Organisatie | Coevorden |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Afstemmingsverordening Wet werk en bijstand gemeente Coevorden 2013 |
Citeertitel | Afstemmingsverordening Wet werk en bijstand gemeente Coevorden 2013 |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | bestuur en recht |
Eigen onderwerp | sociale voorzieningen en werkgelegenheid |
Externe bijlage | Artikelsgewijze toelichting |
Geen.
Wet werk en bijstand, art. 8, lid 1
1.Geen
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
11-07-2013 | 01-01-2013 | 01-01-2015 | nieuwe regeling | 09-04-2013 www.coevorden.nl/bekendmakingen 10-07-2013 | Collegevoorstel nr. 1020 |
Hoofdstuk 1. Algemene bepalingen.
Artikel 1. Begripsomschrijving.
In deze verordening wordt verstaan onder:
de wet: de Wet werk en bijstand (Wwb);
algemene bijstand: de bijstand bedoeld in artikel 5, onderdeel b, van de wet;
bijzondere bijstand: de bijstand bedoeld in artikel 5, onderdeel d, van de wet;
bijstand: algemene en bijzondere bijstand;
bijstandsnorm: de bijstandsnorm bedoeld in artikel 5, onderdeel c, van de wet;
maatregel: het verlagen van de bijstand op grond van artikel 18 van de wet;
plan van aanpak: het plan zoals bedoeld in artikel 44a van de wet;
het college: het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Coevorden
Artikel 2. Het opleggen van een maatregel.
Als de belanghebbende naar het oordeel van het college tekortschietend besef van verantwoordelijkheid betoont voor de voorziening in het bestaan dan wel de uit de wet of de uit artikel 30c, tweede en derde lid, van de Wet structuur uitvoeringsorganisatie werk en inkomen voortvloeiende verplichtingen niet of onvoldoende nakomt, waaronder begrepen het zich jegens het college zeer ernstig misdragen, wordt overeenkomstig deze verordening een maatregel opgelegd.
Artikel 4. Het besluit tot opleggen van een maatregel.
In het besluit tot opleggen van een maatregel worden in ieder geval vermeld de reden van de maatregel, de duur van de maatregel, het percentage waarmee de bijstand wordt verlaagd, en, indien van toepassing, de reden om af te wijken van een standaardmaatregel.
Hoofdstuk 2. Geen of onvoldoende medewerking verlenen aan het verkrijgen of behouden van algemeen geaccepteerde arbeid.
Artikel 8. Indeling in categorieën.
Gedragingen van belanghebbenden waardoor de verplichtingen gericht op de arbeidsinschakeling zoals genoemd in § 2.1 van de wet niet of onvoldoende zijn nagekomen, worden onderscheiden in de volgende categorieën:
het zich niet tijdig laten registreren als werkzoekende bij het UWV-Werkbedrijf of het niet tijdig laten verlengen van de registratie;
Artikel 9. De hoogte en duur van de maatregel
De duur van de maatregel als bedoeld in het eerste lid wordt verdubbeld, indien de belanghebbende zich binnen twaalf maanden na bekendmaking van een besluit waarbij een maatregel is opgelegd, opnieuw schuldig maakt aan een verwijtbare gedraging van dezelfde of hogere categorie. Met een besluit waarmee een maatregel is opgelegd wordt gelijkgesteld het besluit om daarvan af te zien op grond van dringende redenen, bedoeld in artikel 5, tweede lid.
Hoofdstuk 3. Overige gedragingen die leiden tot een maatregel
Artikel 10. Tekortschietend besef van verantwoordelijkheid
Indien een belanghebbende een tekortschietend besef van verantwoordelijkheid voor de voorziening in het bestaan heeft betoond als bedoeld in artikel 18, tweede en vierde lid, van de wet, wordt een maatregel opgelegd die wordt afgestemd op de periode dat de belanghebbende als gevolg van zijn gedraging eerder of langer recht heeft op bijstand.
In afwijking van het eerste en tweede lid wordt, indien belanghebbende(n) geen beroep meer kan doen op een passende en toereikende voorliggende voorziening, omdat deze volledig wordt verrekend met een bestuurlijke boete in het kader van het bij herhaling schenden van de inlichtingenplicht een maatregel opgelegd van 100% gedurende de eerste drie maanden gerekend vanaf de start van de verrekening.
Artikel 12. Zeer ernstige misdragingen
Indien een belanghebbende zich zeer ernstig heeft misdragen tegenover het college of zijn ambtenaren, onder omstandigheden die rechtstreeks verband houden met de uitvoering van de wet, als bedoeld in artikel 18, tweede lid van de wet, wordt onverminderd artikel 2, tweede lid, een maatregel opgelegd van maximaal 50% van de bijstandsnorm gedurende een maand.