Organisatie | Deurne |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Richtlijn V009 Gemeentelijk genormeerde maatregelen IOAW |
Citeertitel | Richtlijn V009 Gemeentelijk genormeerde maatregelen IOAW |
Vastgesteld door | college van burgemeester en wethouders |
Onderwerp | maatschappelijke zorg en welzijn |
Eigen onderwerp |
Geen.
Geen.
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
09-11-2012 | 01-07-2012 | nieuwe regeling | 06-11-2012 | Onbekend. |
Gelet op de artikelen 20 en 35, eerste lid, onderdeel b, c en d, IOAW / IOAZ
Vast te stellen de gewijzigde invulling van richtlijn V009 Gemeentelijk genormeerde maatregelen IOAW
Richtlijn V009 wordt als volgt ingevuld:
Op grond van de Maatregelenverordening IOAW en IOAZ Deurne worden de volgende verlagingen toegepast:
Wanneer de verplichting op grond van artikel 13 IOAW/IOAZ niet is nagekomen door informatie die van belang is voor de verlening van de uitkering of de voortzetting daarvan niet binnen de door het college daartoe gestelde termijn is verstrekt (of een waarschuwing wanneer er sprake is van een eerste gedraging binnen twee jaar).
Wanneer het niet of niet behoorlijk nakomen van de inlichtingenplicht bedoeld in artikel 13 IOAW/IOAZ niet heeft geleid tot het ten onrechte of tot een te hoog bedrag verstrekken van een uitkering (of een waarschuwing wanneer er sprake is van een eerste gedraging binnen twee jaar). Hierbij moet gedacht worden aan de zogeheten "nulfraude": het verstrekken van onjuiste of onvolledige inlichtingen, zonder dat deze gedraging gevolgen heeft voor de hoogte van de uitkering.
20% tot 100% van de uitkering gedurende een maand: Wanneer het niet of niet behoorlijk nakomen van de inlichtingenplicht bedoeld in artikel 13 IOAW/IOAZ geleid heeft tot het ten onrechte of tot een te hoog bedrag verlenen van een uitkering. De hoogte van de maatregel wordt afgestemd op de hoogte van het benadelingsbedrag. Dat is het door de gemeente te veel betaalde bedrag aan bruto uitkering. Dit is de verleende uitkering verhoogd met de loonbelasting en de premies volksverzekeringen krachtens de Wet op de loonbelasting 1964.Bij de vaststelling van de verlaging wegens inlichtingenfraude komt de ernst van de gedraging dus tot uitdrukking in de hoogte van het benadelingsbedrag.
Het opleggen van de maatregel vindt plaats door het verlagen van de uitkering. Indien de IOAW/IOAZ-uitkering van de belanghebbende doorloopt, wordt de maatregel opgelegd met ingang van de eerstvolgende kalendermaand volgend op de datum waarop het besluit tot het opleggen van de maatregel aan de belanghebbende is bekend gemaakt, waarbij wordt uitgegaan van de voor die maand geldende uitkeringsnorm.
Is de uitkering al beëindigd dan wordt de maatregel met terugwerkende kracht toegepast. Dit houdt in een herziening van het recht op uitkering tot het bedrag van de maatregel over de periode volgend op de periode waarin de schending van de inlichtingenverplichting heeft plaatsgevonden. Dit betreft de situatie dat over de periode waarin deze schending van de inlichtingenplicht heeft plaatsgevonden de verstrekte uitkering volledig wordt teruggevorderd. In de situatie dat over deze periode de verstrekte uitkering niet volledig wordt teruggevorderd, kan de herziening tot het bedrag van de maatregel plaatsvinden over dezelfde periode. De herziening resulteert in een terugvordering van uitkering. Bij niet tijdige betaling van deze extra terugvordering voortvloeiend uit de maatregel kunnen de kosten die voortvloeien uit additionele werkzaamheden, noodzakelijk om tot invordering te komen, voor rekening van de belanghebbende worden gebracht (de wettelijke rente en de op de invordering betrekking hebbende kosten).
Is aansluitend aan de periode waarin de schending van de inlichtingenverplichting heeft plaatsgevonden, de uitkering beëindigd, dan kan de maatregel niet geëffectueerd worden. In dit geval kan de maatregel over een toekomstig recht worden opgelegd. Indien de belanghebbende op een later tijdstip wederom een uitkering aanvraagt, kan de maatregel alsnog worden uitgevoerd. De belanghebbende dient bij het besluit van de beëindiging van de uitkering op de hoogte gesteld te worden dat er een maatregel opgelegd kan worden over een eventueel toekomstig recht op uitkering.
Indien echter de maatregel niet is uitgevoerd binnen een termijn van vijf jaar nadat het besluit tot het opleggen van de maatregel is genomen, komt de maatregel te vervallen.
Het uit houding en gedrag ondubbelzinnig laten blijken de verplichtingen zoals bedoeld in artikel 37, eerste lid, onderdeel e, IOAW/IOAZ niet te willen nakomen, wat heeft geleid tot het intrekken van de ontheffing van de arbeidsplicht voor een alleenstaande ouder zoals bedoeld in artikel 38, eerste lid, WWB.
De gewijzigde richtlijn treedt in werking op de eerste dag na de bekendmaking daarvan in het Gemeenteblad en werkt terug tot en met 1 juli 2012.
Aldus vastgesteld in de vergadering van 6 november 2012,