Organisatie | Assen |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Tijdelijke Subsidieregeling Zonnepanelen |
Citeertitel | Tijdelijke Subsidieregeling Zonnepanelen |
Vastgesteld door | College van Burgemeester en Wethouders |
Onderwerp | bestuur en recht |
Eigen onderwerp | economische zaken |
Externe bijlage | Stadsbedrijvenpark |
Geen
Algemene subsidieverordening gemeente Assen 2010
N.V.T.
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
20-09-2013 | 31-05-2015 | Nieuwe regeling | 10-09-2013 | BB 484 |
Doelstelling van deze subsidieregeling is om de aanschaf en het gebruik van zonnepanelen in het kerngebied Assen Stadsbedrijvenpark te stimuleren. Deze subsidieregeling is van toepassing op zonnepanelen op, aan of tegen bedrijfspanden voor zover gelegen in het kerngebied Assen Stadsbedrijvenpark.
Onverminderd het bepaalde in de ASV weigert het college de subsidie in ieder geval als:
Subsidie op grond van deze regeling wordt uitsluitend verstrekt aan ondernemers of pandeigenaren gevestigd in het kerngebied Assen Stadsbedrijvenpark, volgens Bijlage I. Bijlage I wordt geacht deel uit te maken van deze regeling.
Artikel 15, lid 2 van de ASV is niet van toepassing op het bepaalde in deze regeling.
De subsidie bedraagt 20 % van de aankoop en installatie van zonnepanelen, omvormers en aanpassingen aan de meterkast ten behoeve van zonnepanelen.
De aanvraag voor subsidievaststelling wordt schriftelijk ingediend. De aanvraag tot vaststelling bevat tenminste de volgende stukken/gegevens:
Het college verbindt de volgende verplichting aan de subsidie:
De zonnepanelen moeten tenminste vijf jaar na de subsidievaststelling geplaatst blijven op, aan of tegen de woning, het object of de locatie waarvoor de subsidie is verstrekt. Als (een deel van) de zonnecollectoren eerder worden verwijderd, heeft het college het recht de subsidie geheel of gedeeltelijk terug te vorderen.
Voor zover de subsidie leidt tot voordeel voor een onderneming wordt de subsidie
verstrekt met inachtneming van de Verordening (EG) 1998/2006, PbEU 2006, L379/5,betreffende de-minimissteun.
ARTIKEL 1. BEGRIPSOMSCHRIJVINGEN
Voor de leesbaarheid en uitleg van de inhoud van deze subsidieregeling bevat dit artikel een omschrijving van de veel voorkomende begrippen.
Volgens de Algemene subsidieverordening kan op tal van gebieden in een subsidieregeling aanvullende bepalingen worden opgenomen. Dit artikel regelt wat specifiek als aanvullend geldt voor het eventueel weigeren van een subsidieaanvraag.
ARTIKEL 5. PROCEDUREBEPALINGEN
Zie toelichting op artikel 3 met dien verstande dat het hier om procedurebepalingen gaat en niet om weigeringsgronden.
ARTIKEL 6. KOSTEN DIE VOOR SUBSIDIE IN AANMERKING KOMEN
Om te kunnen bepalen of de aanvraag geheel of gedeeltelijk gehonoreerd kan worden heeft het college in dit artikel aangegeven voor welke soorten van kosten bij beoordeling van de aanvraag subsidie kan worden verleend om de doelstelling van de regeling als verwoord in artikel 2 te kunnen realiseren.
ARTIKEL 7. BEREKENING VAN DE SUBSIDIE
Om het beschikbare budget zo efficiënt mogelijk in te zetten wordt in dit artikel uiteengezet de hoogte en de specifieke kosten onder de subsidie vallen.
ARTIKEL 8. SUBSIDIEVASTSTELLING
Om de subsidie definitief vast te kunnen stellen moet het college naar objectieve maatstaven kunnen beoordelen of de door subsidie beschikbaar gestelde bedragen ook daadwerkelijk zijn aangewend als in de aanvraag is aangegeven.
ARTIKEL 9. VERDELING VAN HET SUBSIDIEPLAFOND
Aanvullend hierop: dit artikel bepaalt tevens de “spelregel” dat wie het eerst komt ook als eerste wordt beoordeeld. Overigens is een aanvraag pas ontvankelijk als deze volledig is volgens de eisen die in deze regeling + toelichting (zie artikel 9) en de Algemene subsidieverordening staan genoemd. Verder spreekt de inhoud van dit artikel voor zich.
Zie toelichting artikel 3met dien verstande dat het hier om verplichtingen gaat die aan de subsidie kunnen worden verbonden.
ARTIKEL 11. EUROPESE REGELGEVING
Een subsidie verstrekt op grond van deze subsidieregeling kan als ‘staatssteun’ worden aangemerkt (artikel 87 lid 1 van het EG Verdrag) als de subsidie wordt verleend aan een onderneming. Van staatssteun is sprake bij elk voordeel dat een onderneming van de overheid krijgt waardoor de concurrentie vervalst kan worden. Als onderneming wordt beschouwd elke eenheid die een economische activiteit uitoefent ongeacht de rechtsvorm en de wijze waarop het wordt gefinancierd. Een economische activiteit bestaat uit het aanbieden van goederen of diensten op de markt, waarbij het bestaan van concurrentie een belangrijke indicatie is. Het hebben van een winstoogmerk is geen noodzakelijke vereiste.
Deze subsidieverordening zal deels gebruik maken van de vrijstellingsverordening van de EG nr. 1998/2006, betreffende de toepassing van de artikelen 87 en 88 EG op de de-minimis-steun (hierna ‘de-minimis-regeling’). Dit betekent dat de subsidieontvanger (dus ondernemers, alsmede het eventuele gehele moederconcern waartoe de ondernemer behoort) niet meer dan € 200.000,= aan subsidie over een periode van drie belastingjaren (dus inclusief eerdere ontvangen subsidies van overheidsinstanties) aan steun mag ontvangen. De aanvrager moet daarom aangeven hoeveel de-minimis-steun door de aanvrager in het lopende en de twee daar aan voorafgaande belastingjaren ontvangen is en verklaren dat de totale steun niet meer dan € 200.000,= bedraagt. Om deze reden is een ‘de-minimis-verklaring’ gekoppeld aan het aanvraagformulier.
Een aantal categorieën van ondernemingen kan geen gebruik maken van deze ‘de-minimis’. Voorbeelden hiervan zijn ondernemingen in de primaire productie van landbouwartikelen