Organisatie | Amstelveen |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Verordening langdurigheidstoeslag wet werk en bijstand gemeente Amstelveen |
Citeertitel | Verordening langdurigheidstoeslag wet werk en bijstand gemeente Amstelveen |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | maatschappelijke zorg en welzijn |
Eigen onderwerp |
Deze regeling vervangt de “Verordening langdurigheidstoeslag wet werk en bijstand gemeente Amstelveen”, vastgesteld op 19 september 2012.
Wet werk en bijstand, art. 36.
Geen
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
01-10-2013 | 01-07-2013 | 01-01-2015 | Nieuwe regeling | 25-09-2013 www.amstelveen.nl - bekendmakingen – verordeningen en reglementen – 02-10-2013 | 13-62 |
Artikel 3 Hoogte van de toeslag
Indien één van de gehuwden op de peildatum is uitgesloten van het recht op de langdurigheidstoeslag ingevolge artikel 11 of artikel 13, eerste lid, van de wet, komt de rechthebbende echtgenoot in aanmerking voor een landurigheidstoeslag naar de hoogte die voor hem als alleenstaande of alleenstaande ouder zou gelden.
Het college kan in bijzondere gevallen ten gunste van de belanghebbende afwijken van de bepalingen in de verordening, indien strikte toepassing ervan tot onbillijkheden van zwaarwegende aard zou leiden.
Artikel 5 Onvoorziene situaties
In gevallen waarin de bepalingen van deze verordening niet voorzien, wordt zoveel mogelijk aansluiting gezocht bij vergelijkbare situaties met inachtneming van de individuele omstandigheden van de belanghebbende.
De raad mandateert het college om ten behoeve van de uitvoering van deze verordening beleidsregels vast te stellen.
Deze verordening wordt aangehaald als de “Verordening Langdurigheidstoeslag Wet werk en bijstand gemeente Amstelveen”.
Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van 25 september 2013.
De huidige langdurigheidstoeslag vindt zijn grondslag in artikel 36 van de Wet werk en bijstand. Daarin is omschreven in welke gevallen en onder welke voorwaarden mensen met een laag inkomen in aanmerking komen voor de toeslag. De gedachte achter de toeslag is, dat mensen die langdurig een inkomen op het sociaal minimum hebben, geen financiële ruimte hebben om te reserveren voor onverwachte uitgaven.
In artikel 36, eerste lid, is de basis voor de langdurigheidstoeslag opgenomen:
Per 1 juli 2013 treedt een wetswijziging in werking waarbij het recht op de langdurigheidstoeslag niet eerder kan ingaan dan op datum aanvraag. Tot 1 juli 2013 bestond er recht op de langdurigheidstoeslag op het moment dat men langdurig (drie jaar) een laag inkomen had. Dit betekende dat ook met terugwerkende kracht in aanmerking kon komen voor deze toeslag.
Volgens deze verordening komt iedereen met een inkomen tot 110% van de geldende bijstandsnorm in aanmerking voor de langdurigheidstoeslag, ongeacht het soort inkomen.
Voor de bepaling van de hoogte van de toeslag wordt uitgegaan van een percentage van de toepasselijke bijstandsnorm en per 1 januari van het toepasselijke kalenderjaar. Hierdoor hoeft het bedrag van de toeslag niet jaarlijks aangepast te worden aan de wijziging in de normbedragen van de WWB.
De huidige referteperiode is 3 jaar, een periode waarvoor ook door het Nibud is aangegeven dat de reserveringsmogelijkheden minimaal worden. Ook sluit dit aan bij het Amstelveens minimabeleid, waarbij onder andere bij de “Regeling duurzame gebruiksgoederen” ook is gekozen voor een periode van 3 jaar.
Bij het opstellen van de verordening is waar mogelijk uitgegaan van de regels en/of normen zoals zij nu worden toegepast binnen het Amstelveens minimabeleid. Dit doet recht aan het uitgangspunt van zo min mogelijk regels en maakt het voor de klanten en de uitvoering eenduidiger en daardoor eenvoudiger.
In de wet wordt bepaald dat het college de toeslag op aanvraag verstrekt. Dit sluit de mogelijkheid voor ambtshalve toekenning uit. Het kabinet geeft hierbij aan dat het gaat om een vorm van bijzondere bijstand, waarbij geldt dat voor elk individueel geval beoordeeld moet worden of er een recht bestaat.
In dit artikel worden de omschrijvingen van de begrippen langdurig en laag inkomen uitgewerkt. Het laag inkomen wordt uitgedrukt als percentage van het voor de betrokkene toepasselijke bijstandsnorm. Voor werkenden zal gekeken moeten worden naar het inkomen, afgezet tegen de persoonlijke situatie (alleenstaand, alleenstaande ouder, gehuwden).
In dit artikel wordt de hoogte van de toeslag geregeld. Uitgegaan wordt van een percentage van de toepasselijke bijstandsnorm. Hierdoor hoeft het bedrag van de toeslag niet jaarlijks aangepast te worden aan de wijziging in de normbedragen van de WWB.
Het genoemde percentage komt overeen met de hoogte van de langdurigheidstoeslag zoals deze in het verleden werd vastgelegd door het Rijk.