Organisatie | Zoeterwoude |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Treasurystatuut 2010 |
Citeertitel | Treasurystatuut 2010 |
Vastgesteld door | college van burgemeester en wethouders |
Onderwerp | financiën en economie |
Eigen onderwerp | |
Externe bijlage | Memorie van toelichting |
De datum van bekendmaking is niet te achterhalen.
De datum inwerkingtreding van deze regeling kan niet worden achterhaald en is bij benadering ingevuld.
Onbekend.
Geen.
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
01-04-2010 | nieuwe regeling | 30-03-2010 Onbekend. | Fin-4 |
In dit statuut wordt verstaan onder:
Treasuryfunctie De treasuryfunctie omvat alle activiteiten die zich richten op het besturen en beheersen van, het verantwoorden over en het toezicht houden op de financiële vermogenswaarden, de financiële stromen, de financiële posities en de hieraan verbonden risico’s. De treasuryfunctie bestaat uit vier deelfuncties: risicobeheer, gemeentefinanciering, kasbeheer en debiteuren- en crediteurenbeheer;
De gemeente onderscheidt een vijftal doelstellingen van de treasuryfunctie:
Het verzekeren van duurzame toegang tot financiële markten tegen acceptabele condities;
Het beschermen van gemeentelijke vermogens- en renteresultaten tegen ongewenste financiële risico’s zoals renterisico’s, koersrisico’s, kredietrisico’s en liquiditeitsrisico’s;
Het minimaliseren van de interne verwerkingskosten en externe kosten bij het beheren van de geldstromen en financiële posities;
Het optimaliseren van de renteresultaten binnen de kaders van de Wet Fido, respectievelijk de limieten en richtlijnen van het treasurystatuut.
Waarborgen dat de taken en verantwoordelijkheden op dit onderdeel duidelijk worden geregeld.
Met betrekking tot risicobeheer gelden de volgende algemene uitgangspunten:
De gemeente mag leningen of garanties uit hoofde van de publieke taak uitsluitend verstrekken aan bonafide organisaties.
De gemeente kan middelen uitzetten uit hoofde van de treasuryfunctie indien deze uitzettingen een prudent karakter hebben en niet zijn gericht op het genereren van inkomen door het lopen van overmatig risico. Het prudente karakter van deze uitzettingen wordt gewaarborgd door middel van de richtlijnen en limieten van dit treasurystatuut.
Het gebruik van derivaten is uitsluitend toegestaan voor het beperken van financiële risico’s. Voor het gebruik van derivaten is altijd de instemming van het college vereist.
Er worden geen leningen aangetrokken met als doel deze tegen een hoger rendement uit te zetten.
De kasgeldlimiet wordt niet overschreden, conform de Wet Fido.
De renterisiconorm wordt niet overschreden, conform de Wet Fido.
Nieuwe leningen en/of uitzettingen worden afgestemd op de bestaande financiële positie en de liquiditeitenplanning.
De rentetypische looptijd en het renteniveau van de betreffende lening/uitzetting wordt zo veel mogelijk afgestemd op de actuele rentestand en de rentevisie.
De rentevisie van de gemeente wordt jaarlijks opgesteld op basis van de rentevisie van minimaal twee vooraanstaande financiële instellingen, waaronder de huisbankier;
Binnen de kaders gesteld onder lid 4 en lid 5, streeft de gemeente tevens naar spreiding in de rentetypische looptijden van uitzettingen.
De gemeente beperkt de koersrisico’s op uitzettingen uit hoofde van treasury, door daarbij uitsluitend de volgende producten te hanteren:
hoofdsomgarantie aan het einde van de looptijd;
uitzettingen in vastrentende waarden;
producten waarbij de hoofdsom aan het einde van de looptijd gegarandeerd is. Bij het aangaan van een garantieproduct is op voorhand duidelijk wat de kosten zijn van het voortijdig beëindigen van het contract;
Beleggingsfondsen die voorkomen op de zogenaamde Witte Lijst van het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties of voldoen aan de bepalingen zoals vastgelegd in (de Handreiking bij) de Wet Fido/Ruddo. Het betreft hier (breed gespreide) beleggingsfondsen in vastrentende waarden, waarvan de onderliggende beleggingen (obligaties e.d.) elk voldoen aan de Wet Fido.
Tevens beperkt de gemeente de koersrisico’s door de looptijd van de uitzettingen af te stemmen op de meerjarenliquiditeitenplanning.
Bij het uitzetten van middelen uit hoofde van treasury gelden de volgende uitgangspunten:
Uitzettingen vinden uitsluitend plaats bij financiële ondernemingen diegevestigd zijn in een lidstaat van de Europese Unie die ten minste beschikt over een AA-rating afgegeven door tenminste twee ratingbureaus; en voor henzelf of voor de door hen uitgegeven waardepapieren kunnen aantonen dat ze ten minste over een AA-minusrating beschikken, afgegeven door ten minste twee ratingbureaus.
Teneinde kredietrisico’s te spreiden gelden de volgende bepalingen:Uitzettingen met een maximale looptijd van 3 maanden worden belegd in beleggingsproducten van financiële ondernemingen met ten minste een A-rating;
Uitzettingen vanaf 3 maanden worden belegd in beleggingsproducten van financiële ondernemingen met ten minste een AA-minus rating.
Als de rating van een van de hierboven genoemde financiële instellingen tijdens de looptijd van een uitzetting daalt tot onder het hierboven genoemde ratingniveau zal beoordeeld worden of de belegging wordt beëindigd.
Bij het verstrekken van leningen uit hoofde van de publieke taak worden zoveel mogelijk zekerheden of garanties geëist. Indien de gelden worden uitgezet voor een periode van minder dan drie maanden, tonen de financiële ondernemingen aan dat ze, in afwijking van het eerste lid, onderdeel b, voor henzelf of voor de door hen uitgegeven waardepapieren ten minste beschikken over een A-rating, afgegeven door ten minste twee ratingbureaus.
De gemeente beperkt haar interne liquiditeitsrisico’s door haar treasuryactiviteiten te baseren op een korte termijn liquiditeitenplanning voor de komende 12 maanden, welke maandelijks wordt geactualiseerd. In de Tussentijdse Rapportages aan de Raad wordt een geactualiseerde liquiditeitenplanning opgenomen ter kennisname.
Bij het aantrekken van financieringen voor een periode van één jaar en langer gelden de volgende uitgangspunten:
Financieringen worden enkel aangetrokken ten behoeve van de uitoefening van de publieke taak.
Financiering met externe financieringsmiddelen wordt zoveel mogelijk beperkt door primair de beschikbare interne financieringsmiddelen (reserves en voorzieningen) te gebruiken teneinde de renterisico’s en het renteresultaat te optimaliseren.
Toegestane instrumenten bij het aantrekken van financieringen zijn: onderhandse leningen en obligatieleningen.
De gemeente vraagt telefonisch offertes op bij minimaal twee instellingen, waaronder in ieder geval de huisbankier, alvorens een financiering wordt aangetrokken.
Tijdelijke overtollige gelden van aangetrokken leningen worden uitsluitend uitgezet bij de instelling waar de lening is aangegaan.
Bij het uitzetten van middelen uit hoofde van de treasuryfunctie voor een periode van één jaar en langer gelden de volgende uitgangspunten:
Uitzettingen worden uitsluitend gedaan met in achtneming van de in artikel 6, 7 en 8 genoemde voorwaarden.
De gemeente vraagt bij minimaal twee instellingen, waaronder de huisbankier, offertes op alvorens een langlopende uitzetting wordt gedaan.
De gemeente streeft naar gunstige c.q. marktconforme condities voor af te nemen financiële diensten. Hiervoor gelden de volgende uitgangspunten:
Bankrelaties dienen wat betreft hun kredietwaardigheid minimaal te voldoen aan de eisen die zijn gesteld in artikel 8;
Financiële ondernemingen (kredietinstellingen, beleggingsinstellingen, effecten-instellingen, verzekeraars en pensioenfondsen) dienen onder Nederlands of anderszins EER-toezicht te vallen, zoals De Nederlandsche Bank en de Verzekeringskamer;
Tussenpersonen dienen geregistreerd te staan bij de Autoriteit Financiële Markten (AFM) en daarvan een vergunning als makelaar te hebben ontvangen.
Teneinde de kosten van het geldstromenbeheer te minimaliseren wordt
het liquiditeitsgebruik beperkt door de geldstromen op gemeenteniveau op elkaar en de liquiditeitenplanning af te stemmen. Hierbij wordt erop toegezien dat de liquiditeitspositie voldoende is om te garanderen dat de verplichtingen tijdig kunnen worden nagekomen.
het betalingsverkeer zoveel mogelijk elektronisch uitgevoerd door één bank;
Voor het saldobeheer en het liquiditeitenbeheer gelden de volgende specifieke richtlijnen:
De gemeente streeft naar concentratie van de liquiditeiten binnen één rentecompensatie-circuit bij de bank met de gunstigste condities;
Indien er een liquiditeitsbehoefte ontstaat kan de gemeente kortlopende middelen aantrekken. Hierbij wordt, conform artikel 6 lid 1, de kasgeldlimiet niet overschreden;
Toegestane instrumenten bij het aantrekken van kortlopende middelen zijn daggeld, kasgeldleningen en krediet in rekening courant tot de kredietlimiet;
Toegestane instrumenten bij het extern uitzetten van gelden voor een periode korter dan één jaar zijn rekening-courant, daggeld, spaarrekeningen, depositos.
Bij het extern uitzetten van gelden korter dan één jaar zijn slechts de in artikel 8 genoemde tegenpartijen toegestaan.
D gemeente vraagt offertes op bij minimaal twee instellingen alvorens middelen worden aangetrokken of uitgezet met een looptijd korter dan één jaar.
In het kader van de treasuryfunctie gelden de volgende algemene uitgangspunten op het gebied van administratieve organisatie en interne controle:
De verantwoordelijkheden en bevoegdheden van treasuryactiviteiten worden op eenduidige wijze schriftelijk vastgelegd en worden aan de betrokken partijen kenbaar gemaakt;
De administratieve organisatie en interne controle waarborgen dat:
Bevoegdheden worden via delegatie en mandaat nader schriftelijk vastgelegd.
Bij de uit te voeren treasuryactiviteiten is functiescheiding doorgevoerd met als belangrijkste voorwaarden:
Iedere transactie wordt door minimaal twee functionarissen geautoriseerd;
de uitvoering van - en de controle op transacties geschiedt door afzonderlijke functionarissen;
de uitvoering van transacties en de registratie daarvan in de financiële administratie geschiedt door afzonderlijke functionarissen.
Tegenpartijen wordt opdracht gegeven de bevestigingen van iedere transactie te versturen naar de financiële administratie zonder tussenkomst van de personen die bevoegd zijn tot het sluiten van de transacties.
Een transactie wordt onmiddellijk geregistreerd door de functionaris die de transactie heeft afgesloten;
Na ontvangst van de transactiebevestiging wordt de transactie direct gecontroleerd door de functionaris belast met de interne controle.
De verantwoordelijkheden met betrekking tot de treasuryfunctie van de gemeente staan in onderstaande tabel gedefinieerd.
In onderstaande tabel staan bevoegdheden met betrekking tot treasuryactiviteiten weergegeven alsmede de daarbij benodigde autorisatie.
Bij afwezigheid van de Treasurer wordt deze vervangen door de medewerker financieel beleid;
Bij afwezigheid van de Medewerker financieel beleid wordt deze vervangen door het hoofd van de afdeling Financiën;
Bij afwezigheid van het hoofd van de afdeling Financiën wordt deze vervangen door het hoofd van de afdeling BMO.
Met betrekking tot de treasuryactiviteiten moet tenminste de in de onderstaande tabel opgenomen informatie worden verstrekt door de betreffende functionarissen: