Organisatie | Zaanstad |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Verordening op de heffing en invordering van Binnenhaven- en Kadegeld 2014 |
Citeertitel | Verordening Binnenhaven- en Kadegeld 2014 |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | bestuur en recht |
Eigen onderwerp |
datum van ingang van de heffingen is 1 januari 2014
Geen
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
12-03-2014 | 01-01-2015 | wijzigingsverordening (wijziging artikel 2 onderdeel o en p) | 06-03-2014 Gemeenteblad 2014, 4 | 2014/27669 | |
30-11-2013 | 06-03-2014 | nieuwe regeling voor 2014 | 14-11-2013 Gemeenteblad 2013, nummer 51 | 2013/271177 |
artikel 1. Begripsomschrijvingen
Artikel 2 Aard van de hefffing en belastbaar feit
Het binnenhaven- en kadegeld worden geheven naar de tarieven, die zijn opgenomen in de tarieventabel, zulks met inachtneming van daarin gegeven aanwijzingen en van het bepaalde in artikel 6.
met een vaartuig uitsluitend voor het in de haven dokken, het op of aan de werf herstellen, het voor de eerste maal vaarklaar maken, het ontschepen van doden mits:
de belastingplichtige bij de aangifte, als bedoeld in artikel 10, eerste lid, aangeeft gebruik te willen maken van de hierboven genoemde vrijstelling;
de aangifte dient vergezeld te gaan van een door de scheepswerf afgegeven schriftelijke verklaring waaruit de inhoud van de voorgenomen handelingen of werkzaamheden blijkt;
Artikel 10 Aangifte en betaling
Voor de heffing van binnenhavengeld wordt door de belastingplichtige, als bedoeld in artikel 3, bij de aanvang van het gebruik van de in artikel 2 genoemde gemeentewateren, werken of inrichtingen aangifte gedaan bij de inspecteur; pleziervaartuigen als bedoeld in het hierboven
genoemde artikel 7, vijfde lid, zijn uitgezonderd van de aangifteplicht.
Bij voortgezet verblijf in de haven, na afloop van de termijn waarover binnenhavengeld is betaald, begint een nieuwe termijn en neemt met betrekking tot de laatstbedoelde termijn het gebruik van de haven opnieuw een aanvang; Alsdan moet opnieuw aangifte en betaling overeenkomstig het eerste, tweede en derde lid plaatsvinden.
Van het binnenhavengeld dat wordt betaald voor de vrachtschepen en overige vaartuigen naar een termijn van een jaar, wordt, indien het gebruik van de haven is geëindigd voor het verstrijken van de termijn, op schriftelijk verzoek van de belastingplichtige, restitutie verleend voor zoveel vierden van het bedrag als er in dat jaar na de beëindiging van het gebruik van de haven nog volle kwartalen overblijven en waarbij het jaarbedrag eerst wordt herleid tot vier maal het kwartaaltarief;
Van het kadegeld dat wordt betaald voor vaartuigen naar een termijn van een jaar, wordt, indien het gebruik van de kade of steiger is geëindigd voor het verstrijken van de termijn, op schriftelijk verzoek van de belastingplichtige, restitutie verleend voor zoveel vierden van het bedrag als er in dat jaar na de beëindiging van het gebruik van de kade of steiger nog volle kwartalen overblijven en waarbij het jaarbedrag eerst wordt herleid tot vier maal het kwartaaltarief;
Het college kan nadere regels geven met betrekking tot de heffing en invordering van het binnenhaven- en kadegeld.
Artikel 14 Inwerkingtreding en citeertitel
De Verordening Binnenhaven- en Kadegeld 2013, vastgesteld in de openbare raadsvergadering van 6 en 8 november 2012, wordt ingetrokken met ingang van de in het derde lid genoemde datum van ingang van heffing, met dien verstande dat zij van toepassing blijven op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan;
Deze verordening zal worden bekendgemaakt door het plaatsen van de verordening in het Gemeenteblad.
In een huis-aan-huisblad wordt meegedeeld dat de verordening voor een ieder kosteloos ter inzage ligt in het gemeentehuis.
Daarnaast zal de tekst van de verordening worden geplaatst op de website van de gemeente.
TARIEVENTABEL BEHORENDE BIJ DE VERORDENING OP DE HEFFING EN INVORDERING VAN BINNENHAVENGELD 2014
Voor het onder C bedoelde binnenvaartschip dat containers vervoert geldt voor de eerste tien containers een minimumtarief van € 65,58 met dien verstande, dat vanaf de elfde container het tarief €6,58 per container per dag bedraagt; bij een container met een lengte van 40 voet wordt gerekend als tweemaal 20 voet.
TARIEVENTABEL BEHORENDE BIJ DE VERORDENING OP DE HEFFING EN INVORDERING VAN KADEGELD 2014
Het tarief voor industriële ondernemingen of handelsondernemingen of andere ondernemingen van bedrijfsmatige binnenvaart, op wier verzoek door het college onder nader door hem vast te stellen voorwaarden een vaste aanleg-, los-, en laadplaats op of aan de kade of steiger is toegewezen, bedraagt voor elke in gebruik genomen meter lengte van de kade of steiger: