Organisatie | Wageningen |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Verordening Rekenkamer Wageningen 2013 |
Citeertitel | Verordening Rekenkamer Wageningen 2013 |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | bestuur en recht |
Eigen onderwerp |
Geen
Gemeentewet
Geen.
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
20-11-2013 | 01-01-2016 | Onbekend | 30-09-2013 Stad Wageningen, 9-10-2013 | Onbekend |
Verordening Rekenkamer Wageningen 2013
PARAGRAAF 2. SAMENSTELLING EN LIDMAATSCHAP VAN DE REKENKAMER
De raad kan een lid van de Rekenkamer als bedoeld in artikel 2 op non-activiteit stellen, indien tegen hem een gerechtelijk onderzoek ter zake van een misdrijf wordt ingesteld of indien er een ander ernstig vermoeden is van het bestaan van feiten en omstandigheden die tot ontslag, anders dan op gronden vermeld in artikel 3, tweede lid, onder a, en artikel 3, derde lid, onder a, zouden kunnen leiden.
De leden van de Rekenkamer als bedoeld in artikel 2 ontvangen voor het bijwonen van de vergaderingen van de Rekenkamer op basis van artikel 96 van de Gemeentewet en artikel 14 van het Rechtspositiebesluit raads- en commissieleden de maximale vergoeding volgens tabel IV van het genoemde Rechtspositiebesluit.
PARAGRAAF 3. DE WERKWIJZE VAN DE REKENKAMER
Artikel 7 Aanwijzing en taken voorzitter
De voorzitter draagt zorg voor het tijdig en periodiek bijeenroepen van de vergadering van de Rekenkamer, het leiden van de vergaderingen, het bewaken van de voortgang van de onderzoeken en de werkwijze en het bevorderen van een zorgvuldige besluitvorming. Hij voert hiertoe regelmatig overleg met de onderzoekers en met de ambtelijke secretaris.
De voorzitter is verantwoordelijk voor de verdediging van onderzoeksrapporten en jaarverslagen van de Rekenkamer bij bespreking in de raad of in raadscommissies, waarbij hij zich kan laten bijstaan door de overige leden van de Rekenkamer, de onderzoekers en/of deskundigen. De voorzitter onderhoudt bovendien de externe contacten en de contacten met de pers.
Artikel 9 Bevoegdheden en bereik van onderzoeken
De Rekenkamer is bevoegd, zowel schriftelijk als mondeling, alle relevante informatie te verzamelen die zij in het belang van het onderzoek noodzakelijk en wenselijk acht. De Rekenkamer kan de secretaris, onderzoekers en deskundigen die haar bij de uitvoering van haar taak terzijde staan, machtigen tot het inwinnen van deze inlichtingen en het verzamelen van deze informatie. De leden van het gemeentebestuur en degenen die in opdracht van de gemeente werkzaamheden verrichten zijn verplicht de gevraagde inlichtingen binnen de door de Rekenkamer gestelde termijn juist en volledig te verstrekken.
Het werkterrein van de Rekenkamer strekt zich uit over alle gemeentelijke instellingen en organisatieonderdelen. De Rekenkamer heeft bovendien de bevoegdheden zoals deze voor de (onafhankelijke) rekenkamer bepaald zijn in artikel 184, lid 1, van de Gemeentewet. De overige leden van artikel 184 Gemeentewet zijn van overeenkomstige toepassing.
De Rekenkamer stelt betrokkenen in de gelegenheid om, binnen een door haar te stellen termijn die ten minste twee weken bedraagt, hun zienswijze op het conceptonderzoeksrapport aan de Rekenkamer kenbaar te maken. Betrokkenen zijn degenen waarvan de taakuitoefening (mede) onderwerp van onderzoek is of is geweest. De Rekenkamer bepaalt wie verder als betrokkenen worden aangemerkt.
De leden van de Rekenkamer, de secretaris, de onderzoekers, de deskundigen en anderen die ten behoeve van de Rekenkamer werkzaam zijn of zijn geweest, zijn verplicht tot geheimhouding van al hetgeen hen in hoedanigheid als lid, secretaris, onderzoeker, deskundige of medewerker, ter kennis is gekomen.
Artikel 10 Rapportage en jaarverslag
De Rekenkamer deelt aan de raad, het college en, indien van toepassing, aan de betrokken rechtspersoon of het betrokken gemeenschappelijk orgaan, de opmerkingen en bedenkingen mee die zij naar aanleiding van haar bevindingen van belang acht. Aan de raad of het college kan zij ter zake voorstellen doen. De Rekenkamer beoordeelt of het wenselijk is de raad tussentijds te informeren.
Alvorens een rapport openbaar te maken kan de Rekenkamer het voor een eerste reactie voorleggen aan het college. Het college dient zijn eventuele reactie binnen 15 werkdagen schriftelijk mee te delen aan de Rekenkamer. De Rekenkamer voegt de eventuele reactie van het college met haar eventuele wederreactie als bijlage toe aan het rapport.
De Rekenkamer zendt een afschrift van haar rapporten en jaarverslagen aan de raad en het college. Indien zij met toepassing van artikel 9, derde lid, tweede en derde volzin, een onderzoek heeft ingesteld, zendt de Rekenkamer tevens een afschrift van het rapport aan de betrokken rechtspersoon of het betrokken openbaar lichaam.