Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Lansingerland

Controleverordening gemeente Lansingerland 2013

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieLansingerland
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingControleverordening gemeente Lansingerland 2013
CiteertitelControleverordening gemeente Lansingerland 2013
Vastgesteld doorgemeenteraad
Onderwerpfinanciën en economie
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

  1. Gemeentewet, art. 149
  2. Gemeentewet, art. 213
Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

14-11-2013Nieuwe regeling

27-09-2013

Heraut 6 november 2013/Internet

BR1300095/T13.15497

Tekst van de regeling

Intitulé

Controleverordening gemeente Lansingerland 2013

Verordening voor de controle op het financieel beheer en op de inrichting van de financiële organisatie van de gemeente Lansingerland 2013

Artikel 1. Definities

In deze verordening wordt verstaan onder:

a)accountant:

een door de raad benoemde:

  • 1.

    registeraccountant; of

  • 2.

    accountant-administratieconsulent met een aantekening in het inschrijvingsregister als bedoeld in het derde lid van artikel 36, Wet op de Accountant-Administratieconsulenten; of

  • 3.

    organisatie waarin voor de accountantscontrole bevoegde accountants samenwerken;

  • 4.

    die beschikt over een vergunning van de AFM om wettelijke controles te mogen uitvoeren en die belast is met de controle van de in artikel 197 Gemeentewet bedoelde jaarrekening.

    • b)

      accountantscontrole:

  • 1.

    de controle van de in artikel 197 Gemeentewet bedoelde jaarrekening uitgevoerd door de door de raad benoemde accountant ten behoeve van:

a het getrouwe beeld van de in de jaarrekening gepresenteerde baten en lasten en de grootte en samenstelling van het vermogen;

b het rechtmatig tot stand komen van de baten en lasten en balansmutaties in overeenstemming met de begroting en met de van toepassing zijnde wettelijke regelingen, waaronder gemeentelijke verordeningen;

c het in overeenstemming zijn van de door het college opgestelde jaarrekening met de bij of krachtens algemene maatregel van bestuur te stellen regels bedoelt in artikel 186 van de Gemeentewet (Besluit Begroting en Verantwoording provincies en gemeenten);

d de inrichting van het financieel beheer en de financiële organisatie gericht op de vraag of deze een getrouwe en rechtmatige verantwoording mogelijk maken;

waarbij de nadere regels die bij of krachtens algemene maatregel van bestuur worden gesteld op grond van het zesde lid van artikel 213 Gemeentewet, in acht worden genomen.

  • 2.

    de controle van specifieke uitkeringen die worden verantwoord conform de methode Single audit /single information (Sisa).

    • c)

      rechtmatigheid in het kader van de accountantscontrole:

het overeenstemmen van het tot stand komen van de financiële beheershandelingen en de vastlegging daarvan met de relevante wet- en regelgeving, zoals bedoeld in het Besluit accountantscontrole decentrale overheden (BADO).

d)deelverantwoording:

een in opdracht van de raad ten behoeve van de verslaglegging opgestelde verantwoording van een afzonderlijke organisatie-eenheid binnen de gemeentelijke organisatie, welke verantwoording onderdeel uit maakt van de jaarrekening.

e)begeleidingscommissie:

een vertegenwoordiging van de gemeenteraad ondersteund door de griffier, de concerncontroller en het afdelingshoofd financiën, die de volgende taken heeft:

  • 1.

    het namens de gemeenteraad onderhouden van contacten met de accountant;

  • 2.

    het adviseren van de raad op het gebied van de controle gerelateerde onderwerpen;

  • 3.

    het namens de gemeenteraad voorbereiden van de (Europese) aanbesteding van de accountantscontrole.

Artikel 2. Opdrachtverlening accountantscontrole

  • 1.

    De accountantscontrole wordt opgedragen aan een door de raad te benoemen accountant op voordracht van de begeleidingscommissie. De benoeming van de accountant geschiedt voor een periode van 4 jaar.

  • 2.

    De begeleidingscommissie bereidt in samenwerking met het college de (Europese) aanbesteding van de accountantscontrole voor.

  • 3.

    De begeleidingscommissie stelt voor de (Europese) aanbesteding van de accountantscontrole het programma van eisen, de selectie-eisen, de gunningscriteria en per gunningscriterium de bijbehorende wegingsfactor vast. In het programma van eisen worden voor de jaarlijkse accountantscontrole opgenomen:

    • a.de toe te passen goedkeuringstoleranties (en afwijkende rapporteringstoleranties) bij de controle van de jaarrekening;

b.de eventueel apart te controleren deelverantwoordingen en de daarbij toe te passen omvangsbases en goedkeuringstoleranties (en afwijkende rapporteringstoleranties);

c.de inrichtingseisen voor het verslag van bevindingen

d.de eventueel aanvullende uit te voeren tussentijdse controles

e.de frequentie en inrichtingseisen van de aanvullende tussentijdse rapportering; en voor ieder afzonderlijk te controleren begrotingsjaar.

Artikel 3. Dienstverleningsplan

  • 1.

    In overleg met de accountant wordt jaarlijks een dienstverleningsplan opgesteld dat wordt ondertekend door de begeleidingscommissie, gemandateerd door de gemeenteraad, als opdrachtverstrekker en de accountant als opdrachtnemer.

  • 2.

    In het dienstverleningsplan worden de afspraken vastgelegd, die zijn gemaakt tussen accountant en begeleidingscommissie ter voorbereiding en ondersteuning van de uitvoering van de accountantscontrole. In het dienstverleningsplan komen in ieder geval de volgende onderwerpen aan de orde:

    • a.

      de reikwijdte van de accountantscontrole;

    • b.

      specifieke aandachtspunten waar de begeleidingscommissie aandacht voor vraagt bij de accountantscontrole;

    • c.

      een nadere definiëring van de controle- en rapporteringstoleranties, zoals genoemd in het BADO, zowel voor de controle van de jaarrekening als voor de verantwoording van specifieke uitkeringen in het kader van Sisa;

    • d.

      eventuele afspraken over een deskundigenbijeenkomst over een actueel onderwerp;

    • e.

      een overzicht van overlegmomenten, besprekingen en rapportages.

  • 3.

    In het dienstverleningsplan wordt nader ingegaan op het normenkader dat in het kader van de rechtmatigheidscontrole jaarlijks aan de gemeenteraad ter kennisgeving dient te worden aangeboden.

  • 4.

    Het dienstverleningsplan wordt in aanwezigheid van de accountant na afloop van de accountantscontrole geëvalueerd door de begeleidingscommissie.

Artikel 4. Algemene uitgangspunten voor de accountantscontrole

  • 1.

    De controle van de jaarrekening door de accountant is gericht op het afgeven van een oordeel over de betrouwbaarheid en rechtmatigheid van de jaarrekening.

  • 2.

    Bij de controle zullen het BADO, de Richtlijnen voor de Accountantscontrole (afkomstig van het NBA) en de jaarlijkse Kadernota rechtmatigheid van de commissie BBV bepalend zijn voor de uit te voeren werkzaamheden.

  • 3.

    De accountant richt de controle zodanig in dat voldoende zekerheid wordt verkregen over het getrouwe beeld van de jaarrekening en de rechtmatigheid van de verantwoorde baten en lasten en balansmutaties en financiële beheershandelingen met een belang groter dan de vastgestelde goedkeuringstolerantie.

  • 4.

    De accountant richt de controle in op het ontdekken van de belangrijkste fouten en baseert zich daarbij op risicoanalyse, vastgestelde toleranties en statistische deelwaarnemingen en extrapolaties.

Artikel 5. Informatieverstrekking door college

  • 1.

    Het college is verantwoordelijk voor de samenstelling van de jaarrekening conform de geldende interne - en externe wet- en regelgeving en overlegt deze aan de accountant voor controle.

  • 2.

    Het college draagt er zorg voor dat alle aan de jaarrekening ten grondslag liggende verordeningen, nota's, collegebesluiten, deelverantwoordingen, administraties, plannen, overeenkomsten, berekeningen e.d. voor de accountant ter inzage liggen en goed toegankelijk zijn.

  • 3.

    Bij de jaarrekening bevestigt het college schriftelijk aan de accountant, dat alle hem bekende informatie van belang voor de oordeelsvorming van de accountant is verstrekt.

  • 4.

    Het college overlegt de gecontroleerde jaarrekening samen met de controleverklaring en het verslag van bevindingen voor uiterlijk 1 juli aan de raad.

  • 5.

    Alle informatie die na afgifte van de controleverklaring en voor behandeling van de jaarrekening in de raad beschikbaar komt en die van invloed is op het beeld dat de jaarrekening geeft, wordt terstond door het college aan de raad en de accountant gemeld.

Artikel 6. Inrichting accountantscontrole

  • 1.

    De accountant bepaalt binnen het kader van de opdrachtverlening de wijze waarop de accountantscontrole wordt ingericht, alsmede de aard en de omvang van de daarbij behorende werkzaamheden.

  • 2.

    De accountant bepaalt binnen het kader van de opdrachtverlening de frequentie van de uit te voeren controles. De accountant kan de controlewerkzaamheden zonder voorafgaande kennisgeving uitvoeren.

  • 3.

    Ter bevordering van een efficiënte en doeltreffende accountantscontrole vindt periodiek (afstemmings-)overleg plaats tussen de accountant en de begeleidingscommissie, de portefeuillehouder financiën, de gemeentesecretaris, de (concern-) controller en het hoofd financiën.

  • 4.

    Over de uitkomsten van de interimcontrole wordt een verslag uitgebracht aan het college met een zogenaamde ‘managementletter’. Bestuurlijk relevante zaken worden ook aan de gemeenteraad gerapporteerd. Het college stelt de raad schriftelijk op de hoogte van zijn reactie op de aanbevelingen van de managementletter.

Artikel 7. Toegang tot informatie

  • 1.

    De accountant is bevoegd tot het opnemen van alle kassen, waardepapieren en voorraden en het inzien van alle boeken, notulen, brieven, computerbestanden en overige bescheiden, waarvan hij inzage voor de accountantscontrole nodig oordeelt. Het college draagt er zorg voor dat de accountant voor de uitvoering van zijn controlewerkzaamheden een onbelemmerde toegang heeft tot alle kantoren, magazijnen, werkplaatsen, terreinen en informatiedragers van de gemeente.

  • 2.

    Het college draagt er zorg voor dat alle voor de accountantscontrole benodigde informatie en overige documentatie zoveel mogelijk van te voren wordt verzameld en vastgelegd.

  • 3.

    De accountant is bevoegd om van alle ambtenaren mondelinge en schriftelijke inlichtingen en verklaringen te verlangen die hij voor de uitvoering van zijn opdracht denkt nodig te hebben. Het college draagt er zorg voor, dat de desbetreffende ambtenaren hieraan hun medewerking verlenen.

  • 4.

    Het college draagt er zorg voor, dat alle organisatie-eenheden van de gemeente zijn gehouden de accountant alle informatie te verstrekken, opdat de accountant zich een juist en volledig oordeel kan vormen over de rechtmatige totstandkoming van baten, lasten, balansmutaties en het gevoerde beheer en over de getrouwheid van de daarover verstrekte informatie.

Artikel 8. Overige controles en opdrachten

  • 1.

    Het college kan de door de raad benoemde accountant opdracht geven tot het uitvoeren van specifieke werkzaamheden met betrekking tot de rechtmatigheid, de doelmatigheid en de doeltreffendheid voor zover de onafhankelijkheid van de accountant daarmee niet in het geding komt. Het college informeert de raad vooraf over deze aan de accountant te verstrekken opdrachten.

  • 2.

    Het college draagt de zorg voor de uitvoering van het beleid betreffende de specifieke uitkeringen volgens de eisen van rechtmatigheid van de ministeries. Het college is voor de controle van de rechtmatige besteding van specifieke uitkeringen bevoegd de opdracht te verlenen aan een andere dan de door de raad benoemde accountant, indien dit in het belang van de gemeente is.

  • 3.

    Het college draagt de zorg voor de verantwoording aan derden (Belastingdienst, ABP, Sociale verzekeringsbank, CBS, e.d.) en neemt hierbij de gestelde controle-eisen in acht. Indien een deel van deze vereisten moet worden uitgevoerd door een accountant, is het college bevoegd hiervoor de opdracht te verlenen aan een andere dan de door de raad benoemde accountant, indien dit in het belang van de gemeente is.

Artikel 9. Rapportering

  • 1.

    Indien de accountant bij een controle afwijkingen constateert die leiden tot het niet afgeven van een goedkeurende verklaring, meldt hij deze terstond schriftelijk aan de raad en zendt een afschrift hiervan aan het college.

  • 2.

    In aanvulling op het in de wet voorgeschreven verslag van bevindingen brengt de accountant over de door hem uitgevoerde (deel)controles verslag uit over zijn bevindingen van niet van bestuurlijk belang aan de ambtenaar van wie het geldelijk beheer, het vermogensbeheer, de administratie en de beheersdaden zijn gecontroleerd, het hoofd van de dienst waar de ambtenaar werkzaam is, de (concern-)controller en het hoofd financiën dan wel andere daarvoor in aanmerking komende ambtenaren.

  • 3.

    De controleverklaring en het verslag van bevindingen worden voor verzending aan de raad door de accountant aan het college voorgelegd met de mogelijkheid voor het college om op deze stukken te reageren.

  • 4.

    De accountant bespreekt voorafgaand aan de raadsbehandeling van de jaarstukken het verslag van bevindingen met de begeleidingscommissie.

  • 5.

    De begeleidingscommissie geeft advies aan de raad over het door de accountant opgestelde verslag van bevindingen.

Artikel 10. Intrekking oude regeling

De verordening voor de controle op het financieel beheer en op de inrichting van de financiële organisatie van de gemeente Lansingerland van 29 september 2011 wordt ingetrokken met ingang van de datum waarop deze verordening van kracht wordt.

Artikel 11. Inwerkingtreding

Deze verordening treedt in werking met terugwerkende kracht per 1 januari 2013, met dien verstande dat zij van toepassing is op de accountantscontrole van de jaarrekening (en deelverantwoordingen) van het verslagjaar 2013 en later.

Artikel 12. Citeertitel

Deze verordening kan worden aangehaald als "Controleverordening gemeente Lansingerland 2013".

 

Sluiting

Deze verordening treedt in werking op de achtste dag nadat de vaststelling is bekendgemaakt.

 

 

Aldus vastgesteld door de raad van Lansingerland op 26 september 2013.

De plaatsvervangend griffier, De voorzitter,

Marijke Walhout, Ewald van Vliet

 

 

 

 

Bijlage Artikelsgewijze toelichting Controleverordening artikel 213 gemeente Lansingerland 2013

 

Artikel 1. Definities

De meeste definities spreken voor zich. In de toelichting wordt de rol van de begeleidingscommissie verder uitgewerkt. De begeleidingscommissie heeft een adviserende rol richting de gemeenteraad als het gaat om de behandeling van het verslag van bevindingen opgesteld door de accountant. Op het gebied van (Europese) aanbesteding van de accountantscontrole, opstellen van het dienstverleningsplan en onderhouden van contacten met de accountant heeft de begeleidingscommissie mandaat van de gemeenteraad.

Bij de benoeming van de BAC worden stemverhoudingen, quorum en reglement van orde vastgesteld.

Artikel 2. Opdrachtverlening accountantscontrole

Na afloop van ieder begrotingsjaar moet het college verantwoording afleggen aan de raad over het gevoerde bestuur door overlegging van de jaarrekening en het jaarverslag (artikel 197, lid 1 Gemeentewet). Voor het overleggen van deze stukken aan de raad moeten de jaarrekening door een bevoegd accountant zijn gecontroleerd (artikel 197, lid 2 Gemeentewet). De accountant controleert de jaarrekening in opdracht van de raad. Het is dan ook de raad, die de accountant aanwijst (artikel 213, lid 2 Gemeentewet). De raad is echter niet het bestuursorgaan, dat de overeenkomst met de accountant ondertekent. Het is de burgemeester, die de overeenkomst voor de accountantscontrole met de accountant moet sluiten. De burgemeester vertegenwoordigt de gemeente in en buiten rechte, luidt het eerste lid van artikel 171 Gemeentewet.

Een bevoegd accountant voor de controle van de gemeentelijke jaarrekening is een registeraccountant, een accountant-administratieconsulent met een aantekening in het inschrijvingsregister als bedoeld in het derde lid van artikel 36 Wet op de Accountant-Administratieconsulenten die werkzaam is bij of verbonden is aan een accountantsorganisatie die een vergunning voor het uitvoeren van wettelijke controles heeft. Deze vergunning wordt afgegeven door de AFM.

Artikel 2 van de verordening regelt de opdrachtverlening van de accountantscontrole van de gemeentelijke jaarrekening. Het eerste lid legt de periode van de verbintenis met de accountant voor de controle van de jaarrekening vast. Het tweede lid regelt dat de begeleidingscommissie verantwoordelijk is voor de uitvoering van de aanbesteding van de accountantscontrole van de jaarrekening. Voor de accountantscontrole geldt het Besluit accountantscontrole provincies en gemeenten dat krachtens het zesde lid van artikel 213 Gemeentewet door de minister is vastgesteld. Het Besluit accountantscontrole gemeenten bevat onder andere regels voor de omvangsbases en goedkeuringstoleranties voor de controleverklaring en de rapporteringstoleranties voor het verslag van bevindingen.

Het derde lid van artikel 2 geeft invulling aan het gebruik van de mogelijkheden van de raad met betrekking tot de nadere bepaling van de toleranties. Ze moeten al bij de aanbesteding van de accountantscontrole worden bepaald en zodoende worden opgenomen in het programma van eisen. Een aanscherping van de eisen door de raad zal in veel gevallen leiden tot een hogere prijsstelling door de accountant(s). Daarnaast zijn onder dit lid aanvullende zaken opgenomen over eisen die de raad kan stellen aan de werkzaamheden van de accountant, zoals aanvullende inrichtingseisen voor het verslag van bevindingen en aanvullende extra rapportages en controles.

Artikel 3. Dienstverleningsplan

Het dienstverleningsplan wordt opgesteld in overleg met de accountant. In het dienstverleningsplan wordt opgenomen hoe de accountant de controle wil uitvoeren, waarmee bij de controle rekening wordt gehouden en wat hij speciaal wil belichten. Het dienstverleningsplan dient te worden goedgekeurd door de begeleidingscommissie, die hiervoor is gemandateerd door de raad.

In het tweede lid worden de onderwerpen benoemd die minimaal dienen te worden opgenomen in het dienstverleningsplan. De reikwijdte van de accountantscontrole geeft aan waarop de accountant zijn focus legt. Daarmee wordt gewaarborgd dat de uitvoering van de controle blijft aansluiten op de actualiteiten binnen en buiten de gemeente en dat de voor de raad binnen de gemeente belangrijke speerpunten in de controle worden betrokken. Specifieke punten aangedragen door de begeleidingscommissie worden ook opgenomen in het dienstverleningsplan.

Het derde lid van artikel 3 geeft verdere invulling van de inhoud van het dienstverleningsplan. Het normenkader is een overzicht van de interne en externe wet- en regelgeving dat dient ter afbakening van de financiële rechtmatigheidstoets en dient als kader voor de accountant bij de controle van de jaarrekening. Het normenkader wordt jaarlijks geactualiseerd met als uitgangspunt de door de wet gestelde minimale vereisten.

In het vierde lid van artikel 3 is opgenomen dat het dienstverleningsplan wordt geëvalueerd door de begeleidingscommissie. De evaluatie van het dienstverleningsplan zal plaatsvinden na de jaarrekeningcontrole en voordat het nieuwe dienstverleningsplan voor het volgende jaar wordt opgesteld.

Artikel 4. Algemene uitgangspunten voor de accountantscontrole

In het eerste lid wordt aangegeven waarop de accountant een oordeel afgeeft. De accountantsverklaring dient een hoge mate van zekerheid te verschaffen omtrent de getrouwheid van de verantwoording en rechtmatigheid. In procenten uitgedrukt bedraagt de betrouwbaarheid minimaal 95. Bij rechtmatigheid in het kader van de accountantscontrole bestaat een duidelijke relatie met het financiële beheer. Bij de accountantscontrole van de jaarrekening moet worden vastgesteld dat de baten en lasten en balansmutaties in de programmarekening tot stand zijn gekomen in overeenstemming met de begroting en met van toepassing zijnde wettelijke regelingen waaronder gemeentelijke verordeningen. Het overzicht van wettelijke regelingen en gemeentelijke verordeningen wordt middels het controleprotocol jaarlijks vastgesteld.

Artikel 5. Informatieverstrekking door college

In de gedualiseerde verhoudingen is het college verantwoordelijk voor de samenstelling van de jaarrekening en het jaarverslag. Ten opzichte van de raad is het college ook verantwoordelijk voor de samenstelling van eventuele door de raad geëiste deelverantwoordingen. Artikel 3 van de verordening regelt de verplichtingen van het college voor de verstrekking van de achterliggende informatie aan de accountant.

Voor de controle van de jaarrekening doet de accountant onderzoek naar de achterliggende bescheiden. Het tweede lid draagt aan het college op deze achterliggende bescheiden goed toegankelijk ter inzage aan de accountant beschikbaar te stellen.

Het derde lid verplicht het college een verklaring af te geven aan de accountant, waarin het college verklaart geen informatie die van belang is voor de beoordeling van de jaarrekening, te hebben achtergehouden. De verklaring wordt ook wel een LOR (Letter Of Representation) genoemd. Hoewel het een algemeen gebruik is, is het geen wettelijke verplichting, dat het college een dergelijke verklaring verstrekt.

In het vierde lid wordt een uiterlijke datum aan het college gesteld voor de overlegging van de gecontroleerde jaarrekening aan de raad. De jaarrekening moet namelijk binnen twee weken na vaststelling, maar in elk geval voor 15 juli worden toegezonden aan gedeputeerde staten (artikel 200 Gemeentewet). Voor deze datum, 1 juli, moet de jaarrekening door de raad zijn behandeld en moet een eventuele erop volgende indemniteitsprocedure (artikel 198 Gemeentewet) zijn doorlopen en de jaarrekening wel of niet zijn vastgesteld.

De accountant verzendt de controleverklaring en het verslag van bevindingen rechtstreeks aan de raad. Het tweede lid van artikel 197 Gemeentewet bepaalt echter, dat het college bij de overlegging van de jaarrekening en het jaarverslag aan de raad daarbij moet toevoegen de controleverklaring en het verslag van bevindingen.

Het vijfde lid van het artikel gebiedt het college alle informatie die van invloed is op het beeld van de jaarrekening en pas na de afgifte van de controleverklaring, maar voor de vaststelling van de jaarrekening door de raad aan het college bekend is geworden, terstond te melden aan de raad en de accountant. Het sluit verrassingen tijdens de raadsbehandeling uit.

Artikel 6. Inrichting accountantscontrole

Artikel 6 van de verordening regelt de bevoegdheidsverdeling tussen de accountant en het college ten aanzien van de inrichting van de accountantscontrole. De accountant is leidend ten aanzien van de inrichting van de accountantscontrole. Hij mag zelfs onaangekondigd controles uitvoeren. Het college is hierin volgend. Wel moet er ter bevordering van een soepele accountantscontrole periodiek overleg worden gevoerd tussen de accountant en de verschillende vertegenwoordigers van de gemeente. Ook is uitwisseling van informatie gewenst over specifieke aandachtsgebieden bij de accountantscontrole.

Artikel 7. Toegang tot informatie

Artikel 7 van de verordening kent de bevoegdheid om onbelemmerd onderzoek te doen toe aan de accountant. Dit natuurlijk met in achtneming van de afspraken met de raad, zoals neergelegd in het programma van eisen bij de aanbesteding. Het artikel legt aan het college de plicht op om er voor te zorgen, dat de accountant een onbelemmerde toegang heeft tot alle burelen van de gemeente en de ambtenaren van de gemeente volledig meewerken aan de accountantscontrole.

Artikel 8. Overige controles en opdrachten

Naast de controle van de jaarrekening zijn er meer werkzaamheden binnen de gemeente die de inzet van een accountant (kunnen) vereisen. De aanwijzing van de accountant voor onder andere dit soort accountantscontroles is een bevoegdheid van het college. Ook kan het college besluiten om advieswerkzaamheden uit te besteden aan de door de raad benoemde accountant. Het betreft hier vanzelfsprekend advieswerkzaamheden die samenhangen met de natuurlijke adviesfunctie van de accountant die de onafhankelijkheid van de accountant niet in gevaar brengen.

Het eerste lid van artikel 6 van de verordening regelt hoe het college moet omgaan met de uitbesteding van "advieswerkzaamheden" zoals de verbetering van de administratieve organisatie, aan de door de raad benoemde accountant. Door deze werkzaamheden te gunnen aan de door de raad benoemde accountant kan de onafhankelijkheid en daarmee de integriteit van de accountant ten aanzien van zijn controle-werkzaamheden voor de raad in het geding komen. Op de loer liggende belangenverstrengeling tussen college en accountant kan mogelijk een weerslag hebben op de kwaliteit van de controle van de jaarrekening. Hetzelfde geldt voor die gevallen waarbij de accountant bij de accountantscontrole zijn eigen werk moet controleren. Het lid bepaalt, dat het college voor advieswerkzaamheden, zoals bijvoorbeeld op het gebied van de bestuurlijke informatieverzorging of de rechtmatigheid, de door de raad benoemde accountant kan inschakelen. Indien het college dit voornemen heeft, dient hij de raad hier vooraf over te informeren. Dit biedt de raad de mogelijkheid om over de desbetreffende uitbesteding van werkzaamheden zijn oordeel te vormen en zijn bedenkingen aan het college kenbaar te maken.

Het tweede en het derde lid regelen, dat het college voor de overige controlewerkzaamheden in het algemeen de door de raad benoemde accountant inschakelt. Het college mag hiervan afwijken indien dit in het belang van de gemeente is. De accountant die de jaarrekening controleert, is vaak beter bekend met de gemeentelijke administraties. Daarbij kunnen controles van de jaarrekening en controles van medebewindstaken tegelijkertijd door één accountant worden uitgevoerd (single audit). Dit levert een aanzienlijke besparing op. In bepaalde gevallen is inschakeling van een andere accountant raadzaam en soms zelfs onoverkomelijk. De reden hiervoor kan van prijstechnische aard zijn, maar ook van bijvoorbeeld organisatorische aard (zo kunnen de controlewerkzaamheden gemeenschappelijke activiteiten met een andere gemeente betreffen en de accountantscontrole hiervan door de accountant van de andere gemeente worden uitgevoerd). De verordening regelt dat het college in deze gevallen vrij is in de keuze van de accountant.

Artikel 9. Rapportering

Het derde en vierde lid van artikel 213 Gemeentewet regelt de rapportering en de inhoud daarvan van de accountant aan de raad en het college. Aanvullend daarop kan de raad in zijn programma van eisen bij de aanbesteding aanvullende inhoudelijke eisen stellen, maar ook aanvullende rapporteringen van de accountant verlangen (artikel 2, lid 3, letters c & e van deze verordening). Artikel 9 regelt aanvullende zaken aangaande de rapportering op grond van de door de accountant uitgevoerde controles. Zaken die dan natuurlijk wel in het programma van eisen bij de aanbesteding moeten worden geregeld.

Naast de uiteindelijke eindcontrole van de jaarrekening verricht de accountant meestal meerdere controles. Dit kunnen door de raad in het programma van eisen van de aanbesteding opgenomen tussentijdse controles (interim-controles) zijn. Het eerste lid van artikel 9 regelt, dat het college in elk geval bij geconstateerde afwijkingen door de accountant die leiden tot het niet afgeven van een goedkeurende verklaring bij de jaarrekening, een afschrift krijgt van de schriftelijke mededeling hierover aan de raad. Dit opdat het college (in overleg met de raad en de accountant) mogelijk nog tijdig maatregelen tot herstel kan treffen. Het tweede lid van artikel 9 regelt, dat het management een rapportage krijgt van de door de accountant uitgevoerde (deel)controles. In deze rapportage worden kleine afwijkingen en tekortkomingen die niet leiden tot het niet afgeven van een goedkeurende verklaring en niet van bestuurlijk belang zijn, aan het management meegedeeld. Het gaat hierbij om bijvoorbeeld opmerkingen over (kleine) rubriceringfouten en (kleine) onvolkomenheden in de administratieve organisatie, welke eenvoudig in onderling overleg met het management van de gemeente kunnen worden opgelost. Het management kan op grond van de rapportage actie ondernemen voor herstel van de afwijkingen en onvolkomenheden.

Voorts is in het artikel een lid opgenomen voor de procedure van hoor en wederhoor. De constateringen in het verslag van bevindingen worden voorafgaand aan verzending van de controleverklaring en het verslag van bevindingen aan de raad door de accountant besproken met het college. Het geeft het college de mogelijkheid kanttekeningen te plaatsen bij de constateringen in het (concept-)verslag van bevindingen.

Tot slot in het vierde lid van dit artikel opgenomen, dat de accountant zijn verslag van bevindingen aan de raad mondeling toelicht.

Artikel 10. Inwerkingtreding

In dit artikel wordt aangegeven dat de voorgaande verordening wordt ingetrokken op het moment dat deze verordening in werking treedt.

Artikel 11. Inwerkingtreding

In dit artikel wordt de datum gegeven vanaf waarneer deze verordening in werking treedt.

Artikel 12. Citeertitel

In dit artikel wordt de naam gegeven waarmee in gemeentelijke stukken naar deze verordening kan worden verwezen.