Organisatie | Borsele |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | gemeenschappelijke regeling samenwerking De Bevelanden |
Citeertitel | gemeenschappelijke regeling samenwerking De Bevelanden |
Vastgesteld door | college van burgemeester en wethouders |
Onderwerp | bestuur en recht |
Eigen onderwerp | bestuur en recht |
de raad heeft op 03-03-2011 toestemming gegeven, de regeling is tevens vastgesteld door de colleges van Goes, Kapelle, Noord-Beveland en Reimerswaal
geen
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
04-07-2013 | 01-01-2015 | nieuwe regeling | 21-05-2013 Bevelandse Bode, 26-06-2013 | recht en bestuur |
De colleges van de gemeenten Borsele, Goes, Kapelle, Noord-Beveland en Reimerswaal, ieder voor zover zij bevoegd zijn;
overwegende dat de intentieverklaring tot samenwerking tussen de vijf Bevelandse gemeenten, Borsele, Goes, Kapelle, Noord-Beveland en Reimerswaal is ondertekend op 23 februari 2010;
gelezen de notitie ‘Voorstel voor een Wgr structuur voor de samenwerking tussen de vijf Bevelandse gemeenten Borsele, Goes, Kapelle, Noord-Beveland en Reimerswaal’;
- de gemeenteraad van Borsele bij besluit van 3 maart 2011;
- de gemeenteraad van Goes bij besluit van 31 maart 2011;
- de gemeenteraad van Kapelle bij besluit van 5 april 2011;
- de gemeenteraad van Noord-Beveland bij besluit van 24 maart 2011 en;
- de gemeenteraad van Reimerswaal bij besluit van 22 maart 2011;
- toestemming als bedoeld in artikel 1, tweede lid, van de Wet gemeenschappelijke regelingen hebben verleend tot het aangaan van deze gemeenschappelijke regeling door de colleges van genoemde gemeenten;
dat het Bevelands OR Platform, namens de ondernemingsraden van de genoemde gemeenten, bij schrijven van 25 april 2013 positief heeft geadviseerd over het aangaan van de gemeenschappelijke regeling door de colleges;
gelet op de Wet gemeenschappelijke regelingen, de Gemeentewet, de Algemene wet bestuursrecht en de Archiefwet;
Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen
Artikel 1 Begripsomschrijvingen
a. de regeling: de gemeenschappelijke regeling Samenwerking De Bevelanden;
b. gemeenten: de bij de regeling aangesloten gemeenten Borsele, Goes, Kapelle, Noord-Beveland en Reimerswaal;
c. de wet: de Wet gemeenschappelijke regelingen;
d. gedeputeerde staten: gedeputeerde staten van de provincie Zeeland;
e. de werkorganisatie: de ambtelijke organisatie, werkzaam binnen de regeling.
Daar waar in deze regeling artikelen en bepalingen van enige wet of andere regeling van overeenkomstige toepassing worden verklaard, dienen in die artikelen in plaats van ‘de gemeente’, ‘de raad’, ‘het college’ en ‘de burgemeester’ te worden gelezen onderscheidenlijk: ‘het openbaar lichaam’, ‘het algemeen bestuur’, ‘het dagelijks bestuur’ en ‘de voorzitter’.
Hoofdstuk 2 Belang, taken en bevoegdheden
De regeling bevordert een duurzame, robuuste samenwerking met flexibiliteit binnen geldende marges door het behartigen van de gemeenschappelijke belangen van de gemeenten, het vergroten van het gemeenschappelijke kennisniveau en het inspelen op dwingende, bestuurlijke en maatschappelijke ontwikkelingen die op termijn de bestuurskracht van de individuele gemeenten sterk zullen beïnvloeden, met het doel: het vergroten van de bestuurskracht, met behoud van de huidige bestuurlijke schaal, door bundeling van ambtelijke expertise op operationeel, tactisch en/of strategisch niveau met als resultaat: verhoogde kwaliteit, continuïteit en efficiëntie.
Artikel 5 Taakvelden, taken en bevoegdheden
Naast de in lid 2 bedoelde taken en bevoegdheden en hetgeen rechtstreeks door de wet aan het samenwerkingsverband is opgedragen, omvat de behartiging van de in artikel 4 bedoelde belangen in ieder geval de volgende taken en bevoegdheden:
a. het treffen van een regeling voor het voeren van een secretariaat;
b. het vertegenwoordigen van de regeling in algemene termen.
Hoofdstuk 3 Het algemeen bestuur
Artikel 9 Bevoegdheden van het algemeen bestuur
De volgende bevoegdheden van het algemeen bestuur zijn niet overdraagbaar:
a. het aanwijzen van een voorzitter en diens plaatsvervanger en de overige leden van het dagelijks bestuur;
b. het vaststellen van de begroting, respectievelijk begrotingswijzingen en de jaarstukken;
c. het vaststellen van een reglement van orde;
d. het vaststellen van regels met betrekking tot de organisatie van de financiële administra-tie en van het beheer van de geldmiddelen als bedoeld in artikel 27 van deze regeling;
e. het vaststellen van een regeling houdende de rechtspositie van het bij de gemeen-schappelijke regeling in dienst zijnde personeel;
f. het vaststellen van een regeling tot instelling van een commissie ex artikel 7:13 van de Algemene wet bestuursrecht, en een regeling voor de behandeling van klachten als be-doeld in hoofdstuk 9 van de Algemene wet bestuursrecht;
g. het doen van voorstellen tot wijziging, toetreding, uittreding en opheffing van deze ge-meenschappelijke regeling;
h. het benoemen, schorsen en ontslaan van de directeur;
i. het vaststellen van een instructie voor de in het vorige lid bedoelde directeur.
Het algemeen bestuur vergadert zo vaak als hij daartoe heeft besloten, maar minimaal twee keer per jaar en verder zo dikwijls als de voorzitter dit nodig acht of ten minste twee leden van het algemeen bestuur dit verzoeken (onder schriftelijke opgave van de te behandelen onderwerpen). In het laatste geval vindt de vergadering binnen twee weken plaats.
Tegelijkertijd met de oproep brengt de voorzitter dag, tijdstip en plaats van de vergadering ter openbare kennis. De agenda en de daarbij behorende voorstellen, met uitzondering van de in artikel 25, tweede lid, van de Gemeentewet, genoemde stukken waaromtrent geheimhouding is opgelegd, worden tegelijkertijd met de oproep en op een bij de openbare kennisgeving aan te geven wijze ter inzage gelegd.
Uit de Gemeentewet zijn van overeenkomstige toepassing het bepaalde in artikel 20 (quorum voor opening van vergadering), artikel 22 (onschendbaarheid, verschoningsrecht), artikel 26 (handhaving orde vergadering), artikel 28 (niet-deelname aan de stemming), artikel 29 (quorum voor geldige stemming), artikel 30 (tot stand komen besluit), artikel 31 (geheime stembriefjes), artikel 32 (overige stemmingen) en artikel 33 (ambtelijke bijstand leden van het algemeen bestuur).
Hoofdstuk 4 Het dagelijks bestuur
Een lid van het dagelijks bestuur kan door het algemeen bestuur worden ontslagen, als dit lid niet meer het vertrouwen van het algemeen bestuur geniet. In dit geval is het bepaalde in artikelen 49 en 50 van de Gemeentewet van overeenkomstige toepassing. Op het ontslagbesluit is artikel 8:1 van de Algemene wet bestuursrecht niet van toepassing.
De taak van het dagelijks bestuur is:
a. het voorbereiden van al hetgeen aan het algemeen bestuur ter overweging en beslissing zal worden voorgelegd, voor zover die voorbereiding niet aan anderen is opgedragen;
b. het uitvoeren van besluiten van het algemeen bestuur;
c. het beheer van de eigendommen en geldmiddelen van de regeling;
d. het nemen van alle conservatoire maatregelen, zowel in als buiten rechte en het doen van alles wat nodig is ter voorkoming van verjaring en het verlies van recht of bezit;
e. het houden van een voortdurend toezicht op het beheer en de exploitatie van de regeling, alsmede op al wat de regeling aangaat, waaronder de zorg voor de archiefbescheiden;
f. het benoemen, schorsen en ontslaan van het personeel, met uitzondering van de directeur;
g. het behartigen van de belangen van de regeling bij andere overheidslichamen en instellin-gen, diensten of personen, waarmee contact voor de regeling van belang is.
Hoofdstuk 9 Het beleidsplan en het beleidsverslag
Artikel 23 Beleidsplan en beleidsverslag
De raden van de gemeenten kunnen binnen acht weken na toezending van het ontwerp van het meerjarenbeleidsplan het dagelijks bestuur hun zienswijze aangeven. Het dagelijks bestuur voegt de zienswijzen, waarin de gevoelens van de raden zijn vervat, bij het ontwerp van het meerjarenbeleidsplan zoals deze aan het algemeen bestuur wordt aangeboden.
Het algemeen bestuur stelt op basis van het meerjarenbeleidsplan het bedrijfsplan van de regeling vast. Als de raad van een gemeente ten aanzien van een bepaald onderwerp een eigen beleid wenst uit te voeren dat afwijkt van het gemeenschappelijke beleid, wordt ook het afwijkende beleidsstandpunt van deze gemeente in het bedrijfsplan opgenomen en door de regeling uitgevoerd. Op de financiële gevolgen hiervan is artikel 25 lid 2 van toepassing.
Hoofdstuk 10 Financiële bepalingen
Artikel 24 Begrotingsprocedure
Het dagelijks bestuur zendt jaarlijks vóór 1 april de ontwerpbegroting van de regeling voor het komende kalenderjaar, samen met een memorie van toelichting en de financiële beleidsuitgangspunten voor de komende jaren (meerjarenraming), toe aan de raden van de gemeenten. Het bepaalde in artikel 190, eerste lid, van de Gemeentewet is van toepassing.
De raden van de gemeenten kunnen binnen acht weken na ontvangst van de ontwerpbegroting het dagelijks bestuur hun zienswijze aangeven. Het dagelijks bestuur voegt de commentaren waarin de zienswijze van de raden zijn vervat, bij de ontwerpbegroting, zoals deze aan het algemeen bestuur wordt aangeboden.
Het dagelijks bestuur legt jaarlijks vóór 1 april aan het algemeen bestuur verantwoording af over het afgelopen kalenderjaar, onder overlegging van de opgestelde jaarstukken, het jaarverslag met de daarbij behorende bescheiden en een berekening van de door de gemeenten te betalen bijdragen, samen met het rapport van de met de controles belaste accountant.
Hoofdstuk 12 Toetreding, uittreding, wijziging, geschillen en opheffing
Artikel 30 Toetreding, uittreding
Ingaande de inwerkingtreding van de regeling, is uittreding door deelnemers gedurende een periode van vijf kalenderjaren niet mogelijk. Na het verstrijken van deze periode is uittreding te allen tijde mogelijk, mits daarvan conform het vierde lid, met een opzegtermijn van tenminste één kalenderjaar, van tevoren schriftelijk aankondiging is gedaan en wordt voldaan aan de daaraan door het algemeen bestuur te stellen voorwaarden.
Voor de vaststelling van de financiële gevolgen als bedoeld in lid 7 wordt door de regeling en de uittredende gemeente gezamenlijk advies gevraagd aan een onafhankelijke externe deskundige. Het advies van deze deskundige is voor partijen bindend. De kosten voor het inschakelen van de deskundige zijn voor rekening van de uittredende gemeente.
Voorstellen uitgaande van één of meer gemeenten worden toegezonden aan het algemeen bestuur, dat het voorstel met zijn beschouwingen binnen acht weken aan de colleges van de gemeenten doet toekomen, waarna deze gemeenten en het algemeen bestuur verder han-delen conform het bepaalde in het vorige lid van dit artikel.
Artikel 33 Ontbinding en liquidatie
Ingeval van een besluit tot ontbinding van de regeling, als bedoeld in het vorige lid, stelt het algemeen bestuur daarvoor een liquidatieplan op ter vereffening van het vermogen van de regeling. Een zodanig besluit wordt met een tweederde meerderheid genomen, nadat de raden van de gemeenten in de gelegenheid zijn gesteld hun wensen en bedenkingen ter kennis van het algemeen bestuur te brengen.
Het besluit tot ontbinding of tot wijziging van de regeling wordt direct gezonden aan de gemeenten en gedeputeerde staten, mede met het oog op de vereiste goedkeuring door gedeputeerde staten van de wijziging van de regeling conform de artikelen 26, 27, 36 en 37 van de wet en naar het Handelsregister bij de Kamer van Koophandel van het ressort waaronder de regeling valt.
Aldus besloten in de vergadering van het college van burgemeester en wethouders van de ge-meente Borsele d.d.21 mei 2013,
E.J. Gelok, burgemeester.
J.P. van den Berge, secretaris.
Aldus besloten in de vergadering van het college van burgemeester en wethouders van de ge-meente Goes d.d. 21 mei 2013,
mr. L.J. Verhulst, burgemeester.
C.G.M. Maas, secretaris.
Aldus besloten in de vergadering van het college van burgemeester en wethouders van de ge-meente Kapelle d.d. 21 mei 2013,
mr. A.B. Stapelkamp, burgemeester.
mevrouw ir. M. Quapp, secretaris.
Aldus besloten in de vergadering van het college van burgemeester en wethouders van de ge-meente Noord-Beveland d.d. 21 mei 2013,
H. van Kooten, burgemeester.
drs. D. Sinke, secretaris.
Aldus besloten in de vergadering van het college van burgemeester en wethouders van de ge-meente Reimerswaal d.d. 21 mei 2013,
A.J. Huisman, burgemeester.
mr. F.L.A.R. Marquinie mba, secretaris.