Organisatie | Voorst |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Verordening langdurigheidstoeslag WWB 2009 |
Citeertitel | Verordening langdurigheidstoeslag WWB 2009 |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | maatschappelijke zorg en welzijn |
Eigen onderwerp |
Geen.
Wet werk en bijstand, art. 8 en art. 36
Geen.
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
21-06-2012 | 01-01-2012 | 01-01-2015 | toevoeging hoofdstuk 2a | 21-05-2012 Voorster Nieuws, 13-06-2012, G 468 | 2012-09421 |
26-11-2009 | 01-01-2009 | 01-01-2012 | nieuwe regeling | 11-11-2009 Voorster Nieuws, 25-11-2009, G 392 | 2009-07356 |
De raad van de gemeente Voorst;
gelezen het voorstel van het college van 4 augustus 2009, nr. ;
gelet op de artikelen 8, eerste lid, onderdeel d en 36 van de Wet werk en bijstand;
overwegende dat de raad bij verordening regels dient te stellen over het verstrekken van langdurigheidstoeslag aan personen van 21 jaar of ouder doch jonger dan 65 jaar;
vast te stellen de navolgende verordening langdurigheidstoeslag WWB.
Hoofdstuk 1. Algemene bepalingen
In deze verordening wordt verstaan onder:
inkomen: het inkomen als bedoeld in artikel 32 van de wet, met dien verstande dat voor de zinsnede ‘een periode waarover een beroep op bijstand wordt gedaan’ moet worden gelezen ‘de referteperiode’. Een bijstandsuitkering wordt, in afwijking van artikel 32 van de wet voor de beoordeling van het recht op langdurigheidstoeslag als inkomen gezien;
Hoofdstuk 2. Recht op langdurigheidstoeslag
Artikel 3 Langdurig, laag inkomen en inkomensverbetering
Aan de in artikel 36, eerste lid, van de wet gestelde voorwaarde van het hebben van een langdurig, laag inkomen, is voldaan als gedurende de referteperiode het inkomen per maand niet uitkomt boven de 100 procent van de van toepassing zijnde bijstandsnorm.
Hoofdstuk 2a Regeling in verband met de wijzigingen in de WWB en intrekking van de WIJ per 1 januari 2012’
Artikel 4b Afwijkend recht bij een niet rechthebbend gezinslid.
Indien één van de gezinsleden op de peildatum is uitgesloten van het recht op langdurigheidstoeslag ingevolge de artikelen 11 of 13, eerste lid van de wet, waardoor slechts één van de gezinsleden recht op langdurigheidstoeslag heeft, komt dit gezinslid in aanmerking voor een langdurigheidstoeslag naar de hoogte die voor hem als alleenstaande of alleenstaande ouder zou gelden.