Organisatie | Velsen |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Gedragscode voor de wethouders van de gemeente Velsen |
Citeertitel | Gedragscode voor de wethouders van de gemeente Velsen |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | bestuur en recht |
Eigen onderwerp | |
Externe bijlagen | 1 Verrekening neveninkomsten politieke ambtsdragers 2 Specifiek uitgesloten combinaties van functies 3 Regels omtrent gebruik van gemeentekije voorzieningen vergoedingen en declaraties 4 Specifiek verboden overeenkomste handelingen 5 Verwijzingen naar de Wet per gedragscode artikel |
Geen.
Gemeentewet
Geen.
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
24-05-2013 | nieuwe regeling | 16-05-2013 De Jutter / De Hofgeest, 24 mei 2013 | R13.035 |
Een groot deel van de artikelen in een gedragscode voor politici heeft als bedoeling de zuiverheid van de besluitvorming op een zichtbare wijze zeker te stellen. Dat wekt geen verbazing aangezien het nemen van besluiten over de inzet van overheidsmacht en gemeenschapsgeld de kerntaak van de politiek is. De zuiverheid van de besluitvorming moet daarbij worden gezien als minimale voorwaarde voor de zorgvuldigheid van de besluitvorming.
Naast regels die betrekking hebben op de zuiverheid van de besluitvorming is het gebruikelijk dat gedragscodes voor politici ook artikelen bevatten die betrekking hebben op een drietal andere onderwerpen: de omgang met vergoedingen en middelen, de omgang met informatie en de onderlinge omgang. Deze code volgt dit gebruik.
Besluitvorming en onwenselijke beïnvloeding
Het politieke besluitvormingsproces kent verschillende fases. Voor het bestuursbesluit zijn dat het ambtelijk advies, het voorstel van de portefeuillehouder aan het bestuur, het beraad in het bestuur, het besluit door het bestuur. Voor de raad zijn dat onder andere het overleg in de sessie, de positiebepaling door de fractie, het debat in de raad, de stemming in de raad. De regels van deze code hebben betrekking op alle fases van de besluitvorming.
De zuiverheid van de besluitvorming kan op twee manieren worden aangetast. Allereerst door belangenverstrengeling en ten tweede door corruptie. In het geval van belangenverstrengeling heeft een politicus zijn invloed op het besluitvormingsproces en/of zijn stem gebruikt om een persoonlijk belang veilig te stellen of het belang van een ander(e organisaties) bij wie hij een persoonlijke betrokkenheid heeft. In het geval van corruptie heeft een politicus zijn invloed op het besluitvormingsproces en/of zijn stem laten kopen of beïnvloeden door geld, goederen of diensten die hem door anderen zijn gegeven of in het vooruitzicht zijn gesteld.
De ‘regels rondom de zuiverheid van de besluitvorming’ zijn opgesteld om alle politici te ondersteunen bij het zuiver houden van de gehele besluitvorming. Of dat nu in het college plaatsvindt dan wel in de raad.
De zuiverheid van de besluitvorming zeker stellen houdt in dat politici niet alleen corruptie en belangenverstrengeling dienen te voorkomen, maar ook dat zij hun uiterste best doen ook de schijn ervan te vermijden. Op die manier behouden zij het vertrouwen van de burgers. Dit vertrouwen is een belangrijke voorwaarde voor het functioneren van de democratie, de rechtstaat en de gehele overheid.
Voor wie zijn deze regels geschreven?
De regels van deze code gelden voor de wethouders van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Velsen.
Waarop zijn deze regels gebaseerd?
Een aantal bronnen is leidend geweest: de wet, in het bijzonder de Gemeentewet, de Eed voor raadsleden en bestuurders, de Kieswet, de modelgedragscode van de Vereniging van Nederlandse Gemeenten en de gedragscodes van de burgemeester en de gedragscode van wethouders van de gemeente Amsterdam. Deze laatste zijn als voorbeeld gebruikt voor de voorliggende gedragscode. In bijlage 3 van deze code treft u per artikel van deze code de onderliggende wetsartikelen aan. Het kan zijn dat de wetsartikelen waarnaar in deze code wordt verwezen in de loop van de tijd worden aangepast. In dat geval geldt de aangepaste wettekst. Ook als er wetsartikelen op het gebied van bestuurlijke en politieke integriteit worden toegevoegd aan de Gemeentewet dan zijn deze onverkort van toepassing.
De wetgever heeft bestuurders (lees wethouders) op vier manieren extra bescherming geboden tegen de verleiding van belangenverstrengeling en tegen de schijn ervan.
De wetgever eist van bestuurders dat zij al hun functies en al hun substantiële financiële belangen bij ondernemingen die zaken doen met de gemeente bekendmaken. Op die manier wordt het voor andere raadsleden, bestuurders, voor fractievoorzitters en partijbestuurders, voor de griffier en de gemeentesecretaris mogelijk een bestuurder te waarschuwen voor de kwesties waarin belangenverstrengeling dreigt.
Een wethouder onthoudt zich van deelname aan de stemming als er sprake is van een beslissing waarbij belangenverstrengeling dreigt. Het gaat dan om kwesties waar hij zelf een persoonlijk belang bij heeft of om kwesties waarbij het gaat om een belang van een individu of organisatie waarbij hij een persoonlijke betrokkenheid heeft.
Een wethouder doet opgaaf van al zijn substantiële financiële belangen - waaronder aandelen, opties en derivaten - in ondernemingen waarmee de gemeente zaken doet of waarin de gemeente een belang heeft. Deze financiële belangen zijn openbaar en worden ter inzage gelegd. Ook een tussentijds ontstaan substantieel financieel belang dient opgegeven te worden.
Overdreven geschenken kunnen gebruikt worden om de besluitvorming te beïnvloeden. Ze kunnen corrumperen of de aanloop daartoe vormen. Ze kunnen in ieder geval de schijn wekken dat dit het geval is. Het is echter zo dat het weigeren van kleine geschenken
(tot € 50,-) als erg onbeleefd en kwetsend kan worden ervaren door de gever. Vandaar dat er als ondergrens een waarde van € 50,- wordt gehanteerd. Geschenken onder € 50,- worden gezien als incidentele bagatelgeschenken. Dit betekent dat de wethouder deze zelf mag houden. In geval van twijfel bespreekt de wethouder het ontvangen van het geschenk in het college.
Ingeval aan de wethouder een geschenk wordt aangeboden dat specifiek voor de gemeente bedoeld is wordt dit geaccepteerd en besproken in het college. In het college wordt definitief besloten of het geschenk wordt geaccepteerd of teruggestuurd. Als het geschenk wordt geaccepteerd wordt er een gemeentelijke bestemming voor gezocht. Registratie van giften en hun bestemming wordt verzorgd door de gemeentesecretaris.
Als geschenken om een van de in artikel 3.4 genoemde redenen niet zijn teruggegeven of teruggestuurd, wordt dit gemeld aan de gemeentesecretaris. De geschenken worden dan eigendom van de gemeente en er wordt een gemeentelijke bestemming voor gezocht. De gemeentesecretaris zorgt voor de registratie van giften en hun bestemming.
Het accepteren van faciliteiten of diensten van derden kan een afhankelijkheid creëren, of een dankbaarheid, die de zuiverheid van het besluitvormingsproces kan aantasten. In ieder geval ontstaat er de schijn van beïnvloeding.
De aard van het werk van de wethouder brengt met zich mee dat er regelmatig de verplichting bestaat om lunches, diners en recepties bij te wonen. Alleen indien er sprake is van twijfel over de intentie van de uitnodiging voor de lunch, het diner of de receptie (dat wil zeggen dat er het idee bestaat dat de uitnodigende partij de intentie heeft misbruik te maken van de aanwezigheid van de wethouder) dan dient de uitnodiging als zodanig besproken te worden in het college.
De verplichting actief het ontstaan van schijn tegen te gaan, betekent dat het accepteren van reizen, verblijven en werkbezoeken op kosten van derden waar mogelijk moet worden vermeden. Het is zuiverder om deze kosten door de gemeente te laten dragen.
Een wethouder accepteert werkbezoeken waarbij reis- en verblijfkosten door derden betaald worden alleen bij hoge uitzondering. Een dergelijke invitatie dient altijd te worden besproken door het college van burgemeester en wethouders. De invitatie mag alleen geaccepteerd worden als het bezoek aantoonbaar van groot belang is voor de gemeente en de schijn van corruptie minimaal is. Van een dergelijk werkbezoek wordt altijd verslag gedaan aan de raad.
Wethouders krijgen voor hun bestuurswerk de beschikking over een aantal middelen en voorzieningen van de gemeente. Het is uitdrukkelijk niet de bedoeling dat deze privé, voor werk elders, of voor de partij worden ingezet.
Het handelen van de overheid, wetten, verordeningen en beleid hebben grote invloed op het leven van burgers. Daaruit volgt dat de burger er recht op heeft over het overheidshandelen goed geïnformeerd te worden. De burger is daarenboven de soeverein. Dat betekent dat hij er ook recht op heeft de onderliggende redeneringen en afwegingen te kennen en te weten wie welke positie heeft ingenomen. Dat schept bij elkaar opgeteld de verplichting voor ambtenarij, college en raad de burger nauwkeurig en op tijd op de hoogte te brengen van wat er wordt besproken, besloten en uitgevoerd.
Dat neemt niet weg dat het ook voorkomt dat er informatie rond overheidshandelen niet bekend en verspreid mag worden. Het gaat dan altijd om gevallen waarin het openbaar maken zou leiden tot het schenden van rechten van burgers, tot het onterecht toebrengen van schade aan burger, of schade aan collectieve belangen. Tenslotte speelt ook rond informatie het risico op belangenverstrengeling of corruptie.
Onderlinge omgang, ook wel omgangsvormen genoemd, vormen een belangrijk onderdeel van de geldende bestuurscultuur. De bestuurscultuur betreft de opvattingen, waarden en normen van bestuurders die vorm, stijl en inhoud van het handelen bepalen.
De omgangsvormen betreffen die van bestuurders onderling, maar ook die met de raadsleden, met het ambtelijk apparaat en met medebestuurders van andere overheden. Elk raadslid en elke bestuurder is een medemens, medeburger en mede gekozen volksvertegenwoordiger. Op basis daarvan verdient ieder raadslid en iedere bestuurder respect.
Een respectvolle omgang met elkaar maakt het daarnaast beter mogelijk met elkaar tot een werkelijke beraadslaging te komen. Dat is wezenlijk voor een zorgvuldige besluitvorming. Bovendien is de manier waarop men met elkaar omgaat van invloed op de geloofwaardigheid van raadsleden en bestuurders.
De raad is het hoogste bestuursorgaan van de gemeente. Derhalve stelt de raad de gedragscode voor de wethouders vast. De bepalingen in de Kieswet, de Gemeentewet en de Algemene wet bestuursrecht blijven geldig. Het college van burgemeester en wethouders waakt over het naleven van de code door de wethouders.