Organisatie | Oudewater |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Algemene subsidieverordening Oudewater 2013 |
Citeertitel | Algemene Subsidieverordening Oudewater 2013 |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | maatschappelijke zorg en welzijn |
Eigen onderwerp |
Geen.
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
05-04-2017 | art. 2 | 16-03-2017 Gemeenteblad 2017, 53712 | 53712/2017 | ||
13-11-2013 | 05-04-2017 | Nieuwe regeling | 31-10-2013 | D5-180 |
Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen
Artikel 1 Begripsomschrijvingen
In deze verordening wordt verstaan onder:
a. aanvrager: een rechtspersoon met volledige rechtsbevoegdheid, die een aanvraag heeft ingediend om subsidie te verkrijgen;
b. eenmalige subsidie: subsidie voor incidentele projecten of activiteiten die niet behoren tot de reguliere bezigheden van de aanvrager en voor een van tevoren afgebakende periode, die niet langer dan 3 jaar is of eenmalig zullen plaatsvinden;
c. jaarlijkse subsidie: subsidie voor activiteiten die van jaar tot jaar plaatsvinden of zich uitstrekken over meerdere jaren met een structureel karakter;
d. directe subsidievaststelling: het vaststellen van de subsidie voor het begin van het subsidietijdvak, zonder dat er voorafgaand een subsidieverlening plaatsvindt;
e. subsidie: de aanspraak op financiële middelen, door een bestuursorgaan verstrekt met het oog op bepaalde activiteiten van de aanvrager, anders dan als betaling voor aan het bestuursorgaan geleverde goederen of diensten;
f. subsidieverstrekking: de verzamelterm voor het verlenen en vaststellen van subsidie;
g. het activiteitenplan: een overzicht van de activiteiten waarvoor subsidie wordt aangevraagd en de daarmee nagestreefde doelstellingen;
h. subsidieplafond: het bedrag dat gedurende een bepaald tijdvak ten hoogste beschikbaar is voor de verstrekking van subsidies op basis van deze verordening;
i. raad: de raad van de gemeente Oudewater;
j. college: het college van burgemeester en wethouders van Oudewater;
k. activiteit: een met gebruikmaking van de subsidie te leveren product of prestatie die openbaar toegankelijk is;
l. uitvoeringsovereenkomst: overeenkomst zoals bedoeld in artikel 4:36 van de Awb tussen gemeente en subsidieontvanger ter uitvoering van de subsidiebeschikking.
Artikel 2 Reikwijdte verordening
Artikel 5 Algemene verplichtingen van de subsidieontvanger
Behalve wanneer er sprake is van een op een specifieke doelgroep gerichte activiteit, moeten de activiteiten van de subsidieontvanger open staan voor alle groeperingen zonder onderscheid naar godsdienst, levensovertuiging, politieke gezindheid, ras, geslacht, burgerlijke staat, seksuele gerichtheid, leeftijd of welke grond dan ook.
Bij de aanvraag voor een subsidie tot € 5.000,- moeten de volgende stukken worden ingediend:
b. een begroting met een overzicht van alle voor het boekjaar geraamde inkomsten en uitgaven van de subsidieaanvrager, voor zover deze betrekking hebben op de activiteiten waarvoor subsidie wordt aangevraagd.
Voor de aanvraag van een subsidie van € 5.000,- tot € 50.000,- moeten de volgende stukken worden ingediend:
a. een activiteitenplan, met daarin een motivering die kan worden getoetst aan het gemeentelijk beleid.
1. een overzicht van alle voor het boekjaar geraamde inkomsten en uitgaven van de subsidieaanvrager als geheel voor het tijdvak waarvoor subsidie wordt aangevraagd, en
2. een overzicht van de inkomsten en uitgaven van de subsidieaanvrager, die betrekking hebben op de activiteiten waarvoor subsidie wordt aangevraagd.
Voor de aanvraag van een subsidie van € 50.000,- of meer, moeten de volgende stukken worden ingediend:
a. een activiteitenplan, met daarin een motivering die kan worden getoetst aan het gemeentelijk beleid.
1. een overzicht van alle voor het boekjaar geraamde inkomsten en uitgaven van de subsidieaanvrager als geheel voor het tijdvak waarvoor subsidie wordt aangevraagd, en
2. een overzicht van de inkomsten en uitgaven van de subsidieaanvrager, die betrekking hebben op de activiteiten waarvoor subsidie wordt aangevraagd, en
3. een specificatie van de kosten per activiteit of per cluster van activiteiten, en
4. een (globale) vergelijking van de begroting van het lopende boekjaar met de gerealiseerde inkomsten en uitgaven van het voorgaande boekjaar.
c. een plan waarin aangegeven wordt welke voorzieningen de subsidieaanvrager treft, voor welke doeleinden deze dienen en tot welk bedrag.
Voor zover de subsidieaanvrager voor dezelfde (of vergelijkbare) activiteiten ook subsidie heeft aangevraagd bij een ander bestuursorgaan, dan wel privaatrechtelijk rechtspersoon die subsidies verstrekt, deelt hij dit mee bij de aanvraag, onder vermelding van de stand van zaken met betrekking tot de beoordeling van die aanvraag of aanvragen.
De subsidieontvanger informeert het college zo snel mogelijk schriftelijk over:
a. besluiten of procedures die zijn gericht op beëindiging van de activiteiten van de subsidieontvanger of op ontbinding van de rechtspersoon;
b. wijzigingen in de financiële en organisatorische verhouding met derden;
c. ontwikkelingen die ertoe kunnen leiden dat gemaakte afspraken die voortvloeien uit een tussen gemeente en subsidieontvanger gesloten uitvoeringsovereenkomst niet kunnen worden verwezenlijkt;
d. ontwikkelingen die ertoe kunnen leiden dat de in de beschikking, en eventuele bijlagen daarbij, vastgelegde afspraken niet kunnen worden uitgevoerd.
Artikel 9 Uitvoeringsovereenkomst
Voordat een subsidie wordt verleend, kan ter uitvoering van die subsidie een uitvoeringsovereenkomst worden gesloten. Nadat de aanvraag voor een subsidie is ontvangen, zal het college daartoe overleggen met de subsidieaanvrager. Komt een uitvoeringsovereenkomst niet tot stand, dan kan dit worden aangemerkt als een weigeringgrond als bedoeld in artikel 4:35, eerste lid onder b, Awb.
Het college kan voor subsidies binnen de door de raad vast te stellen beleidsterreinen of onderdelen daarvan bepalen dat de gevraagde subsidie kan worden geweigerd of de verleende subsidie kan worden ingetrokken in het geval en onder voorwaarden, bedoeld in artikel 3 van de Wet bevordering integriteitbeoordelingen door het openbaar bestuur.
Hoofdstuk 2 Jaarlijkse subsidie
Op de aanvraag voor een jaarlijkse subsidie wordt door het college beslist voor 31 december van het jaar dat vooraf gaat aan het subsidietijdvak waarop de aanvraag betrekking heeft.
De subsidieverlening kan naast de in artikel 4:25 en artikel 4:35 van de Awb genoemde gevallen worden geweigerd indien gegronde redenen bestaan om aan te nemen dat:
a. de subsidieverlening niet past binnen het beleid van de gemeente Oudewater;
b. de activiteiten van de aanvrager niet gericht zullen zijn op de gemeente Oudewater of niet aanwijsbaar ten goede komen aan inwoners van de gemeente;
c. de gelden niet of onvoldoende besteed zullen worden voor de activiteiten en/of het doel waarvoor de subsidie beschikbaar wordt gesteld;
d. de aanvrager doelstellingen beoogt of activiteiten zal ontplooien die in strijd zijn met de wet, het algemeen belang of de openbare orde;
e. de aanvrager ook zonder subsidieverstrekking over voldoende gelden, hetzij uit eigen middelen, hetzij uit middelen van derden, kan beschikken om de kosten van de activiteiten te dekken;
f. de organisatorische en financiële continuïteit van de aanvrager onvoldoende gegarandeerd is;
g. de aanvrager juridisch, financieel en/of organisatorisch verbonden is aan een instelling die dezelfde of een vergelijkbare activiteit uitvoert en daarbij het maken van winst en/of het verwerven van persoonlijk inkomen als (neven)doel heeft;
h. de doelstellingen, activiteiten, statuten of reglementen van de aanvrager dan wel het beoogde gebruik van de subsidie discriminatie opleveren wegens godsdienst, levensovertuiging, politieke gezindheid, ras, geslacht, burgerlijke staat, seksuele geaardheid, leeftijd of op welke grond dan ook.
Artikel 15 Verantwoording bij jaarlijkse subsidie tot € 5.000,-
Het college kan binnen 3 jaar na de verstrekking als bedoeld in lid 1 bepalen dat de volgende gegevens en stukken worden overgelegd:
a. een inhoudelijk jaarverslag waaruit blijkt of het doel is gerealiseerd en de activiteiten zijn uitgevoerd;
b. een overzicht van de activiteiten en de hieraan verbonden uitgaven en inkomsten (financieel jaarverslag of jaarrekening).
Artikel 16 Verantwoording bij jaarlijkse subsidie van € 5.000,- tot € 50.000,-
Tenzij in de subsidiebeschikking een andere termijn is genoemd, dient de subsidieontvanger uiterlijk op 1 mei in het jaar na afloop van het subsidietijdvak waarvoor de subsidie is verleend de volgende stukken in bij het college:
a. een inhoudelijk verslag waaruit blijkt of het doel is gerealiseerd en de activiteiten zijn uitgevoerd (activiteitenverslag);
b. een overzicht van de activiteiten en de hieraan verbonden uitgaven en inkomsten (financieel verslag).
Artikel 17 Verantwoording bij jaarlijkse subsidie van € 50.000,-
Tenzij in de subsidiebeschikking een andere termijn is genoemd, dient de subsidieontvanger uiterlijk op 1 mei in het jaar na afloop van het subsidietijdvak waarvoor de subsidie is verleend de volgende stukken in bij het college:
a. een inhoudelijk verslag waaruit blijkt of het doel is gerealiseerd en de activiteiten zijn uitgevoerd (activiteitenverslag);
b. Een financieel verslag dat tenminste het volgende inhoudt:
1. een balans; toestand aan het einde van het afgelopen subsidiejaar met een toelichting daarop;
2. een exploitatierekening, conform artikel 4:76, tweede tot en met het vijfde lid Awb. Bij de exploitatierekening wordt dezelfde indeling gehanteerd als de begroting.
Het college is bevoegd controle uit te oefenen op de getrouwheid van de in artikel 15, 16 of 17 bedoelde gegevens en aanvullend onderzoek te (laten) verrichten om een oordeel te krijgen over de effectiviteit en efficiency van de subsidieontvanger en over de rechtmatigheid van besteding van de toegekende subsidie.
De subsidieontvanger is verplicht mee te werken aan de controle respectievelijk aan een onderzoek zoals bedoeld in het eerste lid van dit artikel en verschaft daartoe de toezichthouders als bedoeld in het derde lid van dit artikel toegang tot de betreffende accommodatie en verleent hen inzage in de boekhouding.
Hoofdstuk 3 Eenmalige subsidie
Artikel 20 De aanvraag van eenmalige subsidie
Een aanvraag voor eenmalige subsidie moet tenminste acht weken vóór het begin van de te subsidiëren activiteit worden ingediend.
Een eenmalige subsidie kan, naast de in artikel 4:25 en artikel 4:35 van de Awb genoemde gevallen, geweigerd worden op de gronden zoals omschreven in artikel 12 van deze verordening.
Artikel 23 Verplichtingen ontvanger eenmalige subsidie
De subsidieontvanger informeert het college zo snel mogelijk schriftelijk over:
a. besluiten of procedures die zijn gericht op beëindiging van de activiteiten van de subsidieontvanger of op ontbinding van de rechtspersoon;
b. wijzigingen in de financiële en organisatorische verhouding met derden;
c. ontwikkelingen die ertoe kunnen leiden dat gemaakte afspraken die voortvloeien uit een tussen gemeente en subsidieontvanger gesloten uitvoeringsovereenkomst niet kunnen worden gerealiseerd;
d. ontwikkelingen die ertoe kunnen leiden dat de in de beschikking, en eventuele bijlagen daarbij, vastgelegde afspraken niet kunnen worden gerealiseerd.
Artikel 24 Verantwoording bij eenmalige subsidie tot € 5.000,-
Het college kan binnen drie jaar na de verstrekking als bedoeld in lid 1 bepalen dat de volgende gegevens en bescheiden worden overgelegd:
a. een inhoudelijk jaarverslag waaruit blijkt of het doel is gerealiseerd en de activiteiten zijn uitgevoerd;
b. een overzicht van de activiteiten en de hieraan verbonden uitgaven en inkomsten (financieel jaarverslag of jaarrekening).
Artikel 25 Verantwoording bij eenmalige subsidie van € 5.000,- tot € 50.000,-
Tenzij in de subsidiebeschikking een andere termijn is genoemd, dient de subsidieontvanger uiterlijk acht weken na afronding van de gesubsidieerde activiteiten de volgende stukken in bij het college:
a. een inhoudelijk verslag waaruit blijkt of het doel is gerealiseerd en de activiteiten zijn uitgevoerd (activiteitenverslag);
b. een overzicht van de activiteiten en de hieraan verbonden uitgaven en inkomsten (financieel verslag).
Artikel 26 Verantwoording bij eenmalige subsidie van € 50.000,- of meer
Tenzij in de subsidiebeschikking een andere termijn is genoemd, dient de subsidieontvanger uiterlijk acht weken na afronding van de gesubsidieerde activiteiten de volgende stukken in bij het college:
a. een inhoudelijk verslag waaruit blijkt of het doel is gerealiseerd en de activiteiten zijn uitgevoerd (activiteitenverslag);
b. een financieel verslag dat tenminste het volgende inhoudt:
1. een balans; naar de toestand aan het einde van het afgelopen subsidiejaar met een toelichting daarop;
2. een exploitatierekening, conform artikel 4:76, tweede tot en met het vijfde lid. Bij de exploitatierekening wordt dezelfde indeling gehanteerd als bij de begroting.
Het college is bevoegd controle uit te oefenen op de getrouwheid van de in artikel 23, 24 of 25 bedoelde gegevens en aanvullend onderzoek te(laten) verrichten om een oordeel te krijgen over de effectiviteit en efficiency van de subsidieontvanger en de rechtmatigheid van besteding van de toegekende subsidie.
De subsidieontvanger is verplicht mee te werken aan de controle respectievelijk een onderzoek zoals bedoeld in het eerste lid van dit artikel en verschaft daartoe de toezichthouders als bedoeld in het derde lid van dit artikel toegang tot de betreffende accommodatie en verleent hen inzage in de boekhouding.
Artikel 28 Subsidievaststelling
Indien het college, op basis van lid 3, categorieën van subsidies of subsidieontvangers aanwijst waarvoor de subsidieverlening en de subsidievaststelling tegelijkertijd bepaald wordt (directe subsidievaststelling), dan is artikel 23 lid 2 tot en met 4, tenzij anders bepaald door het college, van toepassing.
Hoofdstuk 4 Financiële bepalingen
Artikel 31 Vermogensvorming subsidieontvanger
De subsidieontvanger is, voor zover het verstrekken van de subsidie heeft geleid tot vermogensvorming, daarvoor in de volgende gevallen een vergoeding verschuldigd aan het college:
a. indien de subsidieontvanger een schadevergoeding ontvangt voor verlies of beschadiging van voor de gesubsidieerde activiteiten gebruikte of bestemde goederen;
b. indien de gesubsidieerde activiteiten geheel of gedeeltelijk worden beëindigd;
c. indien de subsidieverlening of de subsidievaststelling wordt ingetrokken of de subsidie wordt beëindigd;
d. indien de rechtspersoon die subsidie ontvangt wordt ontbonden.
Hoofdstuk 5 Overgangs- en slotbepalingen
Het college kan, in bijzondere gevallen, een artikel of artikelen van deze verordening buiten toepassing laten of daarvan afwijken, met uitzondering van de artikelen 1, 2, 3, 13 en 22 voor zover toepassing gelet op het belang van de aanvrager of subsidieontvanger, leidt tot een onbillijkheid van overwegende aard. Het van toepassing verklaren van dit artikel wordt gemotiveerd in het besluit.