Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Goeree-Overflakkee

Beheersverordening Spuikolk

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieGoeree-Overflakkee
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingBeheersverordening Spuikolk
Citeertitelbeheersverordening Spuikolk 2013
Vastgesteld doorgemeenteraad
Onderwerpruimtelijke ordening, verkeer en vervoer
Eigen onderwerp
Externe bijlagenStandaard Staat van Bedrijfsactiviteiten kaart

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Per 05-09-2018 van rechtswege vervallen o.g.v. art. 3.39 Wro.

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

Wet ruimtelijke ordening, art. 3:38

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

28-06-201305-09-2018nieuwe regeling

13-06-2013

Staatscourant 2013, 17436

Z-13-05920/1005

Tekst van de regeling

Intitulé

Beheersverordening Spuikolk

De raad van de gemeente Goeree-Overflakkee;

 

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 28 mei 2013;

 

besluit

 

  • 1.

    De beheersverordening Spuikolk 2013, bestaande uit de geometrisch bepaalde planobjecten als vervat in het GML-bestand NL.IMRO.1924.DLDSpuikolk-BV20, waarbij gebruik is gemaakt van een ondergrond welke is ontleend aan de Grootschalige Basiskaart Nederland;

  • 2.

    te bepalen dat de verordening in werking treedt de eerste dag na bekendmaking.

Beheersverordening Spuikolk

Hoofdstuk 1 Inleidende regels

Artikel 1 Begrippen

  • 1.1

    verordening

    de beheersverordening Spuikolk 2013 van de gemeente Dirksland.

  • 1.2

    verordeningsgebied

    het gebied waarop de deze verordening van toepassing is, vervat in het GML-bestand NL.IMRO.1924.DLDSpuikolk-BV20 met de bijbehorende regels en bijlagen.

  • 1.3

    bebouwing

    een of meer gebouwen en/of bouwwerken, geen gebouwen zijnde.

  • 1.4

    bedrijf

    een onderneming gericht op het produceren, bewerken, herstellen, installeren, inzamelen, verwerken, verhuren, opslaan en/of distribueren van goederen.

  • 1.5

    bvo

    (bedrijfsvloeroppervlak) de totale vloeroppervlakte van een gebouw met inbegrip van magazijnen en overige dienstruimten.

  • 1.6

    bestaand

    • a.

      bestaande maten:maten zoals hoogten, oppervlakten en inhoudsmaten die op het tijdstip van de vaststelling van de verordening

    • 1.

      aanwezig zijn én bij of krachtens de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht tot stand zijn gekomen;

    • 2.

      nog tot stand kunnen komen krachtens een omgevingsvergunning voor het bouwen.

     

  • 1.7

    bestaande legale functies

    functies die binnen het verordeningsgebied worden uitgeoefend voor zover deze aanwezig zijn op het tijdstip van de vaststelling van de verordening én worden uitgeoefend in overeenstemming met het voorheen geldende bestemmingsplan Kralingen 3e herziening of kunnen worden gebruikt krachtens een omgevingsvergunning voor het gebruik.

  • 1.8

    bedrijfswoning

    een woning in of bij een gebouw of op een terrein, die slechts is bestemd voor bewoning door (het huishouden van) een persoon, wiens huisvesting daar noodzakelijk is, vanwege de bestemming van het gebouw of het terrein.

  • 1.9

    besluitvlak

    een geometrisch bepaald vlak, waarmee gronden zijn aangeduid, waarvoor ingevolge deze verordening regels worden gesteld ten aanzien van het gebruik en/of het bebouwen van deze gronden.

  • 1.10

    Bevi-inrichting

    bedrijf zoals bedoeld in artikel 2 lid 1 van het Besluit externe veiligheid inrichtingen.

  • 1.11

    bouwen

    plaatsen, geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen, veranderen of vergroten van een bouwwerk.

  • 1.12

    bouwperceel

    een aaneengesloten stuk grond, waarop ingevolge deze regels een zelfstandige, bij elkaar behorende bebouwing is toegelaten.

  • 1.13

    bouwwerk

    een bouwkundige constructie van enige omvang die direct en duurzaam met de aarde is verbonden.

  • 1.14

    gebouw

    elk bouwwerk, dat een voor mensen toegankelijke, overdekte, geheel of gedeeltelijk met wanden omsloten ruimte vormt.

  • 1.15

    kantoor

    voorziening gericht op het verlenen van diensten op administratief, financieel, architectonisch, juridisch of een daarmee naar aard gelijk te stellen gebied, waarbij het publiek niet of slechts in ondergeschikte mate rechtstreeks te woord wordt gestaan en geholpen.

  • 1.16

    overkapping

    een bouwwerk, geen gebouw zijnde, voorzien van een dak.

  • 1.17

    peil

    • a.

      voor gebouwen die onmiddellijk aan de weg grenzen: de hoogte van die weg;

    • b.

      in andere gevallen en voor bouwwerken, geen gebouwen zijnde: de gemiddelde hoogte van het aansluitende afgewerkte maaiveld, op het tijdstip van inwerkingtreding van dit plan.

  • 1.18

    Standaard Staat van Bedrijfsactiviteiten

    de Standaard Staat van Bedrijfsactiviteiten die van deze regels deel uitmaakt.

  • 1.19

    vlak

    een geometrisch bepaald vlak (besluitvlak of besluitsubvlak), waarmee gronden zijn aangeduid, waarvoor ingevolge deze verordening regels worden gesteld ten aanzien van het gebruik en/of het bebouwen van deze gronden.

  • 1.20

    vlakgrens

    de grens van een vlak.

  • 1.21

    Wgh-inrichting

    bedrijven, zoals bedoeld in artikel 2.1 lid 3 van het Besluit omgevingsrecht, die in belangrijke mate geluidshinder kunnen veroorzaken.

  • 1.22

    voorzieningen van algemeen nut

    voorzieningen ten behoeve van op het openbaar net aangesloten voorzieningen, zoals transformatorhuisjes, gasreduceerstations, schakelhuisjes, duikers, bemalinginstallaties, gemaalgebouwtjes en voorzieningen ten behoeve van de energievoorziening zoals (rest)warmteleidingen en warmte-koudopslag, voorzieningen ten behoeve van (ondergrondse) afvalinzameling, voorzieningen ten behoeve van het telecommunicatieverkeer en het openbaar vervoer en/of het wegverkeer en geluidswerende voorzieningen.

  • 1.23

    volumineuze detailhandel

    detailhandel volgens een formule die vanwege de aard en/of omvang van de gevoerde artikelen een groot oppervlak nodig heeft voor de uitstalling, zoals de verkoop van auto's, boten, caravans, tuininrichtingsartikelen, bouwmaterialen, keukens en sanitair, alsmede woninginrichtingsartikelen, waaronder meubelen.

  • 1.24

    waterhuishoudkundige voorzieningen

    voorzieningen ten dienste van de waterhuishouding waaronder wadi's, waterlopen, waterpartijen, watergangen, dammen, sluizen, duikers, retentiebekkens, vijvers, voorzieningen voor infiltratie, buffering en afvoer van water, voorzieningen ten behoeve van biologische waterzuivering en (secundaire en/of tertiaire) bluswatervoorzieningen.

Artikel 2 Wijze van meten

  • Bij de toepassing van deze regels wordt als volgt gemeten:

  • 2.1

    afstand

    de afstand tussen bouwwerken onderling en de afstand van bouwwerken tot perceelsgrenzen worden daar gemeten waar deze afstanden het kleinst zijn.

  • 2.2

    bouwhoogte van een bouwwerk

    vanaf het peil tot aan het hoogste punt van een gebouw of van een bouwwerk, geen gebouw zijnde, met uitzondering van ondergeschikte bouwonderdelen, zoals schoorstenen, antennes en naar de aard daarmee gelijk te stellen bouwonderdelen.

  • 2.3

    goothoogte van een bouwwerk

    vanaf het peil tot aan de bovenkant van de goot c.q. de druiplijn, het boeibord of een daarmee gelijk te stellen constructiedeel.

  • 2.4

    oppervlakte van een bouwwerk

    tussen de buitenwerkse gevelvlakken en/of het hart van de scheidingsmuren, neerwaarts geprojecteerd op het gemiddelde niveau van het afgewerkte bouwterrein ter plaatse van het bouwwerk.

  • 2.5

    vloeroppervlakte

    de gebruiksoppervlakte volgens NEN2580.

Hoofdstuk 2 Gebiedsregels

Artikel 3 Bedrijventerreinen

  • 3.1

    Gebruiksregels

    Ter plaatse van het vlak Bedrijventerrein is het volgende gebruik toegestaan:

    • a.

      bedrijfsmatige activiteiten waarbij de volgende specificaties gelden:

       

      ter plaatse van het vlak

      is toegestaan:

      is niet toegestaan:

      b≤ 2

      1. bedrijven t/m categorie 2 van de 'standaard' Staat van Bedrijfsactiviteiten

      2. volumineuze detailhandel

      1. Bevi-inrichting

      2. Wgh-inrichting

      3. bedrijfswoningen

      4. opslag > 10.000

      consumentenvuurwerk

      5. kantoorruimte > 50% van bvo tot max 400 m2

      b ≤ 3.1

      1. bedrijven t/m categorie 3.1 van de 'standaard' Staat van Bedrijfsactiviteiten

      2. volumineuze detailhandel

      1. Bevi-inrichting

      2. Wgh-inrichting

      3. bedrijfswoningen

      4. opslag > 10.000

      consumentenvuurwerk

      5. kantoorruimte > 50% van bvo tot max 400 m2

       

    • b.

      bestaande legale functies, voor zover niet passend binnen hetgeen bedoeld onder a;

    • c.

      water enwaterhuishoudkundige voorzieningen;

    • d.

      voorzieningen van algemeen nut;

    • e.

      groen;

    • f.

      bij de onder a en b benoemde gebruiken behorende voorzieningen zoals toegangswegen, laad- en losvoorziengen en parkeervoorzieningen.

  • 3.2

    Bouwregels

    Ter plaatse van het vlak Bedrijventerrein gelden de volgende bouwregels:

    • a.

      bouwwerken worden in het vlak 'bouwvlak' gebouwd;

    • b.

      de goothoogte van gebouwen bedraagt ten hoogste 5 m, met dien verstande dat de goothoogte van gebouwen die grenzen aan de Zuid Spuidijk ten hoogste 4 m bedraagt;

    • c.

      de bouwhoogte van overkappingen bedraagt ten hoogste 4 m.

  • 3.3

    Gebruiksregels via afwijking

    Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van lid 3.1 onder a:

    • a.

      om bedrijven toe te laten uit ten hoogste één categorie hoger dan in lid 3.1 onder a genoemd, voor zover het betrokken bedrijf naar aard en invloed op de omgeving (gelet op de specifieke werkwijze of bijzondere verschijningsvorm) geacht kan worden te behoren tot de categorieën, zoals in lid 3.1 onder a genoemd;

    • b.

      om bedrijven toe te laten die niet in de 'standaard' Staat van Bedrijfsactiviteiten zijn genoemd, voor zover het betrokken bedrijf naar aard en invloed op de omgeving geacht kan worden te behoren tot de categorieën, zoals in lid 3.1 onder a genoemd.

Artikel 4 Openbaar gebied

  • 4.1

    Gebruiksregel

    Ter plaatse van het vlak Openbaar gebied is het volgende gebruik toegestaan:

    • a.

      verblijfsgebied met een functie voor verblijf, verplaatsing en gebruik ten dienste van de omliggende gronden;

    • b.

      groen, waarbij in ieder geval het groen langs de Zuid Spuidijk wordt behouden;

    • c.

      voorzieningen van algemeen nut;

    • d.

      water en waterhuishoudkundige voorzieningen.

  • 4.2

    Bouwregels

    Ter plaatse van het vlak Openbaar gebied gelden de volgende bouwregels:

    • a.

      uitsluitend bouwwerken, geen gebouwen zijnde, zijn toegestaan;

    • b.

      de bouwhoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, anders dan ten behoeve van de verkeersregeling, de verkeers- of wegaanduiding of de verlichting, bedraagt ten hoogste 3 m.

Artikel 5 Waterstaat

  • 5.1

    Gebruiksregels

    Ter plaatse van het vlak Waterkering is - in aanvulling op het bepaalde in artikel Bedrijventerrein en artikel Openbaar gebied - het volgende gebruik toegestaan:

    • a.

      waterkeringen;

    • b.

      waterstaatkundige voorzieningen.

  • 5.2

    Bouwregels

    Ter plaatse van het vlak Waterstaat gelden de volgende bouwregels:

    • a.

      ten behoeve van het bedoelde in lid 5.1 onder a en b zijn bouwwerken, geen gebouwen zijnde, toegestaan;

    • b.

      ten behoeve van ander gebruik, zoals bepaald in artikel Bedrijventerrein en artikel Openbaar gebied is, in afwijking van het aldaar bepaalde, bouwen uitsluitend toegestaan indien het bouwplan betrekking heeft op vervanging, vernieuwing of verandering van bestaande bouwwerken, waarbij de oppervlakte, voor zover gelegen op of onder peil, niet wordt uitgebreid en gebruik wordt gemaakt van de bestaande fundering.

  • 5.3

    Bouwregels via afwijking

    Met een omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in lid 5.2 onder b indien de bij het betrokken gebruik behorende bouwregels in acht worden genomen en het waterstaatsbelang door de bouwactiviteiten niet onevenredig wordt geschaad.

Hoofdstuk 3 Algemene regels

Artikel 6 Antidubbeltelregel

Grond die eenmaal in aanmerking is genomen bij het toestaan van een bouwplan waaraan uitvoering is gegeven of alsnog kan worden gegeven, blijft bij de beoordeling van latere bouwplannen buiten beschouwing.

Artikel 7 Algemene bouwregels

  • 7.1

    Overschrijding bouwgrenzen

    De grenzen van het vlak 'bouwvlak', niet zijnde besluitvlakken, mogen in afwijking van het elders bepaalde worden overschreden door:

    • a.

      tot gebouwen behorende stoepen, stoeptreden, trappen(huizen), galerijen, hellingbanen, balkons, entreeportalen, veranda's en afdaken, mits de overschrijding ten hoogste 2,5 m bedraagt;

    • b.

      tot gebouwen behorende erkers en serres, mits de overschrijding ten hoogste 2 m bedraagt;

    • c.

      andere ondergeschikte onderdelen van gebouwen, mits de overschrijding ten hoogste 1,5 m bedraagt.

  • 7.2

    Bestaande maten

    • a.

      Voor een bouwwerk, dat bij of krachtens de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht op het tijdstip van inwerkingtreding van de verordening aanwezig of in uitvoering is, dan wel gebouwd kan worden en dat in het plan ingevolge hoofdstuk 2 is toegelaten, maar waarvan de bestaande afstands-, hoogte-, inhouds- en oppervlaktematen afwijken van de betreffende bouwregels, geldt dat:

      • 1.

        bestaande maten, die meer bedragen dan in hoofdstuk 2 is voorgeschreven, mogen als ten hoogste toelaatbaar worden aangehouden;

      • 2.

        bestaande maten, die minder bedragen dan in hoofdstuk 2 is voorgeschreven, mogen als ten minste toelaatbaar worden aangehouden.

    • b.

      In geval van herbouw is lid a onder 1 en 2 uitsluitend van toepassing, indien de herbouw op dezelfde plaats plaatsvindt.

    • c.

      Op een bouwwerk als hiervoor bedoeld, is het Overgangsrecht bouwwerken als opgenomen in dit plan niet van toepassing.

Artikel 8 Algemene afwijkingsregels

  • 8.1

    Maten en bouwgrenzen

    Het bevoegd gezag kan – tenzij op grond van hoofdstuk 2 reeds afwijking mogelijk is – bij een omgevingsvergunning afwijken van de regels voor:

    • a.

      afwijkingen van maten (waaronder percentages) met ten hoogste 10%;

    • b.

      overschrijding van het vlak 'bouwvlak', niet zijnde besluitvlakken, voor zover zulks van belang is voor een technisch betere realisering van bouwwerken dan wel voor zover zulks noodzakelijk is in verband met de werkelijke toestand van het terrein; de overschrijdingen mogen ten hoogste 3 m bedragen en het bouwvlak mag met ten hoogste 10% worden vergroot.

    De omgevingsvergunning wordt niet verleend, indien daardoor onevenredige afbreuk wordt gedaan aan de ingevolge de bestemming gegeven gebruiksmogelijkheden van aangrenzende gronden en bouwwerken.

Hoofdstuk 4 Slotregels

Artikel 9 Inwerkingtreding

Deze verordening treedt in werking op de dag na bekendmaking van het Raadsbesluit.

Artikel 10 Citeertitel

Deze verordening wordt aangehaald als: 'beheersverordening Spuikolk 2013'.

Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van de raad

van de gemeente Goeree-Overflakkee op 13 juni 2013

de griffier,

drs. J. Mimpen

de voorzitter,

C.A. Kleijwegt

Bijlage Standaard Staat van Bedrijfsactiviteiten

Standaard Staat van Bedrijfsactiviteiten

Bijlage kaart

kaart