Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Tynaarlo

Financiële verordening gemeente Tynaarlo 2013

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieTynaarlo
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingFinanciële verordening gemeente Tynaarlo 2013
CiteertitelFinanciële verordening gemeente Tynaarlo 2013
Vastgesteld doorgemeenteraad
Onderwerpfinanciën en economie
Eigen onderwerpFinanciële verordening 2013

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

Artikel 212 Gemeentewet

Regelgeving die op deze regeling is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)

Niet van toepassing

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

04-04-201301-01-2020Nieuwe regeling

26-03-2013

De Oostermoer

Raadsbesluit nummer 9

Tekst van de regeling

Intitulé

Financiële verordening gemeente Tynaarlo 2013

“Financiële verordening gemeente Tynaarlo 2013”

 

Raadsbesluit nr. 9

Betreft: Vaststelling Financiële Verordening 2013

De raad van de gemeente Tynaarlo;

gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders d.d. 28 februari 2013;

overwegende dat ter uitvoering van de motie aangenomen in de raad in zijn vergadering van 19 juni 2012 de Financiële Verordening dient te worden aangepast op het onderdeel informatieverstrekking aan de gemeenteraad om deze sturing te kunnen geven aan de bedrijfsvoering om daarmee zijn controlerende taak goed te kunnen uitoefenen.

gelet op artikel 212 van de Gemeentewet:

B E S L U I T:

vast te stellen de

 

 

Artikel 1. Definities

In deze verordening wordt verstaan onder:

a.dienst:

de gemeentelijke organisatie die als zodanig een eigen rechtstreekse verantwoordelijkheid aan hetcollege heeft.

b.administratie:

het systematisch verzamelen, vastleggen, verwerken en verstrekken van informatie ten behoeve vanhet besturen, het functioneren en het beheersen van de organisatie van de gemeente Tynaarlo enten behoeve van de verantwoording die daarover moet worden afgelegd.

c.financiële administratie:

het onderdeel van de administratie dat omvat het systematisch maken en verwerken vanaantekeningen betreffende de financiële gegevens van de organisatie van de gemeente Tynaarloteneinde te komen tot een goed inzicht in:

  • 1.

    de financieel-economische positie;

  • 2.

    het financiële beheer ;

  • 3.

    de uitvoering van de begroting;

  • 4.

    het afwikkelen van vorderingen en schulden;

  • 5.

    alsmede tot het afleggen van rekening en verantwoording daarover.

    • d.

      administratieve organisatie:

het stelsel van organisatorische maatregelen gericht op het tot stand brengen en het in stand houdenvan de goede werking van de bestuurlijke en ambtelijke informatieverzorging ten behoeve van deverantwoordelijke leiding.

e.financieel beheer:

het uitoefenen van bestuur over en toezicht op het beheer van middelen en het uitoefenen vanrechten van de gemeente Tynaarlo.

f.rechtmatigheid

het in overeenstemming zijn met geldende wet- en regelgeving, waaronder gemeentelijke verordeningen,raadsbesluiten, die ieder jaar in het op te stellen normenkader, als onderdeel van het controleprotocolworden geïnventariseerd.

g.doelmatigheid

het realiseren van bepaalde prestaties met een zo beperkt mogelijke inzet van middelen.

h.doeltreffendheid

de mate waarin de beoogde maatschappelijke effecten van het beleid ook daadwerkelijk worden behaald.

Titel 1. Begroting en verantwoording

Kaderstellen

Artikel 2. Begroting

  • 1.

    De raad stelt een cluster indeling vast.

  • 2.

    De raad stelt per cluster vast:

    • a.

      de beoogde maatschappelijke effecten;

    • b.

      de te leveren goederen en diensten;

    • c.

      de baten en lasten.

  • 3.

    Het college stelt per cluster indicatoren voor met betrekking tot de beoogde maatschappelijkeeffecten en de te leveren goederen en diensten.

  • 4.

    De raad stelt de indicatoren, bedoeld in het derde lid, vast.

  • 5.

    Het college draagt zorg voor het verzamelen en vastleggen van gegevens over de geleverdegoederen en diensten en de maatschappelijke effecten, opdat de doelmatigheid en doeltreffendheidvan het beleid zoals vastgesteld door de raad, kunnen worden getoetst.

Artikel 3. Producten

1.Bij iedere begroting en jaarstukken wordt een overzicht gegeven van de toedeling vanonderliggende programma’s binnen een cluster.

2.De onderverdeling staat voor de raadsperiode vast, tenzij er dringende redenen zijn tot wijzigen.Wijzigingen worden bij de begroting expliciet vermeld.

Artikel 4. Kaders begroting en verantwoording

1.Het college biedt de perspectievennota aan waarin de kaders voor het volgende begrotingsjaar, en dedrie opvolgende jaren zijn opgenomen .

  • 2.

    De raad stelt de perspectievennota uiterlijk 1 juli vast.

  • 3.

    Voor de aanvang van het begrotingsjaar biedt het college aan de gemeenteraad een overzicht aanmet daarin in elk geval de data voor het aanbieden door het college en het vaststellen voor de raad

van de perspectievennota, de jaarstukken, de tussentijdse rapportages en de begroting met demeerjarenraming

 

Uitvoering

Artikel 5. Uitvoering begroting

1.Het college stelt regels die waarborgen dat de uitvoering van de begroting rechtmatig, doelmatig endoeltreffend verloopt.

2.Het college draagt ten aanzien van de ramingen er zorg voor dat:

a. de lasten en baten, door middel van kostentoerekening, eenduidig zijn toegewezen aan deproducten binnen clusters en programma’s

b.de budgetten uit de raming en kredieten voor investeringen passen binnen de kaders zoalsgeautoriseerd bij de vaststelling van de uiteenzetting van de financiële positie.;

  • c.

    de lasten van de programma’s niet dusdanig worden overschreden dat de realisatie van andere programma’s binnen hetzelfde cluster onder druk komt.

    • 3.

      Het college draagt er zorg voor dat de lasten van de clusters zoals geautoriseerd in de (gewijzigde)begroting niet worden overschreden.

Beheersing en Interne controle

Artikel 6. Interne controle

1.Het college draagt ten behoeve van het getrouwe beeld en de rechtmatigheid van de jaarrekeningzorg voor de jaarlijkse interne toetsing van de getrouwheid van de informatieverstrekking, en de

rechtmatigheid van de beheershandelingen. Bij afwijkingen neemt het college maatregelen tot herstel.

2.Het college stelt een nota op inzake de bestrijding van misbruik en oneigenlijk gebruik van degemeentelijke regelingen. De raad stelt deze nota vast. Het college draagt er zorg voor dat deze nota

actueel is. Wijzigingen worden door de gemeenteraad vastgesteld.

3.Het college draagt zorg voor de jaarlijkse interne toetsing juistheid, volledigheid en tijdigheid vande bestuurlijke informatievoorziening, de rechtmatigheid van beheershandelingen en op misbruik en

oneigenlijk gebruik van de gemeentelijke regelingen. Daartoe stelt het college jaarlijks eenonderzoeksplan op.

4.In een door het college samen te stellen intern controleplan wordt opgenomen:

a planning van de interne toetsen betreffende het financieel beheer;

b planning van de onderzoeken gericht op de rechtmatigheid

c het onderzoeksplan en de planning hiervan, naar artikel 3 van de “Verordening onderzoekendoelmatigheid en doeltreffendheid van de gemeente Tynaarlo

5.Het college zorgt op basis van de resultaten van de toets bedoeld in het derde en vierde lid indiennodig voor een plan van verbetering. Het college neemt op basis van het plan van verbeteringmaatregelen voor herstel van de tekortkomingen.

6.De resultaten van de toets en het plan van verbetering worden ter kennisgeving aan de raadaangeboden.

 

Rapportage en Verantwoording

Artikel 7. Tussentijdse rapportage en informatie

1.Het college informeert de raad door middel van tussentijdse rapportages over de realisatie van debegroting van de gemeente

  • 2.

    De inrichting van de tussentijdse rapportages sluit aan bij de indeling van de begroting.

  • 3.

    De rapportages gaan in op afwijkingen, zowel wat betreft de lasten, de geleverde goederen endiensten en indien daar aanleiding voor is de maatschappelijke effecten.

4.Het college informeert in ieder geval vooraf de raad en neemt pas een besluit, nadat de raad in degelegenheid is gesteld zijn wensen en bedenkingen ter kennis van het college te brengen voor zover

het betreft niet bij begroting vastgestelde afzonderlijke verplichtingen inzake:

  • a.

    investeringen

  • b.

    aankoop en verkoop van goederen en diensten

  • c.

    het verstrekken van leningen, waarborgen en garanties.

    • 5.

      Het college informeert vooraf de raad en neemt pas een besluit nadat de raad in de gelegenheid isgesteld zijn wensen en bedenkingen ter kennis van het college te brengen indien het college nieuwemeerjarige verplichtingen aangaat.

Artikel 8. Jaarstukken

1.Het college draagt zorg voor een adequate vertaling van de verantwoording van de diensten naar deprogramma’s en naar de verantwoording per cluster.

2.Het college legt verantwoording af over de uitvoering van de clusters. In de verantwoording geeft hetcollege aan:

  • a.

    wat is bereikt;

  • b.

    welke goederen en diensten zijn geleverd;

  • c.

    wat de kosten zijn

  • d.

    hoe de resultaten zich verhouden tot de in de begroting gestelde doelen.

    • 3.

      De raad bepaalt aan de hand van de uitvoering of de beleidsdoelen van de programma’s voor hetlopende jaar bijstelling behoeven.

Titel 2. Financiële positie

Kaderstellen

Artikel 9. Financiële positie

1.Het college draagt er zorg voor, dat al het beleid waartoe de raad heeft besloten, in deuiteenzetting van de financiële positie en de meerjarenramingen is opgenomen.

2.Het totaalbedrag aan verleende garanties en waarborgen worden bij de uiteenzetting van definanciële positie expliciet vermeld.

3.De raad autoriseert met het vaststellen van de begroting de investeringskredieten.

Artikel 10. Waardering & afschrijving vaste activa

1.De materiële vaste activa met economisch nut, zoals bedoeld in artikel 35 van het Besluit begrotingen verantwoording provincies en gemeenten, worden lineair afgeschreven.

2.Het college zorgt voor de interne regels voor waardering en afschrijving van vaste activa en legtdeze vast, zodat deze in ieder geval bij het opstellen van de jaarrekening bekend zijn

3.Activa met een verkrijgingprijs van minder dan € 5.000,-- worden niet geactiveerd, uitgezonderdgronden en terreinen.

4.Onder activa met een meerjarig maatschappelijk nut, zoals bedoeld in artikel 35 van het Besluitbegroting en verantwoording provincies en gemeenten, worden verstaan investeringen in aanleg en

onderhoud van: (inrichting) wegen, waterwegen; civiele kunstwerken, groen en kunstwerken,

5.Aankoop en vervaardiging van activa met een meerjarig maatschappelijk nut worden onder aftrekvan bijdragen van derden en bestemmingsreserves ten laste van de exploitatie gebracht. Hiervan kanbij raadsbesluit worden afgeweken. In geval van activering bij raadbesluit wordt het actief lineair

afgeschreven over de verwachte levensduur van het actief of een kortere, door de raad aan te geventijdsduur.

Artikel 11. Voorziening voor oninbare vorderingen

1.Voor openstaande vorderingen wordt als het nodig is een voorziening wegens oninbaarheidgevormd.

Artikel 12. Reserves en voorzieningen

1.Het college stelt een nota reserves en voorzieningen op. De raad stelt deze nota vast. Het collegedraagt er zorg voor dat deze nota actueel is. Wijzigingen worden door de gemeenteraad vastgesteld

  • 2.

    De nota behandelt:

    • a.

      de vorming en besteding van reserves;

    • b.

      de vorming en besteding voorzieningen;

    • c.

      de toerekening en verwerking van rente over de reserves en de voorzieningen,

in relatie tot de nota weerstandsvermogen bedoeld in artikel 16.

Artikel 13. Kostprijsberekening

1.Voor het bepalen van de geraamde kostprijs van producten en diensten van de gemeenteTynaarlo wordt een systeem van kostentoerekening gehanteerd. Bij de kostentoerekening wordennaast de directe kosten alleen die indirecte kosten betrokken, die rechtstreeks samenhangen met de

door de gemeente verleende diensten.

2.Bij de indirecte kosten worden betrokken de bijdragen aan reserves voor de noodzakelijkevervanging van de betrokken activa, de kapitaallasten van de in gebruik zijnde activa en voorrioolrechten, reinigingsrechten en afvalstoffenheffing de compensabele BTW.

3.De rentetoerekening van de kapitaallasten wordt jaarlijks opgenomen in de nota zoals vermeld inartikel 4.

Artikel 14: Financieringsfunctie

1.Het college stelt regels inzake algemene doelstellingen en de te hanteren richtlijnen en limietenvan de financieringsfunctie, alsmede inzake de administratieve organisatie van de financieringsfunctie,daaronder begrepen taken en bevoegdheden, de verantwoordingsrelaties en de bijbehorende

informatievoorziening en legt deze vast in een treasurystatuut, die ter vaststelling aan de raad wordtaangeboden.

2.Het college draagt er zorg voor dat het treasurystatuut actueel is. Wijzigingen worden door degemeenteraad vastgesteld

3.Bij het uitoefenen van de financieringsfunctie handelt het college conform het treasurystatuut.

Artikel 15. Registratie bezittingen, activa en vermogen

1.Het college draagt zorgt voor een actuele en volledige registratie van bezittingen. In de registratieworden ook opgenomen niet-geactiveerde kunstvoorwerpen met cultuurhistorische waarde en deniet- of netto geactiveerde investeringen in de openbare ruimte.

2.Het college draagt er zorg voor, dat de registratie en de ontwikkeling van de bezittingen en hetvermogen van de gemeente systematisch worden gecontroleerd, met dien verstande dat dewaardepapieren, de voorraden, de uitstaande leningen, de (debiteuren-)vorderingen, de liquiditeiten,

de opgenomen leningen en de (crediteuren-)schulden jaarlijks worden gecontroleerd enregistergoederen en bedrijfsmiddelen tenminste eenmaal in de 4 jaar.

3.Bij afwijkingen in de registratie van bezittingen neemt het college maatregelen voor herstel van detekortkomingen. De resultaten van de controle en eventuele plannen van verbetering worden terkennisgeving aan de raad aangeboden.

Titel 3. Paragrafen

Artikel 16. Lokale heffingen

1.Het college stelt een nota lokale heffingen op. De raad stelt de nota vast. Het college draagt er zorgvoor dat het de nota actueel is. Wijzigingen worden door de gemeenteraad vastgesteld

Deze nota behandelt in ieder geval:

  • -

    de samenstelling van het pakket aan gemeentelijke belastingen en heffingen;

  • -

    de verdeling van de druk van de belastingen over de diverse bevolkingsgroepen enbelanghebbenden;

  • -

    de kostendekkendheid van de heffingen;

  • -

    de druk van de lokale belastingen en heffingen;

  • -

    het kwijtscheldingsbeleid en het tarievenbeleid.

    • 2.

      De nota bevat voorts een overzicht van de verordeningen met de bijbehorende vaststellingsdata

waarin tarieven, heffingen en prijzen zijn vastgelegd. Het college draagt er zorg voor dat er eenactueel overzicht is van de tarieven, heffingen, prijzen en kosten per verstrekte dienst.

3.Voor het vaststellen van de hoogte van gemeentelijke tarieven, heffingen en prijzen door de raadverstrekt het college aan de raad per verordening de actueel geraamde hoeveelheden per door degemeente verstrekte dienst, waarover de tarieven, heffingen en prijzen in rekening worden gebrachten per verordening het totaal van de geraamde kosten van de erin genoemde door de gemeenteverstrekte diensten.

4.Bij de begroting en jaarstukken geeft het college in de paragraaf lokale heffingen de vastgesteldebeleidskaders aan en doet verslag van: de opbrengsten per lokale heffing; het volume en bedrag aankwijtscheldingen; de kostendekkendheid van de rioolrechten en de afvalstoffenheffing; de

(ontwikkeling van de) lokale lastendruk voor eenpersoonshuishoudingen,

meerpersoonshuishoudingen en bedrijven.

Artikel 17. Weerstandsvermogen en risicomanagement

1.Het college stelt een nota weerstandsvermogen en risicomanagement op. De raad stelt de notavast. Het college draagt er zorg voor dat het de nota actueel is. Wijzigingen worden door degemeenteraad vastgesteld

2.In deze nota wordt ingegaan op het risicomanagement, het opvangen van risico’s doorverzekeringen, voorzieningen, het weerstandsvermogen of anderszins. In de nota wordt tevens hetgewenste weerstandscapaciteit bepaald.

3.Het college geeft aan in de paragraaf weerstandsvermogen van de begroting en van dejaarstukken de vastgestelde beleidskaders aan en doet verslag van de risico’s van materieel belangen een inschatting van de kans dat deze risico’s zich voordoen. Het college brengt hierbij in elk geval

de risico’s in beeld en actualiseert de risico’s genoemd in de nota bedoeld in het eerste lid.

4.Het college geeft aan in de paragraaf weerstandsvermogen van de begroting en van dejaarstukken de weerstandscapaciteit en in hoeverre schade en verliezen als gevolg van de risico’svan materieel belang met de weerstandscapaciteit kunnen worden opgevangen.

Artikel 18. Onderhoud kapitaalgoederen

1.Het college stelt een nota onderhoud openbare ruimte op. De raad stelt de nota vast. Het collegedraagt er zorg voor dat het de nota actueel is. Wijzigingen worden door de gemeenteraad vastgesteld

2.De nota geeft het kader weer voor de inrichting van het onderhoud en het beoogdeonderhoudsniveau voor het openbaar groen, water, wegen, kunstwerken en straatmeubilair eneveneens de normkostensystematiek en het meerjarig budgettair beslag.

3.Het college biedt een nota rioleringsplan aan. De raad stelt de nota vast. Het college draagt er zorgvoor dat het de nota actueel is. Wijzigingen worden door de gemeenteraad vastgesteld

De nota geeft het kader weer voor de inrichting van het onderhoud, het beoogde onderhoudsniveauen de uitbreiding van de riolering alsmede de kwaliteit van het milieu en eveneens denormkostensystematiek en het meerjarig budgettair beslag.

3.Het college biedt een nota onderhoud gebouwen aan De raad stelt de nota vast. Het collegedraagt er zorg voor dat het de nota actueel is. Wijzigingen worden door de gemeenteraad vastgesteld

De nota bevat de voorstellen voor het te plegen onderhoud en de bijbehorende kosten aan degemeentelijke gebouwen en eveneens de normkostensystematiek en het meerjarig budgettair beslag.

4.Bij de begroting en de jaarstukken geeft het college in de paragraaf onderhoud kapitaalgoederende vastgestelde beleidskaders aan en doet verslag over de voortgang van het geplande onderhouden het eventuele achterstallig onderhoud aan openbaar groen, water, wegen, kunstwerken,

straatmeubilair, riolering, gebouwen.

Artikel 19. Financiering

Bij de begroting en de jaarstukken doet het college in de paragraaf financiering in ieder geval verslagvan:

d de kasgeldlimiet;

e de renterisico norm;

f de liquiditeitsplanning en de financieringsbehoefte voor de komende drie jaar;

g de rentevisie en

h de rentekosten en renteopbrengsten verbonden aan de financieringsfunctie.

Artikel 20. Bedrijfsvoering

1.Het college stelt een nota bedrijfsvoering vast. De nota wordt ter kennisgeving aan de raadgezonden. Het college draagt er zorg voor dat het de nota actueel is In de nota wordt specialeaandacht geschonken aan de relatie tussen het gemeentelijk apparaat en de inwoners van de

gemeente.

2.In de bedrijfsvoeringparagraaf in de begroting wordt ingegaan op de tijdelijke en actueleonderwerpen die aandacht behoeven. In de bedrijfsvoeringparagraaf in het jaarverslag wordtgerapporteerd over de bij de begroting bepaalde onderwerpen aangaande de bedrijfsvoering alsmede

over nieuwe ontwikkelingen.

3.Het college rapporteert in de bedrijfsvoeringparagraaf van de begroting en jaarstukken over devoortgang van de onderzoeken, zoals in het interne controleplan zijn opgenomen, en de uitputtingvan de bijbehorende bedrijfsvoering budgetten.

4.Tweemaal per jaar informeert het college de raad over ontwikkelingen in de bedrijfsvoering.Dit gebeurt in de reguliere cyclus, in de raadsvergaderingen en/of bij informatiebijeenkomsten waar de begroting en jaarrekening worden behandeld.

Artikel 21. Verbonden partijen

1.Het college biedt een nota verbonden partijen aan. De raad stelt de nota vast. Het college draagt erzorg voor dat het de nota actueel is. Wijzigingen worden door de gemeenteraad vastgesteld

2 Van elk van de verbonden partijen wordt weergegeven het openbaar belang, het eigen vermogen,de solvabiliteit, het financieel resultaat en het financieel belang en de zeggenschap van de gemeente.

3.De nota bevat voorts de kaders voor het beleid aangaande (het aangaan van nieuwe) participatiesmet name de condities waaronder het publiek belang is gediend met behartiging door verbondenpartijen, de taken, verantwoordelijkheden en bevoegdheden van de verbonden partijen en de

financiële voorwaarden.

4.In de begroting en de jaarstukken wordt in de paragraaf verbonden partijen in elk geval ingegaanop nieuwe verbonden partijen, het beëindigen van bestaande verbonden partijen, het wijzigen vanbestaande verbonden partijen en eventuele problemen bij bestaande verbonden partijen.

Artikel 22. Grondbeleid

1.Het college biedt een nota grondbeleid aan. De raad stelt de nota vast. Het college draagt er zorgvoor dat het de nota actueel is. Wijzigingen worden door de gemeenteraad vastgesteld

  • 2.

    In deze nota wordt aandacht besteed aan:

    • a.

      de relatie met de programma’s van de begroting;

    • b.

      de strategische visie van het toekomstig grondbeleid van de gemeente;

    • c.

      te ontwikkelen en in ontwikkeling genomen projecten;

    • d.

      de voorraadverwerving en uitgifte van gronden;

    • e.

      de uitgifte van gronden in erfpacht en de bijstelling van erfpachtvergoedingen.

  • 3.

    In de paragraaf grondbeleid van de begroting en de jaarstukken worden de vastgesteldebeleidskaders aangegeven en wordt ingegaan op de uitvoering van de nota grondbeleid, met name

de belangrijkste financiële ontwikkelingen zoals verlies/winstverwachtingen, de verwerving vangronden e.d. en de relaties van het grondbeleid met de programma’s, de in uitvoering genomen en inuitvoering te nemen complexen met een actuele prognose van te verwachten resultaten van de

grondexploitatie.

Artikel 23: vervallen

 

Titel 4. Financiële organisatie en administratie

Artikel 24. Administratie

  • 1.

    De administratie is zodanig van opzet en werking, dat zij in ieder geval dienstbaar is voor:

    • a.

      het sturen en het beheersen van activiteiten en processen in de gemeente als geheel en in dediensten;

  • b.

    het verstrekken van informatie over ontwikkelingen in de omvang van activa met economisch nut, activa met maatschappelijk nut, voorraden, vorderingen en schulden, enzovoorts.;

  • c.

    het verschaffen van informatie aan de budgethouders en voor het maken van kostencalculaties;

  • d.

    het bevorderen van de rechtmatigheid, de doelmatigheid en de doeltreffendheid van het gevoerde bestuur in relatie tot de gestelde beleidsdoelen, de begroting en ter zake geldende wet- en regelgeving;

  • e.

    het afleggen van verantwoording over de rechtmatigheid, de doelmatigheid en de

doeltreffendheid van het gevoerde bestuur in relatie tot de gestelde beleidsdoelen, de begrotingen ter zake geldende wet- en regelgeving;

f.de controle van de registratie van gegevens als zodanig en van de daaraan ontleende informatie alsmede voor de controle op de rechtmatigheid, de doelmatigheid en de doeltreffendheid van het gevoerde bestuur in relatie tot de gestelde beleidsdoelen.

Artikel 25. Financiële administratie

Het college draagt er zorg voor dat:

a.de inrichting en de werking van de financiële administratie voldoet aan het Besluit begroting enverantwoording provincies en gemeenten en andere relevante wet- en regelgeving;

b. de vereiste informatie verstrekt wordt aan het rijk, de provincie en de Europese Unie, alsmedeaan andere instellingen die specifieke verantwoordingsverplichtingen opleggen aan gemeenten.

Artikel 26. Financiële organisatie

Het college draagt de zorg voor en legt (in een besluit) vast:

a.een eenduidige indeling van de gemeentelijke organisatie en een eenduidig toewijzing van degemeentelijke taken aan de afdelingen.

b.een adequate scheiding van taken, functies, bevoegdheden, verantwoordelijkheden, zodat aande eisen van interne controle wordt voldaan en de betrouwbaarheid van de verstrekte informatie

aan beleids- en beheersorganen is gewaarborgd;

  • c.

    de verlening van mandaten en volmachten voor het aangaan van verplichtingen ten laste van de toegekende budgetten en investeringskredieten;

  • d.

    de regels voor de opdrachtverlening en de verrekening van leveringen tussen de diensten van de gemeente;

  • e.

    de te maken afspraken met de diensten over de te leveren prestaties, de daarvoor beschikbare

middelen en de wijze en frequentie van rapportage over de voortgang van de activiteiten enuitputting van middelen;

f.de regels voor de verlening van décharge over het gevoerde beheer van de diensten.

Artikel 27. Aanbesteding en inkoop

Het college draagt zorg voor en legt (in een besluit) vast de interne regels (protocol) voor de inkoop

en aanbesteding van werken en diensten. De regels waarborgen dat wordt gehandeld in

overeenstemming met de regels terzake van de Europese Unie.

Artikel 28. Subsidieverstrekking en steunverlening

Het college draagt zorg voor en legt (in een besluit) vast de interne regels (protocol) voor detoekenning van steunverlening aan ondernemingen en subsidies. De regels waarborgen dat wordtgehandeld in overeenstemming met de regels terzake van de Europese Unie en de

subsidieverordening van de gemeente Tynaarlo.

Titel 5. Slotbepalingen

Artikel 29. Inwerkingtreding

  • 1.

    Deze verordening treedt in werking na bekendmaking;

  • 2.

    bij de inwerkingtreding van deze verordening vervalt de financiële verordening gemeenteTynaarlo vastgesteld in de raadsvergadering van 15 maart 2011.

Artikel 30. Citeertitel

Deze verordening kan worden aangehaald onder de naam “Financiële verordening gemeenteTynaarlo 2013.

 

Vries, 26 maart 2013

De raad voornoemd,

F.A. van Zuilen, voorzitter

J.L. de Jong, griffier