Organisatie | Midden-Delfland |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Protocol huisbezoek WWB gemeente Midden-Delfland 2013 |
Citeertitel | Protocol huisbezoek WWB gemeente Midden-Delfland 2013 |
Vastgesteld door | college van burgemeester en wethouders |
Onderwerp | maatschappelijke zorg en welzijn |
Eigen onderwerp | |
Externe bijlagen | Formulier Informed Consent Huisbezoek ter controle met redelijke grond Formulier Informed Consent Huisbezoek ter verificatie geen redelijke grond |
Geen
Wet huisbezoeken
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
22-11-2013 | Nieuwe regeling | 29-10-2013 Elektronisch Gemeenteblad, 2013, week 47 | 2013-05469 |
Het college van Burgemeester en Wethouders is verantwoordelijk voor een rechtmatige uitvoering van de Wet Werk en Bijstand (WWB). Een huisbezoek is een van de middelen om cliënten die een uitkering ontvangen, te controleren. Met ingang van 1 januari 2013 is de WWB aangescherpt. Als gevolg van deze aanscherping kunnen huisbezoeken vaker worden ingezet als controlemiddel.
Om van het inzetten van een huisbezoek een succes te maken, is het van belang de juiste (wettelijke) kaders voor een huisbezoek te schetsen en aan te geven aan welke eisen een huisbezoek moet worden voldoen.
Verschillende soorten huisbezoek
We onderscheiden drie soorten huisbezoek, elk met hun eigen juridisch kader:
Huisbezoek in het kader van de dienstverlening
Er zijn situaties denkbaar dat een cliënt vanwege fysieke of gezondheidsproblemen niet in staat is om op het gemeentehuis te verschijnen. In dergelijke gevallen wordt een huisbezoek niet ingezet om de leefsituatie te verifiëren of fraude op te sporen, maar heeft het uitsluitend een dienstverlenend karakter. Het huisbezoek vindt plaats op afspraak met de cliënt en is dus van te voren aangekondigd. De Algemene wet op het binnentreden (Awbi) is wel van toepassing. Dit betekent dat de klantmanager Werk en Inkomen zich dient te legitimeren en voorafgaand aan het betreden van de woning toestemming dient te vragen.
Huisbezoek bij een redelijk vermoeden van fraude
Indien er een redelijk vermoeden is van fraude, biedt artikel 53a WWB de mogelijkheid om de door de cliënt verstrekte inlichtingen met betrekking tot zijn woon- en leefsituatie te controleren door middel van een huisbezoek. De cliënt heeft op grond van artikel 17, lid 2 WWB een ‘meewerkplicht.’ Het niet meewerken aan een huisbezoek wanneer er sprake is van een redelijk vermoeden van fraude leidt tot het afwijzen van een aanvraag WWB of tot het intrekken van het recht op bijstand.
Huisbezoek ter verificatie van de rechtmatigheid van de uitkering
Vanaf 1 januari 2013 geldt de ‘Wet houdende een regeling in de sociale zekerheid van de rechtgevolgen van het niet aantonen van de leefsituatie na het aanbod van een huisbezoek’ (hierna: Wet Huisbezoeken). De Wet Huisbezoeken biedt het college meer mogelijkheden de feitelijk woon- en leefsituatie van uitkeringsgerechtigde vast te stellen door middel van een huisbezoek. Dit huisbezoek wordt afgelegd ter verificatie van de door de cliënt verstrekte inlichtingen. Er bestaat in deze situaties geen redelijk vermoeden van fraude, maar er zijn wel twijfels aan het verhaal van de cliënt. De cliënt kan door middel van een dergelijk huisbezoek aantonen of hij:
De cliënt is niet verplicht mee te werken aan het huisbezoek. Hij kan er ook voor kiezen op een andere manier aan te tonen dat hij of alleenstaande (ouder) is, of op het adres verblijft waar hij volgens de Gemeentelijke Basisadministratie (GBA) staat ingeschreven of woningdeler is. Echter, wanneer de cliënt medewerking aan het huisbezoek weigert en zijn woon- en leefsituatie niet voldoende op een andere manier kan aantonen, heeft dit wel gevolgen voor de uitkering:
Toont de cliënt niet aan dat hij alleenstaande (ouder) is, dan krijgt hij maar de helft van de gezinsnorm [Wordt uit het huisbezoek duidelijk dat de cliënt een gezamenlijk huishouding voert of neit duurzaam gescheiden leeft, heeft hij helemaal geen zelfstandig recht op bijstand. Aan de orde is dan beëindiging en zo nodig intrekking van de bijstand]. Bovendien wordt de alleenstaande ouder met een kind tot 5 jaar niet langer vrijgesteld van de sollicitatieplicht;
Uitgangspunten bij huisbezoeken:
Bij de uitvoering van een huisbezoek worden de volgende uitgangspunten gehanteerd:
Een verklaring wordt indien nodig ter plaatse op schrift gesteld. Deze verklaring wordt gedagtekend door de medewerkers en door de cliënt. Voordat de verklaring wordt ondertekend, leest een van de van medewerkers de verklaring voor en wordt de cliënt de mogelijkheid geboden deze te lezen. De cliënt heeft het recht wijzigingen in de verklaring te laten aanbrengen.
Inbreuk persoonlijke levenssfeer
Een huisbezoek brengt een behoorlijke inbreuk op de persoonlijke levenssfeer voor de belanghebbende met zich mee. De persoonlijke levenssfeer wordt dan ook goed beschermd in regelgeving zoals het Europese Verdrag voor de Rechten van de Mens (EVRM) en de Grondwet. Een inbreuk op de persoonlijke levenssfeer is alleen gerechtvaardigd op grond van in de wet gestelde beperkingen. Artikel 8, tweede lid EVRM stelt bijvoorbeeld dat een inbreuk op de persoonlijke levenssfeer slechts is toegestaan als er een wettelijke grondslag is, het een legitiem doel dient en het noodzakelijk is.
Ook de Algemene wet op het binnentreden (Awbi) speelt een rol bij huisbezoeken in het kader van de WWB en andere sociale zekerheidsregelingen aangezien deze wetgeving zelf geen regels kent over het betreden van woningen. De uitgangspunten uit de diverse wetten waarin iets bepaald wordt over de toelaatbaarheid van huisbezoeken en de regels waaraan medewerkers zich moeten houden, worden in dit hoofdstuk op een rijtje gezet. Ook de verplichtingen van de belanghebbende in het kader van de WWB komen aan de orde.
De wettelijke grondslag voor het afleggen van een huisbezoek in het kader van de WWB is gelegen in artikel 17 en 53a WWB. In artikel 17 zijn de inlichtingen- en medewerkingsplicht van de cliënt vastgelegd. De cliënt moet, als dit voor de uitvoering van de wet noodzakelijk is, medewerking verlenen aan een huisbezoek.
Uit artikel 53a lid 2 WWB volgt de bevoegdheid voor het college om een onderzoek in te stellen naar de juistheid en volledigheid van de verstrekte gegevens en zo nodig onderzoek te doen naar andere gegevens die noodzakelijk zijn voor de verlening dan wel de voortzetting van bijstand. Het afleggen van een huisbezoek kan een onderdeel vormen van het onderzoek naar, of de verificatie van de gegevens die de cliënt heeft verstrekt.
Proportionaliteit en subsidiariteit
Een huisbezoek moet noodzakelijk zijn. Daarnaast moet voldaan zijn aan het subsidiariteitsbeginsel en het proportionaliteitsbeginsel. Subsidiariteitsbeginsel wil zeggen dat wanneer het doel (bijvoorbeeld het vaststellen van de rechtmatigheid van een uitkering) via een minder ingrijpende weg bereikt kan worden, die weg moet genomen worden. Het proportionaliteitsbeginsel betekent dat de inbreuk op de privacy van de cliënt in redelijke verhouding moet staan tot het doel. Er mag dus niet meer informatie worden opgevraagd dan noodzakelijk is voor dat doel.
Toestemming tot binnentreden woning
In beginsel is een huisbezoek altijd toegestaan mits de (hoofd)bewoner toestemming verleend. Artikel 12 van de Grondwet zegt dat binnentreden in een woning tegen de wil van een bewoner alleen geoorloofd is in de gevallen bij of krachtens de wet bepaald. Voorbeeld hiervan is de Awbi. Hierin staat dat binnentreden van een woning, tegen de wil van de bewoner alleen in bijzondere gevallen in het kader van een strafrechtelijk onderzoek is toegestaan . Bijvoorbeeld als hiervoor een machtiging van de Officier van Justitie is afgegeven.
Een medewerker belast met de uitvoering van de WWB heeft deze bevoegdheden niet en mag dus nooit tegen de wil van een belanghebbende een woning binnengaan! Als er toch tegen de wil van de bewoner wordt binnengetreden is er sprake van een inbreuk op de persoonlijke levenssfeer (artikel 8 van het EVRM) en kan er ook sprake zijn van 'ambtelijke huisvredebreuk' (artikel 370 van het Wetboek van Strafrecht).
Uit artikel 8 EVRM volgt dat als de belanghebbende toestemming geeft tot binnentreden van de woning er geen sprake is van inbreuk op de persoonlijke levenssfeer. De toestemming moet op basis van vrijwilligheid verleend zijn. Dit houdt in dat de toestemming gebaseerd moet zijn op volledige en juiste informatie over de reden en doel van het huisbezoek en de gevolgen van weigering van het huisbezoek, het zogenaamde ‘informed consent’. Over de vraag of de cliënt toestemming verleent mag geen twijfel bestaan. De bewijslast dat aan de voorwaarde van het ‘informed consent’ is voldaan rust op de gemeente. Om die reden wordt de cliënt verzocht het ‘informed consent’ te ondertekenen.
Weigering toestemming huisbezoek
Een belanghebbende kan en mag de medewerking aan een huisbezoek weigeren. Bij het weigeren van een huisbezoek hoeft géén hersteltermijn gegeven te worden omdat een hersteltermijn de cliënt in de gelegenheid zou stellen de situatie aan te passen aan de door hem gewenste situatie. De consequentie van het weigeren van een huisbezoek is afhankelijk van het bestaan van een concrete aanleiding voor het huisbezoek. Hiervoor wordt verwezen naar de volgende paragraaf.
Getoetst moet worden of het noodzakelijk is om tegen de wil van de cliënt een huisbezoek af te leggen. Er moet worden voldaan aan de vereisten van subsidiariteit en proportionaliteit. Daarbij is van belang of er een gegronde reden (aanleiding) bestaat voor een huisbezoek. Het maakt hierbij overigens niet uit of er sprake is van een aanvraag of een lopende uitkering!
Er is sprake van een gegronde reden als:
Als er voorafgaande aan het huisbezoek een gegronde reden is om te twijfelen aan de rechtmatigheid van bijstandsverlening, is een inbreuk op de persoonlijke levenssfeer via een huisbezoek gerechtvaardigd. Voor het binnentreden van de woning moet om toestemming verzocht worden. Hierbij moeten reden en doel voor het huisbezoek aan belanghebbende worden meegedeeld. Een weigering van de belanghebbende mee te werken aan het huisbezoek zal dan gevolgen voor de uitkering hebben (weigeren of beëindigen uitkering). Op basis van de individuele omstandigheden van een persoon zal bekeken moeten worden of er sprake is van gerede twijfel en of in alle redelijkheid van bepaalde bevoegdheden gebruik gemaakt kan worden.
Als er voorafgaande aan het huisbezoek géén gegronde reden bestond om redelijkerwijs te twijfelen aan de juistheid of de volledigheid van de door betrokkene voor het vaststellen van het recht op bijstand verstrekte gegevens, moet bij het vragen om toestemming tot binnentreden aan belanghebbende worden meegedeeld wat reden en doel voor het huisbezoek is én dat het niet meewerken aan het onderzoek géén directe consequenties heeft. Slechts wanneer aan deze voorwaarden is voldaan is sprake van "informed consent". Als het huisbezoek dan geweigerd wordt, kunnen daaraan géén directe consequenties verbonden worden (bijvoorbeeld weigeren ofbeëindigen van de uitkering). Wél is het mogelijk het onderzoek naar de woonsituatie voort te zetten met andere middelen dan het huisbezoek. Gedacht kan worden aan een stelselmatige observatie. De bevindingen van dit onderzoek kunnen uiteindelijk alsnog leiden tot consequenties voor de persoon in kwestie. Ook kan een vervolgonderzoek er toe leiden dat alsnog concrete aanwijzingen ontstaan waardoor gerede twijfel ontstaat over de woonsituatie. Hierop kan alsnog een huisbezoek worden uitgevoerd.
Als er sprake is van een niet gerechtvaardigde inbreuk op de persoonlijke levenssfeer, moeten de tijdens het huisbezoek aan het licht gekomen gegevens worden bestempeld als onrechtmatig verkregen bewijs. Het gebruik daarvan is ontoelaatbaar en de resultaten van het huisbezoek zullen bij de beoordeling van (de voortzetting van) het recht op bijstand dan ook buiten beschouwing moeten blijven.
Formulier Informed Consent Huisbezoek ter controle met redelijke grond
Formulier Informed Consent Huisbezoek ter verificatie geen redelijke grond