Inleiding
Op grond van artikel 8 lid 6 van de Woningwet dient de gemeentelijke
Bouwverordening voorschriften te bevatten over de samenstelling, inrichting
en werkwijze van de welstandscommissie. De gemeente dient de hoofdlijnen
vast te leggen in artikel 9 van de gemeentelijke Bouwverordening en de
uitwerking in een Reglement van Orde. Dit reglement dient als bijlage bij de
Bouwverordening, vastgesteld te worden door de gemeenteraad, In dit
Reglement van Orde op de WZNH adviescommissie voor ruimtelijke kwaliteit,
worden de samenstelling, benoeming en werkwijze van die commissie vastgelegd
voor de gemeente Koggenland.
Inhoud
- 1.
Advisering door de welstandscommissie.
- 2.
Samenstelling van de welstandscommissie.
- 3.
Benoeming en zittingsduur.
- 4.
Jaarlijkse verantwoording.
- 5.
Termijn van advisering en vooroverleg.
- 6.
Openbaarheid van vergaderen en plantoelichting.
- 7.
- 8.
Vorm waarin het advies wordt uitgebracht.
9 . Het welstandsoordeel van burgemeester en wethouders.
- 10.
Advisering over bijzondere plannen.
- 11.
Ondersteuning van de welstandscommissie.
- 12.
- 13.
1. Advisering door de welstandscommissie.
Artikel 1.1 Onafhankelijkheid
- 1.
De welstandscommissie is een door de gemeenteraad benoemde
onafhankelijke commissie die aan burgemeester en wethouders advies
uitbrengt ten aanzien van de vraag of het uiterlijk of de plaatsing van
een bouwwerk, waarvoor een aanvraag om omgevingsvergunning is ingediend,
in strijd is met redelijke eisen van welstand.
- 2.
De welstandscommissie voert haar taken uit in onafhankelijkheid.
- 3.
De welstandscommissie is beleidsmatig gebonden aan het gemeentelijk
welstandsbeleid en baseert haar advies op de in de welstandsnota
genoemde welstandscriteria.
- 4.
De gemeente Koggenland heeft de onafhankelijke WZNH adviescommissie voor
ruimtelijke kwaliteit (verder te noemen WZNH) aangewezen als organisatie
onder wier verantwoordelijkheid de welstandscommissie van Koggenland
ressorteert.
- 5.
De welstandscommissie van Koggenland valt onder verantwoordelijkheid van
de WZNH.
Artikel 1.2 Taakomschrijving
1.De welstandscommissie is belast met wettelijk verplichte en
niet-wettelijke verplichte taken. De wettelijk verplichte taken worden
uitgevoerd op grond van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo),
Bouwverordening en de Woningwet.
Wettelijk verplichte taken:
- 2.
De welstandscommissie adviseert burgemeester en wethouders over de
welstandsaspecten van aanvragen voor vergunningsplichtige bouwwerken
als bedoeld in artikel 2.10 lid 1 onder d van de Wet Algemene
bepalingen omgevingsrecht (Wabo), indien dergelijke aanvragen niet
door een gemandateerde ambtenaar, op grond van in de welstandsnota
opgenomen ambtelijke toetsingscriteria voor veel voorkomende
bouwwerken, van een positief welstandsadvies kunnen worden
voorzien..
- 3.
De welstandscommissie legt de gemeenteraad eenmaal per jaar een
verslag voor van de door haar verrichte werkzaamheden.
Niet-wettelijk verplichte taken:
- 4.
De welstandscommissie adviseert burgemeester en wethouders over de
welstandsaspecten van aanvragen voor een reclamevergunning.
- 5.
De welstandscommissie voert onder regie van de gemeente overleg met
betrokkenen bij de voorbereiding van bouwplannen en beoordeelt
daartoe principeaanvragen voor bouwplannen.
- 6.
De welstandscommissie brengt op verzoek van burgemeester en
wethouders advies uit over de welstandsaspecten van in voorbereiding
zijnde bestemmingsplannen, stedenbouwkundige plannen, andere
relevante beleidsstukken.
- 7.
De welstandscommissie overlegt met de betrokken ambtelijke
afdelingen, burgemeester en wethouders en de gemeenteraad over het
opstellen van welstandscriteria en welstandsbeleid.
- 8.
De welstandscommissie levert op verzoek van burgemeester en
wethouders een bijdrage aan het bevorderen van de openbaarheid van
het welstandstoezicht, het maatschappelijk draagvlak voor
welstandstoezicht en het stimuleren van de discussie over
ruimtelijke kwaliteit in de gemeente.
- 9.
De welstandscommissie draagt zorg voor regelmatig overleg met
burgemeester en wethouders en signaleert daarbij gevraagd en
ongevraagd stedenbouwkundige en architectonische ontwikkelingen die
van belang zijn voor de ruimtelijke kwaliteit in de gemeente.
- 10.
De welstandscommissie beoordeelt op verzoek van burgemeester en
wethouders of het uiterlijk van een bouwwerk of standplaats in
ernstige mate in strijd is met redelijke eisen van welstand,
beoordeeld naar de criteria die hiervoor zijn opgenomen in de
welstandsnota.
2. Samenstelling van de welstandscommissie.
Artikel 2.1 Samenstelling
- 1.
De welstandscommissie bestaat ten minste uit drie leden: een voorzitter
en twee architecten, eventueel aangevuld met een lid, die ingezetene is
van de gemeente Koggenland.
- 2.
Voor de voorzitter en architectleden worden bij structurele afwezigheid,
plaatsvervangers benoemd die hen kunnen vervangen.
Artikel 2.2 Profielschets van alle commissieleden
- 1.
De leden van de welstandscommissie moeten geïnteresseerd zijn in
Koggenland en de gemeente kennen of willen leren kennen.
- 2.
De leden van de welstandscommissie zijn bereid zich te verdiepen in het
ruimtelijk kwaliteitsbeleid in brede zin van de gemeente en baseren zich
bij de beoordeling van bouwplannen op de welstandscriteria zoals
opgenomen in de gemeentelijke welstandsnota.
- 3.
De leden van de welstandscommissie moeten in staat zijn
bouwplantekeningen te lezen en cultureel besef en kennis hebben van de
(geschiedenis van de) bouwkunst.
- 4.
De leden van de welstandscommissie zijn onpartijdig, dat betekent dat
zij geen persoonlijk belang mogen hebben bij de door burgemeester en
wethouders te nemen beslissingen en dat zij hun taak niet met
vooringenomenheid mogen vervullen.
- 5.
De leden van de welstandscommissie moeten in staat zijn hun oordeel
begrijpelijk te verwoorden, met respect voor allen die bij de advisering
een rol spelen. Dit vraagt van alle commissieleden zekere communicatieve
vaardigheden.
- 6.
De leden van de welstandscommissie mogen geen professionele
betrokkenheid hebben bij de te beoordelen bouwplannen. Op dat moment dat
een dergelijke betrokkenheid wel bestaat maakt het lid deze tijdig
kenbaar en wordt het bouwplan ter advies voorgelegd aan een andere onder
de WZNH ressorterende welstandscommissie.
- 7.
De leden van de welstandscommissie hebben een geheimhoudingsplicht
inzake de aan hen voorgelegde plannen en beleidsdocumenten, niet zijnde
bouwaanvragen
- 8.
Het commissielid, dat ingezetene is van de gemeente:
- -
is actief betrokken bij het maatschappelijk leven in Koggenland
en beschikt vanuit die achtergrond en interesse over een zekere
mate van deskundigheid en kennis met betrekking tot de
(ruimtelijke) historie;
- -
onderhoudt in het bijzonder de contacten met maatschappelijke
belangenorganisaties en vormt de schakel tussen de gevoelens en
opvattingen die leven binnen de bevolking van Koggenland en de
overige leden van de welstandscommissie.
Artikel 2.3 Taakomschrijving van de voorzitter
- 1.
De voorzitter is verantwoordelijk voor het dagelijks functioneren van de
welstandscommissie en bewaakt de deugdelijkheid van de
welstandsadvisering in brede zin.
- 2.
De voorzitter geeft leiding aan de vergadering en bewaakt de voortgang
van de agenda. In de discussies draagt hij of zij er zorg voor dat alle
commissieleden hun mening voldoende naar voren kunnen brengen. Na de
discussie geeft de voorzitter een korte, heldere samenvatting van het
uit te brengen advies, als basis voor de schriftelijke uitwerking.
- 3.
De voorzitter treedt op als gastheer of –vrouw voor de planindieners,
ontwerpers en andere bezoekers.
- 4.
De voorzitter organiseert met de commissie een jaarlijkse, inhoudelijke
evaluatie van de werkzaamheden en heeft hiertoe tenminste eenmaal per
jaar een evaluerend overleg met de portefeuillehouder. De uitkomsten van
het evaluatiegesprek wordt opgenomen in het jaarverslag van de
welstandscommissie.
- 5.
De voorzitter onderhoudt de contacten met de pers en andere
belangstellenden, voorzover er geen sprake is van politiek gevoelige
zaken. Bij een persgesprek is altijd een bij het welstandstoezicht
betrokken derde aanwezig.
Artikel 2.4 Taakomschrijving van het architectlid
- 1.
De architectleden zijn gezamenlijk verantwoordelijk voor de
vakinhoudelijke kwaliteit van de welstandsadviezen.
- 2.
Eén van de architectleden kan door de welstandsorganisatie worden
aangewezen als vakinhoudelijk secretaris van de
welstandscommissie.
- 3.
Het architectlid is een geregistreerde architect die zich door
opleiding en ervaring kwalificeert om zitting te nemen in de
welstandscommissie.
- 4.
Het architectlid heeft een eigen, actieve beroepspraktijk en heeft
ervaring met het beoordelen van ontwerpen van (aanstaande) collega’s
in bijvoorbeeld onderwijssituaties of jury’s.
3. Benoeming en zittingsduur.
Artikel 3.1 Benoemingsprocedure
- 1.
De leden van de welstandscommissie en hun plaatsvervangers worden op
voorstel van burgemeester en wethouders, benoemd en ontslagen door de
gemeenteraad.
- 2.
De voorzitter en de architectleden van de welstandscommissie alsmede de
plaatsvervanger worden, na een openbare sollicitatieprocedure door WZNH
voorgedragen aan burgemeester en wethouders.
- 3.
De overige leden van de welstandscommissie worden voorgedragen door
burgemeester en wethouders.
Artikel 3.2 Zittingsduur
- 1.
Benoemingen gelden voor een periode van drie jaar met een mogelijkheid
tot herbenoeming voor een periode van nog eens drie jaar. Omwille van de
continuïteit van de welstandsadvisering worden de leden van de
welstandscommissie in beginsel benoemd en herbenoemd in een wisselend
systeem.
- 2.
Door de WZNH wordt een rooster van aftreden bijgehouden van de leden die
door haar worden voorgedragen. De WZNH maakt drie maanden voor het
verstrijken van een benoemingstermijn zijn voornemens voor de nieuwe
benoemingstermijn kenbaar aan het desbetreffende lid van de
welstandscommissie en aan burgemeester en wethouders.
Artikel 3.3 Voortijdige beëindiging van de benoeming van commissieleden
- 1.
De leden van de welstandscommissie kunnen ten allen tijde kenbaar
maken hun benoeming te willen beëindigen. Zij geven hiervan
schriftelijk drie maanden tevoren kennis aan de WZNH, die dit
onverwijld kenbaar maakt aan burgemeester en wethouders van de
gemeente Koggenland.
- 2.
De gemeenteraad kan in voorkomende gevallen, na overleg met de WZNH
de benoeming van een lid of van alle leden van de welstandscommissie
voortijdig beëindigen, wanneer het betreffende commissielid of leden
naar zijn oordeel of het oordeel van de welstandsorganisatie niet
naar behoren functioneert of functioneren.
4. Jaarlijkse verantwoording.
Artikel 4.1 Jaarverslag
- 1.
De welstandscommissie stelt ter uitvoering van artikel 12b, lid 3,
Woningwet voor de gemeenteraad een jaarverslag op van haar
werkzaamheden.
- 2.
In dit jaarverslag komt ten minste aan de orde op welke wijze de
welstandscommissie toepassing heeft gegeven aan de in de gemeentelijke
welstandsnota opgenomen welstandscriteria. Het jaarverslag signaleert
waar de welstandsnota als beleidskader voldoende dan wel onvoldoende
houvast heeft kunnen bieden bij de welstandsbeoordeling en geeft aan
waarom in specifieke gevallen is afgeweken van het vastgestelde
beleid.
- 3.
Voorts kan de welstandscommissie in haar jaarverslag aandacht besteden
aan de werkwijze van de commissie, op welke wijze uitwerking is gegeven
aan de openbaarheid van vergaderen, de aard van de beoordeelde plannen
en bijzondere projecten. De commissie kan in haar verslag aanbeveling
doen ten aanzien van het ruimtelijk kwaliteitsbeleid in het algemeen en
het welstandsbeleid in het bijzonder.
- 4.
Het verslagjaar loopt van januari tot en met december. Het jaarverslag
wordt jaarlijks in mei aangeboden aan de gemeenteraad.
- 5.
Bespreking van het jaarverslag in de gemeenteraad wordt gecombineerd met
de jaarlijks op te stellen rapportage over de uitvoering van het
welstandstoezicht door burgemeester en wethouders.
- 5.
Termijn van advisering en vooroverleg.
Artikel 5.1 Termijn van advisering bij de bouwaanvraag
- 1.
De welstandscommissie dan wel een namens haar gemandateerd lid is bij de
beoordeling van aanvragen om omgevingsvergunning gebonden aan de in
artikel 9.5 van de Bouwverordening genoemde termijnen voor het
uitbrengen van advies.
- 2.
Binnen de in de Bouwverordening genoemde termijnen voor het uitbrengen
van advies kan de welstandscommissie dan wel het namens haar
gemandateerde lid het welstandsadvies aanhouden indien meer informatie
of een toelichting van de ontwerper wenselijk is.
Artikel 5.2 Overschrijding van de termijn
Indien de welstandscommissie dan wel het namens haar gemandateerde lid niet
binnen de in de Bouwverordening gestelde termijn tot een advies komt,
beoordelen burgemeester en wethouders zelf of het bouwwerk waarop de
aanvraag betrekking heeft niet in strijd is met redelijke eisen van
welstand. De welstandscommissie wordt van deze beoordeling in kennis
gesteld.
Artikel 5.3 Vooroverleg over principeaanvraag
- 1.
Burgemeester en wethouders bieden de mogelijkheid om, voorafgaand aan
het indienen van een bouwaanvraag, door middel van het indienen van een
principeaanvraag vooroverleg te plegen met de welstandscommissie dan wel
een namens haar gemandateerd lid, over de interpretatie van de
welstandscriteria in het concrete geval van het bouwplan.
- 2.
Dit vooroverleg kan in principe pas starten nadat duidelijkheid bestaat
over de planologische aanvaardbaarheid van het plan.
- 3.
De welstandscommissie dan wel het namens haar gemandateerd lid draagt
uiterste zorg voor consistente beoordelingen in de verschillende
planfasen.
- 4.
Het vooroverleg vindt in principe plaats in het openbaar, tenzij de
planindieners, burgemeester en wethouders en/of de welstandscommissie
van mening zijn dat openbare behandeling belangen schaadt.
- 5.
Van het vooroverleg wordt altijd verslag gemaakt, dat met de besproken
bescheiden wordt opgenomen in het dossier. De welstandscommissie dan wel
het namens haar gemandateerde lid geeft aan in welke fase het plan werd
beoordeeld en door op welke wijze de bouwaanvraag uiteindelijk zal
worden beoordeeld (door de plenaire commissie dan wel door een namens
haar gemandateerd lid).
Artikel 5.4 Beëindiging van het vooroverleg na drie negatieve
beoordelingen
- 1.
Als een plan tijdens de vooroverlegfase drie keer negatief wordt
beoordeeld door de welstandscommissie dan wel het namens haar
gemandateerde lid en er tijdens het proces geen noemenswaardige
vooruitgang wordt geconstateerd, zal de welstandscommissie het
vooroverleg beëindigen en de ambtelijk plantoelichter contact opnemen
met de portefeuillehouder om de (politieke) consequenties hiervan te
bespreken.
- 2.
Beëindiging van het vooroverleg vindt niet plaats indien het plan niet
tenminste éénmaal (bijvoorbeeld de laatste maal) door de plenaire
commissie is beoordeeld.
Artikel 5.5 Geldigheidstermijn van een principeaanvraag
1.Indien een principeaanvraag niet binnen zes maanden na de laatste
beoordeling door de welstandscommissie dan wel een namens haar gemandateerd
lid, wordt gevolgd door een bouwaanvraag, wordt de welstandsbehandeling
gesloten. Deze termijn geldt niet indien de welstandscommissie en de
planindiener schriftelijk een andere termijn overeenkomen.
6. Openbaarheid van vergaderen en plantoelichting.
Artikel 6.1 Openbare behandeling van bouwaanvragen
- 1.
De behandeling van bouwaanvragen door de welstandscommissie dan wel
door een gemandateerd lid van de commissie is openbaar tenzij de
planindiener, burgemeester en wethouders of de welstandscommissie
van mening zijn dat er op grond van artikel 10 van de Wet
openbaarheid van bestuur klemmende redenen zijn voor geheimhouding.
De openbaarheid geldt zowel voor de beraadslagingen als voor het
formuleren van de conclusie c.q. het welstandsadvies.
- 2.
Belangstellenden kunnen de vergadering van de welstandscommissie
bijwonen op de publieke tribune.
- 3.
Belanghebbenden in de zin van artikel 1:2 van de Algemene wet
bestuursrecht kunnen voor het begin van de vergadering spreektijd
aanvragen bij de voorzitter. De voorzitter stelt, afhankelijk van de
agenda, de maximale spreektijd van een ieder vast.
Spreektijd kan slechts worden gebruikt voor het geven van een visie op de
welstandsaspecten van het plan. Een belangenafweging of beoordeling, anders
dan op basis van de vastgestelde welstandscriteria vindt niet plaats tijdens
de welstandsbeoordeling.
4.Goedgekeurde notulen van de behandeling van bouwaanvragen zijn openbaar en
kunnen op verzoek worden ingezien.
Artikel 6.2 Bekendmaking van de agenda
De data, het tijdstip en de locatie van de welstandsvergaderingen worden
gepubliceerd in de gemeentelijke voorlichtingsrubriek en de gemeentelijke
internetpagina.
Artikel 6.3 Plantoelichting door indiener en/of ontwerper
- 1.
Als een planindiener en/of ontwerper hierom bij het indienen van het
plan heeft verzocht, wordt deze door de ambtelijk plantoelichter
uitgenodigd voor het geven van een toelichting tijdens de
vergadering waarin het plan wordt behandeld.
- 2.
Als de welstandscommissie dan wel een namens haar gemandateerd lid
een nadere toelichting gewenst acht dan wordt de planindiener en/of
de ontwerper door de ambtelijk plantoelichter uitgenodigd voor het
geven van een toelichting tijdens de vergadering waarin het plan
wordt behandeld.
- 3.
Een plantoelichting is bedoeld voor een korte toelichting op de
planfilosofie en de gemaakte keuzes in relatie tot de
welstandscriteria, door planindiener en/of ontwerper.
7. Afdoening onder verantwoordelijkheid.
Artikel 7.1 Advisering onder verantwoordelijkheid van de commissie
- 1.
De welstandscommissie kan, in overleg met de gemeentelijke
plantoelichter één of meer van haar leden onder verantwoordelijkheid
laten werken om bepaalde taken uit te voeren. De verantwoordelijkheid
moet blijken uit bijvoorbeeld de ondertekening.
- 2.
Voorts kan onder verantwoordelijkheid van de welstandscommissie
vooroverleg met de planindieners en/of ontwerpers gevoerd worden Dit kan
zelfstandig gebeuren dan wel door deelname in een ‘kwaliteitsteam’.
- 3.
Voor behandeling van bouwplannen onder verantwoordelijkheid gelden
verder dezelfde reglementen als voor behandeling van bouwplannen door de
plenaire commissie.
Artikel 7.2 Ambtelijke verantwoordelijkheid (mandaat) voor veel voorkomende
bouwwerken door middel van de zgn. “kan” bepaling
- 1.
Burgemeester en wethouders kunnen de gemeentelijke plantoelichter
(ambtenaar) door middel van de “kan” bepaling de
verantwoordelijkheid geven (mandateren) om namens hen het
welstandsoordeel te geven waarvoor in de welstandsnota criteria voor
veel voorkomende bouwwerken zijn opgenomen, de aangewezen
trendsetters en kleine wijzigingen in het voorerfgebied.
- 2.
De verantwoordelijke ambtenaar heeft hierbij een beperkt mandaat,
dat wil zeggen dat alleen positieve adviezen kunnen worden gegeven.
Plannen waarmee de verantwoordelijke ambtenaar niet akkoord kan
gaan, worden alsnog aan de welstandscommissie voorgelegd.
- 3.
Indien er sprake is van een bijzondere situatie of er gerede twijfel
bestaat aan de toepasbaarheid van de ambtelijke toetsingscriteria
legt de verantwoordelijke ambtenaar het plan voor advies voor aan de
welstandscommissie.
- 4.
De verantwoordelijke ambtenaar stelt ter uitvoering van artikel 12b,
lid 3, Woningwet voor de gemeenteraad een gezamenlijk jaarverslag op
met de WZNH van haar werkzaamheden.
- 5.
In dit jaarverslag komt ten minste aan de orde op welke wijze de
verantwoordelijke ambtenaar toepassing heeft gegeven aan de in de
gemeentelijke welstandsnota opgenomen welstandscriteria.
8. Vorm waarin het advies wordt uitgebracht.
Artikel 8.1 Inhoud van het advies
- 1.
Het welstandsadvies geeft aan of het uiterlijk en de plaatsing van een
bouwwerk, zowel op zichzelf als in verband met de omgeving of de te
verwachten ontwikkeling daarvan, al dan niet in strijd is met redelijke
eisen van welstand, te beoordelen aan de hand van de criteria zoals
opgenomen in de welstandsnota.
- 2.
Het welstandsadvies is niet gericht op zaken die geen betrekking hebben
op het welstandstoezicht.
- 3.
Het welstandsadvies kan worden gecombineerd met suggesties voor beleid
of procedurele zaken die naar mening van de commissie in acht genomen
zouden moeten worden. Deze suggesties zijn vrijblijvend en staan
duidelijk los van de conclusie van het welstandsadvies zelf.
- 4.
Het welstandsadvies mag nooit zodanig zijn geformuleerd dat één der
betrokkenen zich daardoor beledigd of in goede naam of eer aangetast kan
voelen.
Artikel 8.2 Conclusie van het advies
Het welstandsadvies kan de volgende conclusies hebben:
1.Akkoord: het plan voldoet naar mening van de welstandscommissie volgens de
van toepassing zijnde welstandscriteria aan redelijke eisen van welstand.
Dit advies kan worden gecombineerd met suggesties om het plan op een (nog)
hoger niveau te tillen.
Deze suggesties zijn vrijblijvend en staan duidelijk los van de conclusie
van het welstandsadvies zelf.
- 2.
Akkoord op hoofdlijnen: wordt gebruikt bij principevoorstellen of
pre- adviezen. Commissie staat positief tegenover de ontwikkeling.
Plan komt in later stadium terug in de commissie.
- 3.
Niet akkoord, tenzij wordt voldaan aan de opmerkingen: Het plan
voldoet naar mening van de welstandscommissie volgens de van
toepassing zijnde welstandscriteria niet aan redelijke eisen van
welstand, tenzij het op ondergeschikte punten wordt aangepast. Het
ingediende plan krijgt het stempel ‘niet akkoord tenzij aan de
opmerkingen van de welstandscommissie wordt voldaan’. Dit stempel
wordt ondertekend door of namens de commissie. De opmerkingen worden
nauwkeurig genotuleerd en de notulen worden getekend door of namens
de commissie. De opmerkingen worden op tekening aangegeven. Hiermee
is de beoordeling door de welstandscommissie in principe afgerond.
De gemeente verzoekt de planindiener een gewijzigde tekening in te
dienen. Deze tekening wordt ambtelijk getoetst aan de opmerkingen en
hoeft bij positief resultaat niet terug naar de welstandscommissie.
Op verzoek van de gemeente kan een conform de opmerkingen gewijzigde
tekening opnieuw aan de welstandscommissie worden voorgelegd en van
een getekend akkoordstempel worden voorzien.
- 4.
Niet akkoord, nader overleg: Het plan voldoet naar mening van de
welstandscommissie volgens de van toepassing zijnde
welstandscriteria niet aan redelijke eisen van welstand. Dit
betekent dat ingrijpende wijzigingen in het planconcept of de
uitwerking van het ontwerp noodzakelijk zijn. Een schriftelijk
advies wordt door de commissie in overleg met de plantoelichter,
(nog) niet noodzakelijk geacht. De negatieve beoordeling wordt
zorgvuldig genotuleerd met een verwijzing naar het beleid en met
voldoende argumenten.
- 5.
Niet akkoord, schriftelijk advies: plan voldoet niet aan redelijke
eisen van welstand en de commissie wil een definitief of duidelijk
signaal aan burgemeester en wethouders afgeven. Dit negatieve
schriftelijke advies wordt in ieder geval schriftelijk uitgebracht,
ofwel wanneer het plan al drie keer voorgelegd is aan de commissie
en geen vooruitgang merkbaar is.
- 6.
Aanhouden: plan kan niet beoordeeld worden door een gebrek aan
duidelijk materiaal of doordat de commissie een toelichting wenst
van de architect. Commissie doet geen uitspraak.
Artikel 8.3 Schriftelijke motivering
- 1.
De welstandscommissie adviseert en motiveert haar advies schriftelijk en
verwoordt dit in voor een ieder begrijpelijke taal.
- 2.
Bij positieve advisering kan een expliciete motivering achterwege
blijven, tenzij burgemeester en wethouders daarom verzoeken.
- 3.
Een positief advies wordt altijd schriftelijk gemotiveerd als er sprake
is van een bijzondere situatie waarbij wordt geadviseerd om een plan, in
afwijking van de van toepassing zijnde gebiedsgerichte c.q.
objectgerichte welstandscriteria, goed te keuren.
- 4.
Elk welstandsadvies bestaat uit:
- -
Een beknopte karakteristiek van het bouwplan en zijn
omgeving;
- -
Omschrijving van de beoordeelde tekening(en) door middel van
tekeningnummer en laatste datum van het ontwerp, c.q. gewijzigd
ontwerp;
- -
Indien van toepassing: kort chronologisch overzicht van eerdere
planbeoordelingen;
- -
Indien van toepassing: een beknopt verslag van een
plantoelichting door de planindieners en/of de ontwerper;
- -
Een verwijzing naar de bij de beoordeling toegepaste
welstandscriteria;
- -
- -
Bij een negatief advies de motivering daarvan;
- -
Indien van toepassing: aanbevelingen of suggesties van de
welstandscommissie.
Artikel 8.4 Toelichting op het welstandsadvies
- 1.
De planindiener en/of ontwerper kan verzoeken om een mondelinge
toelichting op het welstandsadvies.
- 2.
Deze toelichting wordt in eerste instantie gegeven door de gemeentelijk
plantoelichter.
- 3.
Indien de planindiener en/of ontwerper vervolgens een nadere toelichting
wenst wordt een afspraak gemaakt met de welstandscommissie dan wel een
namens haar gemandateerd lid.
- 9.
Welstandsoordeel van burgemeester en wethouders.
Artikel 9.1 Welstandsoordeel van burgemeester en wethouders
- 1.
De bestuurlijke verantwoordelijkheid voor de afgifte van de
omgevingsvergunning ligt bij burgemeester en wethouders. Zij hebben een
eigen verantwoordelijkheid voor het welstandsoordeel dat tot stand komt
aan de hand van de in de welstandsnota opgenomen welstandscriteria.
- 2.
Burgemeester en wethouders vragen bij elke aanvraag om
omgevingsvergunning advies aan de welstandscommissie, tenzij bij
voorbaat vaststaat dat de vergunning reeds op een andere grond moet
worden geweigerd.
- 3.
Burgemeester en wethouders vergewissen zich er van dat het
welstandsadvies waarop zij hun welstandsoordeel baseren, naar inhoud en
wijze van totstandkoming deugdelijk is.
Artikel 9.2 Afwijken op inhoudelijke grond
- 1.
Burgemeester en wethouders kunnen op inhoudelijke grond afwijken van het
welstandsadvies indien zij tot het oordeel komen dat de
welstandscommissie de van toepassing zijnde criteria niet juist heeft
geïnterpreteerd, of de commissie naar hun oordeel niet de juiste
criteria heeft toegepast.
- 2.
Indien burgemeester en wethouders op inhoudelijke grond tot een ander
oordeel komen dan de welstandscommissie, dan kunnen zij voordat het
besluit op de vergunningaanvraag wordt genomen maar binnen de daarvoor
geldige afhandelingstermijn, een second opinion vragen aan de speciaal
daarvoor bestaande welstandscommissie van de WZNH.
- 3.
Indien burgemeester en wethouders op inhoudelijke grond afwijken van het
welstandsadvies wordt dit in de beslissing op de aanvraag van de
omgevingsvergunning gemotiveerd. De welstandscommissie wordt hiervan
jaarlijks op de hoogte gesteld.
Artikel 9.3 Afwijken van de welstandscriteria
- 1.
Burgemeester en wethouders kunnen, op basis van artikel 4:48 van de
Algemene wet bestuursrecht en op advies van de welstandscommissie
afwijken van de in de gemeentelijke welstandsnota opgenomen
gebiedsgerichte of objectgerichte welstandscriteria. Dit kan gebeuren
bij plannen die niet voldoen aan deze welstandscriteria maar wél aan
redelijke eisen van welstand, dit te beoordelen aan de hand van de
algemene welstandscriteria.
- 2.
Deze afwijking wordt in de beslissing op de aanvraag van de
omgevingsvergunning gemotiveerd.
Artikel 9.4 Afwijken om andere redenen
- 1.
Burgemeester en wethouders kunnen, op basis van artikel 2.10 lid 1 sub d
van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo), de
omgevingsvergunning verlenen ondanks strijdigheid van dat plan met
redelijke eisen van welstand, indien zij van oordeel zijn dat daarvoor
andere redenen zijn, bijvoorbeeld van economische of maatschappelijke
aard.
- 2.
Deze afwijking wordt in de beslissing op de aanvraag van de
omgevingsvergunning gemotiveerd. De welstandscommissie wordt hiervan
jaarlijks op de hoogte gesteld.
- 3.
Burgemeester en wethouders zullen uiterst terughoudend zijn met het
gebruik van deze mogelijkheid omdat de ruimtelijke kwaliteit niet snel
ondergeschikt wordt geacht aan economische of maatschappelijke
belangen.
Artikel 9.5 Second opinion in bezwaarschriftenprocedure
Burgemeester en wethouders kunnen in een bezwaarschriftenprocedure een
second opinion vragen aan de speciaal daarvoor bestaande welstandscommissie
van de WZNH.
Artikel 9.6 Jaarlijkse rapportage door burgemeester en wethouders
- 1.
Burgemeester en wethouders stellen, ter uitvoering van artikel 12c
van de Woningwet jaarlijks een rapportage op voor de gemeenteraad
over de wijze waarop zij met hun verantwoordelijkheid voor het
uitoefenen van het welstandstoezicht zijn omgegaan.
- 2.
In de rapportage komen in ieder geval de volgende punten aan de
orde:
- -
de wijze waarop burgemeester en wethouders zijn omgegaan met
de welstandsadviezen;
- -
in welke categorieën van gevallen zij de aanvraag voor een
omgevingsvergunning voor veel voorkomende bouwwerken niet
aan de welstandscommissie hebben voorgelegd en op welke
wijze zij in die gevallen zelf toepassing hebben gegeven aan
de welstandscriteria;
- -
in welke categorieën van gevallen zij tot aanschrijving op
grond van ‘ernstige strijdigheid met redelijke eisen van
welstand‘ (op grond van artikel 13a van de Woningwet) zijn
overgegaan en of zij na die aanschrijving zijn overgegaan
tot bestuursdwang.
- 3.
Het verslagjaar loopt van januari tot en met december. De rapportage
wordt jaarlijks in april aangeboden aan de gemeenteraad.
- 4.
Bespreking van de rapportage in de gemeenteraad wordt gecombineerd
met het jaarverslag van de welstandscommissie.
10. Advisering over bijzondere plannen.
Artikel 10.1 Advisering over ruimtelijke plannen en beleidsnota’s
- 1.
De welstandscommissie brengt op verzoek van burgemeester en
wethouders advies uit over de welstandsaspecten van in voorbereiding
stedenbouwkundige plannen en andere relevante beleidsstukken. Voor
bestemmingsplannen gebeurt dit in het kader van het overleg ex.
artikel 10 BRO.
- 2.
De welstandscommissie brengt binnen twee maanden schriftelijk advies
uit aan burgemeester en wethouders over de aan haar voorgelegde
ruimtelijke plannen en beleidsnota’s.
- 3.
In haar advies beperkt de welstandscommissie zich tot de raakvlakken
van het betreffende plan of de nota met het welstandstoezicht. De
welstandscommissie onderzoekt de consequenties van het plan of de
nota voor het welstandstoezicht, signaleert eventuele
tegenstrijdigheden of hiaten in relatie tot het
welstandsbeleid.
- 4.
Na de vaststelling van het plan of de nota ontvangt de
welstandscommissie een definitief exemplaar en een reactie op haar
eerder uitgebrachte advies.
11. Ondersteuning van de welstandscommissie.
Artikel 11.1 Ondersteuning vanuit de gemeentelijke organisatie
- 1.
Burgemeester en wethouders wijzen een gemeentelijk plantoelichter
aan.
- 2.
De gemeentelijk plantoelichter ondersteunt de welstandscommissie op
zodanig wijze dat deze optimaal kan functioneren bij de uitoefening van
haar taken als onafhankelijk adviesorgaan van het gemeentebestuur.
- 3.
De gemeentelijk plantoelichter is op geen enkele wijze betrokken bij of
verantwoordelijk voor de inhoud van de beraadslagingen en de advisering
door de welstandscommissie.
- 4.
De gemeentelijk plantoelichter legt wat betreft de organisatorische en
budgettaire aspecten verantwoording af aan de gemeente Koggenland.
- 5.
De gemeentelijk plantoelichter is aanwezig bij alle vergaderingen van de
welstandscommissie en fungeert als dagelijks aanspreekpunt van de
commissie.
- 6.
De gemeentelijk plantoelichter onderhoudt de contacten met de ambtelijke
diensten (met name het bouw- en woningtoezicht en de afdeling
Ontwikkeling), neemt de adviesaanvragen voor bouwplannen in en bereidt
de behandeling van de bouwplannen in de welstandscommissie voor. Hij of
zij controleert of de bouwplannen (inclusief de bouwplannen die worden
aangeboden voor vooroverleg) zijn voorzien van de voor de welstandstoets
benodigde bescheiden, zoals omschreven in de algemene
indieningsvereisten van de Regeling Omgevingsrecht (Mor).
- 7.
De gemeentelijk plantoelichter draagt er zorg voor dat alleen
bouwplannen waarvan de planologische aanvaardbaarheid in principe
vaststaat en die niet om andere redenen moeten worden geweigerd, voor
advies aan de welstandscommissie worden voorgelegd.
- 8.
De gemeentelijk plantoelichter verzorgt (in overleg met de voorzitter)
de agendering en draagt er zorg voor dat de welstandscommissie kan
adviseren binnen de voorgeschreven beslistermijn.
- 9.
Tijdens de vergadering introduceert de gemeentelijk plantoelichter de
bouwplannen. Hij of zij neemt geen deel aan de beoordeling maar
informeert de commissie over alle relevante aspecten van het
bouwplan.
- 10.
De gemeentelijk plantoelichter maakt de afspraken tussen planindieners
en/of ontwerpers en de welstandscommissie.
- 11.
De gemeentelijk plantoelichter geeft planindieners en/of ontwerpers de
eerste mondelinge toelichting op het welstandsadvies.
- 12.
De gemeentelijk plantoelichter verzamelt de kwantitatieve gegevens voor
de rapportage van burgemeester en wethouders en neemt deel aan het
evaluatieoverleg tussen het gemeentebestuur en de
welstandscommissie.
Artikel 11.2 Ondersteuning vanuit de welstandsorganisatie
- 1.
De WZNH wijst een commissiecoördinator aan.
- 2.
De commissiecoördinator ondersteunt de welstandscommissie op zodanig
wijze dat deze optimaal kan functioneren bij uitoefening van haar taken
als onafhankelijk adviesorgaan van het gemeentebestuur.
- 3.
De commissiecoördinator is op geen enkele wijze betrokken bij of
verantwoordelijk voor de inhoud van de beraadslagingen en de advisering
door de welstandscommissie.
- 4.
De commissiecoördinator legt wat betreft de organisatorische en
budgettaire aspecten verantwoording af aan (de directeur van) de
WZNH.
- 5.
De commissiecoördinator is aanwezig bij alle vergaderingen van de
welstandscommissie en organiseert het verloop van de vergadering.
- 6.
De commissiecoördinator stelt de vergadernotulen op en zorgt voor de
administratieve verwerking van de welstandsadviezen.
- 7.
De commissiecoördinator stelt het vergaderrooster op.
- 8.
De commissiecoördinator zorgt bij incidentele afwezigheid van de
voorzitter of één van de architectleden voor een gekwalificeerde
vervanger conform artikel 12.4 van dit reglement van orde.
- 9.
De commissiecoördinator verzamelt de kwantitatieve gegevens voor het
jaarverslag van de welstandscommissie en neemt deel aan het
evaluatieoverleg tussen het gemeentebestuur en de
welstandscommissie.
Artikel 11.3 Adviseur
- 1.
Indien de aard van een te beoordelen plan dan wel het beleid daartoe
aanleiding geeft kunnen burgemeester en wethouders en de
welstandscommissie in overleg treden over de mogelijkheid om op ad
hoc of permanente basis specifieke deskundigen als adviseur van de
commissie te raadplegen.
- 2.
De adviseur is geen lid van de commissie maar wordt in de
gelegenheid gesteld zijn of haar visie op het plan te geven. De
adviseur neemt deel aan de beraadslaging en heeft een stem in de
eindbeoordeling.
- 3.
De adviseur is mede verantwoordelijk voor de inhoud van de
beraadslagingen en de advisering door de welstandscommissie
- 4.
De aanwezigheid van een adviseur wordt altijd vermeld in de
vergadernotulen.
12. Vergaderorde.
Artikel 12.1 Vergadering
- 1.
De welstandscommissie vergadert tenminste tweemaal per maand volgens een
jaarlijks vast te stellen vergaderrooster waarin ook de vergaderlocatie
wordt vastgelegd.
- 2.
De welstandscommissie kan slechts adviezen uitbrengen indien tenminste
drie leden of hun plaatsvervangers aanwezig zijn, waarvan tenminste twee
architectleden.
- 3.
De vergadering van de welstandscommissie verloopt volgens een vast
protocol:
- -
Opening door de voorzitter;
- -
Welkom en uitleg aan bezoekers op de publieke tribune;
- -
Inventarisatie van bezoekers die gebruik wensen te maken van
spreekrecht en vaststelling van de spreektijd;
- -
Verslag van de gemandateerde werkzaamheden die onder de
openbaarheid vallen;
- -
Behandeling van bouw-, sloop- en principeaanvragen;
- -
- 4.
Voorafgaand of na afloop van de vergadering vinden besloten besprekingen
plaats met de volgende agendapunten:
- -
Verslag van gemandateerde werkzaamheden die niet onder de
openbaarheid vallen;
- -
Behandeling van ruimtelijke plannen en andere
beleidsnota’s;
- -
Overige taken en activiteiten van de welstandscommissie;
- -
Evaluatie van de vergadering en punten voor het
jaarverslag;
- -
Vaststelling van de notulen.
Artikel 12.2 Behandeling van een bouwplan
- 1.
De behandeling van een bouwplan verloopt volgens een vast protocol:
- -
Indien aanwezig: ontvangst van planindiener en/of ontwerper en
uitleg van de gang van zaken door de voorzitter;
- -
Introductie van het plan door de gemeentelijk
plantoelichter;
- -
Gelegenheid voor een korte toelichting op de planfilosofie en de
gemaakte keuzes in relatie tot de welstandscriteria, door
planindiener en/of ontwerper;
- -
Gelegenheid voor korte toelichting door eventuele adviseurs van
de welstandscommissie;
- -
Gelegenheid voor vragen door de commissieleden;
- -
Start van de beraadslaging, waarbij de voorzitter vaststelt
welke welstandscriteria van toepassing zijn en op welke manier
deze worden behandeld;
- -
Beraadslaging door de commissieleden, waarbij de voorzitter elk
commissielid in de gelegenheid stelt zijn of haar mening
voldoende te uiten;
- -
Conclusies, eventueel formele stemming;
- -
Samenvatting van het uit te brengen advies door de voorzitter,
als basis voor de schriftelijke uitwerking door de
commissiecoördinator.
Artikel 12.3 Stemming
- 1.
Alle aanwezige commissieleden dan wel hun plaatsvervangers, brengen één
stem uit over het uit te brengen advies.
- 2.
De commissie beslist over het uit te brengen advies bij meerderheid van
stemmen.
- 3.
Bij staking van de stemmen vraagt de welstandscommissie een second
opinion aan de speciaal daarvoor bestaande welstandscommissie van de
WZNH. De termijn van besluitvorming genoemd in de Bouwverordening wordt
daarbij in acht genomen.
Artikel 12.4 Vervanging
- 1.
Onder incidentele verhindering wordt verstaan een maximaal drie keer
per jaar voorkomende afwezigheid wegens andere verplichtingen, en
onvoorziene afwezigheid wegens overmacht.
- 2.
Bij incidentele verhindering van de voorzitter zorgt de
commissiecoördinator voor een gekwalificeerde vervanger uit één van
de overige onder de WZNH ressorterende welstandscommissies.
3 Bij incidentele verhindering van één van de architect leden zorgt de
commissiecoördinator voor een gekwalificeerde vervanger uit één van de
overige onder de WZNH ressorterende welstandscommissies.
- 4.
Bij langdurige of structureel terugkerende verhindering van één van
de leden van de welstandscommissie benoemt de gemeenteraad een vaste
plaatsvervanger zoals geregeld in artikel 3.1 lid 1.
- 5.
Indien één van de leden van de welstandscommissie professioneel
betrokken is bij een te beoordelen bouwplan wordt het plan ter
beoordeling voorgelegd aan één van de overige onder de WZNH
ressorterende welstandscommissies.
- 6.
Bij verhindering van de gemeentelijk plantoelichter wordt deze
vervangen door een door burgemeester en wethouders aan te wijzen
plaatsvervanger.
- 7.
Bij verhindering van de commissiecoördinator wordt deze vervangen
door een door de WZNH aan te wijzen plaatsvervanger.
Artikel 12.5 Onderzoek ter plaatse
1.De welstandscommissie stelt een onderzoek ter plaatse in, indien zij bij
de beoordeling van een bouwplan van oordeel is dat dit onderzoek
redelijkerwijs voor de vervulling van haar taak nodig is.
Artikel 12.6 Notulen
- 1.
De commissiecoördinator maakt de notulen van de vergadering van de
plenaire commissie. In deze notulen worden opgenomen de besluiten
van het gemandateerde commissielid ter zake van de goedgekeurde
bouwplannen.
- 2.
De notulen bevatten de samengevatte welstandsadviezen over aan de
commissie voorgelegde bouwplannen (zowel de bouw-, sloop- als de
principeaanvragen).
- 3.
De notulen bevatten tevens een verslag van alle andere
gespreksonderwerpen van de welstandscommissie.
- 4.
De notulen worden gesplitst in het gedeelte betreffende de
behandeling van bouwaanvragen en het gedeelte betreffende de overige
behandelingen en gespreksonderwerpen.
- 5.
De notulen bevat de omschrijving van de beoordeelde tekening(en)
door middel van tekeningnummer en laatste datum van het ontwerp,
c.q. gewijzigd ontwerp;
- 6.
De notulen worden zo spoedig mogelijk in concept aan alle leden en
de gemeentelijke plantoelichter digitaal verzonden om eventueel
onvolkomenheden of onduidelijkheden door te geven voor de
definitieve notulen;
- 7.
De commissiecoördinator zendt de goedgekeurde notulen binnen 3
werkdagen na de vergadering, digitaal aan de gemeentelijke
plantoelichter (of zijn vervanger). In de volgende vergadering
worden de definitieve adviezen ondertekend en overhandigd aan de
gemeentelijke plantoelichter.
13. Financiële vergoeding.
Artikel 13.1 Vergoeding
- 1.
De voorzitter en de architectleden genieten een door de WZNH te bepalen
en te betalen uurtarief en een vergoeding van de reiskosten.
- 2.
De overige leden genieten een door de gemeente te betalen presentiegeld
overeenkomstig de gemeentelijke vergoedingsregeling voor commissieleden
en een vergoeding van de reiskosten.