Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Molenwaard

Mandaatbesluit Omgevingsdienst Zuid-Holland Zuid inzake de Omgevingsvergunning Beperkte Milieutoets en bodemenergiesystemen 2013

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieMolenwaard
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingMandaatbesluit Omgevingsdienst Zuid-Holland Zuid inzake de Omgevingsvergunning Beperkte Milieutoets en bodemenergiesystemen 2013
CiteertitelMandaatbesluit Omgevingsdienst Zuid-Holland Zuid inzake de Omgevingsvergunning Beperkte Milieutoets en bodemenergiesystemen 2013
Vastgesteld doorcollege van burgemeester en wethouders
Onderwerpmilieu
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

afdeling 10.1.1 van de Algemene wet bestuursrecht; de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht, de Wet milieubeheer, de Wet bodembescherming, het Besluit lozen buiten inrichtingen, alsmede de bij die wetten en besluiten behorende uitvoeringsbesluiten

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

01-07-2013Nieuwe regeling

10-09-2013

Het Kontakt, 21 november 2013

Mozard62234

Tekst van de regeling

Intitulé

Mandaatbesluit Omgevingsdienst Zuid-Holland Zuid inzake de Omgevingsvergunning Beperkte Milieutoets en bodemenergiesystemen 2013

Besluit van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Molenwaard houdende de verlening van mandaat en machtiging aan de directeur van de Omgevingsdienst Zuid-Holland Zuid inzake de Omgevingsvergunning Beperkte Milieutoets en bodemenergiesystemen 2013

 

Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Molenwaard

 

Gelet op :

 

afdeling 10.1.1 van de Algemene wet bestuursrecht;

de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht, de Wet milieubeheer, de Wet bodembescherming, het Besluit lozen buiten inrichtingen, alsmede de bij die wetten en besluiten behorende uitvoeringsbesluiten, circulaires, beleidsregels en regelingen;

de instemming van het dagelijks bestuur van de Omgevingsdienst Zuid-Holland Zuid op grond van artikel 10:4 van de Algemene wet bestuursrecht;

 

Overwegende dat :

 

het gewenst is om - aanvullend op het vigerende Mandaatbesluit Omgevingsdienst ZHZ - de directeur van de Omgevingsdienst Zuid-Holland Zuid te mandateren voor een aantal taken en bevoegdheden op grond van de genoemde wetten en besluiten in het algemeen, en in het bijzonder ten behoeve van de taakuitvoering en uitoefening van bevoegdheden op het gebied van bodemenergiesystemen;

 

Besluit :

 

vast te stellen:

 

het Mandaatbesluit Omgevingsdienst Z uid-Holland Zuid inzake de Omgevingsvergunning Beperkte Milieutoets en bodemenergiesystemen 2013 .

Artikel 1

Aan de directeur van de Omgevingsdienst Zuid-Holland Zuid wordt mandaat verleend voor:

Het in behandeling nemen, beoordelen en het nemen van besluiten, met inbegrip van de weigering daarvan, op de aanvraag om omgevingsvergunning in de gevallen als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder i, van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht juncto artikel 2.2a van het Besluit omgevingsrecht.

Het in ontvangst nemen en behandelen van een melding als bedoeld in artikel 1.10a van het Besluit lozen buiten inrichtingen, alsmede het nemen van besluiten op grond van hoofdstuk 3a “Algemene regels ten aanzien van bodemenergiesystemen” van dat besluit.

Het bepaalde in de Mandaatlijst, onder ‘Algemene wet bestuursrecht’, behorende bij het uniforme Mandaatbesluit Omgevingsdienst ZHZ, zoals vastgesteld door het college op 29 november 2011, is van toepassing op de bevoegdheden zoals opgenomen in dit besluit.

De directeur kan de bevoegdheden, genoemd in het eerste en tweede lid, in ondermandaat opdragen aan onder zijn bevoegdheid ressorterende ambtenaren.

De directeur neemt bij de aan hem in mandaat opgedragen bevoegdheden de algemene instructies en de instructies per geval van de burgemeester en het college in acht, als bedoeld in artikel 10:6, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht. De vorige volzin is van overeenkomstige toepassing op de uitoefening van bevoegdheden in ondermandaat als bedoeld in het derde lid.

Artikel 2 Machtiging

Voor de toepassing van dit besluit en de daarop berustende bepalingen wordt, voor zover van toepassing en in verband met de activiteiten waarvoor mandaat wordt verleend, met mandaat gelijkgesteld:

de machtiging om handelingen te verrichten die noch een besluit noch een privaatrechtelijke rechtshandeling zijn.

Artikel 3: Ondertekening

Indien een besluit wordt genomen bij of krachtens het bepaalde in artikel 1, eerste en tweede lid, luidt de ondertekening:

Burgemeester en wethouders van Molenwaard

namens dezen,

directeur van de Omgevingsdienst Zuid-Holland Zuid

Gevolgd door de handtekening en naam van de functionaris.

Indien een besluit in ondermandaat wordt genomen bij of krachtens het bepaalde in artikel 1, derde lid, luidt de ondertekening:

Burgemeester en wethouders van Molenwaard

namens dezen,

afdelings/bureauhoofd (naam afdeling of bureau) van de Omgevingsdienst Zuid-Holland Zuid

Gevolgd door de handtekening en naam van de functionaris.

Indien gebruik wordt gemaakt van machtiging overeenkomstig artikel 2, luidt de ondertekening:

De gemeente Molenwaard

Namens deze,

directeur van de Omgevingsdienst Zuid-Holland Zuid

Gevolgd door de handtekening en naam van de functionaris

Indien krachtens ondermandaat als bepaald in artikel 1, derde lid, gebruik wordt gemaakt van machtiging overeenkomstig artikel 2, luidt de ondertekening:

De gemeente Molenwaard

Namens deze,

afdelings/bureauhoofd (naam afdeling of bureau) van de Omgevingsdienst Zuid-Holland Zuid

Gevolgd door de handtekening en naam van de functionaris

Artikel 4 Slotbepalingen

Dit besluit treedt in werking op de dag volgend op de dag van bekendmaking en werkt terug tot en met 1 juli 2013.

 

Dit besluit wordt aangehaald als: Mandaatbesluit Omgevingsdienst Zuid-Holland Zuid inzake de Omgevingsvergunning Beperkte Milieutoets en bodemenergiesystemen 2013.

 

Aldus besloten door het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Molenwaard op 10 september 2013

 

de secretaris de burgemeester

 

N.van Ameijde-Poortman MBA D.R. van der Borg

Toelichting op het mandaatbesluit Omgevingsdienst Zuid-Holland Zuid inzake de Omgevingsvergunning Beperkte Milieutoets en bodemenergiesystemen 2013

Inleiding

Alle gemeenten in Zuid-Holland Zuid hebben een mandaat afgegeven aan de directeur van de Omgevingsdienst ZHZ. Dit mandaat is gebaseerd op een uniform modelbesluit dat in 2011 door de voormalige Bestuurscommissie van de Omgevingsdienst ZHZ is vastgesteld. Per 1 juli 2013 gaat de Omgevingsdienst ZHZ voor de gemeenten taken uitvoeren op het gebied van bodemenergiesystemen. Dit noopt tot een beperkte aanvulling van het bestaande mandaatbesluit aan de Omgevingsdienst ZHZ, hetgeen in het voorliggende besluit is opgenomen.

Inhoud van het gegeven mandaat

Met ingang van 1 juli 2013 voert de Omgevingsdienst ZHZ de gemeentelijke taken uit op het gebied van bodemenergiesystemen. Het mandaat zoals opgenomen in artikel 1 van het besluit omvat het volgende:

Het behandelen, beoordelen en nemen van besluiten, met inbegrip van een weigering daarvan, op de aanvraag om een omgevingsvergunning voor het verrichten van een activiteit die behoort tot een bij algemene maatregel van bestuur aangewezen categorie activiteiten die van invloed kunnen zijn op de fysieke leefomgeving, als genoemd in artikel 2.1, eerste lid, onder i, van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (hierna: Wabo).

Deze omgevingsvergunning, ook wel de ‘omgevingsvergunning beperkte milieutoets’ (hierna: OBM) genoemd, was nog niet opgenomen in het vigerende uniforme mandaatbesluit. De OBM is van toepassing op twee typen activiteiten binnen inrichtingen: 1) activiteiten waarvoor een m.e.r-beoordeling is verplicht (m.e.r.-OBM) en 2) activiteiten waarvoor het bevoegd gezag een lokale toets moet uitvoeren om te beoordelen of de activiteit ingepast kan worden in de lokale situatie. Dit laatste speelt bijvoorbeeld, maar niet uitsluitend, bij de bodemenergiesystemen. Het mandaat is dan ook niet beperkt tot de toepassing in het kader van de bodemenergiesystemen.

Van het mandaat kan enkel gebruik worden gemaakt voor zover het gaat om een enkelvoudige omgevingsvergunning op grond van artikel 2.1, eerste lid, onder i, van de Wabo.

Het in ontvangst en in behandeling nemen van een melding als bedoeld in artikel 1.10a van het Besluit lozen buiten inrichtingen, alsmede het nemen van besluiten op grond van hoofdstuk 3a “Algemene regels ten aanzien van bodemenergiesystemen. Bij deze laatste categorie gaat het om de bevoegdheden zoals opgenomen in artikel 3a.5 en 3a.6 inzake het stellen van maatwerkvoorschriften in het belang van een doelmatig gebruik van bodemenergie, het opleggen van een onderzoeksverplichting bij een te laag energierendement en het opleggen van een verplichting om maatregelen te treffen indien genoemd onderzoek daartoe aanleiding geeft.

Daarnaast is in artikel 2 expliciet opgenomen dat de bevoegdheden zoals opgenomen in de Mandaatlijst, onder ‘Algemene wet bestuursrecht’, behorende bij het uniforme Mandaatbesluit Omgevingsdienst van 2011, van toepassing zijn op de bevoegdheden zoals opgenomen in dit mandaatbesluit. In hoofdzaak gaat het hier om de bevoegdheden tot het nemen van een aantal procedurele stappen bij vergunningverlening en handhaving, het nemen van handhavingsbesluiten en het nemen van besluiten inzake bestuursrechtelijke procedures. Artikel 2 maakt duidelijk dat deze bevoegdheden ook gelden in de gevallen waarop het voorliggende mandaatbesluit betrekking heeft.

Reeds gemandateerde bevoegdheden in het kader van bodemenergiesystemen

De reeds in het uniforme Mandaatbesluit Omgevingsdienst ZHZ van 2011 opgenomen bevoegdheden in het kader van het Activiteitenbesluit, zijnde een algemene maatregel van bestuur op grond van de Wet milieubeheer, zijn ook van toepassing op de aanvulling per 1 juli 2013 in het Activiteitenbesluit voor de bodemenergiesystemen: de meldingsvereisten voor een inrichting met een gesloten bodemenergiesysteem, het noemen van de nieuwe activiteit het installeren en in werking hebben van een gesloten bodemenergiesysteem en het stellen van maatwerkvoorschriften. Er behoeft dus geen aanvullend mandaat te worden geformuleerd voor de bevoegdheden voortvloeiend uit het Activiteitenbesluit. Ook het toezicht op en de handhaving van het Activiteitenbesluit zijn al geregeld in het uniforme mandaatbesluit.

Ook het toezicht op en de handhaving van het Besluit lozen buiten inrichtingen, zijnde een algemene maatregel van bestuur op grond van de Wet bodembescherming, is al geregeld in het uniforme mandaatbesluit.