening en verantwoording daarover.
d. administratieve organisatie
het stelsel van organisatorische maatregelen gericht op het tot stand brengen en het in stand houden van de goede werking van bestuurlijke en ambtelijke informatievoorziening ten behoeve van de verantwoordelijke leiding.
het uitoefenen van bestuur over en toezicht op het beheer van middelen en het uitoefenen van rechten van de gemeente Cuijk.
het in overeenstemming zijn met geldende nationale en Europese wet- en regelgeving, waaronder gemeentelijke verordeningen en raadsbesluiten.
het realiseren van bepaalde prestaties met een zo beperkt mogelijke inzet van middelen.
de mate waarin de beoogde maatschappelijke effecten van het beleid ook daadwerkelijk worden behaald.
Hoofdstuk 2 Begroting en verantwoording
De raad stelt bij de aanvang van een nieuwe raadsperiode een nieuwe of gewijzigde programma-indeling vast.
Het college informeert in ieder geval vooraf de raad en neemt pas een besluit, nadat de raad in de gelegenheid is gesteld zijn wensen en bedenkingen ter kennis van het college te brengen, voor zover het betreft niet bij begroting vastgestelde afzonderlijke verplichtingen inzake:
a. de aankoop en verkoop van goederen en diensten groter dan € 25.000;
b. het verstrekken van leningen, waarborgen en garanties groter dan € 25.000, met uitzondering van de door de gemeente ten opzichte van het Waarborgfonds Sociale Woningbouw (WSW) te verstrekken waarborgen inzake door woningcorporaties aan te trekken geldleningen, waarvoor de garantie van het WSW van toepassing is;
c. het toekennen van subsidies groter dan € 25.000;
d. het aangaan van nieuwe meerjarige verplichtingen waarvan de jaarlijkse lasten groter zijn dan € 10.000.
Artikel 8 Waardering en afschrijving vaste activa
De materiële vaste activa met economisch nut, zoals bedoeld in artikel 35 van het Besluit begroting en verantwoording provincies en gemeenten (BBV), worden lineair afgeschreven. Dit evenwel met uitzondering van investeringen inzake aanleg en renovatie van rioleringen. Deze investeringen kunnen ook annuïtair worden afgeschreven. Ter bepaling van de lengte van de afschrijvingsduur van een activum wordt de economische levensduur van het onderhavig activum aangehouden. Activa met een verkrijgingsprijs van minder dan € 10.000 worden niet geactiveerd, uitgezonderd gronden en terreinen en activa welke via tarieven aan derden in rekening kunnen worden gebracht. Deze laatstgenoemde soorten worden altijd geactiveerd.
Onder activa met een maatschappelijk nut, zoals bedoeld in artikel 35 van het Besluit begroting en verantwoording provincies en gemeenten (BBV), worden verstaan investeringen in de openbare ruimte (zoals aanleg en reconstructie van wegen, fietspaden, voetpaden, openbare verlichting, bruggen, openbaar groen), die geen economisch nut hebben, hetgeen wil zeggen dat deze investeringen niet verhandelbaar zijn en/of niet bijdragen aan het genereren van middelen.
Aankoop en vervaardiging van activa, die een meerjarig maatschappelijk nut hebben, worden onder aftrek van eventuele bijdragen van derden en bestemmingsreserves geactiveerd. Hiervan kan bij raadsbesluit worden afgeweken. Het actief wordt lineair afgeschreven over de verwachte levensduur van het actief of een kortere, door de raad aan te geven tijdsduur.
Voor de berekening van de kapitaallasten wordt uitgegaan van een jaarlijks door de raad vast te stellen rekenrente, een en ander met een minimum van de omslagrente. De omslagrente wordt bepaald door het rentetotaal van de uitstaande leningen en de bij begroting vastgestelde gecalculeerde rente over het eigen vermogen en de voorzieningen.
Artikel 10 Vaststelling hoogte gemeentelijke belastingen, heffingen en rechten
Bij de begroting en jaarstukken doet het college in de paragraaf lokale heffingen verslag van het beleid ten aanzien van de lokale belastingen, heffingen, leges en rechten inclusief het kwijtscheldingsbeleid, de opbrengsten per lokale heffing; het aantal en bedrag aan kwijtscheldingen; de kostendekkendheid van met name de rioolheffing en de reinigingsheffingen; de (ontwikkeling van de) lokale lastendruk voor eigenaren/gebruikers c.q. huurders
Artikel 11 Financieringsfunctie
Het college neemt in een treasurystatuut de regels op die zij hanteert voor het dagelijks beheer van koersrisico en valutarisico, kredietrisico en relatiebeheer, intern liquiditeitsrisico en geldstromenbeheer, administratieve organisatie en interne controle van de financieringsfunctie. Het college biedt het treasurystatuut en het wijzigen ervan aan ter behandeling en vaststelling van de raad.
Bij het uitzetten van middelen, het verstrekken van garanties en het aangaan van financiële participaties uit hoofde van de publieke taak bedingt het college indien mogelijk zekerheden. Het college motiveert in zijn besluit het openbaar belang van dergelijke uitzettingen van middelen, verstrekkingen van garanties en financiële participaties.
Hoofdstuk 4 Financieel beheer en interne controle
De administratie is zodanig van opzet en werking, dat zij dienstbaar is voor:
a. het sturen en het beheersen van activiteiten en processen in de gemeente;
b. het verstrekken van informatie over ontwikkelingen in de omvang van activa met economisch nut, activa met maatschappelijk nut, voorraden, vorderingen, schulden, enzovoort;
c. het verschaffen van informatie aan de budgethouders en voor het maken van kostencalculaties;
d. het bevorderen van de rechtmatigheid, de doelmatigheid en de doeltreffendheid van het gevoerde bestuur in relatie tot de gestelde beleidsdoelen, de begroting en ter zake geldende wet- en regelgeving;
e. het afleggen van verantwoording over de rechtmatigheid, de doelmatigheid en de doeltreffendheid van het gevoerde bestuur in relatie tot de gestelde beleidsdoelen, de begroting en relevante wet- en regelgeving;
f. de controle van de registratie van gegevens als zodanig en van de daaraan ontleende informatie, alsmede voor de controle op de rechtmatigheid, de doelmatigheid en de doeltreffendheid van het gevoerde bestuur in relatie tot de gestelde beleidsdoelen.
Het college zorgt ten behoeve van het getrouwe beeld van de jaarrekening en de rechtmatigheid van de baten en lasten en de balansmutaties voor de jaarlijkse interne toetsing van de getrouwheid van de informatieverstrekking, en de rechtmatigheid van de beheershandelingen. Bij afwijkingen neemt het college maatregelen tot herstel.
Hoofdstuk 5 Financiële organisatie
Artikel 15 Financiële organisatie
Het college zorgt voor en legt vast:
a. een eenduidige indeling van de gemeentelijke organisatie en een eenduidig toewijzing van de gemeentelijke taken aan de afdelingen;
b. een adequate scheiding van taken, functies, bevoegdheden, verantwoordelijkheden, zodat aan de eisen van interne controle wordt voldaan en de betrouwbaarheid van de verstrekte informatie aan beleids- en beheersorganen is gewaarborgd;
c. de verlening van mandaten en volmachten voor het aangaan van verplichtingen ten laste van de toegekende budgetten en investeringskredieten;
d. de regels voor taken en bevoegdheden, de verantwoordingsrelaties en de bijbehorende informatievoorziening van de financieringsfunctie;
e. de kostenverdeelsleutels voor het eenduidig toewijzen van de lasten en baten aan de producten van de productraming en de productrealisatie.