Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Urk

Jeugdnota gemeente Urk 2013-2016

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieUrk
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingJeugdnota gemeente Urk 2013-2016
CiteertitelJeugdnota
Vastgesteld doorgemeenteraad
Onderwerpmaatschappelijke zorg en welzijn
Eigen onderwerpjeugd
Externe bijlageexb-2017-51597

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

geen

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

Onbekend

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

12-12-2012Onbekend

12-12-2012

www.urk.nl

2012.09462

Tekst van de regeling

Intitulé

Jeugdnota gemeente Urk 2013-2016

 

 

Inhoudsopgave

  

Voorwoord

 

1. Kaders voor een visie op jeugdbeleid blz 4

Hoe gaat het met onze jeugd

Een nieuwe jeugdnota in een veranderend beleidsveld?

Nieuw beleid of bestaande ambities verder uitwerken?

Samenwerking ketenpartners

Provinciale samenwerking

Bestuurlijke en ambtelijke samenwerking

Inbreng jongeren

 

2. Jeugdvisie blz 8

Speerpunt 1: niveau client

Speerpunt 2: niveau hulpverlenen

Speerpunt 3: niveau instellingen

Speerpunt 4: niveau gemeente

 

3. De jeugd….. groeit (gezond) op blz 10 

Het gezin als hoeksteen van de samenleving

Gastouder- en kinderopvang

Buitenschoolse opvang

Centrum voor Jeugd en Gezin

Jeugdgezondheidszorg

Opvoedingsondersteuning

 

4. De jeugd….. ontwikkelt zich blz 15

Peuterspeelzaalwerk

Bibliotheekwerk

Basisonderwijs

Voortgezet onderwijs

Leerplicht en RMC

 

5. De jeugd….. vraagt extra zorg blz 20

Speciaal onderwijs en speciaal basisonderwijs

Passend onderwijs

Leerlingenvervoer

Outreachend maatschappelijk jongerenwerk

Jongeren met een beperking

Pleegzorg

Andere initiatieven

 

6. De jeugd….. heeft vrije tijd blz 25

Jeugdopvang

Particuliere initiatieven

Horecavoorzieningen

Jeugdhonken

Sport en bewegen

Zwembad ´t Bun

Speelruimte

Vrijwilligerswerk

 

7. De jeugd…. vraagt aandacht blz 31

Snelle signalering

Zorgoverleg

Maatschappelijk werk

Overmatig alcoholgebruik en drugsgebruik

Stichting Waypoint Urk

Kerkelijk Platform Jeugd

Huiselijk geweld / RAAK

ESAR ([Electronisch Signaleringssysteem Alle Risicojongeren)

Particuliere initiatieven

 

8. De jeugd ….. woont en werkt blz 37

Werkgelegenheid

Woningaanbod

 

9. Van visie naar uitvoering blz 40

 

Voorwoord

 

Een nieuwe jeugdnota!

 

Het heeft enige tijd geduurd voordat het college haar visie aan u voor kon leggen. Reden hiervoor zijn de vele veranderingen die het jeugdbeleid vanuit landelijke regelgeving heeft ondergaan. Het was dan ook niet raadzaam om lopende een dergelijk ingrijpend proces een beleidsnota op te stellen.

 

Want dat is toch wel kenmerkend van de afgelopen jaren geweest. En nog steeds geldt, dat steeds meer taken richting de gemeenten worden geschoven. Dit betekent voor de gemeente Urk dat ze (nog) meer werkzaamheden moet doen met de daarbij horende (financiële) verantwoordelijkheden.

 

Met dat in gedachten mag dus de vraag gesteld worden of we (rekening houdend met de vele nieuwe taken en de beperkte financiële mogelijkheden) veel nieuw beleid moeten gaan formuleren. De insteek van deze nota is dan ook om de bestaande ambities verder uit te werken.

 

Nu moet niet de indruk gewekt worden dat op het terrein van jeugdbeleid er de komende jaren dan niets gebeurt. Integendeel!

 

Toen ik het concept van het rapport voelde ik me ´groos´ op dat wat allemaal neergezet is! Een uitgebalanceerd jeugdbeleid voor jongeren in de leeftijd van 0-23 jaar, waarin aandacht is voor het opgroeien, de ontwikkeling, de invulling van de vrije tijd etc. etc.

 

Voor bestuurders, de politiek  en de bevolking kan het wel eens zo zijn dat door de vele bomen het bos niet meer gezien wordt. Deze nota mag dan ook dienen als kompas in het brede terrein van jeugdbeleid.

 

En wanneer ik dat noem kan ik er niet om heen om de ambtelijke dienst en de vele werkers in het veld te bedanken. Te bedanken voor hun inzet voor de jeugd. Ondanks de vele knelpunten in formatieve zin of financiële zin is vanuit een bewonderenswaardige inzet toch het nodige neergezet! En juist naar de toekomst toe blijft eenzelfde inzet nodig.

 

In het college programma hebben we “Zorg voor en om de jeugd” benoemd als uitgangspunt, waar wij ons voor in willen zetten. Dit willen wij doen met zo min mogelijk bureaucratie, een snelle hulpverlening en begeleiding van elke hulpvraag. Deze visie is uitgewerkt in deze jeugdnota met een gedeelde verantwoordelijkheid voor alle partijen.

 

Een hoge lat wordt daarmee neergelegd voor de gemeenteraad, college, ambtelijke dienst en de diverse instellingen. Toch kan het niet anders dan dat we de lat hoog leggen. Onze grote groep Urker jongeren, in al haar verscheidenheid, verdient de aandacht.

 

Daarin heeft ook nog een andere partij een hele belangrijke rol…de ouders. Juist zij moeten “jeugdbeleid” uitdragen. En dat betekent in de eerste plaats communiceren met de jeugd. En wanneer dit problemen oplevert, kan de gemeente hier ondersteuning in bieden. Steeds vanuit de gedacht dat een kind niet alleen recht heeft op zorg, maar vooral ook recht heeft op een goede opvoeding!

 

Geert Post

Wethouder Jeugd en Gezin

[Klik hier om het document te downloaden]

DEEL 1. Kaders voor een visie op jeugdbeleid

1.1 Hoe gaat het met onze jeugd?

Hoeveel jongeren kennen problemen? Of hebben ondersteuning nodig? Zomaar enkele vragen die vrijwel dagelijks gesteld worden. Uit landelijk onderzoek blijkt de percentageverdeling 85-10-5 een hele belangrijke.

Met 85% van onze jeugd gaat het goed. Het overgrote deel dus. Dit neemt niet weg dat er ook een groep jeugd (10%) is die begeleiding nodig heeft. Deze begeleiding is een lichtere vorm van hulpverlening die onder de regie van de gemeente valt (enkelvoudige problematiek.) Daarbij moet gedacht worden aan de hulp die geboden wordt vanuit de ketenpartners van het Centrum Jeugd en Gezin. Toch is er ook een groep van 5% die intensievere hulpverlening nodig heeft. Deze intensievere hulpverlening staat overigens nu nog onder provinciale regie en komt met de transitie van de jeugdzorg onder de gemeentelijke regie.

 

In totaal is er in de gemeente Urk op 1 januari 2012 een jeugdpopulatie van 8.460 jongeren (tot 23 jaar) op een totale inwonerspopulatie van 18.960. Dat is dus 45% van de hele bevolking. Maar wat betekenen deze bovenstaande landelijke percentages voor de gemeente Urk?

Hoeveel jongeren kennen problemen? Of hebben ondersteuning nodig? Zomaar enkele vragen die vrijwel dagelijks gesteld worden. Uit landelijk onderzoek blijkt de percentageverdeling 85-10-5 een hele belangrijke.

Met 85% van onze jeugd gaat het goed. Het overgrote deel dus. Dit neemt niet weg dat er ook een groep jeugd (10%) is die begeleiding nodig heeft. Deze begeleiding is een lichtere vorm van hulpverlening die onder de regie van de gemeente valt (enkelvoudige problematiek.) Daarbij moet gedacht worden aan de hulp die geboden wordt vanuit de ketenpartners van het Centrum Jeugd en Gezin. Toch is er ook een groep van 5% die intensievere hulpverlening nodig heeft. Deze intensievere hulpverlening staat overigens nu nog onder provinciale regie en komt met de transitie van de jeugdzorg onder de gemeentelijke regie.

 

In totaal is er in de gemeente Urk op 1 januari 2012 een jeugdpopulatie van 8.460 jongeren (tot 23 jaar) op een totale inwonerspopulatie van 18.960. Dat is dus 45% van de hele bevolking. Maar wat betekenen deze bovenstaande landelijke percentages voor de gemeente Urk?

 

De bovenstaande cijfers zijn slechts een indicatie waarop de huidige en toekomstige voorzieningen worden ingericht. De aantallen en percentages geven geen exacte verdeling van de jongeren op Urk, omdat deze cijfers nu op provinciaal niveau worden bijgehouden. Het doel voor de komende jaren is om deze cijfers te krijgen op gemeentelijk niveau voor een meer meetbaar jeugdbeleid.

 

Het risico bestaat om in de jeugdnota ons vooral te richten op de jongeren die begeleiding en steun nodig hebben (schatting 1.273 jongeren.) Of die jongeren die overlast veroorzaken. Maar daarmee doen we geen recht aan de jongeren waar het goed mee gaat. Vandaar ook dat we met deze jeugdnota voor een brede insteek hebben gekozen

 

1.2 Een nieuwe visie in een veranderend beleidsveld?

De landelijke overheid decentraliseert de komende jaren heel veel taken, wat de nodige impact zal hebben op het beleidsveld. Te denken valt aan de transitie Jeugdzorg, de transitie AWBZ en de positionering van het Centrum Jeugd en Gezin als voorportaal van de Jeugdzorg.

 

Gemeenten worden financieel en uitvoeringstechnisch verantwoordelijk voor de uitvoering van alle jeugdzorg die onder het Rijk, provincie, Awbz (Algemene wet bijzondere ziektekosten) en Zvw (Zorgverzekeringswet) valt:

  • 1.

    provinciale jeugdzorg,

  • 2.

    jeugdbescherming en jeugdreclassering,

  • 3.

    jeugd-GGZ (Geestelijke Gezondheids Zorg) (inclusief begeleiding),

  • 4.

    zorg aan licht verstandelijk beperkte jeugdigen en

  • 5.

    de gesloten jeugdzorg.

 

Juist omdat er met de transitie Jeugdzorg straks een sterke basis moet staan met het Centrum voor Jeugd en Gezin is vanuit een eerste evaluatie met de ketenpartners nagedacht over verbeterpunten. Deze worden verwerkt in de nota Centrum Jeugd en Gezin die eind 2012 zal worden opgeleverd.

 

Naast de jeugdnota en de nota Centrum voor Jeugd en Gezin zijn er dus nog de transitieplannen. Deze transitieplannen beschrijven de overgang van provinciale regie naar gemeentelijke regie. In de opbouw en samenwerking van de jeugdnota, CJG nota en de transitieplannen is de visie van de jeugdnota leidend- en richtinggevend.

 

De afgelopen jaren was er een (explosieve) groei waar te nemen van het aantal aanbieders in zorg en daarmee de financiering van de zorg. De indicering, die moest zorgen voor grip op de kosten, zorgde voor onoverzichtelijk en log systeem met groeiende kosten en wachtlijsten. Er is dan ook veel kritiek op het gebrek aan efficiëntie en doelmatigheid van het huidige hulpaanbod. Vanuit de overheid is ervoor gekozen om het hele zorgstelsel over te hevelen naar de gemeenten om op deze manier een efficiëntie slag te maken. De inzet van de overheid lijkt erop gericht om door een structuurwijziging een cultuurwijziging te realiseren met een flinke bezuinigingsslag.

 

Het realiseren van deze structuur- en cultuurwijziging met een bezuiniging is de uitdaging voor de gemeente Urk in de komende jaren.  De gemeente Urk zet zich in om voorwaarden te scheppen voor persoonlijke groei en welbevinden van alle jeugdigen van 0-23 jaar, waarbij elke jongere recht heeft op een veilige en gezonde jeugd waarin ze zich naar vermogen kunnen ontwikkelen.

 

1.3 Nieuw beleid of bestaande ambities nader uitwerken?

Zoals hierboven aangegeven wordt de gemeente de komende jaren voor diverse uitdagingen geplaatst. De transitie Jeugdzorg en het (om)vormen van het CJG naar het voorportaal van de Jeugdzorg zijn behoorlijke bestuurlijke klussen. Wanneer daarbinnen ook nieuw beleid geformuleerd wordt, dan is het afbreukrisico heel groot. Overigens ontbreken daarvoor ook de financiële structurele middelen. Beter is om bestaande ambities, zoals geformuleerd in de diverse beleidskaders (zie verderop) nader uit te werken.

 

1.4 Samenwerking kernpartners

De afgelopen jaren is er hard gewerkt aan het gezamenlijk uitvoeren van de taken en is hier het Centrum voor Jeugd en Gezin op Urk een mooi bewijs van. De komende jaren willen wij vanuit de gemeente de samenwerking intensiveren. Met de doorontwikkeling van het CJG, het passend onderwijs en de aankomende decentralisaties van de Jeugdzorg en de AWBZ hebben wij uitdagingen en kansen voor de boeg. Kernachtig komt het er op neer dat de samenwerking de komende jaren gericht moet zijn op een snellere en efficiëntere hulpverlening voor de burgers c.q. hulpvragers. Hierin ligt de uitdaging om de professionals te ondersteunen in het uitvoeren van hun werk, de managers in het samenwerken met andere organisaties en de bestuurders in het bepalen van een gezamenlijke visie en doel. Hiervoor zetten wij ons als gemeente in door het betrekken van de kernpartners in een structureel overleg.

 

1.5 Provinciale samenwerking

Naast de samenwerking met de eigen kernpartners is provinciale en bestuurlijke samenwerking noodzakelijk. Een goed voorbeeld van provinciale samenwerking is het succesvolle project GAAF (Gemeenschappelijk Actieprogramma Aansluiting Flevoland). Met GAAF moet er aansluiting gevonden worden tussen de sectoren jeugdbeleid, jeugdzorg, onderwijs, justitie en de gezondheidszorg. In de afgelopen jaren zijn de volgende projecten mede dankzij GAAF-gelden opgestart. Zoals het meidenwerk, ESAR (verwijsindex), Kerkelijk Platform Jeugd, schoolmaatschappelijk werk, opvoedingsprojecten en het project Love Limits

 

Het structureel maken van succesvolle projecten is een uitdaging voor de partners en de gemeente. Deze uitdagingen zijn al opgenomen in de doelstellingen van deze jeugdnota. De provincie vindt het belangrijk om de samenwerking tussen de zes gemeenten te stimuleren en is hierin dan ook bereid om te investeren. Voor 2013 zijn de gemeenten gevraagd een gezamenlijk projectplan in te dienen voor een betere aansluiting op de jeugdzorg.

 

1.6 Bestuurlijke en ambtelijke samenwerking

In het kijken naar de samenwerking met externe partijen en het invulling geven aan de jeugd- en veiligheidsbeleid is samenwerking tussen politiek, bestuur en ambtelijke dienst. Vooral ook wanneer bedacht wordt dat met de transities Awbz, Jeugdzorg en Wet Werken naar Vermogen een integrale visie en integrale afstemming moet plaatsvinden. De ontwikkeling waarbij de politiek jaarlijks de ambtelijke dienst themagewijs ontmoette krijgt structureel vorm.

 

Eerste uitgangspunt in het alles is het feit dat in de portefeuille van de wethouder Jeugd en Gezin het overgrote deel van de beleidsvelden zitten die betrekking hebben op jongeren. Te denken valt aan onderwijs, peuterspeelzaalwerk, jeugdgezondheidszorg, sport etc. Hier dient binnen de portefeuilleverdeling bij toekomstige collegeonderhandelingen rekening mee worden gehouden.

Daarnaast is de dekkingsgraad van de ambtelijke formatie belangrijk. Hoewel diverse personeelsleden werkzaam zijn in het brede spectrum van het jeugdbeleid, is op dit moment 1 fte beschikbaar voor het jeugdbeleid. Gekeken naar de forse uitbreiding van het takenpakket is het een noodzaak om het aantal fte uit te breiden. Vooral ook daar regievoering op strategisch, tactisch niveau (beleid) duidelijke winst kan opleveren op operationeel niveau (uitvoering). De transitiegelden en/of de toekomstige structurele rijksmiddelen zouden hier voor aangewend kunnen worden.

 

1.7 Inbreng jongeren

Met nadruk moet gesteld worden dat ook jongeren zelf een duidelijke stem hebben in de beleidsvorming en de uiteindelijke uitvoering daarvan. Zo is deze nota voorgelegd aan Move2Prove en zal een dergelijke peiling naar de toekomst dit ook steeds weer gebeuren. Zo wordt bijvoorbeeld in de subsidierelatie met het sociaal cultureel werk de inbreng van de jongeren bij het jongerenwerk ook afgedwongen.

 

Kaders visie op jeugdbeleid:

  • 1.

    Gezien de financiële huishouding en het feit dat de komende jaren het nodige staat te gebeuren op jeugd(zorg)gebied, worden bestaande ambities nader uitgewerkt.

  • 2.

    Bij het inhoud geven aan het brede aspect van jeugdbeleid is samenwerking tussen politiek, bestuur, ambtelijke dienst en de jongeren zelf van enorm belang. Jeugdbeleid moet daarbij integraal ingebed zijn binnen de organisatie.

  • 3.

    Jaarlijks zal een informele bijeenkomst plaatsvinden tussen ambtelijke dienst en de politiek fracties.

  • 4.

    Het verdient aanbeveling dat in de portefeuille van de wethouder Jeugd en Gezin ook de aanpalende beleidsterreinen van het jeugdbeleid verwerkt zijn.

  • 5.

    Van de transitie Jeugdzorg zal een afzonderlijk plan van aanpak opgesteld worden.  

  • 6.

    De middelen die voor de (transitie) Jeugdzorg beschikbaar komen, zullen voor dit doel in de gemeentebegroting geoormerkt worden. Overschotten in enig jaar zullen gereserveerd worden, zodat in meerjarenperspectief gewerkt kan worden aan een eenduidige aanpak. Eenzelfde systematiek wordt dan toegepast als bij het programma Jeugd en Gezin (CJG-middelen)

  • 7.

    De dekkingsgraad fte van de ambtelijke dienst voor het jeugd(zorg)beleid en de komende transities verdient aandacht. Doel is om vanuit regievoering op strategisch, tactisch niveau een winst te behalen op operationeel niveau.  Hiervoor ontvangt de gemeente ook structurele transitiemiddelen.

  • 8.

    Samenwerking op provinciaal en regionaal niveau in de uitvoering van het jeugdzorgbeleid wordt gestimuleerd. De identiteit van Urk mag daarin niet verloren gaan, maar moet juist versterkt worden.

 

DEEL 2. Jeugdvisie

Kijkend naar de vele veranderingen (die als gemeente op ons afkomen) is er behoefte aan een sturende visie. Een visie die inspireert maar ook verbindt in verplichtingen. Met de verschillende transities op komst zal het gehele werkterrein van preventief tot intensief onder aansturing en verantwoording komen van de gemeente.

Met een terugtrekkende Rijksoverheid en provincie zijn er kansen maar ook risico’s. Ons uitgangspunt is dat de bezuinigingen niet ten koste gaan van de kwaliteit van zorg.

 

JEUGDVISIE GEMEENTE URK

Elke jongere heeft recht op een veilige en gezonde jeugd waarin ze zich naar vermogen kunnen ontwikkelen.

 

De Urker jeugdvisie is uitgeschreven in vier speerpunten op het niveau van de cliënt - de hulpverlener - de instellingen en de gemeente.

 

Speerpunt 1: Niveau cliënt -  Versterking eigen kracht van het gezin

De ouders dragen de primaire verantwoordelijkheid voor de opvoeding en ontwikkeling van de jongere. In het gebruik maken van de hulpverlening wordt dan ook gekeken naar de eigen kracht en zelfredzaamheid van het gezin en de jongere. De eigen kracht van het gezin en de gezinsleden willen wij versterken, waarbij jong zijn en het opvoeden van kinderen uitdagend en leuk is. Heeft het gezin ondersteuning nodig dan is de hulpverlening snel toegankelijk.

 

Speerpunt 2: Niveau hulpverlenen – Ondernemend hulp verlenen

De hulpverlener heeft als primaire taak de zelfredzaamheid te ondersteunen van het gezin en de gezinsleden. Dit vraagt van de hulpverlener ondernemerschap en lef om de juiste invalshoek te vinden en zorg te signaleren. Alle hulpverleners zetten zich in met de mentaliteit van het Centrum voor Jeugd en Gezin. Deze mentaliteit kenmerkt zich in: snel, daadkrachtig, instellingsoverstijgend en oplossingsgericht. De bereikbaarheidstijden zijn afgestemd op de dagelijkse structuur van de jongeren en het gezin.

 

Het aanbod is gericht op het gezinssysteem en wordt zoveel mogelijk bij de mensen thuis gebracht en uitgevoerd. Is de hulpvraag gesteld dan hoeft dit niet nogmaals te gebeuren, bij een doorverwijzing wordt de afspraak dan ook gemaakt en gaat het verhaal mee. De gekozen vorm van hulpverlening is snel toegankelijk en zonder wachttijd bruikbaar. Het gaat dan ook niet om het doorschuiven van hulpvragen maar -als het nodig is- het laten aanschuiven van deskundigen. De hulpverlener zorgt hierin voor de onderlinge afstemming en coördineert dit volgens 1Gezin 1Plan. Dit vertaalt zich terug naar een snelle en betaalbare hulpverlening waarin de hulpverleners de generalistische professionals zijn met ieder zijn eigen expertisekennis. Is de vraag naar expertisekennis beperkt dan schakelt de professional over naar een generalistische service van een willekeurige partner. De hulpvraag is leidend in het proces en niet het aanbod. Het gezin kiest daarbij zelf de hulpverlener. Het voorkomen van wachtlijsten is een gezamenlijke verantwoordelijkheid.

 

Speerpunt 3: Niveau instellingen – Gezamenlijke verantwoording

In het aanbieden van hulpverlening zijn meerdere instellingen actief. Deze instellingen zijn lokale en provinciale aanbieders van zorg. Onder de regie van de gemeente hebben deze partners een op elkaar afgestemd aanbod en samenhang van de producten gerealiseerd voor alle leefgebieden. Er is gekeken naar de hulpverleningsvraag en het aanbod. Is de vraag naar een bepaald zorgproduct te klein, dan wordt er gekeken naar een product dat hier op lijkt. Hierin maken de instellingen gebruik van elkaars expertise, faciliteiten en personeel.

 

Vanuit de instellingen zijn de managers actief in het afstemmen van de processen en procedures. Het resultaat van de afgestemde processen is een sluitende zorgcoördinatie. Gezamenlijk kijken de managers naar eenduidige systemen en wordt o.a. gebruik gemaakt van één registratieprogramma. Het bestuursniveau is verantwoordelijk voor het verwezenlijken van de gemeentelijke visie in de eigen organisatie.

Het uitgangspunt in het doorvoeren van bezuinigingen is dat de grootste kostenposten op de begroting gezamenlijk worden opgepakt voor een betere kwaliteit en betaalbaarheid. Vooral de kostenposten van huisvesting, automatisering en facilitaire zaken dienen gezamenlijk te worden opgepakt en aanbesteed. Om een stuurbare zorgstructuur te krijgen zijn de overheadkosten op het niveau van het management en hoger behoorlijk kleiner dan de kosten voor uitvoerend personeel. De organisatiestructuren van de diverse instellingen zijn afgestemd op de gemeentelijke regie en aansturing

 

Speerpunt 4: Niveau gemeente – Richtinggevende regie

De gemeente is de regisseur en heeft de regie in het bepalen van de richting en het hierop aansluiten van de uitvoerende instellingen. Het neerzetten van een doelstelling is de taak van de gemeente. De verantwoordelijkheid voor het behalen van de doelstelling zal meer komen te liggen bij de instellingen. Dit doet de gemeente door een subsidierelatie aan te gaan waarin heldere prestatieafspraken worden gemaakt. Prestatieafspraken worden over een langere periode gemaakt zodat instellingen hierop kunnen sturen. In het samenwerken zet de gemeente zich in om de organisaties samen te brengen en te faciliteren in heldere structuuroverzichten en noodzakelijke overleggen. Zie ook hoofdstuk 1.6.

Daarnaast zal de gemeente interne regie gaan voeren om integraal jeugdbeleid te kunnen voeren, dus in relatie met welzijn, onderwijs, Wmo, gezondheidsbeleid, ruimtelijke ordening, verkeer, werk en inkomen en veiligheid.

DEEL 3 DE JEUGD GROEIT (GEZOND) OP

…..EN DE GEMEENTE FACILITEERT DAARBIJ.

 

Al bij de wens om zwanger te worden kan er informatie worden ingewonnen bij het Centrum voor Jeugd en Gezin op Urk. Deze informatie kunnen aanstaande ouders ook vinden op www.cjg-urk.nl. Om de aanstaande ouders te informeren en ter medische controle vind er ondersteuning plaats vanuit de huisartsen of de verloskundigenpraktijk op Urk.

 

Na de geboorte vinden er periodieke controles plaats om de groei en de ontwikkeling van het kind te kunnen volgen. Dit volgen gaat door van de geboorte tot de puberteit en het jongvolwassen zijn. Tijdens deze leeftijdsfasen verschuift het accent van gezondheidzorg naar maatschappelijke zorg. Deze accentverschuiving kunt u terugvinden in deze jeugdnota.

 

In dit hoofdstuk “de jeugd groeit op” wordt de doorgaande lijn beschreven op Urk als het gaat om groeien en opgroeien.

 

3.1 Het gezin als hoeksteen van de samenleving

Vanuit het eerste speerpunt van de gemeentelijke visie dragen de ouders de primaire verantwoordelijkheid voor de opvoeding en ontwikkeling van de jongere. Als liefde in een gezin en tijd voor elkaar duidelijk zichtbaar zijn, dan zal dat gezin vooruitgang boeken.

De omstandigheden waarin dat kan gebeuren zijn behoorlijk anders dan bijvoorbeeld 10 jaar geleden. Het opleidingsniveau stijgt, de arbeidsmarkt vraagt, de huizenprijzen zijn tot grote hoogte gestegen, internet heeft zijn intrede gedaan en de democratisering van verhoudingen zette door. Hierdoor liggen er nieuwe vragen op het bordje van gezinnen en de gemeente.

 

3.2 Gastouder- en kinderopvang

Het onderscheid tussen het peuterspeelzaal werk en de kinderopvang is dat de kinderopvang bedrijfsmatig de verzorging, opvoeding faciliteert tot het primair onderwijs. In de gemeente Urk heeft Stichting Kinderopvang Noordoostpolder (SKN), een vestiging onder de naam “Ut Bottertjen” die opvang biedt aan 24 kinderen.

In het visiedocument “Harmonisering Peuterspeelzaal werk en Kinderopvang op Urk” is de start gemaakt met het onder één dak brengen van beide voorzieningen onder de naam van een kindcentrum. Wij willen deze visie uitwerken om zo de eerste stap te zetten naar een gezamenlijk toekomstperspectief, waarin beide voorzieningen verregaande samenwerkingsafspraken aangaan. Op deze wijze kunnen beide voorzieningen elkaar versterken en één doorgaande lijn vormen richting het primair onderwijs. Op dit moment is er een spraaktaaloverleg tussen de verschillende professionals en willen we dit door ontwikkelen naar een peuteradviesteam.

 

Gastouderopvang is opvang in een gezinssituatie na tussenkomst van een geregistreerd gastouderbureau. Een gastouder kan op het eigen adres kinderen opvangen of op het adres van de vraagouder. Binnen de gemeente Urk zijn rond de 200 gastouders die zijn aangesloten bij diverse gastouders bureaus. Alle gastouders moeten geregistreerd staan in het landelijke register. Er vindt regelmatig toetsing plaats of de gastouder nog voldoet aan de criteria van de wet kinderopvang. Het bijhouden van het Landelijk Register is neergelegd bij de gemeente Urk, waarbij de toezichthoudende taak (inspectie) uitgevoerd wordt door GGD-Flevoland.

 

3.3 Buitenschoolse opvang

Een betrekkelijk nieuwe ontwikkeling op Urk is de buitenschoolse opvang (voortaan BSO) Deze voorziening is erop gericht om ouders in de gelegenheid te stellen om arbeid en zorg te combineren. Deze vorm van opvang is bedoeld voor de kinderen in het primair onderwijs en sluit zo aan op de peuterspeelzaal en kinderopvang. In de gemeente Urk is sinds augustus 2011 een BSO opgericht door SKN en ondergebracht in “Ut Bottertjen”. De BSO biedt in de opstartfase 10 plaatsen voor opvang.

 

3.4 Centrum voor Jeugd en Gezin op Urk.

Het Centrum voor Jeugd en Gezin op Urk is een samenwerking tussen de Zorggroep Oude en Nieuwe Land, Bureau Jeugdzorg, GGD Flevoland en de gemeente Urk. Deze samenwerkende partijen dragen zorg voor de dienstverlening aan jongeren.  

 

Om richting te geven heeft de gemeente Urk ervoor gekozen zelf de regie in handen te nemen door middel van het CJG coördinatorschap.

De doelstelling van het CJG is het adviseren en informeren van professionals, (aanstaande) ouders en jongeren over een gezonde levensstijl in opgroeien en opvoeden. Inwoners van Urk kunnen met al hun vragen over opvoeding en opgroeien dan ook terecht bij het Centrum voor Jeugd en Gezin op Urk. Het CJG geeft kosteloos advies over het opgroeien en opvoeden van kinderen in alle leeftijden. Als het nodig is, helpt het CJG bij het zoeken naar mensen of instanties die de ouder en/of kind(eren) verder kunnen helpen. Met alle vragen over kinderen en opvoeding kunnen de inwoners van Urk terecht.

 

Juist omdat er met de transitie Jeugdzorg straks een sterke basis moet staan met het Centrum Jeugd en Gezin is vanuit een eerste evaluatie met de ketenpartners nagedacht over verbeterpunten. Deze worden verwerkt in de nota Centrum Jeugd en Gezin die eind 2012 / begin 2013 zal worden opgeleverd. Voor de transitie Jeugdzorg ontvangt de gemeente financiële middelen. Deze zijn in de gemeentebegroting voor dit doel geoormerkt. Gezien de goede resultaten van de programmagelden Jeugd en Gezin zullen overschotten van deze gelden in enig jaar gereserveerd worden, zodat in meerjarenperspectief gewerkt kan worden aan een eenduidige aanpak en tekorten in enig jaar opgevangen kunnen worden.

 

3.5 Jeugdgezondheidszorg

De taken vanuit de jeugdgezondheidszorg worden uitgevoerd vanuit de Wet publieke gezondheid (Wpg). Deze taken omvatten o.a.

  • 1.

    het volgen en signaleren van ontwikkelingen in de gezondheidstoestand van jeugdigen en van gezondheidsbevorderende en -bedreigende factoren;

  • 2.

    het ramen van de behoeften aan zorg;

  • 3.

    de vroegtijdige opsporing en preventie van specifieke stoornissen en het aanbieden van vaccinaties voortkomend uit het Rijksvaccinatieprogramma;

  • 4.

    het geven van voorlichting, advies, instructie en begeleiding;

  • 5.

    het formuleren van maatregelen ter beïnvloeding van gezondheidsbedreigingen.

 

De jeugdgezondheidszorg (jgz) valt uiteen in twee leeftijdscategorieën:

  • 1.

    0-4 jaar (het consultatiebureau). Ondergebracht bij Zorggroep Oude en Nieuwe Land,

  • 2.

    5-19 jaar. Ondergebracht bij GGD Flevoland.

 

Vanaf de geboorte is er de jeugdgezondheidszorg in de vorm van het consultatiebureau om ouders en kinderen bij te staan. Vanuit de wettelijke taken heeft het consultatiebureau een belangrijke positie in het Centrum voor Jeugd en Gezin van de gemeente Urk.

 

Met een bereik van 99,9% (!) is het Urker consultatiebureau de eerste lijn in het versterken van de opvoedkwaliteiten van ouders. Het behouden van het unieke hoge bereik brengt wel knelpunten in de financiering met zich mee. Na een jarenlang (aanzienlijk) tekort is met de doeluitkering Jeugd en Gezin een inhaalslag gemaakt. In meerjarenperspectief dreigt echter weer een financiële scheefgroei te ontstaan. Aan de hand van een nieuw op te stellen nota Gezondheidszorg moet dit knelpunt vanuit de gedachte om het bereik zo hoog mogelijk te houden verder onderzocht worden. Mogelijk kan door een flexibilisering van contactmomenten een (nog) effectievere en efficiënter inzet plaatsvinden.

 

De periodieke/preventieve gezondheidsonderzoeken (PGO) in de leeftijd van 5 tot 19 jaar zijn bij GGD Flevoland ondergebracht. Het PGO onderzoek wordt verricht door de jeugdarts of jeugdverpleegkundige. Afhankelijk van de leeftijd, groep, soort onderwijs bestaat het preventief gezondheidsonderzoek uit verschillende onderdelen, zoals de groei,  het gehoor, het gezichtsvermogen, de motoriek, de houding en spraak/taalontwikkeling. Daarnaast wordt aandacht besteed aan het gedrag, de opvoeding, de weerbaarheid en het functioneren op school. Indien daar aanleiding voor is wordt er een vervolgonderzoek afgesproken. Ook kan er een verwijzing worden gegeven voor de schoolmaatschappelijk werker, de huisarts, het algemeen maatschappelijk werk of Bureau Jeugdzorg.

 

Samenvoegen jeugdgezondheidszorg?

Mede door het feit dat de Rijksoverheid diverse taken richting de gemeente decentraliseert is er een landelijke discussie ontstaan om de jeugdgezondheidszorg samen te voegen tot één leeftijdscategorie (0-19 jaar.) Daarmee verdwijnt de knip tussen het aanbod 0-4 jaar en 5-19 jaar, ontstaan er nieuwe mogelijkheden voor flexibilisering van de contactmomenten en zou naar verwachting op termijn budgettaire ruimte beschikbaar komen. Ook in Flevoland is deze discussie inmiddels gestart.

 

Het is geen verrassing dat GGD Nederland voorstelt om de gehele jeugdgezondheidszorg vooral bij een GGD-organisatie onder te brengen. De jeugdgezondheidszorg 0-4 jaar kent een dergelijke landelijke organisatie niet en dreigt dus in de discussie aangewezen te zijn op de lokale samenwerking.

 

Zowel GGD Flevoland als Zorggroep Oude en Nieuwe Land (ZONL) maken onderdeel uit van het Centrum voor Jeugd en Gezin. Een keuze maken voor een partij is dan op voorhand moeilijk te maken. Duidelijk is echter wel dat de subsidierelatie met ZONL een brede insteek heeft, te weten de jeugdgezondheidszorg, het (school)maatschappelijk werk en het ambulant meiden-/jongerenwerk. Verbindingen kunnen dan ook efficiënter gemaakt worden met deze organisatie. ZONL toch wel een organisatie die dichter bij de Urker bevolking staat en daarin steeds goede resultaten boekt.

 

3.6 Opvoedingsondersteuning

De wettelijke verplichtingen van de gemeenten in het kader van de opvoedingsondersteuning zijn terug te vinden in het Wmo-prestatieveld 2: Op preventie gerichte ondersteuning van jeugdigen met problemen met opgroeien en van ouders met problemen met opvoeden.

 

Vanuit het eerste speerpunt van de gemeentelijke visie zijn de ouders in eerste instantie zelf verantwoordelijk voor een goede opvoeding en ontwikkeling van hun kinderen. Om ouders hierin te versterken is er het Centrum voor Jeugd en Gezin op Urk. In het CJG kan informatie worden ingewonnen Hiernaast biedt het CJG ook (prenatale) voorlichting die (via de website) vragen beantwoordt en ruimte biedt voor een persoonlijk gesprek. Vragen over opvoeden en opgroeien worden snel opgepakt in het CJG en indien nodig doorverwezen. Door deze snelle manier van hulpverlening wordt het vragen om hulp laagdrempeliger. Naast het CJG speelt, zoals hierboven beschreven, het consultatiebureau een belangrijke rol in de opvoedingsondersteuning/-vragen.

 

In een gezamenlijke samenwerking tussen GGD Flevoland, Zorggroep Oude en Nieuwe Land en het CJG worden preventieve vormen (cursussen) van hulpverlening aangeboden. Dit wordt gedaan om de doorstroom naar de intensievere vormen te verminderen. Deze cursussen worden aangeboden vanuit het thema “OpvoedenenZo.” Deze cursussen hebben diverse thema’s die de leeftijdsfasen en de daarbij behorende uitdagingen behandelen. De thema’s gaan van “Huilbaby’s” tot aan “Praten met je puber”.

 

Is intensievere zorg noodzakelijk is kan vanuit de preventieve schakel “Stevig Ouderschap” vanuit het consultatiebureau aangeboden worden. Het bestaat uit huisbezoeken, afgelegd door een JGZ-verpleegkundige met speciale training.

 

Stevig Ouderschap is bedoeld voor gezinnen met een pasgeboren kind die om wat voor reden dan ook wat extra steun kunnen gebruiken bij het opvoeden van hun kind(eren). Om de ondersteuning zo optimaal mogelijk in te zetten wordt aan ouders gevraagd om een korte vragenlijst in te vullen. Met behulp van deze vragenlijst wordt vastgesteld of ouders in aanmerking komen voor deelname aan het programma.

 

De deelname aan het opvoedingsondersteuningsaanbod van de gemeente Urk is groot. Structurele dekking van de kosten is echter niet aanwezig. Momenteel worden deze incidenteel gefinancierd of bekostigd vanuit externe financiering.

 

Doelen 2013-2016: de jeugd groeit (gezond) op

 

  • 1.

    Vanuit de christelijke identiteit van de gemeente Urk wordt het gezin als hoeksteen van de samenleving aangemerkt. Ouders die ondersteuning nodig hebben, moeten die ook kunnen krijgen. Hiervoor moeten voldoende middelen binnen de gemeentebegroting aanwezig zijn.

  • 2.

    Het Centrum voor Jeugd en Gezin moet (nog meer) dé samenwerkingspartner worden met onderwijs, (jeugd)gezondheidszorg, zorgorganisaties etc.  

  • 3.

    Samen met de ketenpartners moet een stevige basis neergelegd worden om van het Centrum voor Jeugd en Gezin het voorportaal van de Jeugdzorg te kunnen worden. Dit krijgt vorm in een plan CJG

  • 4.

    Binnen de financieel beschikbare middelen blijft een zo hoog mogelijk bereik van de jeugdgezondheidszorg uitgangspunt. Aan de hand van een nieuw op te stellen nota Gezondheidszorg zal het financiële knelpunt van tekorten in meerjarenperspectief verder onderzocht worden. Mogelijk kan door een flexibilisering van contactmomenten een (nog) effectievere en efficiëntere inzet plaatsvinden.

  • 5.

    Wanneer het tot een keuze moet komen in de discussie inzake het samenvoegen van de jeugdgezondheidszorg geeft de gemeente Urk er in principe voorkeur aan om dit in zijn geheel onder te brengen bij Zorggroep Oude en Nieuwe Land.

 

DEEL 4 DE JEUGD ONTWIKKELT ZICH

....…..en de gemeente maakt dat mede mogelijk

 

In het hoofdstuk “De Jeugd ontwikkelt zich” beschrijven wij het beleid van de gemeente Urk om de persoonlijke ontwikkeling te bevorderen en te borgen van baby tot jongvolwassene. Om je te kunnen ontwikkelen hebben de Verenigde Naties en UNICEF het Verdrag voor de Rechten van het Kind opgesteld. De tien belangrijkste zijn:

 

  • 1.

    Het recht op een naam en een nationaliteit

  • 2.

    Het recht op bescherming tegen kinderarbeid

  • 3.

    Het recht om je mening te geven en informatie te verzamelen

  • 4.

    Het recht om op te groeien bij familie

  • 5.

    Het recht op een veilig en gezond leven

  • 6.

    Het recht op bijzondere zorg voor gehandicapte kinderen

  • 7.

    Het recht op een veilig en gezond leven

  • 8.

    Het recht op onderwijs

  • 9.

    Het recht op bescherming tegen mishandeling en geweld

  • 10.

    Het recht op spel en ontspanning

 

Om deze rechten te borgen biedt de gemeente Urk, in samenwerking met haar partners, diverse faciliteiten aan van opvang, (speciaal) onderwijs tot arbeidsparticipatie. Waarbij iedereen recht heeft op een gelijke toegang tot de nodige middelen.

 

4.1Peuterspeelzaal

Het peuterspeelzaalwerk is gericht op het samen leren spelen en het signaleren van ontwikkelingsachterstanden bij peuters. In de gemeente Urk is één peuterspeelzaal met 15 groepen van elk 16 peuters (240 kinderen). Hiermee bezoekt 65% van alle peuters de peuterspeelzaal.

Voor de peuters met ernstige spraak- taalmoeilijkheden is er de “Taaltrein”. De “Taaltrein” is er voor 2 groepen van elk 6 peuters (12 kinderen). Binnen de “Taaltrein” ligt het accent op taalstimulering en de sociaal- emotionele ontwikkeling van de peuter.

 

Een intern begeleider is aangesteld bij de peuterspeelzaal om problemen vroeg te signaleren. Hiernaast draagt de intern begeleider zorg voor de aansluiting met het basisonderwijs en andere kernpartners. Op deze wijze is een doorgaande lijn gerealiseerd die wordt bekrachtigd door een “warme overdracht” naar het basisonderwijs. Streven is om vanuit de peuterspeelzaal/kinderopvang aansluiting te vinden met de Jeugdhulpteams in het basisonderwijs.

Om een slechte start op de basisschool te voorkomen, krijgen (indien noodzakelijk) kinderen via speciale programma’s ondersteuning, het zogenaamde Voor- en Vroegschools Educatieprogramma (VVE.) Vanuit de Wet Ontwikkel Kansen door Kwaliteit en Educatie (voortaan OKE) heeft de gemeente Urk vanaf 1 augustus 2010 de wettelijke plicht een VVE-beleid te voeren. Vanuit de gemeente Urk worden 32 plaatsen bekostigd in het VVE programma. Deze plaatsen worden ingevuld door doelgroepkinderen. De toeleiding richting het VVE programma gebeurt door het consultatiebureau die peuters aanmeld.

 

Vanuit de gemeente bestaat er de wens om de samenwerking tussen de peuterspeelzaal en de kinderopvang te bevorderen. Dit komt tot uiting in de visie Kindcentrum (zie kopje kinderopvang) Op 12 maart 2012 heeft de gemeenteraad een krediet gevoteerd voor de bouw van een Kindcentrum aan de Slenk.

 

4.2 Bibliotheekwerk

De vijf kerntaken van de bibliotheek

 

1. Warenhuis van kennis en Informatie

2. Centrum voor ontwikkeling en educatie

3. Encyclopedie van kunst en cultuur

4. Inspiratiebron van lezen en literatuur

5. Podium voor ontmoeting en debat

 

 

Al voor het begin van het basisonderwijs worden kinderen en ouders op Urk gestimuleerd in de taalontwikkelingen. Dit stimuleren gebeurt vanuit de bibliotheek met het taalstimuleringsproject “Boekenbas”. Dit programma wordt aangeboden aan alle eerstgeboren kinderen van 0 tot 6 jaar. Dit programma richt zich op alle eerstgeboren kinderen en ouders en bevordert d.m.v. voorlezen de woordenschat bij kinderen. Met dit programma heeft de gemeente Urk voor ogen om de allerkleinsten te ondersteunen in hun taalontwikkelingen en de ouders hierbij te betrekken.

 

In de ontwikkeling van de jongeren is de bibliotheek een belangrijke partner. In 2011 had de instelling een ledenbestand heeft van 6.020 leden, waarvan 63 % jeugdlid is. Maar liefst 32 % van de Urker bevolking is lid van de bibliotheek. Er komen circa 9.000 bezoekers per maand en er worden 16.000 uitleningen per maand verricht.

 

In de afgelopen jaren ontstonden financiële problemen bij de bibliotheek. Hierover is ook diverse malen in de raadscommissie en gemeenteraad besproken. Nu er goede afspraken gemaakt zijn met de bibliotheek lijken de problemen afgewend. Een spreekwoordelijke vinger aan de pols moet echter wel gehouden worden. Dit kan doordat de jaarlijkse subsidie aan de hand van de aanbevelingen van een Rekenkameronderzoek afzonderlijk gerapporteerd moet worden.

 

4.3 Basisonderwijs (primair onderwijs)

Vanaf het 4e levensjaar gaan de kinderen naar de basisschool en is er een onderwijsverplichting vanaf 5 tot 18 jaar. Daarna is er een kwalificatieplicht voor jongeren tot 23 jaar.

Op Urk zijn er twaalf christelijk basisscholen vanuit drie denominaties. Urk kent geen openbaar onderwijs, waarbij de gemeente de bestuurder zou zijn.

 

De gemeenteraad van Urk heeft er voor gekozen dat er op een relatieve korte loopafstand een school in een wijk moet zijn. Vanuit de bevolkingsprognoses wordt geanticipeerd op bevolkingsverschuivingen op Urk. Zo verhuist op termijn de Harmpje Visserschool naar de nieuwe Waterwijk en vindt er een herijking plaats van de voedingsgebieden van de scholen.

Het onderhoud van de basisscholen is een taak van de gemeente Urk. Op basis van PVM wordt dit jaarlijks uitgevoerd. Het onderhoud van de scholen is van een hoog niveau.

 

4.4 Voortgezet onderwijs

Voor het voortgezet onderwijs zijn er twee scholen op Urk: Pieter Zandt Scholengemeenschap en het Berechja College. Deze laatste wordt rechtstreeks bekostigd vanuit het ministerie. Er is dan ook geen huisvestingsplicht voor deze school. Momenteel vindt uitbreiding plaats bij zowel het Berechja College en het Pieter Zandt Scholengemeenschap.

Leerlingen kunnen op het Berechja College in de onderbouw op alle niveaus instromen, van lwoo- t/m havo/vwo. In de bovenbouw biedt het Berechja College onderwijs op lwoo- t/m mavo-niveau aan. Leerlingen die havo/vwo volgen gaan na de tweede klas naar bijvoorbeeld het Emelwerda College in Emmeloord. De Pieter Zandt Scholengemeenschap heeft op de vestiging Urk in de onderbouw het volledige onderwijsaanbod, van LWO-bbl tot havo/vwo. De basis- en kaderberoepsgerichte leerweg worden na klas 2 vervolgd op de hoofdvestiging in Kampen (in verband met de praktijkvakken). GLTL en havo/vwo blijven tot en met klas 3 op de vestiging Urk. Het praktijkonderwijs wordt alleen op de hoofdvestiging in Kampen aangeboden.

 

Vanuit het Berechja College kan worden doorgestroomd naar diverse MBO-opleidingen gericht op de visserij, koopvaardij en binnenvaart (nautische opleidingen). In september 2012 start de school mogelijk met twee nieuwe opleidingen, namelijk Transport & Logistiek en Windturbinetechnologie. Het Groenhorst College in Emmeloord biedt in samenwerking met Barechja een MBO opleiding aan die zich richt op de visverwerkende industrie. Voor alle andere opleidingen zijn er geen scholen gevestigd op Urk.

 

Vervolgopleidingen vinden over het algemeen plaats op:

  • 1.

    Emelwerda College Emmeloord: 412 leerlingen

  • 2.

    ROC Friese Poort Emmeloord: 397 leerlingen

  • 3.

    Pieter Zandt Scholengemeenschap Kampen: 358 leerlingen

 

4.5 Leerplicht en RMC

Leerplicht geldt voor alle kinderen van 5 tot en met 16 jaar. Direct na de leerplicht begint de kwalificatieplicht. Een startkwalificatie is een havo-, vwo- of mbo- diploma (niet niveau 1.) De overheid ziet dit niveau als minimumvereiste voor een goede participatie in de maatschappij.

Op dit moment is er een eenduidig verzuimbeleid vastgesteld door de gemeenten Urk en NOP in samenwerking met de scholen. Dit verzuimbeleid is vastgesteld aan de hand van de Leerplichtwet uit 1969 en geldt voor leerlingen van 5 tot 18 jaar. De uitvoering van de leerplichtwet is belegd bij de leerplichtambtenaar.

Vanuit leerplicht is er samenwerking met de onderwijsinstellingen op Urk. Vanuit het wettelijk takenpakket heeft de leerplichtambtenaar zitting in diverse zorgoverleggen. Hierdoor is de leerplichtambtenaar (op afroep) snel op de hoogte van verzuim en kan er worden doorverwezen naar bijvoorbeeld het Centrum voor Jeugd en Gezin. Deze overleggen zijn:

  • 1.

    Jeugd Hulp Team ( Basisonderwijs)

  • 2.

    Zorg Advies Team (Voortgezet onderwijs)

 

Naast de preventieve functie van Leerplicht is er ook een repressieve taak in het signaleren van problemen Het signaleren van verzuim biedt de mogelijkheid om vanuit een wettelijk kader de achterliggende problematiek te benaderen en hierop hulp aan te bieden.

 

Naast de leerplicht bestaat de RMC-functie (Regionaal Meld- en Coordinatiefucntie Voortijdige Schoolverlaters.) Het doel is het in beeld brengen van jongeren die zonder startkwalificatie de school verlaten en ze te helpen om die startkwalificatie toch nog te halen. De taak rondom het coördineren van het RMC is wettelijk vastgelegd en is bedoeld voor de leerlingen van 16 tot 23 jaar.

 

Voor leerlingen op Urk is er de mogelijkheid om hun startkwalificatie te behalen op MBO niveau in de nautische- of de visverwerkingsindustrie op Urk. De Urker leerlingen die ander MBO-onderwijs willen volgen moeten dit buiten Urk doen. Met het onderwijs buiten Urk heeft de RMC-coördinator regelmatig contact om alle Urker jongeren in beeld te houden.

Het RMC beleid heeft de aandacht van het ministerie van OCW die de ambitie heeft om het voortijdig schoolverlaten terug te dringen met 50 % in 2015. In de onderstaande tabel krijgt u een beeld hoe Urk ervoor staat in verhouding tot het landelijke gemiddelde.

Om het voortijdig school verlaten te voorkomen betekent dit voor het RMC beleid dat de aankomende jaren diverse projecten worden opgestart.

Voortijdig School Verlaters

2006/07

2007/08

2008/09

2009/2010

Urk VSV’ers

95

80

89

78

Urk % VSV

4.1 %

3.5 %

3.7 %

3.2 %

Landelijk % VSV

3.9 %

3.6 %

3.2 %

3.0 %

 

DEEL 5 DE JEUGD VRAAGT EXTRA ZORG

....en de gemeente heeft oog voor die zorg

 

Alle jongeren hebben aandacht nodig. Van ouders, vrienden, leerkrachten. Ze willen gezien worden! Sommige jongeren hebben extra  aandacht nodig. Omdat ze een handicap hebben of omdat ze gewoon een steuntje in de rug nodig hebben in de groei naar volwassenheid.

 

5.1 Speciaal onderwijs en speciaal basisonderwijs

Voor leerlingen die extra zorg nodig hebben zijn op Urk twee klassen die als dependance van De Klimboom speciaal basisonderwijs aanbieden vanuit één schoolvereniging. Vanwege deze dependance is financiering van huisvesting niet mogelijk, hierdoor ontstaat een  knelpunt. Mogelijk dat de wettelijke grondslag komt met de wetgeving rondom het Passend Onderwijs. Met de komst van het Passend onderwijs zullen ook de huidige ontwikkelingen als het gaat om Brede Zorg School worden meegenomen. Met de Brede Zorg School is er het streven om speciaal onderwijs zo dicht mogelijk bij huis aan te bieden.

Speciaal onderwijs

Cluster 1: scholen voor blinde of slechtziende kinderen

Cluster 2: scholen voor dove kinderen, slechthorende kinderen

Cluster 3: scholen voor kinderen met lichamelijk en/of verstandelijke beperkingen

Cluster 4: scholen voor kinderen met ernstige gedragsproblemen

 

Scholen voor speciaal basisonderwijs (sbo) Deze basisscholen zijn bedoeld voor:

- moeilijk lerende kinderen;

- kinderen met opvoedingsmoeilijkheden;

- alle andere kinderen die speciale zorg en aandacht nodig hebben.

 

Voor het speciaal onderwijs zijn de leerlingen nu echter nog aangewezen op scholen in de regio, zoals Optimist, Eliëzer, Zonnebloem,  etc. Ook maken er nog leerlingen gebruik van het Speciaal Basisonderwijs (SBO) buiten Urk. In totaal volgen 232 leerlingen speciaal onderwijs of Speciaal Basisonderwijs (SBO) buiten Urk, waarvan 115 leerlingen buiten de provincie naar school gaan.

 

De aansluiting van het speciaal onderwijs op de zorgstructuren van de gemeente Urk is een aandachtspunt waarin de mogelijkheden worden onderzocht om deze groep leerlingen beter te ondersteunen. De aanvraag (indicatie) voor het speciaal onderwijs (cluster 3 en 4) is een zeer complex en tijdrovend proces. Dit tijdrovende proces wil het regionaal samenwerkingsverband vereenvoudigen met duidelijke kaders waarin een indicatiestelling maximaal een maand duurt en het liefst korter.

 

5.2 Passend onderwijs

De laatste jaren is vanuit de Rijksoverheid de ambitie gekomen om het onderwijs zo dicht mogelijk bij thuis te geven. Het kabinet wil dat leerlingen die extra ondersteuning nodig hebben, beter worden geholpen. Hoewel wetgeving nog niet is vastgesteld is het de intentie dat scholen vanaf 1 augustus 2013 verplicht zijn een passende onderwijsplek te bieden aan leerlingen die extra ondersteuning nodig hebben. Passend onderwijs betekent derhalve dat aan alle leerlingen een zo passend mogelijke plek in het onderwijs moet worden geboden. Dat kan zijn in het regulier onderwijs, maar ook in het speciaal onderwijs. Om de kwaliteit van het speciaal onderwijs te verbeteren, is naast het wetsvoorstel voor passend onderwijs, ook een wetsvoorstel om de kwaliteit van het speciaal onderwijs te verbeteren.

 

Het vormgeven van passend onderwijs gebeurt vanuit de bestaande samenwerkingsverbanden van scholen. De schoolbesturen in het samenwerkingsverband maken afspraken over hoe voor elke leerling zo goed mogelijk passend onderwijs kan worden gerealiseerd. Ze leggen deze afspraken vast in een ondersteuningsplan. Dit ondersteuningsplan wordt ten minste 1 keer per 4 jaar opgesteld en kan tussentijds worden gewijzigd. Het samenwerkingsverband krijgt voor het passend onderwijs financiële middelen.

Er zijn op Urk diverse samenwerkingsverbanden actief. Regionaal zijn Schoolvereniging Rehoboth en Geref. Schoolvereniging Accretio aangesloten bij het verband NOP, Urk. De reformatorische scholen op Urk (inclusief Pieter Zandt) zijn aangesloten bij een landelijk verband. Het voortgezet onderwijs Berechja College is aangesloten bij het regionaal verband Aandacht+.

 

Nauw aansluitend op het passend onderwijs is het gemeentelijk beleid rond de schoolbegeleiding. De gemeente bekostigt momenteel een drietal SBD-diensten. Deze zijn gespecialiseerd in het oplossen van leerproblemen bij leerlingen in het primair onderwijs. De basisschool schakelt de schoolbegeleidingsdienst in wanneer het kind problemen heeft met leren of een grote leerachterstand heeft. In de beleidsperiode zal een notitie geschreven worden inzake de relatie schoolbegeleiding en het passend onderwijs.

 

De gemeente Urk is vooralsnog terughoudend in de planvorming van Passend Onderwijs, aangezien wetgeving rondom passend onderwijs nog niet is vastgesteld en het feit dat de zorgplicht ligt bij het samenwerkingsverband. De gemeente is verantwoordelijk voor eventuele huisvestingsplicht, waar een wettelijke grondslag voor is, en het eventueel aanbieden van leerlingenvervoer.

 

5.3 Leerlingenvervoer

De gemeente Urk heeft in een aantal gevallen de wettelijk plicht om de vervoerskosten van een kind tussen het woonadres en de dichtstbijzijnde school te bekostigen. Dit kan een school voor basisonderwijs, speciaal basisonderwijs of (voortgezet) speciaal onderwijs zijn. De vergoeding kan plaats vinden voor vervoer per fiets, openbaar vervoer, eigen vervoer of taxi/busje. Een bron van grote zorg is diverse jaren de financiering van het leerlingenvervoer.

 

Gezien de financiële omvang van het leerlingenvervoer moet deze gemeentelijke taak regelmatig Europees aanbesteed worden. Onlangs is de dienst opnieuw gegund aan Taxicentrale Witteveen. Regelmatig vindt er een telefonisch tevredenheidsonderzoek plaats onder de ouders.

 

5.4 Outreachend maatschappelijk jongerenwerk

Outreachend maatschappelijk jongerenwerk is beter bekend onder de term ambulant jongerenwerk. De kern van dit werk is jongeren actief opzoeken in hun eigen omgeving. Jongeren van daaruit ondersteunen in hun groeiproces naar volwassenheid zodat hun positie direct of op termijn verbetert.

De jongerenwerkers werken daarin samen met diverse welzijns-, onderwijs- en zorginstellingen. De jongerenwerkers richten zich op maatschappelijke activering en participatie van kwetsbare (groepen) jongeren. Doel van de functie is het verbeteren van het maatschappelijk functioneren van de jongeren door het bieden van ondersteuning en vorming om de zelfstandigheid van de doelgroep te vergroten en verbetering van het woon-, werk- en leefklimaat te bewerkstelligen. Het outreachend maatschappelijk jongerenwerk realiseert deze functie door het aanbieden en uitvoeren van hulp, dienstverlening en zakelijke dienstverlening.

 

Het ambulant jongerenwerk is een laagdrempelige voorziening voor alle jongeren die wordt aangeboden vanuit de Zorggroep Oude en Nieuwe Land onder de vlag van het Centrum voor Jeugd en Gezin. Jongerenwerkers begeleiden jongeren (meisjes en jongens) in de leeftijd van 12 tot 23 jaar in de vrije tijd.

 

Onderdeel van het outreachend maatschappelijk jongerenwerk is het meidenwerk op Urk. Dit is in 2011 opgestart waarbij de eerste ervaringen bijzonder positief zijn. De gemeenteraad heeft met zorg de ontwikkelingen van de Urker jeugd gevolgd en dan met name de meidenproblematiek. Waar eerder de grootste zorg uitging naar het gedrag van de totale jeugd op Urk, werd als snel duidelijk dat er op Urk sprake is van specifieke meidenproblematiek. Met cofinanciering van de provincie en in samenwerking met Zorggroep Oude en Nieuwe Land is het ambulant meidenwerk gestart vanuit het Centrum voor Jeugd en Gezin (CJG).

 

In de korte tijd zijn veel contacten gelegd met het werkveld; op het gebied van ontspanning, horeca, sport, onderwijs en de CJG samenwerkingspartners, hulpverleningstrajecten zijn in gang gezet, activiteiten met meiden gestart of voorbereidingen getroffen om nieuwe activiteiten te starten. Dat de gemeenteraad positief is over de inzet van de meidenwerker bleek uit de aangenomen motie. In de (besloten) commissie-/raadsvergadering van 25 juni 2012 is besloten om deze functie vanaf 2013 vanuit de herallocatie van het subsidiebudget van Stichting Buurtwerk te bekostigen

 

5.5 Jongeren met een beperking

Op Urk zijn diverse gehandicaptenorganisaties actief: Triade Flevoland, ´s Heerenloo, Philadelphia Zorg, Omega Groep en Siloah. Deze organisaties exploiteren ook een woonvorm o.a. Het Hop, Thuishaven, Het 8-ter dek en de Parelhof. Daarnaast zijn er enkele initiatieven waarbij de gehandicapten dagbesteding ontvangen (Peppelstek, Drukpunt en Peppelstek). Voor de realisatie van toekomstige nieuwe woonvormen en of het vormgeven van ambulante begeleiding hanteren de organisaties vaak dezelfde gegevens. Omdat ouders zich inschrijven bij diverse organisatie geeft de zorgvraag een vertroebeld beeld. Daarnaast geldt dat niet voor iedere specifieke beperking begeleiding op Urk aangeboden kan worden (bijvoorbeeld zorg vanuit het autistisch spectrum).

In januari 2011 is vanuit een HBO-afstudeeropdracht de expliciete zorgvraag onderzocht. De conclusie van het onderzoek was dat vraag en aanbod niet op elkaar aansloten. Er is meer vraag dan aanbod. De aanbevelingen zullen dan ook naar de toekomst toe verder uitgewerkt moeten worden. Daarbij is samenwerking tussen organisaties een hele belangrijke factor.

Met de transitie AWBZ gaat er met name voor de begeleiding (het bevorderen, het behoud of het compenseren van zelfredzaamheid) voor deze jongeren de komende jaren veel veranderen. De val van het Kabinet Rutte heeft er voor gezorgd dat de plannen vooralsnog vertraagd zijn, maar dat betekent niet dat dit geen doorgang zal vinden. Onder functie begeleiding gaat een veelvoud aan activiteiten voor de doelgroep schuil. Destijds is ook afgesproken dat de gehandicaptenzorg voor cliënten met een IQ boven de 70 wordt geschrapt. Deze maatregel is inmiddels uitgesteld tot 1 januari 2013.

 

Tot slot worden met MEE IJsseloevers jaarlijks samenwerkingsafspraken gemaakt. Deze organisatie biedt ondersteuning aan jongeren met een beperking of handicap.

 

5.6 Pleegzorg

Soms kan voor kortere of langere tijd een kind niet meer thuis blijven wonen. Er wordt dan gezocht naar een geschikt pleeggezin. Ouders kunnen dan nadrukkelijk aangeven dat hun kind(eren) in de christelijke overtuiging opgevoed moet(en) worden en dat pleegouders en pleegzorgmedewerkers vanuit die christelijke overtuiging, opvoeding en ondersteuning moet worden geven. Naast de christelijke overtuiging van de biologische ouders zijn er op Urk, in verhouding tot de rest van Flevoland, veel pleegouders die pleegzorg verlenen.

 

In de Transitie Jeugdzorg is de pleegzorg wel een doelgroep waarbij de risico’s moeten worden geïnventariseerd. Deze kinderen die vaak al een verleden hebben doen vaker een beroep op de hulpverlening. Deze hulpverlening (en de kosten) komt straks voor rekening van de gemeente. In een brief aan het ministerie is reeds melding gemaakt van deze dreigende tekorten op dit onderdeel van de Jeugdzorg.

 

5.7 Andere initiatieven

In de welzijnssector zijn er op Urk ook (particuliere) initiatieven, die niet onder de verantwoordelijkheid van de gemeente vallen, maar die wel inspelen op de vragen van de bevolking:

  • 1.

    Progress is een praktijk voor leren, gedrag en opvoeding. Te denken valt aan individuele begeleiding, groepsbegeleiding, studiebegeleiding, ouderbegeleiding en leerkrachtbegeleiding.

  • 2.

    Huisartsenpraktijken werken nauw samen met andere zorginstellingen.

     

Doelen 2013-2016: De jeugd vraagt extra zorg

 

  • 1.

    Gemeente blijft de ontwikkelingen volgen rond het passend onderwijs en blijft zoeken naar een wettelijke basis om vormen van speciaal onderwijs op Urk te kunnen (blijven) bekostigen.

  • 2.

    De financiële relatie tussen het gemeentelijk beleid rond schoolbegeleiding en het passend onderwijs zal in deze periode gemaakt worden.

  • 3.

    De zorgstructuur van het passend onderwijs moet aansluiten op de gemeentelijke zorgstructuren binnen het Centrum voor Jeugd en Gezin.

  • 4.

    De kwaliteit van het leerlingenvervoer moet jaarlijks vanuit een tevredenheids-onderzoek gepeild worden.

  • 5.

    Het ambulant jongerenwerk is niet meer weg te denken in de zorgketen op Urk. De bekostiging van de meidenwerker vindt vanaf 2013 structureel plaats vanuit de herallocatie van het subsidiebudget van Stichting Buurtwerk.  

  • 6.

    Samenwerking tussen de op Urk werkzame gehandicaptenorganisaties moet gestimuleerd worden. De rol van MEE IJsseloevers moet daarbij benut worden.

  • 7.

    Vanuit het Centrum voor Jeugd en Gezin moet de samenwerking gezocht worden met particuliere initiatieven.

 

DEEL 6 DE JEUGD HEEFT VRIJE TIJD

....EN ONTMOET ZO LEEFTIJDSGENOTEN

 

Na school- of werktijd heeft de Urker jeugd vrije tijd. Hoe wordt deze in het digitale tijdperk eigenlijk ingevuld? Wat valt er op Urk überhaupt eigenlijk te beleven? Wat is er te doen voor de grote groep jongeren?

 

Bijna 100 procent van de jongeren van 4 tot 12 jaar in Nederland zit nog op school. Voor de jongeren van 12 tot 18 jaar geldt dit voor ruim 95 procent. Binnen de groep 18- tot 23-jarigen neemt bijna 57 procent nog deel aan onderwijs. Naast het volgen van onderwijs hebben jongeren tal van activiteiten in hun vrije tijd om te beleven en te ontspannen. Bij de invulling van de vrije tijd vinden veel jongeren het belangrijk om elkaar te ontmoeten.

 

Om een beeld te krijgen waar de Urker jongeren elkaar ontmoeten is de volgende tabel opgenomen.

Uitgaan – een paar keer per maand of vaker

Flevoland

Urk

 

%

%

Café of snackbar

51

68

Coffeeshop

5

3

Discotheek

30

28

Festival/popconcert

8

4

Film

36

27

Houseparty/ Danceparty

14

9

Poolroom/ Poolcafé

4

3

Speelhal/ Gokhal

4

7

Sportkantine

36

37

Theater/ Schouwburg

5

2

Bron: GGD Flevoland, scholierenenquête 2010/2011

 

Volgens de tabel is het uitgaansleven (naast sportkantine, kerkwerk of zangvereniging) voor Urker jongeren belangrijk. Voor de jeugd onder de 16 is er met name het buurt- en jeugdwerk of de straat. Oudere jongeren, en helaas ook zij die jonger zijn dan 16 jaar, kunnen ook terecht bij de (natte) horeca in het oude dorp en de jeugdhonken op het bedrijventerrein. Soms is er een evenement of kan de jeugd samen naar het strand.

 

6.1 Jeugdopvang

 

Het jeugdopvangwerk op Urk kent een rijke historie. Om een antwoord te vinden op rondhangende en baldadige jongeren werd in de jaren vijftig/zestig de Vereniging Gereformeerd Jeugdgebouw opgericht. De doelstelling die deze vereniging had was: “de jeugd een verantwoorde ontspanning en vrijetijdsbesteding te bieden, bedoeld om te bewaren in en te wijzen op alle christelijke levenswaarden.”

De vereniging werd op 1 januari 1960 omgezet in een stichting en in 1980 werd de stichting omgezet in de Stichting Buurtwerk Urk. Hiernaast ontstond door de scheuring binnen de Gereformeerde kerk een nieuwe organisatie, het Jeugd Opvang Werk. Deze instelling hield zich bezig met jeugd opvang werk voor in eerste instantie de eigen kerkelijke jeugd.

De gemeente Urk kent twee vormen van gesubsidieerde jeugdopvang. Stichting Jeugdopvang Werk Urk (JOW) en Stichting Buurtwerk Urk. Beide stichtingen zijn betrokken als het gaat om de inloop voor jongeren en het aanbieden van activiteiten.

 

Stichting Jeugd Opvang Werk

Na jarenlang een huisvestingsprobleem te hebben gekend is Stichting JOW eind 2010 verhuist naar het pand van Stichting de Rots. Een unieke locatie in een jonge wijk van Urk, grenzend aan de kinderboerderij. Nu de financiële, bestuurlijke en huisvestingsproblemen verleden tijd lijken te zijn worden er in 2012 nieuwe subsidieafspraken gemaakt. Daarbij zal zeker de wens van de gemeente Urk betrokken worden om van deze unieke locatie een bruisend jongerencentrum te maken, voor een brede doelgroep van jongeren. Daarmee zouden de verwachte financiële problemen in meerjarenperspectief aangepakt kunnen worden. In de (besloten) commissie-/raadsvergadering van 25 juni 2012 is besloten om de subsidie aan het JOW min of meer gelijk te trekken met die van Stichting Buurtwerk.

 

Stichting Buurtwerk Urk

Zoals hierboven aangegeven kent deze stichting een rijke historie. Het bestaat al meer dan 50 jaar! Ondanks de rijke historie staat het voortbestaan van de stichting ernstig op de tocht. Grote financiële problemen dwingen het stichtingsbestuur tot rigoureuze maatregelen. Maakt Stichting Buurtwerk Urk wel of niet een doorstart? Hoe ziet dit er dan uit? En onder welke voorwaarden gebeurt dit? Momenteel vinden daar gesprekken over plaats.

Daarin is het uitgangspunt dat het welzijnswerk in stand moet worden gehouden. De problematiek zorgt er dan ook voor dat er een herijking moet komen op de mogelijkheden en prestaties van het sociaal en cultureel werk.

 

6.2 Particuliere initiatieven

Urk kent een sterk sociaal netwerk, wat ook tot uiting komt in particuliere initiatieven. Een bijzondere en unieke plek neemt daarbij Stichting Koffiebar Urk in. Ruim veertig jaar organiseert deze stichting jeugdactiviteiten voor en door jongeren. Wekelijks vinden vele jongeren de weg naar het onderkomen van de stichting, waarvan uit diverse activiteiten ondernomen worden,.

 

Een grote wens van de stichting is dat de gemeente professionele inzet mogelijk maakt. Gezien het feit dat de stichting samen met stichting JOW gehuisvest is in het gebouw van Stichting de Rots, ligt samenwerking logisch voor de hand.

Daarnaast zijn er in de gemeente andere initiatieven:

  • 1.

    in diverse kerken op Urk zijn jeugdcommissies actief die diverse jeugdactiviteiten aanbieden Voor het grootste deel zijn dat activiteiten om de jongeren een binding te geven met de kerk en hen op die manier te ondersteunen bij hun persoonlijke ontwikkeling en in hun maatschappelijk functioneren. Enkele kerken hebben jeugdouderlingen aangesteld, waardoor er meer aandacht besteed kan worden aan de individuele problemen van jongeren.

  • 2.

    de vele buurtverenigingen organiseren jeugdactiviteiten (met name in de zomer),

  • 3.

    diverse welzijnsorganisaties organiseren activiteiten voor jongeren in hun vrije tijd: zoals de muziekschool, de bibliotheek, koren, Oranjevereniging en Struners van Zodrekt of de sporthallen.

     

6.3 Horecavoorzieningen

Bij horeca op Urk, die gericht zijn op jongeren moet niet alleen gedacht worden aan cafés, maar ook aan eetcafés, cafetaria´s etc. Daarnaast zijn er ook andere ontmoetingsruimten, waar een alcohol- en drankvergunning aanwezig is, zoals sportkantines en verenigingsgebouwen.

 

De harde natte horeca is grotendeels gevestigd in de oude dorpskern van Urk. En juist wanneer er op uitgaansdagen veel jongeren gebruik maken van deze voorzieningen, kan dit nog wel eens voor negatieve verschijnselen zorgen. Het gemeentebestuur wil medewerking verlenen aan het verhuizen van deze horeca vanuit het uitgaansgebied naar het naastliggende te renoveren bedrijventerrein Lemsterhoek. Zo komt er in het dorpscentrum meer ruimte voor ambachtelijke c.q. toeristische winkels en restaurants. Verder zoeken steeds meer jongeren hun vertier buiten Urk. De verwachting is dat deze trend zal voortzetten.

 

In mei 2002 is de Horecanota vastgesteld. De centrale doelstelling van het horecabeleid was “het verbeteren van de kwaliteit van de horeca in Urk ten behoeve van de gemeente als geheel als wel ten behoeve van de horecasector in Urk” Op 06 juli 2006 werd het horecaconvenant ondertekend door de gezamenlijke horeca op Urk, de politie, het Openbaar Ministerie en de burgemeester. In het convenant zijn afspraken gemaakt over de toezicht, openingstijden, overlast en het sanctiebeleid.

 

Het is de bedoeling dat in 2013 het Horecaconvenant wordt geëvalueerd. Een werkgroep, waarin alle partners vertegenwoordigd zijn, dient te komen tot een nieuw breed gedragen convenant dat ten goede komt aan de uitgaande jeugd. In verband met de zondagsrust is het de verwachting dat het gemeentebestuur de huidige openingstijden wil handhaven. Ook gezien (landelijke) bewustwording dat nóg latere sluitingstijden niet ten goede komen aan de openbare orde en veiligheid. De gemeente verwacht een meer positieve proactieve inzet bij de horeca, zoals meer aandacht voor diverse leeftijdsgroepen en het tegengaan van overlast op straat. De horeca wil graag eerst strengere criteria voor de jeugdhonken inclusief strengere toezicht en handhaving daarop. De komende tijd zal de gemeente zich dus inzetten op het evalueren van het horecaconvenant, een nieuw op te stellen Horecanota en een integraal Veiligheidsbeleidsplan, die in afwachting van de benoeming van de nieuwe burgemeester intern reeds als Strategisch Beleidsdocument is opgevoerd. Daarbij speelt de wettelijke plicht voor dit document een rol.   

 

6.4 Jeugdhonken

 

De grote groep jeugdigen op Urk zoekt vertier. Daarin is het niet anders dan de jeugd elders in Nederland. Niet alleen op reguliere ontmoetingsplaatsen en in het aanbod zoals in dit hoofdstuk is omschreven. Ook op straat en in de diverse jeugdhonken treft men jeugd aan. En dit laatste is een fenomeen door de jaren heen. Kwam de jeugd vroeger bij elkaar op kotters, nu gebeurt dat in garageboxen of in bedrijfskantines. Meestal zijn het vriendengroepen die elkaar in de jeugdhonken ontmoeten.

 

Regelmatig vindt controle plaats van de jeugdhonken. En daar waar nodig schroomt de gemeente niet om te handhaven, door het opleggen van een dwangsom met als uiteindelijke

doel sluiting (jeugd)honk. Op 28 juni 2012 zijn door de gemeenteraad de criteria jeugdhonken 2012 vastgesteld. Aan de hand hiervan wordt binnenkort een notitie jeugdhonken opgesteld. In deze criteria wordt o.a. ingegaan op  het besloten karakter van de jeugdhonken, de leeftijd voor toegang, de aanwezige hoeveelheid alcohol, de openbare orde etc. Bij de Kadernota 2012 zijn extra middelen vrijgemaakt voor handhaving.

 

6.4 Sport en bewegen

Sport en bewegen is een belangrijk verbindend element in de maatschappij. Sporten is voor jong en oud, voor mensen van verschillende achtergronden en met uiteenlopende sportbehoeften. Sport heeft duidelijke raakvlakken met gezondheid, welzijn, onderwijs en veiligheid. Om de effecten van sport optimaal te kunnen benutten, moet gewerkt worden vanuit een integrale aanpak. Om een integrale aanpak te krijgen op Urk is Sportservice Flevoland gevraagd een sportnota te schrijven die eind 2012 wordt opgeleverd. In deze nota zal naast de regeling Sportcombinatiefunctie (zie onder) aandacht besteed worden sport- en beweegactiviteiten en aan de huisvesting van de diverse sportvereniging (incl. raadsmotie Hapkidovereniging)

Sport en bewegen heeft de afgelopen 10 jaar een enorme impuls gehad door de gemeente Urk deelgenomen heeft aan twee landelijke subsidiemogelijkheden;

  • 1.

    De breedtesportimpuls (2005 – 2008)

  • 2.

    Impuls Buurt, Onderwijs, Sport (BOS) (2006-2010).

Daarnaast heeft de gemeente deelgenomen aan een landelijk initiatief van het gezondheidsinstituut NIGZ, Lokaal Actief (2007-2008). Door mee te doen aan deze landelijke regelingen heeft de gemeente Urk diverse nieuwe (succesvolle) activiteiten ontwikkeld (sport-, spel- en beweegweek, sportclinics en verenigingsondersteuning.)

 

Het bedrag dat gemeente Urk besteedt aan sport wordt met name ingezet voor bekostiging van gebouwen, de bijbehorende kapitaallasten en personeelslasten. Door het succes van bovenstaande regelingen is slechts een beperkt budget beschikbaar in de gemeentebegroting. Daarbij richt de gemeente zich vooral op de breedtesport. Extra budget voor sport- en bewegen is zeer wenselijk.

 

Jaren geleden is het ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport gestart met het programma ‘Impulsregeling brede scholen, sport en cultuur.´ Om deze regeling zo laagdrempelig te maken is deze verschoven naar de regeling ´Sportcombinatiefunctie´ Begin 2012 heeft de gemeente Urk hiervoor een (structurele) aanvraag voor ingediend, die ook inmiddels is gehonoreerd.

 

Naam Sportver

Aantal leden

Naam Sportver

Aantal leden

Basketballver Orca's

310

Schaakver

25

Biljartver Het Gr Laken

319

Schietsportver

95

Chr Gymnastiekver

plm 500

Sportver Urk

1.077

Damclub 'Urk aan Zet'

NB

Tennisver

plm 300

Dartver De Rake Gooier

NB

Ver Roeiploeg Urk

50

Duikvereniging

30

Volleyballver Ut Top

140

Hapkidover Chong Mu Kwan

203

Wielervereniging Urk

75

Hobbyvoetbal Urk

plm 440

Z.V.V. Urk

970

Paardensportver Orcaruiters

80

Zwemclub Urk '78

109

 

6.5 Zwembad ’t Bun

Diverse (zwem)activiteiten worden georganiseerd in het zwembad. In 2011 ontving het zwembad ± 116.500 bezoekers. In de wintermaanden organiseert het zwembad wekelijks (muziek)activiteiten voor de jeugd van 11-13 jaar. Omdat groot onderhoud noodzakelijk is heeft de gemeenteraad inmiddels ingestemd met ver-/nieuwbouw. Een projectgroep is met deze opdracht vanuit de gemeenteraad inmiddels actief aan de slag gegaan. Dat het echter meer is dan “stenen leggen” blijkt wel uit het feit dat rekening gehouden moet worden met landelijke ecologische hoogstructuur.

 

6.5 Speelruimte

In de gemeente Urk zijn er voldoende gevarieerde speelvoorzieningen voor alle kinderen, jeugdigen en jongeren, waarbij het aanbod invulling geeft aan de vraag naar speelruimte.

In het aanbod van speelruimte wordt onderscheid gemaakt tussen formele speelvoorzieningen en informele speelvoorzieningen (bos, zand, water etc.) Integraal moet nagedacht worden hoe voorkomen kan worden dat jongeren speelplekken als hangplek gaan gebruiken en overlast geven.

Uniek zijn de sport-/speelvelden in het Wilhelminapark en in de Polderwijk. Maar ook het ´natuurspeelbos´aan de Staartweg wat de gemeente Urk samen met Stichting Flevolandschap heeft ontwikkeld.

 

6.6 Vrijwilligerswerk (maatschappelijke stage)

Niet alleen ouderen maar ook jongeren verrichten vrijwilligerswerk: in de kerk, in de buurt of bij sportverenigingen. Om jongeren te ondersteunen in het maatschappelijk betrokken zijn heeft de overheid de maatschappelijk stage in het leven geroepen. Tijdens deze stage doen zij vrijwilligerswerk zoals helpen in een buurthuis, sportactiviteiten organiseren of werken op een zorgboerderij. Jongeren kunnen zo tijdens hun schooltijd kennismaken met de samenleving en daaraan een bijdrage leveren.

Voor de maatschappelijke stage op Urk is er een samenwerkingsovereenkomst getekend met het Berechja College, Pieter Zandt, Stichting Caritas en de gemeente Urk. Na een gehouden evaluatie is het de intentie om dit structureel voor te zetten. Daarbij dragen de scholen ook financieel bij. Tegelijkertijd zal gewerkt worden aan een vrijwilligersinformatiepunt bij Stichting Caritas Urk.

 

Doelen 2013-2016: De jeugd heeft vrije tijd

  • 1.

    Particuliere initiatieven voor jeugdopvang/-activiteiten worden gestimuleerd.

  • 2.

    Samenwerking tussen Stichting Jeugd Opvang Werk (JOW) en Stichting Koffiebar Urk wordt gestimuleerd, zodat in het gebouw een bruisend jongerencentrum ontstaat. Daarbij worden ook de activiteiten van Stichting Kinderboerderij Urk betrokken.

  • 3.

    Uiterlijk oktober 2012 dient er oplossing te komen voor de problematiek bij Stichting Buurtwerk Urk (SBU). Uitgangspunt is dat het welzijnswerk, waaronder de jeugdactivering, in stand wordt gehouden.

  • 4.

    Bij de herallocatie van de SBU-subsidiemiddelen zal het subsidie aan het JOW gelijk getrokken worden met die van SBU.

  • 5.

    Een nader op te stellen visie moet inzage geven in de mogelijkheden van verplaatsing van de horeca.

  • 6.

    In planperiode wordt het horecaconvenant geëvalueerd en een Horecanota en Jeugdhonkennota worden opgesteld.

  • 7.

    Het opstellen van een integraal Veiligheidsplan wordt als Strategisch Beleidsdocument opgenomen. In planperiode zal mede aan de hand van de wettelijke regelgeving de noodzaak worden bezien.

  • 8.

    Een nieuwe sportbeleidsnota zal in 2012 worden opgesteld.

  • 9.

    In de wijk moet voldoende speelruimte aanwezig zijn, die aansluit bij de leeftijdsopbouw in de wijk.

10. Het vrijwilligerswerk (van jongeren) zal gestimuleerd worden door het vormgeven van een infopunt. De makelaarsfunctie moet ook structureel gemaakt worden.

 

DEEL 7 DE JEUGD VRAAGT AANDACHT

......EN DE GEMEENTE BIEDT EEN STEUNTJE IN DE RUG.

 

“Onze jeugd heeft tegenwoordig een sterke hang naar luxe, heeft slechte manieren, minachting voor het gezag en geen eerbied voor ouderen. Ze geven de voorkeur aan kletspraatjes in plaats van training… Jonge mensen staan niet meer op als een oudere de kamer binnenkomt. Zij spreken hun ouders tegen, houden niet hun mond in gezelschap, … en tiranniseren hun leraren.”

Herkenbaar ? Deze uitspraak is van de filosoof Socrates, en inmiddels een goede 2600 jaar oud.

Het lijkt wel alsof jongeren door de maatschappij steeds meer onder druk komen te staan, het moeten presteren kan veel vergen van een jongere. En met de digitalisering, de individualisering en de verleidingen liggen gevaren op de loer.

 

7.1 Snelle signalering

De ketenpartners van het Centrum voor Jeugd en Gezin zijn een eerste schakel in het snel en effectief signaleren en oppakken van problemen. Daarnaast moet binnen het gemeentelijk beleid een belangrijke plek ingeruimd worden voor preventie.

 

7.2 Zorgoverleg

Naast individueel contact tussen hulpverleners, onderwijs, politie en het Centrum voor Jeugd en Gezin zijn er diverse zorgoverleggen. Naast het Centrum voor Jeugd en Gezin vormt het  onderwijs een belangrijke schakel is. Signalen worden immers vaak als eerste op school gesignaleerd. Diverse overleggen zijn daarvoor in het leven geroepen:

Jeugd Hulp Team ( Basisonderwijs)

Momenteel zijn er 12 Jeugd Hulp Teams actief op Urk, die clustergewijs vergaderen. Kernwoorden zijn: snelle signalering, korte lijnen en snelle acties in geval de problemen van een kind het schoolniveau te boven gaan. Alle partijen (gemeente, scholen, hulpverlenende instanties) ervaren een grote behoefte aan zorgadviesteams rondom de basisscholen en willen daar ook in investeren.

Deelnemers aan het overleg zijn: de intern begeleider van school, de CJG coördinator, een schoolmaatschappelijk werker en een jeugdarts/verpleegkundige. Daarnaast is er ruimte voor deelnemers op afroep, afhankelijk van de spelende problemen kan dit bijvoorbeeld Bureau Jeugdzorg, politie, kerken, huisarts, leerplichtambtenaar, enz. zijn. Deze deelnemers kunnen zelf ook het initiatief nemen om een kind ter bespreking in het Jeugd Hulp Team in te brengen.

 

Zorg Advies Team (Voortgezet onderwijs)

Zowel Berechja College als het Pieter Zandt Scholengemeenschap (Urk) beschikt over een ZAT. Anders dan bij het basisonderwijs is er bij het merendeel van de besproken jongeren in het ZAT sprake van (ernstige) gedragsproblemen in de klas (en/of daarbuiten). Bijvoorbeeld: spijbelen, agressie, geweld, (vermoeden van) drugsgebruik, excessief alcoholgebruik, onaangepast gedrag. In mindere mate (of daarnaast) is er sprake (of vermoeden van) sociaal emotionele, psychische of psychiatrische problematiek. Diverse deelnemers nemen zitting in het ZAT (afhankelijk van de problematiek.) De leerplichtambtenaar is op afroep aanwezig bij de ZAT-overleggen buiten Urk, waarbij ook Urker jongeren worden besproken.

 

Waypointoverleg

Stichting Waypoint organiseert regelmatig een overleg over jongeren, die niet in bovengenoemde overleggen besproken kunnen worden. Aan dit overleg doen maatschappelijk werk, leerplicht, jongerenwerk en politie mee. De gemeente Urk bekostigt dit overleg vanuit landelijke subsidiegelden.

In eerdere hoofdstukken is aangegeven dat de zorgstructuur met het passend onderwijs verder vorm moet worden gegeven. Daarnaast is het streven een peuteradviesteam op te richten om zo een doorgaande zorglijn te creëren met het JHT en het ZAT.

 

7.3 Maatschappelijk werk

Schoolmaatschappelijk werk

In het basisonderwijs wordt vanuit de gemeente een schoolmaatschappelijk werker bekostigd. Niet alleen de ouders kunnen hier een beroep op doen, ook de leerkracht kan  ondersteund worden bij de begeleiding van kinderen met sociale of emotionele problemen. De schoolmaatschappelijk werker in het voortgezet onderwijs wordt bekostigd vanuit het samenwerkingsverband, waar de gemeente Urk ook een financiële bijdrage aan verstrekt.

 

Algemeen maatschappelijk werk

Het algemeen maatschappelijk werk is ondergebracht bij Zorggroep Oude en Nieuwe Land. Een groot deel van de cliënten van het algemeen maatschappelijk werk is jonger dan 23 jaar. Bij deze organisatie is ook het schoolmaatschappelijk werk, het outreachend jongerenwerk (ambulant meiden-/jongerenwerk) en recent ook de doorontwikkeling van de procescoördinatie van het CJG ondergebracht. Dat betekent dat er diverse subsidiestromen bestaan. Gewerkt wordt aan één subsidieovereenkomst waarin alle subsidiestromen samengevoegd worden en diverse afspraken vastgesteld worden.

 

7.4 Overmatig alcoholgebruik en drugsgebruik

De afgelopen jaren kwam er vanuit de Urker gemeenschap steeds meer aandacht voor zorgelijke ontwikkelingen op Urk. Met name het alcohol- en drugsgebruik heeft in de afgelopen jaren de nodige aandacht gekregen. Zowel lokaal als nationaal zijn onze gedragingen, gewoonten en tradities onder de aandacht gekomen. “hoe kan het, dat dit (is) gebeurt op Urk?” is een terugkerende vraag bij de Urker gemeenschap en tegelijk een uiting van verbazing door de media. De gemeentelijke inzet is erop gericht om zorgen onder de aandacht te brengen en in te grijpen waar nodig.

 

Op het gebied van alcohol valt vanuit de scholierenenquête op dat het “ooit alcohol gedronken” beduidend lager is dan in 2006. Het Binge drinking of coma zuipen is ook lager dan in 2006, al is dit verschil minimaal. Het alcohol drinken op doordeweekse dagen is schrikbarend toegenomen tot 46%.

Alcohol

Urk 2002

Urk 2006

Urk 2011

Flevoland 2011

 

%

%

%

%

Ooit alcohol gedronken

81

72

59

59

Alcohol drinken op doordeweekse dagen

Niet onderzocht

28

46

29

Binge drinking

21,5

43

38

31

Bron: GGD Flevoland, scholierenenquête 2010/2011

 

Als gemeente zien we een taak in het preventiewerk rond alcohol- en drugsgebruik. Dit wordt vormgegeven in samenwerking met het Kerkelijk Platform Jeugd. Een voorlichtingscampagne heeft in 2011 vorm gekregen o.a. door het boekje “Alcohol en Drugs – Een leidraad voor ouders en jongeren op Urk”. Dit boekje is huis-aan-huis verspreid door heel Urk.

 

Andere preventieve werkzaamheden zijn:

  • 1.

    Postercampagne,

  • 2.

    Het uitdelen van het jeugdboek “Groep 8 zegt nee tegen drugs” aan alle  groepen 8 van de basisscholen,

  • 3.

    Project Uitgaan kun je leren op het Berechja College

  • 4.

    Conferentie met kerken, die vervolgens aandacht aan het thema besteden in de preken.

  • 5.

    Bezoeken van (jeugd)verenigingen van de kerken

  • 6.

    Postercampagne (binnenkort op te starten)

  • 7.

    Handleiding pastoraal en verslaving (binnenkort op te starten)

 

Het beleid rond alcohol en drugs is verder uitgeschreven in de nota ‘ verslavingszorg op Urk’ en kent de volgende vastgestelde beleidsprioriteiten:

  • 1.

    Regiefunctie gemeente versterken

  • 2.

    Aanstellen meidenwerker (op projectbasis) en het ambulant jongerenwerk doorontwikkelen. Daarbij bezien onder welke vlag het ambulant jongerenwerk kan varen.

  • 3.

    Ketensamenwerking bevorderen en de rol van de kerken daarin versterken

  • 4.

    Met ketenpartners woonbegeleiding aanbieden.

  • 5.

    Faciliteren en sturing geven aan particuliere initiatieven

In een raadsmotie d.d. 29 juni 2012 is de preventieve voorlichting als prioriteit toegevoegd.

 

Knelpunt in de beleidsvisie is dat financiële middelen slechts voor een projectperiode beschikbaar zijn gesteld. In de bovengenoemde motie wordt benoemd om op zoek te gaan naar structurele middelen.

 

7.5 Stichting Waypoint Urk

Urk kent een eigen ‘verslavingszorgorganisatie.’ Waypoint is in 2003 gestart door een groep mensen met een hart voor jongeren en liefde voor Christus. In 2006 kwam daar ter ondersteuning Kringloop Waypoint bij. In 2010 werd Waypoint een onderdeel van het landelijk opererende Tot Heil des Volks. Waypoint biedt verslavingszorg in de vorm van preventie en hulp.

 

De gemeente kende tot voor kort geen subsidierelatie met de stichting, waardoor sturing heel moeilijk was. Op grond van de bovengenoemde beleidsuitgangspunten van de beleidsvisie Verslavingszorg is de samenwerking de laatste jaren sterk verbeterd en dit moet in de toekomst verder uitgebouwd worden. Zo zullen in 2012 verder afspraken gemaakt worden over de preventieve aanpak van Waypoint en de mogelijk ambulante woonbegeleiding.

 

7.6 Kerkelijk Platform Jeugd

Op 9 november 2009 zijn alle kerken op Urk officieel vertegenwoordigd in het kerkelijk platform. Om het officieel te maken hebben alle kerken op Urk een convenant ondertekend.

Het kerkelijk platform is voor de gemeente Urk een orgaan om kerken te betrekken bij het jeugdbeleid en hierin te kijken naar gezamenlijk initiatieven. Vier keer per jaar komt het kerkelijk platform samen om de ontwikkelingen op Urk te bespreken en hierin een gezamenlijke boodschap uit dragen naar de eigen achterban door middel van de zondagse eredienst, catechisaties en verenigingen.

In het vormgeven van de thema’s is het platform de initiator. Formeel ligt de besluitvorming hierin dan ook bij het platform. Het kerkelijk platform heeft al mooie resultaten opgeleverd op het gebied van Mediagebruik en conferenties over Verslavingszorg. Rekening houdend met het kerkelijk platform als zelfstandig orgaan, zet de gemeente in op het verdiepen van de inhoud en het continueren van de samenwerking.

 

Naast het kerkelijk platform is er een predikantenoverleg die jaarlijks plaatsvindt met de predikanten, de burgemeester en de gemeentesecretaris.

 

7.7 Huiselijk geweld / RAAK

De regionale aanpak Huiselijk Geweld, Regiobeleid Ambulante Verslavingszorg, RAAK en de meldcode zijn ondergebracht bij de gemeente Almere. In samenwerking met de Flevolandse gemeenten is de regionale aanpak Huiselijk Geweld en RAAK ondergebracht in een convenant.

Het steunpunt Huiselijk Geweld is op voorspraak van de gemeente Urk en  in samenwerking met NOP gerealiseerd bij ZONL en gevestigd in de Emmeloord. In dit steunpunt huiselijk geweld vindt in relatie met het Maatschappelijk Werk casusoverleg plaats en is er oog voor de omliggende problematiek van o.a. huisvesting en verslaving. Het opleggen van een huisverbod is neergelegd bij het Cluster Veiligheid en valt onder de bevoegdheid van de burgemeester. Samen met de buurgemeente wordt momenteel nagedacht om het steunpunt verder vorm te geven.

 

Met RAAK (Reflectie- en Actiegroep Aanpak Kindermishandeling) is een meldcode ontwikkeld waarin staat welke stappen moeten worden genomen als een zorgelijke situatie wordt geconstateerd tot aan een melding. Om de professionals te ondersteunen in het protocol bij het signaleren van zorgelijke opvoed- en opgroeisituaties is de website www.zorgoog.nl ontwikkeld.

7.8 ESAR (Elektronisch Signaleringssysteem Alle Risicojongeren)

De signaleringsfunctie van professionals moet vanuit de verplichte meldcode verbeterd worden en daarmee de toe leiding naar preventieve hulpverlening. Het is een wettelijke plicht van elke gemeente om een digitaal signaleringssysteem (verwijsindex) te beheren. In 2008 is het Flevolandse signaleringsysteem ESAR ingevoerd. Het doel van ESAR is dat professionals die bij een jongere van 0-23 jaar betrokken zijn elkaar sneller kunnen vinden en beter zicht hebben op de factoren die spelen binnen het gezin van de jongere. Een goed signaleringssysteem voorkomt dat jongeren tussen wal en schip vallen.

 

In het systeem staat alleen een “Dat” signaal en geen “Wat” signaal. Kortom er wordt een signaal gegeven “Dat” er iets aan de hand is, maar niet “Wat” er aan de hand is. Op deze manier komt de wetgeving met betrekking tot de privacy niet in het geding.

 

Het gebruik van ESAR willen wij in het komende jaar borgen in de zorgstructuren en daarmee het registreren van professionals in ESAR motiveren.

7.9 Particuliere initiatieven

Betrokkenheid is een groot goed op Urk. Dat betekent dat particulieren graag de helpende hand willen bieden. Toch zijn vanuit professioneel oogpunt alle initiatieven niet altijd even wenselijk. Dergelijke initiatieven worden dan ook niet gestimuleerd.

 

De volgende initiatieven vinden politieke en professioneel draagvlak:

  • 1.

    Vanuit het ambulant jongerenwerk is een aantal jaren geleden Bezorgd Urk opgericht. Een aantal volwassenen zijn in het weekend in het uitgaangsgebied aanwezig om ruzies en/of problemen in een vroegtijdig stadium aan te pakken. Er is daarbij een goed contact tussen de horecaondernemers en de politie.

  • 2.

    Het project Moedige Ouders is een onderdeel van Stichting Waypoint, die ouders van verslaafde jongeren ondersteunt. De groep Ouders komt regelmatig bij elkaar.

     

Doelen 2013-2016: De jeugd vraagt aandacht

 

  • 1.

    Preventie moet voorkomen dat jongeren in problemen geraken

  • 2.

    Zorgstructuren moeten, met aansluiting op het speciaal onderwijs en de oprichting van een peuteradvies, meer vorm gaan krijgen.

  • 3.

    ESAR moet vanuit het Centrum voor Jeugd en Gezin geborgd worden in de zorgstructuren.

  • 4.

    Beleidsvisie Verslavingszorg zal verder uitgevoerd worden. Structurele middelen zullen in de gemeentebegroting vrijgemaakt worden.

  • 5.

    Afspraken met Stichting Waypoint zullen vastgelegd worden

  • 6.

    Samenwerking met Waypoint, Kerkelijk Platform Jeugd, Bezorgd Urk en Moedige Ouders wordt gestimuleerd.

  • 7.

    De subsidiestromen rond het Algemeen Maatschappelijk Werk worden gebundeld en vastgesteld in één subsidiecontract.

  • 8.

    Samenwerking met particuliere initiatieven vanuit een professionele en/of deskundige aanpak wordt gestimuleerd.

  • 9.

    Provinciale plannen rond huiselijk geweld, kindermishandeling en de steunfunctie moeten zo veel mogelijk in regionaal verband worden opgepakt.

     

DEEL 8 DE JEUGD WOONT EN WERKT

.....EN MOET DAT KUNNEN BLIJVEN DOEN.

 

Bijna 46% van de Urker bevolking bestaat uit jongeren in de leeftijd van 0 tot 23 jaar. Dit percentage geeft kansen, maar schept ook verplichtingen. Wonen en werken op Urk zijn aandachtgebieden waar wij als gemeente samen met onze partners en de jeugd aan werken. Dit met het doel om onze jeugd de kans te geven zich naar vermogen te kunnen ontwikkelen tot maatschappelijk betrokken en economisch zelfstandige burgers.

 

8.1 Werkgelegenheid

Om jongeren te ondersteunen in het maatschappelijke betrokken en economisch zelfstandig zijn komen er vanuit de gemeente verschillende initiatieven.

 

Urk is tot ver buiten de landsgrenzen bekend om zijn rol in de visserijsector. Veel inwoners leven van de visserij en visverwerking. In de nota Economisch beleid 2012 -2016 wordt een beeld van de Urker economie geschetst anno 2012. De omgeving van Urk verandert, de economie is voortdurend in beweging en in 2012 hebben wij te maken met de gevolgen van de in 2008 opgetreden krediet crisis. Toch dienen nieuwe ontwikkelingen zich aan.

Het Urker bedrijfsleven wil zich inzetten voor de komst van een buitendijkse haven en zien bij realisatie, naast de visserijsector een tweede belangrijke sector ontstaan, namelijk de maritieme sector. In 2012 zullen de diverse overheden de mogelijkheden voor buitendijkse haven op de agenda zetten en is Urk qua ontwikkeling afhankelijk van besluitvorming bij deze overheden. Binnen de nota Economisch beleid zal aandacht worden besteed aan het komen tot een optimale benutting van het (toekomstig) arbeidspotentieel en het opleidingsniveau. Een kenmerk van de huidige beroepsbevolking is dat jongeren op Urk lager zijn opgeleid dan gemiddeld in Nederland. Voor de toekomstige economische ontwikkeling van Urk is dit een aandachtspunt. Onderwijs en bedrijfsleven zullen samen moeten optrekken om jongeren aan te laten sluiten bij de kwalificaties die het bedrijfsleven nu en in de toekomt vraagt.

 

Ander speerpunt voor de nota Economisch beleid is het bevorderen van ondernemerschap. Wij praten hier over het bevorderen van kennisuitwisselingen tussen ondernemers onderling, maar ook het stimuleren van startende ondernemers en het verbeteren van kwaliteit van de startende ondernemer. Gezien het feit dat veel jongeren op Urk denken aan een eigen bedrijf, is het zaak om op jonge leeftijd kennis aan te reiken over het starten van een eigen onderneming en voorlichting te geven over de begeleidingsmogelijkheden in Flevoland.

 

De jeugdnota gaat voornamelijk in op de initiatieven vanuit een maatschappelijk betrokkenheid en wettelijke kwalificaties. Zoals hierboven aangegeven zal het werken vooral een plek krijgen in de nota Economische Zaken, die in het voorjaar van 2012 wordt opgeleverd.

 

Hoewel de tendens ombuigt komt het nog steeds voor dat er op Urk relatief jong wordt getrouwd. Vaak zorgt de man voor het (koop)huis en de vrouw voor de inrichting en de keuken. Daar is veel geld voor nodig en dat geld valt op Urk goed te verdienen. De visindustrie vraagt jaarlijks veel (jonge) medewerkers. Om toch te kunnen voldoen aan de kwalificatieplicht zijn vanuit de gemeente diverse initiatieven ontplooid:

 

Operator voedingsindustrie

Om op Urk de mogelijkheid te bieden een startkwalificatie te halen die rekening houdt met de lokale cultuur en werkgelegenheid is er een opleiding “operator voedingsindustrie”. Het bijzondere aan deze opleiding is dat deze na werktijd wordt aangeboden. Zo kan de leerling optimaal werken en tegelijkertijd een Mbo-opleiding volgen. De lesstof die wordt aangeboden bestaat o.a. uit: hygiëne, voedselveiligheid, viskunde, oriëntatie op de maatschappij, apparatuur en transport in het bedrijf, enz. Het is een niveau 1 opleiding met de mogelijkheid om door te stromen naar niveau 2.

 

Kwalificatie traject bedrijven

Naast de mogelijkheid om via de opleiding Operator voedingsindustrie de kwalificatieplicht te halen is in samenwerking met lokale bedrijven een 2e traject van start te laten gaan voor (oudere) werknemers die al langer in de visindustrie werken en een deelkwalificatie willen halen. De vraag hiernaar kan uit het bedrijf of van een werknemer zelf komen. Het “Productschap Vis” is bezig met de ontwikkeling van dit traject en zal hierbij de samenwerking zoeken met de Mbo-scholen.

 

8.2 Woningaanbod

De vraag ‘Hoe wij wonen’ wordt onder andere bepaald door het Woonbeleid. Één van de beleidsdocumenten die hiervoor gebruikt wordt is de Woonvisie. De huidige Woonvisie (gedateerd uit 2008) wordt in 2012/2013 geactualiseerd. Gezien de lange doorlooptijd van het Woonbeleid, worden de jongeren van de gemeente Urk (ca. 12–16 jaar) gezien als toekomstige doelgroep (´starter´). Vanuit het verleden is de groep ‘starter’ in het Woonbeleid altijd één van de belangrijkste doelgroepen geweest. Naast het grote aanbod van starterswoningen binnen woningbouwprojecten heeft de gemeente Urk ook een belangrijke rol gespeeld inzake de financiële stimulerende maatregelen, zoals de Starterslening (de nieuwbouw woningen werden hierbij toegankelijk voor de startende doelgroep).

 

Ontwikkeling bevolking per gemeente (2007-2011)

2007

2011

abs. groei

% groei

Almere

180.920

190.700

9.780

5,4 %

Dronten

38.180

40.180

2.000

5,2 %

Lelystad

72.250

75.070

2.820

3,9 %

Noordoostpolder

45.780

46.260

480

1,0 %

Urk

17.950

18.670

1.080

6,1 %

Zeewolde

19.700

21.110

1.410

7,2 %

 

2007

2011

abs. groei

% groei

Almere

180.920

190.700

9.780

5,4 %

Dronten

38.180

40.180

2.000

5,2 %

Lelystad

72.250

75.070

2.820

3,9 %

Noordoostpolder

45.780

46.260

480

1,0 %

Urk

17.950

18.670

1.080

6,1 %

Zeewolde

19.700

21.110

1.410

7,2 %

Bron: CBS, Economie en Arbeidsmarkt 2010-2011 Flevoland

 

In het verleden is uitgegaan dat een groot deel van de Urker jongeren binnen de gemeentegrenzen wil blijven wonen. Een richtlijn bij het opstellen van het beleid was bijvoorbeeld het aantal getrouwde stelletjes per jaar. Feitelijk gezien moeten de jongeren tussen de 12 en 16 jaar gebruikt worden om informatie te achterhalen. Deze groep is nog niet actief op de woningmarkt en is daarmee ook een grijs gebied. Door deze groep actief te betrekken binnen woningmarktanalyses zou het mogelijk kunnen zijn om realistisch beeld te creëren hoe deze doelgroep in de toekomst wil wonen. Is dit nog steeds vergelijkbaar met de huidig gehanteerde situatie? Is deze doelgroep nog steeds zo omvangrijk?

 

In de landelijke woningbouwontwikkeling zijn diverse verschuivingen merkbaar. Voorbeelden hiervan zijn de financiële omstandigheden, waardoor jongeren langer thuis moeten blijven wonen, en jongeren die een eigen woonplaats (voorlopig) verlaten (carrière makers waarbij de technologische ontwikkelingen een grote rol spelen). Hoe de landelijke verschuivingen ook merkbaar zijn op Urk moet worden onderzocht.

 

Doelen 2013-2016: De jeugd woont en werkt

  • 1.

    De nota Economische Zaken wordt in 2012 vormgegeven.

  • 2.

    Initiatieven met Urker bedrijfsleven om startkwalificatie te behalen worden gestimuleerd.

  • 3.

    De Woonvisie wordt in planperiode geactualiseerd. Daarin vormen starters een belangrijke doelgroep.

 

DEEL 9 VAN VISIE NAAR UITVOERING...

…..WAT GAAN WE WANNEER DOEN? EN WELKE KOSTEN ZIJN HIERMEE GEMOEID?

 

In de beleidsnota zijn diverse doelen geformuleerd. Het voert te ver om alle doelen nauwkeurig te verwoorden in een beleidsvisie. De gemeenteraad is immers kaderstellend en richtingbepalend. De diverse doelen zullen verder uitgewerkt worden en een plaats krijgen in de afdelingsplannen van de ambtelijke organisatie. Vraag is…wat gaan we wanneer doen?

 

BIJLAGE

 

Beleidsuitgangspunten

2012

2013

2014

2015

2016

 

3.

De jeugd groeit (gezond) op

 

 

 

 

 

 

1.

Opvoedingsondersteuning

 

xxxxx

 

 

 

 

2.

CJG is dé samenwerkingspartner

xxxx

xxxxx

xxxxx

xxxx

xxxx

xxxx

3.

Basis leggen CJG voorportaal Jeugdzorg

 

xxxx

xxxx

xxxx

 

 

 

4.

Gezondheidszorgnota opstellen

 

xxxx

 

 

 

 

5.

Samenvoegen JGZ

xxxx

xxxx

 

 

 

 

4.

De jeugd ontwikkelt zich

 

 

 

 

 

 

1.

Visie samenwerking psz, SKN

 

 

 

 

 

 

2.

Oprichten peuteradviesteam

 

xxxx

 

 

 

 

3.

Realisatie kindcentrum

 

xxxx

 

 

 

 

4.

Problematiek bibliotheek monitoren

 

 

xxxx

 

 

 

5.

Onderwijshuisvesting primair onderwijs Waterwijk

 

 

 

xxxx

 

 

6.

Onderwijshuisvesting voortgezet onderwijs

 

 

 

 

 

 

7.

Vroegtijdige signalering leerplicht

xxxx

xxxx

xxxx

xxxx

xxxx

 

8.

Aansluiting leerplicht en CJG

 

 

 

 

 

 

9.

Aantal vsv-ers beperken tot 45 leerlingen

 

 

 

xxxxx

 

 

5.

Doelen 2012-2016: De jeugd vraagt extra zorg

 

 

 

 

 

 

1.

Monitoren ontwikkelingen passend ond

xxxxx

xxxx

 

 

 

 

2.

Visie schoolbegeleiding passend ond

 

xxxx

 

 

 

 

3.

Aansluiting zorgstructuren

 

xxxx

 

 

 

 

4.

Tevredenheidsonderzoek leerlingenvervoer

xxxx

xxxx

xxxx

xxxx

xxxx

 

5.

Bekostiging meidenwerker vanuit herallocatie subsidie SBU

xxxx

 

 

 

 

 

6.

Samenwerking gehandicaptenorganisties

xxxx

xxxx

xxxx

xxxx

xxxx

 

7.

Samenwerking CJG particuliere initiatieven

xxxx

xxxx

xxxx

xxxx

xxxx

 

6.

Doelen 2012-2016: De jeugd heeft vrije tijd

 

 

 

 

 

 

1.

Stimuleren particuliere initiatieven

xxxx

xxxx

xxxx

xxxx

xxxx

 

2.

Stimuleren samenwerking Koffiebar en JOW

xxxx

xxxx

 

 

 

 

3.

Oplossen problematiek St Buurtwerk

xxxx

xxxx

 

 

 

 

4.

Gelijktrekken subsidie JOW en SBU

xxxx

xxxx

 

 

 

 

5.

Opstellen visie verplaatsen horeca

 

xxxx

 

 

 

 

6.

Opstellen nieuw horecaconvenant

 

xxxx

 

 

 

 

7.

Opstellen integrale veiligheidsnota

 

 

 

 

 

xxxx

8.

Opstellen nieuwe sportbeleidsnota

xxxx

 

 

 

 

 

9.

Voldoende speelruimte in de wijk

xxxx

xxxx

xxxx

xxxxx

xxxx

xxxx

10.

Waarborgen makelaarsfuncties MaSinfopunt Vrijw.werk

xxxx

 

 

 

 

 

7.

Doelen 2012-2016: De jeugd vraagt aandacht

 

 

 

 

 

 

1.

Uitvoeren preventieprojecten

xxxx

xxxx

xxxx

xxxx

xxxxx

xxxxx

2.

Aansluiting zorgstructuren

 

xxxx

 

 

 

 

3.

Inbedding ESAR binnen zorgstructuren

xxxx

xxxx

xxxx

 

 

 

4.

Waarborgen financ middelen verslavingszorg

xxxx

 

 

 

 

 

5.

Samenwerkingsafspraken St. Waypoint opstellen

xxxx

 

 

 

 

 

6.

Samenwerking KPJ, Waypoint en Moedige Ouders

xxxx

xxxx

xxxx

xxxx

xxxx

xxxx

7.

Subsidiestromen AMW in één contract

xxxx

 

 

 

 

 

8.

Stimuleren samenwerking derden

xxxx

xxxx

xxxx

xxxx

xxxx

xxxx

9.

Plannen HG en RAAK regionaal uitvoeren

xxxx

xxxx

xxxx

xxxx

xxxx

xxxx

8.

Doelen 2012-2016: De jeugd woont en werkt

 

xxxx

 

 

 

 

1.

Nieuwe nota Economische Zaken

xxxx

 

 

 

 

 

2.

Stimuleren startkwalificatie via bedrijfsleven

xxxx

xxxx

xxxx

xxxx

xxxx

xxxx

3.

Actualisatie woonvisie

 

xxxx