Organisatie | Uden |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Tarievenbeleid gemeentelijke maatschappelijke accommodaties |
Citeertitel | Tarievenbeleid gemeentelijke maatschappelijke accommodaties |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | maatschappelijke zorg en welzijn |
Eigen onderwerp |
Nieuw beleid
N.v.t.
N.v.t.
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
13-11-2013 | Nieuwe regeling | 03-10-2013 Udens Weekblad, 13 november 2013 | 2013/8521 |
In de afgelopen jaren is, op basis van het coalitieprogramma, gewerkt aan een accommodatiebeleid voor de ontmoetingsfuncties (ontmoeting, welzijn en cultuur), de binnen- en buitensport en het primair onderwijs. Doel is in alle situaties om te komen tot een adequate, doelmatige en efficiënte basisstructuur = basisaanbod van deze voorzieningen voor de Udense burger.
Op 2 april 2009 heeft de raad de uitgangspunten en de hoofdlijnen van het accommodatiebeleid vastgesteld. Op 2 februari 2011 heeft de raad de definitieve veranderopgave vastgesteld door de locaties van de 6 ontmoetingspleinen in de gebieden te benoemen.
Uiteindelijk met als doel zes gebiedsgerichte ontmoetingspleinen te realiseren die:
Om aan deze genoemde uitgangspunten van de Multifunctionele Accommodaties te kunnen voldoen is het van belang dat er een uniform tarievenbeleid wordt opgesteld. In het voorliggende document wordt dit uitgewerkt.
Het tarievenbeleid heeft uiteraard raakvlakken met het subsidiebeleid. Deze notitie beperkt zich tot het tarievenbeleid. Gelijktijdig met de invoering van het tarievenbeleid worden de gevolgen voor het subsidiebeleid in beeld gebracht en verwerkt.
Het tarievenbeleid is één van de kaders voor de gemeentelijke beheerorganisatie. Het bedrijfsplan hiervoor is 25 januari 2011 door het college vastgesteld en op 7 april 2011 aan de raad ter informatie aangeboden.
Dit tarievenbeleid heeft betrekking op de locaties waar het beheer onder verantwoordelijkheid van de gemeente wordt uitgevoerd en waar het pand in eigendom is van de gemeente. Dit zijn:
De stedelijke accommodaties en buitensportaccommodaties worden hier buiten beschouwing gelaten.
Dit tarievenbeleid maakt het mogelijk dat:
Maar bovenal willen we het mogelijk maken dat burgers elkaar kunnen ontmoeten. Vandaar dat we van nu af aan niet meer spreken van een MFA maar van een ontmoetingsplein.
Om het uiteindelijke huurtarief te kunnen bepalen zijn alle kostensoorten per m2 in beeld gebracht. Hierbij is onderscheid gemaakt tussen:
vdeeigenaarslasten of wel de kale huurprijs:
Op basisvan de elementen stichtingskosten en eigenaarsexploitatie wordt de kostendekkende kale huurprijs berekend.
Bij de gebruiksexploitatielasten wordt onderscheid gemaakt tussen gebouw gebonden kosten zoals klein onderhoud, verzekeringen, gas water en licht en schoonmaak en facilitaire kosten zoals personeel, afvalverzameling, sleutelbeheer, bedrijfshulpverlening etc.
De inventarislasten hebben betrekking op de losse inventaris zoals meubilair, koelkast, computer, telefoon, kasten etc.
Voor een gedetailleerde omschrijving wat hier allemaal precies onder valt verwijzen wij u naar bijlage 1; toelichting kostenelementen. Voor de uitleg van de begrippen verwijzen wij u naar bijlage 2; de definities.
De eigenaarslasten, de gebruikerslasten en de inventarislasten vormen samen de totale kostprijs. Dit zijn alle kosten om het gebouw in stand te houden en te exploiteren.
In een ontmoetingsplein kunnen maatschappelijke partijen ruimtes per dagdeel/uur huren. Te denken valt aan KBO, de toneelvereniging, de EHBO, de bridgeclub, een koor of een dansvereniging etc.
In een ontmoetingsplein kunnen ook commerciële partijen met een maatschappelijk doel ruimtes huren, zowel vast (24/7 zoals kinderopvang, fysiotherapie, huisarts) als per dagdeel/uur (zoals talencursussen, trainingen met een winstoogmerk)
Het accent in een ontmoetingsplein ligt natuurlijk op het maatschappelijk gebruik. Om het ontmoetingsplein exploitabel te houden streven we naar maximaal 30% commercieel gebruik. Dit geldt zowel voor de vaste huurders van de voorzieningen als voor de gebruikers van de ruimtes per dagdeel. Uiteraard moet de commerciële gebruiker wel passen binnen de maatschappelijke gedachte en uitgangspunten van het ontmoetingsplein.
Bij het berekenen van de tarieven voor maatschappelijke gebruikers (door verenigingen, stichtingen of gemeente zelf) is uitgegaan van normkosten per m2 voor gebruikerslasten, inventarislasten en de eigenaarslasten. Er wordt voor de dagdeelhuurders dus niet voor alle panden afzonderlijk een apart tarief gehanteerd, uitgaand van de werkelijke kosten van een pand. Dit vanuit de gedachte van uniformiteit in tarieven binnen de gemeentelijke gebouwen.
De stichtingskosten van het pand worden niet doorberekend aan de maatschappelijke gebruikers. De stichtingskosten komen voor rekening van de gemeente.
Bij verhuur aan commerciële partijen met een maatschappelijke functie worden de stichtingskosten wel doorgerekend.
Commerciële gebruikers betalen dus de volledige kostprijs; zowel de eigenaarslasten als de gebruikerslasten. Wij kunnen immers als gemeente geen overheidsgelden investeren in commerciële partijen.
Daarom hanteren we een maatschappelijk tarief en een commercieel tarief.
4.1 Verhuurtarieven maatschappelijke en commerciële voorzieningen (vaste verhuur - 24/7)
In het stroomschema zijn de tarieven opgenomen die gelden voor het huren van een voorziening voor vaste huurders, een huurtarief wordt als volgt opgebouwd:
Een commerciële vaste huurder betaalt voor de ontmoetingspleinen minimaal de kostendekkende huur van het gebouw, het tarief is opgebouwd uit:
Een maatschappelijke vaste huurder betaalt geen volledig kostendekkende huur. Zij betalen de gebruikersexploitatielasten en de helft van de eigenaarslasten. De maatschappelijke vaste huurder betaalt geen stichtingskosten.
Wanneer de gemeente verantwoordelijk is voor de aanschaf en het onderhoud van de inventaris dan betaalt de huurder ook de inventaris component. Het tarief is als volgt opgebouwd:
Voor vaste en incidentele gebruikers, zowel maatschappelijk als commerciële, zijn aparte verhuurtarieven vastgesteld, onderstaand een overzicht.
De tarieven die in de tabel zijn opgenomen zijn vastgestelde minimale tarieven die een basis kwaliteitsniveau, wat betreft de diensten en producten, garandeert.
De gemeente hanteert in alle gemeentelijke maatschappelijke accommodaties deze vastgestelde tarieven als ondergrens.
Alle bedragen zijn inclusief BTW, prijspeil 2012.
4.3 Het maatschappelijk huurtarief van €0,28 per m2
Het verhuurtarief is opgebouwd uit drie elementen, te weten:
(zie ook de toelichting bij 4.1, bij maatschappelijke vaste huurder)
Binnen het ontmoetingsplein kunnen deze lasten terugverdiend worden door inkomsten uit verhuur van ruimten en door inkomsten uit de horeca.
Deze lasten en inkomsten zijn vertaald naar een tarief per m2.
Daarbij is met de volgende elementen en uitgangspunten gerekend:
Dat betekent dat als een vereniging op woensdagmiddag een ruimte huurt van 50 m2 de vereniging 50m x €0,28 = €14 betalen.
Het rekenmodel Gebruikerslasten is opgenomen in bijlage 3.
4.4 Verhuurtarieven binnensport
Wat betreft de verhuurtarieven aangaande de binnensport wordt binnen de gemeente Uden de sporttarieventabel gehanteerd. Hierbij gaat het om maatschappelijke tarieven die niet kostendekkend zijn. De tarieven zijn tot stand gekomen op basis van de uitgangspunten in het binnensportbeleid. De tarieven voor binnensport wijken dan ook af van de tarieven die gehanteerd worden voor de ontmoetingspleinen en wijkgebouwen, omdat op deze laatst genoemde categorie andere uitgangspunten van kracht zijn.
De binnensporttarieven zijn in juli 2013 geindexeerd.
De horecatarieven die nu in gemeentelijke accommodaties worden gehanteerd lopen zeer uiteen en zitten vaak ver onder de reguliere horecatarieven. Om oneerlijke concurrentie te voorkomen en om uniforme tarieven te gebruiken is ervoor gekozen om één niveau van horecaprijzen te hanteren voor zowel de sportkantines van de binnensportaccommodaties, de ontmoetingspleinen als de wijkgebouwen.
De nieuwe tarieven zitten onder het commerciële horecatarief omdat er sprake is van ondersteunende horeca en vanuit gemeentelijke accommodaties geen actieve reclame voering plaatsvindt.
Om tegemoet te komen aan maatschappelijke activiteiten wordt de mogelijkheid geboden om bij een activiteit koffie, thee of fris te leveren. Voor de kannen met koffie/thee en/of frisdrank worden gereduceerde prijzen in rekening gebracht.
Ook indien men gebruik maakt van een serveerwagen zijn de prijzen iets lager. Daarbij gaat het om een beperkt assortiment
Een consumptiebon voor koffie/thee, fris, bier, wijn en sterke drank bedraagt €1,75 per stuk. Voor alleen koffie/thee en fris betaalt men voor een consumptiebon €1.35. Met consumptiebonnen zijn alleen dranken (natte horeca) verkrijgbaar, geen droge horeca (broodjes, snacks, e.d.). De consumptiebonnen worden uitgegeven bij evenementen.
De parkeertarieven worden in deze notitie buiten beschouwing gelaten omdat parkeren geen basisvoorziening voor een ontmoetingsplein is. Bij ieder ontmoetingsplein of wijkgebouw kan een bezoeker gebruik maken van de openbare parkeergelegenheid. Ontmoetingsplein Muzerijk vormt daarop een uitzondering, daar maakt de parkeergarage wel onderdeel uit van het ontmoetingsplein. Voor die parkeergarage worden aparte tarieven gerekend.
4.7 Vrijwilligers en vergoedingen
De gemeente Uden is van mening dat het behouden van vrijwilligers van wezenlijk belang is. In de berekening van het tarief is ook uitgegaan van professioneel beheer in combinatie met vrijwilligersinzet. Wij streven naar een verhouding van 60-40%.
De gemeente kiest er dan ook voor om inzet van vrijwilligers te belonen. Indien een vrijwilliger in plaats van een betaalde kracht werkzaamheden uitvoert ontvangt de stichting of vereniging waaraan de vrijwilliger verbonden is een vrijwilligersvergoeding, zijnde €1.25 per persoon per uur.
Indien een vrijwilliger andere activiteiten verricht (dus niet i.p.v. betaald personeel dan kan de vrijwilliger gebruik maken van de bestaande voorzieningen voor vrijwilligers zoals vastgesteld in het vrijwilligersbeleid van de gemeente, bijvoorbeeld deelname aan de jaarlijkse vrijwilligersbijeenkomst of vrijwilligerspenning.
De verhouding die de gemeente hanteert is 1 vrijwilliger per minimaal 25 klanten.
Indien de organisatie/vereniging/stichting ervoor kiest de vergoeding uit te betalen aan de vrijwilliger dan is het hun verantwoordelijkheid dat niet meer dan de wettelijke toegestane bedragen worden uitgekeerd.
Op de site www.rijksoverheid.nl wordt aangegeven hoeveel vergoeding een vrijwilliger belasting vrij mag ontvangen. Zie bijlage 4 voor de kaders op dit moment.
Alle tarieven die opgenomen zijn in het tarievenbeleid zijn vastgesteld op prijspeil 2012.
De huur op vaste huurcontracten wordt jaarlijks geïndexeerd door de CPI index van de maand januari van het jaar daarvoor, te delen door de CPI index van de maand januari van 2 jaar daarvoor. Voorbeeld: index 2012 = index januari 2011 gedeeld door index januari 2010.
De overige tarieven worden geïndexeerd conform de index voor belastingen en tarieven uit de gemeentebegroting en worden afgerond naar hanteerbare tarieven. Bij geringe wijzigingen kan ervoor gekozen worden de tarieven per 2 a 3 jaar te indexeren.
Op 2 april 2009 heeft de raad de uitgangspunten en de hoofdlijnen van het accommodatiebeleid vastgesteld. Het ontmoetingsplein moet van en voor iedere bewoner van het gebied zijn en dus ook betaalbaar.
Voldoet dit tarief aan deze twee uitgangspunten?
Om deze vraag te beantwoorden is het tarief op drie manieren getoetst.
Er is gekeken naar de tarieven die momenteel binnen de gemeente Uden worden gehanteerd. Verder is er gekeken naar de tarieven die landelijk als norm gelden.
Het objectief benchmarken van tarieven is lastig omdat uit de opgevraagde tarieven niet altijd helder is welke kosten wel en niet in het tarief zijn opgenomen.
Uit de benchmark kwamen dan ook uiteenlopende tarieven naar voren:
Daarnaast is gebruik gemaakt van het landelijk onderzoek “Zaaltarieven in sociale en commerciele accommodaties”. Dit onderzoek is in april 2013 uitgevoerd. Er is gekeken naar de huurtarieven van 39 accommodaties in de sociale sector, zoals wijkcentra en mfa’s en naar accommodaties in de commerciele sector zoals professionele vergadercentra. De zaaltarieven lopen voor de maatschappelijke accommodaties uiteen van €0,16 per m2 tot €1,32 per m2. Uden zit met het tarief van €0,28 aan de onderkant.
De lokale en landelijke benchmark laten zien dat het tarief maatschappelijk acceptabel en betaalbaar is.
Een goede zorgvuldige invoering van de tarieven vraagt tijd. De huidige huur- en horecatarieven lopen in de verschillende accommodaties niet alleen behoorlijk uiteen maar wijken ook in de meeste situaties af van het nieuwe tarief. Dit betekent voor veel gebruikers een verandering. Om draagvlak te krijgen voor het tarievenbeleid en om de toepasbaarheid van het tarief op de verschillende locaties te toetsen aan de huidige situatie is het van belang om per locatie gesprekken te voeren met de afzonderlijke gebruikers en/of beheerders. Het informeren en het bieden van duidelijkheid over de nieuwe situatie is essentieel en neemt veel weerstand en vooroordelen weg.
De bevindingen van deze gesprekken zullen worden teruggekoppeld vóór de definitieve invoering van de tarieven.
In dit gesprek kan het tarief worden berekend, de nieuwe situatie met de oude worden vergeleken, de financiële situatie van de gebruiker in beeld worden gebracht, gesproken worden over mogelijke oplossingen en eventuele nieuwe rollen en taken.
Dit proces kost tijd. Daarom stellen we voor om de nieuwe tarieven voor genoemde locaties gefaseerd in te laten gaan zoals in de onderstaande tabel is weergegeven en daarmee de periode van augustus 2013 tot augustus 2014 te gebruiken als implementatiejaar. Op de locaties waar de nieuwe horeca- en huurtarieven kunnen worden ingevoerd zal dit zo snel mogelijk gebeuren. Daar waar dit nog niet mogelijk is zal in de loop van 2013/2014 het nieuwe tarief gaan gelden. Zodat alle tarieven per 31 juli 2014 voor alle accommodaties gelijk zijn. Indien sprake is van langdurige contractafspraken met externen (bijv. leveranciers of huurders) dienen de contracten eerst af te lopen, daarna worden de prijsafspraken gelijk getrokken met die van de andere accommodaties.
Wat betreft de fasering van invoering stellen wij de volgende planning voor:
*afhankelijk van de ontwikkeling van het ontmoetingsplein in gebied Odiliapeel en gebied Centrum
7.1 Tarievenbeleid en mo beleidsregel
In de huidige MO Beleidsregel kunnen maatschappelijke gebruikers 90% of 65% van hun accommodatiekosten gesubsidieerd krijgen als men huurt in een ontmoetingsplein. Dit is strijdig met het nieuwe tarievenbeleid omdat hier immers al een subsidie per m2 van de bouw- en renovatiekosten in zit, die de gemeente voor haar rekening neemt. Om die reden vervalt uiteindelijk de accommodatiesubsidie in de MO Beleidsregel. Daarmee wordt de beleidsregel eenvoudiger. De beleidsregel per 1 januari 2015 aanpassen.
Dit tarievenbeleid maakt het mogelijk dat:
In deze notitie zijn de tarieven opgenomen die de gemeente gaat hanteren in de ontmoetingspleinen, binnensportaccommodaties en wijkgebouwen die in eigen beheer zijn. De tarieven zijn gebaseerd op de elementen zoals eerder toegelicht. Indien wordt afgeweken van deze kostenelementen heeft dat gevolgen voor de tarieven. Onderstaand de elementen die van invloed zijn op het al dan niet realiseren van een kostendekkende exploitatie:
Als de gemeente moet kiezen om een marktconforme huurprijs te hanteren voor commerciële partijen. Dit kan betekenen dat de prijs hoger of lager is dan de kostendekkende huurprijs. De gemeente gaat niet in oneerlijke concurrentie met de vastgoedmarkt. Om dit te realiseren dient zij aan commerciële partijen altijd minimaal een kostendekkende en/of marktconforme huur te vragen.
Deze aspecten zullen in de evaluatie van het tarievenbeleid worden meegenomen. Wij stellen voor om het beleid in het najaar van 2016 te evalueren.
Afwijking van de genoemde verhuurtarieven is alleen mogelijk bij
Daarnaast kan tot aan de evaluatie in bijzondere gevallen gemotiveerd worden afgeweken van de tarieven door een besluit van het afdelingshoofd middelen. Deze situaties inclusief motivatie zullen worden vastgelegd en dit totaaloverzicht zal aan het college worden verstrekt. Deze evt. afwijkingen zullen meegewogen worden bij de bijstelling van dit tarievenbeleid in de evaluatie.
Bijlage 1: Toelichting kostenelementen
Bijlage 3: Rekenmodel Gebruikersexploitatielasten
Bijlage 4: Regeling vrijwilligersvergoeding
Bijlage 5: Samenvatting tarieven Bijlage 1: Toelichting kostenelementen
Kale huurprijs (stichtingskosten + eigenaarslasten)
Op basis van de elementen ‘stichtingskosten en eigenaarsexploitatie’ wordt de kostendekkende kale huurprijs berekend. Gesteld kan worden dat deze kosten voor rekening komen van de eigenaar (of worden doorberekend aan de hoofdhuurder) van de betreffende vierkante meters.
Stichtingskosten (of investeringskosten) = de som van alle kosten voor het oprichten of stichten van een bouwproject. Onder de stichtingskosten vallen:
De elementen en uitgangspunten waarmee gerekend wordt zijn:
Eigenaarslasten = verdeling van kosten voor de instandhouding van een gebouw die voor rekening van de eigenaar komen. Daarbij moet men denken aan:
De elementen en uitgangspunten waarmee gerekend wordt zijn (d.d. 2013):
1,5% van de verzekerde waarde (zijnde herbouwwaarde) vast gegeven
-OZB eigenarendeel, 0,179% van de stichtingskosten (alleen bij
nieuwbouw, bestaande bouw op basis van taxatierapport WOZ) vast gegeven
21% assurantiebelasting (alleen bij
nieuwbouw, bestaande bouw op basis van herbouwwaarde) vast gegeven
De term ‘afwerkingniveaus’ kan tot verwarring lijden. Om te voorkomen dat de verwachtingen tussen eigenaar en huurder niet overeenkomen heeft de gemeente een definitie bepaald wat zij onder afwerkingniveaus verstaat, te weten:
Indien een gebouw wordt opgeleverd wordt gesproken over ‘casco oplevering’. Dat wil zeggen dat een gebouw opgeleverd wordt met een dragende constructie (fundering, vloeren), inclusief de buitenafwerking. De binnen afwerking kan naar eigen inzicht van toekomstige eigenaar/huurder worden ingericht/afgebouwd.
Naast casco-oplevering kan er sprake zijn van casco+ oplevering. Dat betekent dat het gebouw niet alleen casco wordt opgeleverd maar dat de eigenaar extra elementen ter afwerking in het gebouw aanbrengt, bijvoorbeeld wand en vloerafwerking, toiletten, pantry, enz. De eigenaar maakt die keuze omdat daardoor een bepaalde mate van uniformiteit in het gebouw ontstaat. De gemeente kiest er voor om een ontmoetingsplein casco+ op te leveren en dus niet casco.
Indien een ruimte(n) casco+ wordt opgeleverd, betekent het dat in iedere ruimte de volgende zaken zijn opgenomen/verwerkt (indien van toepassing):
De toekomstige eigenaar of hoofdhuurder is financieel verantwoordelijk voor de onderstaande elementen, deze elementen worden als ‘luxe’ afwerkingskosten in rekening gebracht. Dat betekent dat de daarbij behorende kosten in totaal aan de huurder worden gefactureerd of als een kostendekkende opslag op de jaarlijkse huurprijs, inclusief rente, in rekening wordt gebracht voor de looptijd van het huurcontract.
De inventarislasten hebben betrekking op de losse inventaris, bijvoorbeeld meubilair, losse apparaten zoals een koelkast of magnetron, computer, telefoon, kasten enz. enz. Deze kosten maken geen onderdeel uit van de specifieke gebruikerswensen maar worden apart in beeld gebracht en voor de multifunctionele ruimten doorgerekend in de huur.
De afschrijvingstermijnen die binnen de gemeente worden gehanteerd zijn:
Bij de gebruiksexploitatielasten wordt onderscheid gemaakt tussen gebouwgebonden kosten zoals klein onderhoud, OZB gebruikersdeel, verzekeringen, maar ook gas, water en licht en schoonmaakkosten. Bij de facilitaire kosten gaat het om kosten die te maken hebben met personele inzet, afvalverzameling, sleutelbeheer, verhuur van ruimten, BHV, enz. enz. Deze lasten zijn voor rekening van de gebruiker.
Omdat de kosten voor de gebruiksexploitatie sterk kunnen variëren, wordt er gewerkt met kengetallen. Factoren zoals hoe oud een gebouw is, of er energiezuinig is gebouwd, hoe de afwerking is, enz. enz. zijn allemaal van invloed op de eigenaars- en gebruiksexploitatielasten. Per pand dient gekeken te worden welke onderstaande elementen worden meegenomen in de exploitatieberekening.
Onder de gebruiksexploitatielasten vallen:
abonnement doormelding en alarmering inbraak
abonnement doormelding en alarmering brand
De totale kostprijs bestaat uit de vier vaste elementen: stichtingskosten + eigenaarslasten + gebruiksexploitatielasten + inventariskosten. De specifieke gebruikerswensen en inventarislasten worden apart, per huurder, in kaart gebracht omdat deze kosten sterk kunnen variëren.
Accommodatiesubsidies worden niet in de huurprijs verwerkt. Interne verrekening dient echter wel mogelijk te zijn zodat inzicht blijft in de kosten- en subsidiestromen. Gebruikerstarieven mogen indirect gesubsidieerd zijn.
Kostprijs De gemiddelde werkelijke kosten per m2. Deze kan uitgedrukt worden per m2 BVO of per m2 VVO (standaard per m2 BVO).
Huurprijs De prijs die een huurder betaalt per m2. Dit kan per m2 BVO of per m2 VVO worden vastgesteld. De prijs kan hoger of lager zijn dan de kostprijs.
Kostendekkende huurprijs De prijs die een huurder betaalt per m2, en die minimaal gelijk is aan de kostprijs van het betreffende pand berekend volgens de gemeentelijke uitgangspunten, of minimaal gelijk aan het gemiddelde van de kostprijzen voor alle gelijksoortige panden die de gemeente in eigendom heeft.
Marktconforme huurprijs Een huurprijs die binnen de bandbreedte valt van de prijzen die in de commerciële markt gebruikelijk zijn voor panden van een vergelijkbare kwaliteit, functie en ligging.
NEN 2580 Een richtlijn om oppervlakten van onroerende zaken eenduidig en objectief te meten.
BVO Bruto vloeroppervlakte: het oppervlakte van een ruimte of een groep ruimten, gemeten op vloerniveau langs de buitenomtrek van de opgaande buitenste scheidingsconstructie, die de betreffende ruimte(n) omhullen.
VVO Verhuurbaar vloeroppervlakte van een object is het gebruiksoppervlak van het onroerend goed vermeerderd met een correctie glaslijn, hierbij worden in mindering gebracht ruimten als voor verticaal en horizontaal transport, sanitaire ruimten en ruimten voor gebouwinstallaties.
Voorziening Een monofunctionele ruimte met een vastgesteld aantal vierkante meters die door een (commerciële) partij met een maatschappelijk functie 7 dagen x 24 uur kan worden gehuurd. Bijvoorbeeld eerstelijnszorg zoals huisartsen, tandartsen, thuiszorgwinkel, fysiotherapeut, enz.
Activiteitenruimte Een multifunctionele ruimte met een vastgesteld aantal vierkante meters die door een partij met een maatschappelijk functie per dagdeel kan worden gehuurd. Bijvoorbeeld: kienen, toneel, bridge, knutselen, enz.
Commerciële vaste huurder Diegene die een monofunctionele ruimte, 7 dagen x 24 uur voor een van te voren vastgestelde periode, tegen een commerciële huur huurt. Hij/zij heeft een winstoogmerk, staat als bedrijf ingeschreven bij de Kamer van Koophandel, komt niet in aanmerking voor subsidie (bijv. een tandarts)
Maatschappelijke vaste huurder Diegene die een monofunctionele ruimte, 7 dagen x 24 uur voor een van te voren vastgestelde periode, tegen een maatschappelijk tarief huurt. Hij/zij heeft geen winstoogmerk (bijv. een biljartvereniging)
Commerciële vaste gebruiker Diegene die structureel (wekelijks of minimaal 2x per maand een dagdeel huurt) gebruik maakt van een multifunctionele ruimte. Hij/zij heeft een winstoogmerk, staat als bedrijf ingeschreven bij de Kamer van Koophandel, komt niet in aanmerking voor subsidie (bijv. een yogaclub).
Maatschappelijke vaste gebruiker Vereniging of persoon die structureel (wekelijks of minimaal 2x per maand een dagdeel huurt) gebruik maakt van een multifunctionele ruimte. Hij/zij heeft geen winstoogmerk (bijv. KBO).
Incidentele gebruiker Vereniging of persoon die niet-structureel gebruik maakt van de een ontmoetingsplein. Hij/zij kan een commerciële (met een maatschappelijke functie) of maatschappelijke partij zijn.
Bijlage 3: Rekenmodel Gebruiksexploitatielasten
Bijlage 4: Regeling Vrijwilligersvergoeding
Op de site www.rijksoverheid.nl wordt aangegeven hoeveel vergoeding een vrijwilliger belasting vrij mag ontvangen (van toepassing indien een betaalbare kracht wordt vervangen), te weten:
U bent vrijwilliger als u aan de volgende voorwaarden voldoet: