Hoofdstuk 1. Inleidende bepalingen
Artikel 1. Begripsbepalingen
In deze verordening wordt verstaan onder:
- a.
De gemeentelijke begraafplaatsen:
- ·
Gemeentelijke begraafplaats: Akerstraat, Akerstraat te
Heerlen;
- ·
Gemeentelijke begraafplaats: Heerlerheide, Kampstraat te
Heerlen;
- ·
Gemeentelijke begraafplaats: Imstenrade, Imstenraderweg te
Heerlen;
- ·
Gemeentelijke begraafplaats: Randweg, Randweg te
Heerlen;
- ·
Gemeentelijke begraafplaats: Sint Jan, Sint Janstraat te
Heerlen;
- ·
Gemeentelijke begraafplaats: Mariarade, Op de Weijenberg, te
Heerlen;
- ·
Gemeentelijke begraafplaats: Nieuw lotbroek, Heerlerweg te
Heerlen.
- b.
graf: een zandgraf of keldergraf;
- c.
grafkelder: een betonnen of gemetselde
constructie waarin de stoffelijke resten van een of meerdere
personen worden begraven of asbussen worden bijgezet;
grafkelders kunnen onderdeel zijn van een bovengrondse muur
of wand;
- d.
asbus: een afgesloten bus ter berging van as van
een overledene;
- e.
urn: een voorwerp ter berging van een of meer
asbussen;
- f.
particulier graf: een graf waarvoor aan een
natuurlijk persoon of rechtspersoon het uitsluitend recht is
verleend tot:
- 1.
het doen bijzetten of begraven en bijgezet of begraven
houden van stoffelijke resten;
- 2.
het doen bijzetten en bijgezet houden van asbussen met of
zonder urnen;
- 3.
het doen verstrooien van as.
- g.
particulier kindergraf: een graf, waarvoor aan
een natuurlijk persoon of rechtspersoon het uitsluitend
recht is verleend tot:
- 1.
het doen begraven en begraven houden van stoffelijke resten
van levenloos geboren kinderen, alsmede van kinderen tot 12
jaar;
- 2.
het doen bijzetten en bijgezet houden van een asbussen met
of zonder urn van levenloos geboren kinderen, alsmede van
kinderen tot 12 jaar;
- 3.
het doen verstrooien van as.
- h.
algemeen graf: een graf bij de gemeente in beheer
waarin gelegenheid wordt geboden tot het doen begraven van
stoffelijke resten;
- i.
particulier urnengraf: een graf waarvoor aan een
natuurlijk persoon of rechtspersoon het uitsluitend recht is
verleend tot:
- 1.
het doen bijzetten en bijgezet houden van asbussen met of
zonder urnen;
- j.
particuliere urnennis: een nis waarvoor aan een
natuurlijk persoon of rechtspersoon het uitsluitend recht is
verleend tot het doen bijzetten en bijgezet houden van
asbussen met of zonder urnen;
- k.
verstrooiingsplaats: een plaats waarop as van een
overledene wordt verstrooid;
- l.
grafbedekking: gedenkteken en grafbeplanting op
een graf, gedenkplaats of verstrooiingsplaats;
- m.
beheerder: de ambtenaar die belast is met de
dagelijkse leiding van de begraafplaats(en) of degene die
hem vervangt;
- n.
rechthebbende: natuurlijk persoon of
rechtspersoon aan wie een uitsluitend recht is verleend op
een particulier graf een particulier urnengraf of urnennis
dan wel degene die redelijkerwijze geacht kan worden in
diens plaats te zijn getreden;
- o.
gebruiker: natuurlijk persoon of rechtspersoon
aan wie een recht tot gebruik van een ruimte in een algemeen
graf is verleend, dan wel degene die redelijkerwijze geacht
kan worden in diens plaats te zijn getreden;
- p.
keuze graf: een particulier graf gelegen op een
uitgekozen plek op de begraafplaats. Het betreft bestaande
graven waarvan de grafrechten zijn verlopen. Nabestaande of
rechthebbende kunnen de locatie van het graf kiezen. Ook
zijn deze graven te reserveren;
- q.
galerijgraf: bovengronds graf in de vorm van een
galerij;
- r.
college: het college van burgemeester en
wethouders van de gemeente Heerlen;
- s.
werkdag: maandag tot en met vrijdag uitgezonderd
de feestdagen;
- t.
aanvrager: degene die – al dan niet door
tussenkomst van een uitvaartverzorger- opdracht geeft voor
een begrafenis, of die de uitgifte van een graf
aanvraagt.
Artikel 2. Uitbreiding begrippen particulier en algemeen graf
- 1.
Voor de toepassing van het bij of krachtens deze verordening
bepaalde wordt, voor zover van belang onder 'particulier graf' mede
verstaan: particulier kindergraf, particulier urnengraf,
particuliere urnennis, keuze graf en galerijgraf;
Hoofdstuk 2. Openstelling, orde en rust op de begraafplaats
Artikel 3. Openstelling begraafplaats(en)
- 1.
De begraafplaats(en) is (zijn) voor eenieder dagelijks
toegankelijk gedurende door of namens het college bij nadere
regels vast te stellen tijden. Het college maakt deze tijden
openbaar bekend;
- 2.
Ter handhaving van de orde en rust op de begraafplaats(en)
kunnen de toegangen tijdelijk worden gesloten;
- 3.
Het is verboden gedurende de tijd dat de begraafplaats(en)
niet voor het publiek geopend is (zijn), zich daarop te
bevinden, anders dan voor het bijwonen van een begrafenis of
voor de bezorging van as.
Artikel 4. Ordemaatregelen
- 1.
Het is steenhouwers, hoveniers en daarmee gelijk te stellen
personen verboden, anders dan met toestemming van of namens
het college, werkzaamheden voor derden aan grafbedekkingen
op de begraafplaatsen te verrichten. Deze toestemming kan
mondeling worden gegeven;
- 2.
Het wegnemen en opnieuw plaatsen van grafbedekking op eigen
graven in verband met een bijzetting in een bestaand graf
geschiedt op aanwijzing en op kosten van de rechthebbende en
onder toezicht van de beheerder;
- 3.
Het is verboden met motorrijtuigen op de begraafplaats(en)
te rijden:
- a.
elders dan op de daartoe aangewezen rijwegen;
motorrijtuigen zijn buiten de rijwegen (slechts)
toegestaan voor begrafenissen of voor het vervoer
van materialen;
- b.
anders dan voor een begrafenis of voor het vervoeren
van materialen, met dien verstande dat bij een
begrafenis alleen de lijkauto wordt toegelaten;
- c.
sneller dan 10 km per uur.
- 4.
Het college kan ontheffing verlenen van het verbod, bedoeld
in de aanhef en onder a en b van het derde lid;
- 5.
Bezoekers, personeel van uitvaartondernemingen en personen
die werkzaamheden op de begraafplaats(en) hebben te
verrichten, zijn verplicht zich in het belang van de orde,
rust en netheid te houden aan de aanwijzingen van de
beheerder;
- 6.
De beheerder kan degenen die zich niet aan de in het vijfde
lid bedoelde aanwijzing houden van de begraafplaats
verwijderen of laten verwijderen.
Artikel 5. Plechtigheden
- 1.
Herdenkingsbijeenkomsten, onthullingen van gedenktekens en
dergelijke plechtigheden op de begraafplaats kunnen slechts
plaatsvinden nadat deze ten minste zes werkdagen tevoren
zijn gemeld aan de beheerder. Datum en uur van de
plechtigheid en de wijze waarop deze zal plaatsvinden worden
in overleg met de aanvrager door de beheerder
vastgesteld;
- 2.
De deelnemers aan de plechtigheid, bedoeld in het eerste lid
zijn verplicht zich in het belang van de orde, rust en
netheid te houden aan de aanwijzingen van de beheerder.
Artikel 6. Opgravingen en ruimen
Bij het opgraven van stoffelijke resten en de ruiming van graven
zijn geen andere personen aanwezig dan degenen die door de beheerder
met deze werkzaamheden zijn belast.
Hoofdstuk 3. Voorschriften voor lijkbezorging
Artikel 7. Kennisgeving begraven en asbezorging, openen en sluiten van het graf
- 1.
Begraving geschiedt niet eerder dan 36 uur na
overlijden en uiterlijk op de zesde werkdag na
overlijden;
- 2.
Degene die wil doen begraven stelt daarvan uiterlijk
een volledige werkdag voorafgaand aan de dag waarop
de begraving, bijzetting zal plaatsvinden, het
college schriftelijk in kennis. Indien de
burgemeester toestemming heeft gegeven om het
stoffelijk overschot binnen 36 uur na het overlijden
te begraven moet de kennisgeving aan de beheerder zo
spoedig mogelijk worden gedaan;
- 3.
Degene die as wil doen bijzetten of as wil doen verstrooien,
dient dit verzoek tenminste
zes werkdagen voor de datum van de verstrooiing in bij het
college. Datum en uur van de
plechtigheid en de wijze waarop deze zal plaatsvinden
worden in overleg met de aanvrager
door de beheerder vastgesteld;
- 4.
Het openen van een graf ter begraving of voor het bezorgen
van as, en het daarna sluiten
van een graf, alsmede het bedienen van de hulpmiddelen mag
uitsluitend geschieden door
het personeel van de begraafplaats op aanwijzingen en onder
toezicht van de beheerder. De
nabestaanden kunnen deze werkzaamheden onder toezicht van
de beheerder geheel of
gedeeltelijk zelf verrichten indien zij hun wens daartoe
uiterlijk om 12.00 uur van de
voorafgaande werkdag mondeling of schriftelijk aan de
beheerder hebben kenbaar
gemaakt. Zij dienen bij deze werkzaamheden de aanwijzingen
van de beheerder op te
volgen;
- 5.
Grafkelders worden door derden geopend, op aanwijzing en
onder toezicht van de
beheerder.
Artikel 7a. Eisen aan lijkkist of ander omhulsel
- 1.
Om te verhinderen dat het ontbindingsproces belemmerd of
gestagneerd wordt, mag een stoffelijk overschot uitsluitend worden
begraven in een kist of omhulsel (eventueel met gebruikmaking van
een lijkhoes) die voldoen aan door het college te stellen nadere
eisen.
Artikel 8. Over te leggen stukken
- 1.
Tot begraving wordt niet overgegaan dan nadat het verlof tot
begraven is overlegd aan de
beheerder;
- 2.
Indien de begraving of de bezorging van as in een
particulier graf zal plaatsvinden, dient
een machtiging daartoe aan de beheerder te worden
overgelegd ondertekend door de
rechthebbende of, indien deze is overleden, door degene die
in de uitvaart voorziet;
- 3.
Begraving of bijzetting in een particulier graf waarvan de
uitgiftetermijn binnen de
wettelijke minimum grafrusttermijn afloopt, kan alleen
plaatsvinden onder gelijktijdige
verlenging van de uitgiftetermijn met een zodanige periode
dat de alsdan resterende
uitgiftetermijn ten minste gelijk is aan de wettelijke
minimum grafrusttermijn (10 jaar). De
verlenging dient te worden aangevraagd door de
rechthebbende;
- 4.
De in het vorige lid bedoelde periode van verlenging wordt
naar boven toe afgerond op
gehele jaren;
- 5.
De beheerder onderzoekt of de overlegde stukken toereikend
zijn.
Artikel 9. Tijden van begraven en asbezorging
- 1.
De tijd van begraven en het bezorgen van as geschiedt op
werkdagen en op zaterdag van 09.00 uur tot 15.00 uur;
- 2.
Indien de begrafenisstoet zich later meldt dan 15.00 uur zal
de inzet van de beheerder en de medewerker die het graf
sluit voor de duur van de overschrijding afgerond per
kwartier worden doorberekend.
- 3.
Het college kan in bijzondere gevallen van deze tijden
afwijken.
Hoofdstuk 4. Indeling en uitgifte van de graven
Artikel 10. Indeling graven en asbezorging
- 1.
Afhankelijk van de begraafplaats kunnen worden
uitgegeven:
- a.
- b.
particuliere urnengraven;
- c.
particuliere urnennissen;
- d.
- e.
- f.
- g.
toestemming voor de verstrooiing van as.
- 2.
Het college bepaalt bij nader vast te stellen regels hoeveel
stoffelijke resten en hoeveel asbussen met of zonder urnen
er kunnen worden bijgezet in de particuliere graven en
hoeveel verstrooiingen van as er op de particuliere graven
kunnen plaatshebben. Het college bepaalt tevens de
afmetingen en de uitgifteduur van de particuliere graven. De
uitgifteduur kan niet korter zijn dan de minimumtermijn
vastgesteld in de Wet op de lijkbezorging.
Artikel 11. Aantal overledenen in algemene graven
- 1.
In de algemene graven kan een door of namens het college te
bepalen aantal stoffelijke resten worden begraven.
Artikel 12. Volgorde van uitgifte
- 1.
Particuliere graven worden slechts voor directe begraving en
in volgorde van ligging uitgegeven;
- 2.
Het college kan een particulier graf toewijzen anders dan
voor directe begraving en buiten de volgorde van uitgifte,
indien dit wegens de situatie op de begraafplaats(en) niet
bezwaarlijk is. Dit doet zich onder andere voor bij de keuze
graven.
Artikel 13. Categorieën van graven
- 1.
Het college kan bij nader vast te stellen regels de algemene en
particuliere graven onderverdelen in categorieën.
- 2.
Het college bepaalt voor de verschillende categorieën de situering en
oppervlakte.
Artikel 14. Termijnen particuliere graven
- 1.
Het college verleent, voor zover de daartoe bestemde
ruimte van de begraafplaats(en) dat toelaat, op een daartoe
bij hen schriftelijk in te dienen aanvraag, voor de tijd van
tien, twintig of dertig jaar recht op een particulier graf.
De termijn begint te lopen op de datum waarop het
particuliere graf is uitgegeven;
- 2.
Het in het eerste lid van dit artikel bedoelde recht wordt
op aanvraag van de rechthebbende verlengd telkens met een
termijn van vijf, tien, vijftien of twintig jaar, mits de
aanvraag voor het verstrijken van de lopende termijn wordt
ingediend;
- 3.
Het college benadert de rechthebbende wiens adres bij hen
bekend is drie maanden voor het verstrijken van de lopende
termijn per brief met het verzoek kenbaar te maken of het
grafrecht voor een periode zoals opgenomen in lid twee van
dit artikel dient te worden verlengd. Indien de
rechthebbende niet heeft gereageerd ontvangt deze twee
maanden voor het verstrijken van de lopende termijn een
herinneringsbrief en een maand voor het verlopen van de
termijn wordt aan de rechthebbende in een aangetekende brief
kenbaar gemaakt dat na het verstrijken van de lopende
termijn de grafbedekking wordt verwijderd indien de lopende
termijn niet wordt verlengd.
Gelijktijdig met het versturen van de aangetekende brief wordt op
het graf middels een plaatje bekend gemaakt dat indien niet binnen
twee maanden na de datum waarop de grafrechten verlopen, om
verlenging van het recht is verzocht, de grafbedekking kan worden
verwijderd.
- 4.
Bestaande graven met een uitsluitend recht, die voorheen
zijn uitgegeven voor onbepaalde tijd, komen alleen te
vervallen wanneer de begraafplaats gesloten wordt
verklaard;
- 5.
Het in lid 1 van dit artikel bedoelde uitsluitend recht
wordt door of namens het college schriftelijk bevestigd door
middel van een besluit.
- 6.
De aan het in lid 5 van dit artikel genoemde besluit
verbonden kosten zijn opgenomen in de: ‘Verordening op de
heffing en de invordering van rechten voor het gebruik van
de algemene begraafplaatsen’.
Artikel 15. Termijn algemene graven
- 1.
Algemene graven worden uitgegeven voor een termijn van 10
jaar. Deze termijn kan niet
worden verlengd.
- 2.
Het in het eerste lid van dit artikel bedoelde gebruik wordt
door of namens het college
schriftelijk bevestigd door middel van een besluit. De aan
het besluit verbonden kosten
zijn opgenomen in de: ‘Verordening op de heffing en de
invordering van rechten voor het
gebruik van de algemene begraafplaatsen’.
Artikel 16. Grafkelder
Het college kan aan de rechthebbende op een particulier graf
vergunning verlenen tot het daarin voor eigen rekening doen
aanbrengen van een grafkelder overeenkomstig de door of namens het
college te stellen voorwaarden.
Artikel 17. Overschrijving van verleende rechten
- 1.
Het recht op een particulier graf kan op aanvraag van de
rechthebbende worden overgeschreven op naam van een ander
natuurlijk persoon of rechtspersoon.
- 2.
Na het overlijden van de rechthebbende kan het recht op het
particuliere graf worden overgeschreven op naam van een
natuurlijk persoon of rechtspersoon, indien de aanvraag
daartoe wordt gedaan binnen zes maanden na het overlijden
van de rechthebbende. Als de overleden rechthebbende in het
graf dient te worden begraven, of indien de asbus met de
resten in het graf worden bijgezet, dient het verzoek tot
overschrijving daaraan voorafgaand te worden gedaan.
- 3.
Binnen 4 weken na begraving kan de naam van de rechthebbende
kosteloos worden gewijzigd.
- 4.
Indien na het overlijden van de rechthebbende de aanvraag
tot overschrijving aan het college niet wordt gedaan binnen
de in het tweede lid van dit artikel gestelde termijn van
zes maanden, is het college bevoegd het recht op het
particuliere graf te doen vervallen.
- 5.
Indien er geen rechthebbende meer is wordt aan nabestaanden
middels een brief en
eventueel op een plaatje, dat gedurende maximaal 1 jaar op
het graf wordt geplaatst
kenbaar gemaakt dat men de grafrechten kan overschrijven.
Indien nabestaanden
bereid zijn proforma de grafrechten over te nemen en
gelijktijdig afstand te doen zal de
overschrijving en het beëindigen van de rechten kosteloos
gebeuren. Als nabestaanden
de grafrechten niet wensen over te nemen of als men niet
reageert op de oproep is het
college bevoegd het recht op het particuliere graf te doen
vervallen.
- 6.
Na het verstrijken van de in het tweede lid genoemde termijn
van zes maanden kan het
college besluiten het particuliere graf alsnog op naam
stellen van een nieuwe
rechthebbende, tenzij dit recht betrekking heeft op een
particulier graf dat inmiddels is
geruimd.
Artikel 18. Afstand doen van graven
Zonder aanspraak te kunnen maken op enige vergoeding kan de
rechthebbende schriftelijk afstand doen ten behoeve van de gemeente
van het recht op het particuliere graf. Van de ontvangst van
zodanige verklaring doen burgemeester en wethouders schriftelijk
mededeling aan de rechthebbende. Bij het ondertekenen van de
afstandsverklaring wordt door de gemeente een kopie verstrekt aan
degene die de afstandverklaring ondertekent.
Artikel 19. Vervallen van grafrechten
- 1.
De grafrechten vervallen:
- a.
door het verlopen van de termijn waarvoor het
uitsluitend recht is verleend;
- b.
indien de rechthebbende afstand doet van het
uitsluitend recht;
- c.
indien de begraafplaats wordt opgeheven;
- d.
bij het einde van een reservering;
- 2.
Het college kan de grafrechten vervallen
verklaren:
- a.
indien de betaling van de vestiging of een
verlenging van het grafrecht - ondanks een
aanmaning - niet binnen drie maanden na aanvang
van die termijn is geschied;
- b.
indien de rechthebbende of de gebruiker
-ondanks een aanmaning- in verzuim blijft een op
grond van deze verordening op hem rustende
verplichting na te komen of daarmee in strijd
handelt;
- c.
indien de rechthebbende van een particulier
graf is overleden en het uitsluitend recht niet
binnen de in artikel 17, lid 2, gestelde termijn
is overgeschreven.
- 3.
In de gevallen als bedoeld in het eerste lid, onderdelen b
enc en in het tweede lid
vindt geen terugbetaling plaats van (een deel van) de
betaalde rechten.
- 4.
In de afstandsverklaring wordt de mogelijkheid opgenomen
of de rechthebbende wil
beschikken over het gedenkteken en de beplanting. Het eventueel op
het graf aanwezige
gedenkteken en / of beplanting kan gedurende één maand nadat
afstand is gedaan van de
grafrechten door de rechthebbende of gebruiker van het graf worden
verwijderd. Het op
het graf aanwezige gedenkteken en de beplanting kunnen daarna
namens het
college worden verwijderd zonder dat aanspraak kan worden gedaan op
schadevergoeding.
Artikel 20. Reserveren van graven
- 1.
Het is mogelijk graven te reserveren voor een termijn van 10
jaar. Indien na het verlopen van de termijn verlenging
gewenst is dient de reservering opnieuw te worden
aangevraagd.
- 2.
Wanneer een stoffelijk overschot, as of urn voor het einde
van de termijn van de
reservering wordt begraven of bijgezet in een gereserveerd
graf wordt het restant van de
betaalde grafrechten verrekend met de nieuw te vestigen
grafrechten.
Hoofdstuk 5. Grafbedekkingen
Artikel 21. Vergunning grafbedekking
- 1.
Voor het hebben van een grafbedekking is een schriftelijke
vergunning nodig van het college;
- 2.
De rechthebbende van een particulier graf vraagt de
vergunning voor het hebben van een grafbedekking aan;
- 3.
Het college kan nadere regels vaststellen omtrent de wijze
van aanvragen van de vergunning, de aard en de afmetingen
van de grafbedekking en de wijze van aanbrengen;
- 4.
Het college kan de vergunning weigeren indien:
- 1.
niet voldaan wordt aan de vastgestelde nadere regels,
genoemd in het derde lid;
- 2.
de grafbedekking afbreuk doet aan het aanzien van de
begraafplaats;
- 3.
de duurzaamheid van de materialen onvoldoende is;
- 4.
de constructie van de grafbedekking ondeugdelijk is.
- 5.
Het (doen) plaatsen of aanbrengen van monumenten,
grafstenen, zerken of andere gedenktekens of beplantingen op
algemene graven en particuliere graven geschiedt door of
namens de rechthebbende of de gebruiker;
- 6.
Alle kosten voor het plaatsen of aanbrengen, herstellen of
vernieuwen van monumenten, grafstenen, zerken of andere
gedenktekens of afsluitplaten, of van heesters of andere
beplantingen, komen voor rekening van de rechthebbende of de
gebruiker;
- 7.
Op algemene graven kan slechts een grafbedekking worden
aangebracht indien het graf volledig gebruikt is;
- 8.
Het is niet toegestaan losse voorwerpen op, bij of achter
een graf te plaatsen;
- 9.
Het college is bevoegd een grafbedekking voor haar rekening
en risico tijdelijk weg te nemen, indien dit voor het beheer
van de begraafplaats noodzakelijk is;
- 10.
Het plaatsen van asbussen op een graf is niet toegestaan,
asbussen worden niet gekenmerkt als gedenkteken.
Artikel 22. Onderhoud door rechthebbende of gebruiker
- 1.
Het (doen) plaatsen, aanbrengen, herstellen, vernieuwen of
verwijderen van de grafbedekking geschiedt door, voor
rekening van en voor risico van de rechthebbende of de
gebruiker;
- 2.
De rechthebbende of de gebruiker is verplicht de
grafbedekking behoorlijk te onderhouden of te
herstellen;
- 3.
Indien de rechthebbende of de gebruiker nalaat de
grafbedekking behoorlijk te onderhouden of te herstellen,
kan het college de hiervoor in aanmerking komende voorwerpen
of zo nodig de gehele grafbedekking doen verwijderen. Het
verwijderde blijft gedurende dertien weken ter beschikking
van de rechthebbende of de gebruiker en vervalt daarna aan
de gemeente, zonder dat deze tot enige vergoeding verplicht
is;
- 4.
De verwijdering vindt niet eerder plaats dan dat het college
de rechthebbende of de gebruiker door middel van een
verklaring (schriftelijk of middels een plaatje op het
graf)op de hoogte heeft gesteld van de toestand van de
grafbedekking. Indien door een ondeugdelijke geworden
constructie een situatie is ontstaan die gevaar oplevert
voor het omvallen of inzakken van een grafmonument, tombe of
grafkelder, kan het college direct maatregelen treffen;
- 5.
Het college kan de rechthebbende of de gebruiker per
aanschrijving verplichten een beschadiging aan de
grafbedekking te herstellen binnen 2 maanden indien de
beschadiging zodanig is dat deze naar het oordeel van het
college het uiterlijk aanzien van de begraafplaats schaadt
of indien de beschadiging van de grafbedekking gevaar
oplevert voor derden.
Artikel 23. Niet-blijvende grafbeplanting
Niet-blijvende beplanting op een graf die in een verwaarloosde staat
verkeert kan door de beheerder worden verwijderd zonder dat
aanspraak kan worden gemaakt op schadevergoeding. Losse bloemen,
planten, kransen en dergelijke kunnen, wanneer zij verwelkt zijn,
door de beheerder worden verwijderd. Linten, siervazen en dergelijke
voorwerpen worden gedurende dertien weken ter beschikking gehouden
van de rechthebbende of, wanneer het een algemeen graf betreft, van
de belanghebbende indien deze daartoe tevoren een aanvraag heeft
ingediend bij de beheerder.
Artikel 24. Verwijdering grafbedekking na verstrijken van de termijn
- 1.
De grafbedekking kan na het verstrijken van de termijn van
uitgifte van het graf namens het college worden
verwijderd;
- 2.
Het voornemen tot verwijdering van de grafbedekking maakt
het college voorafgaand aan het verstrijken van de termijn
van de grafrechten per brief aan de rechthebbende of,
wanneer het een algemeen graf betreft, aan de belanghebbende
bekend. Wanneer het adres van de rechthebbende of
belanghebbende niet bekend is, maakt het college het
voornemen tot verwijdering van de grafbedekking bekend
bekend door middel van een bij het graf te plaatsen
tekstbordje ;
- 3.
Het voornemen zoals bedoeld in lid twee wordt tegelijkertijd
bekend gemaakt met de
mededeling zoals bedoeld in artikel 14 lid 3;
- 4.
Indien niet binnen twee maanden na de datum waarop de
grafrechten zijn verlopen, om
verlenging van het recht is verzocht, kan de grafbedekking
worden verwijderd , vervalt
deze aan de gemeente, zonder dat de gemeente tot enige
vergoeding verplicht is.
Hoofdstuk 6. Ruiming van graven, urnengraven en urnennissen
Artikel 25. Ruiming, bezorging van overblijfselen en as
- 1.
De beheerder draagt er zorg voor dat met de bij de ruiming
van het graf nog aanwezige stoffelijke resten te allen tijde
respectvol wordt omgegaan en dat bezoekers van de
begraafplaats niet met menselijke resten worden
geconfronteerd;
- 2.
De bij de ruiming van het graf nog aanwezige stoffelijke
resten worden begraven in een verzamelgraf en de as wordt
verstrooid op een van de daartoe bestemde gedeelten van de
begraafplaats(en);
- 3.
Nabestaanden van een overledene die begraven is in een
algemeen graf kunnen gedurende de in het eerste lid bedoelde
termijn bij de beheerder een aanvraag indienen om bij
ruiming de stoffelijke resten, indien mogelijk, bijeen te
doen brengen voor crematie of voor herbegraving elders.
Nabestaanden van een overledene waarvan een asbus al of niet
met een urn is bijgezet in een algemeen graf kunnen bij de
beheerder een aanvraag indienen om deze ter beschikking te
houden voor herbegraving of verstrooiing elders;
- 4.
De rechthebbende op een particulier graf kan bij de
beheerder een aanvraag indienen om de stoffelijke resten te
doen verzamelen om deze opnieuw in dezelfde grafruimte te
doen plaatsen dan wel om deze te cremeren of elders opnieuw
te doen begraven. De rechthebbende op een particulier
urnengraf of particuliere urnennis kan bij de beheerder een
aanvraag indienen de asbus ter beschikking te houden om
elders bij te zetten of om de as te doen verstrooien;
- 5.
Bij het ruimen van een asbus uit een particulier graf,
particulier urnengraf, particuliere urnennis, keuze graf,
galerijgraf en algemeen urnengraf zal de as worden
verstrooid indien de rechthebbende of gebruiker niet tijdig
een andere bestemming heeft aangegeven.
Hoofdstuk 7. Gedeelte voor kerkgenootschap
Artikel 26. Afwijkende regels en kennisgeving onderhoudsbehoefte van
graven
Het college kan na overleg met het bestuur van het kerkgenootschap
ten aanzien van de openstelling van het gedeelte, de indeling van
graven, de onderverdeling van graven in categorieën en de eisen voor
de grafbedekking op het ter beschikking van het kerkgenootschap
gestelde deel van de begraafplaats nadere regels stellen die
afwijken van de regels krachtens de artikelen 3, eerste lid, 10,
tweede lid, 13 en 19, derde lid, van deze verordening.
Hoofdstuk 10. Slotbepalingen
Artikel 29. Rechten en plichten
Door vestiging van een grafrecht of gebruik van een grafruimte
onderwerpt een rechthebbende of een gebruiker zich aan de bepalingen
van deze verordening, zoals deze eventueel nader wordt gewijzigd of
aangevuld.
Artikel 30. Intrekking oude regeling
De verordening ‘Beheersverordening begraafplaatsen gemeente Heerlen
2011’ (huidige verordening begraafplaatsen), vastgesteld op 01
februari 2011, wordt ingetrokken.
Artikel 31. Overgangsbepaling
- 1.
Besluiten van het college die genomen zijn krachtens de
‘Beheersverordening begraafplaatsen gemeente Heerlen 2014’
gelden als besluiten genomen krachtens deze
verordening.
- 2.
Indien voor het tijdstip van inwerkingtreding van deze
verordening een aanvraag om vergunning op grond van de
‘Beheersverordening begraafplaatsen gemeente Heerlen 2014’
is ingediend en voor het tijdstip van inwerkingtreding van
deze verordening niet op de aanvraag is beslist, wordt
daarop deze verordening toegepast.
Artikel 32. Strafbepaling
Hij die handelt in strijd met de artikel 3 derde lid en artikel 7
tweede lid wordt gestraft met een geldboete van de eerste
categorie.
Artikel 33. Inwerkingtreding
Deze verordening treedt in werking op de achtste dag na de datum van
bekendmaking.
Artikel 34. Beslissingsbevoegdheid
In geval waarin deze verordening niet voorziet of in geval van
verschil van mening over de uitleg van haar bepalingen, beslist het
college.
Artikel 35. Citeertitel
Deze verordening wordt aangehaald als: Beheersverordening
gemeentelijke begraafplaatsen gemeente Heerlen 2014.