Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Venlo

Financiële verordening gemeente Venlo 2013

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieVenlo
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingFinanciële verordening gemeente Venlo 2013
CiteertitelFinanciële verordening gemeente Venlo 2013
Vastgesteld doorgemeenteraad
Onderwerpfinanciën en economie
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

Gemeentewet, art. 212 

Regelgeving die op deze regeling is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)

Geen

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

07-11-201306-10-2016nieuwe regeling

30-10-2013

E3 journaal/de Trompetter d.d. 06-11-2013

Gemeenteblad jaargang 2013, nummer 42

Tekst van de regeling

Intitulé

Financiële verordening gemeente Venlo 2013

De raad van de gemeente Venlo;  

gelezen het voorstel van het college van 17 september 2013, registratienummer 13-12584;  

gelet op artikel 212 van de Gemeentewet;  

besluit(en) vast te stellen  

Financiële verordening gemeente Venlo 2013

Artikel 1 Definities

In deze verordening wordt verstaan onder:

  • a.

    afdeling: iedere organisatorische eenheid binnen de gemeentelijke a. organisatie die als zodanig een eigen rechtstreekse verantwoordelijkheid aan het college heeft.

  • b.

    administratie: het systematisch verzamelen, vastleggen, verwerken en verstrekken van informatie ten behoeve van het besturen, het functioneren en het beheersen van (onderdelen van) de organisatie van de gemeente Venlo en ten behoeve van de verantwoording die daarover moet worden afgelegd.

  • c.

    financiële administratie: het onderdeel van de administratie dat omvat het systematisch maken en verwerken van aantekeningen betreffende de financiële gegevens van (onderdelen van) de organisatie van de gemeente Venlo, teneinde e komen tot een goed inzicht in:

    • de

      financieel-economische positie;

    • het

      financiële beheer;

    • de

      uitvoering van de begroting;

    • het

      afwikkelen van vorderingen en schulden;

    • alsmede

      tot het afleggen van rekening en verantwoording daarover.

  • d.

    administratieve organisatie: het stelsel van organisatorische maatregelen gericht op het tot stand brengen en het in stand houden van de goede werking van de bestuurlijke en ambtelijke informatieverzorging ten behoeve van de verantwoordelijke leiding.

  • e.

    financieel beheer: het uitoefenen van bestuur over en toezicht op het beheer van middelen en het uitoefenen van rechten van de gemeente Venlo.

  • f.

    rechtmatigheid: het in overeenstemming zijn met geldende wet- en regelgeving, waaronder gemeentelijke verordeningen, raadsbesluiten en collegebesluiten voor zover deze financiële gevolgen hebben.

  • g.

    doelmatigheid: het realiseren van bepaalde prestaties met een zo beperkt mogelijke inzet van middelen.

  • h.

    doeltreffendheid: de mate waarin de beoogde maatschappelijke h. effecten van het beleid ook daadwerkelijk worden behaald.

  • i.

    bestuurlijke planning: een jaarlijks vóór 1 januari door de raad vast te stellen planning met betrekking tot het opstellen van de begroting, rapportages en jaarstukken.

  • j.

    indicator: de streefwaarde die aangeeft wat bereikt moet worden c.q. is binnen een bepaalde periode en voor een bepaald budget, voor de beoogde beleidsdoelen, maatschappelijke effecten en te leveren prestaties.

  • k.

    Bedrijfsvoering: de zorg voor de ambtelijke organisatie met alle elementen die een bijdrage leveren aan het juist en adequaat functioneren van de organisatie.

Hoofdstuk 1 Begroting en verantwoording

Artikel 2 Kadernota

  • 1.

    Het college biedt als aftrap van de nieuwe bestuurlijke planning- en controlcyclus an de raad jaarlijks een nota aan waarin de beleidsmatige en budgettaire itgangspunten alsmede de vertaling daarvan in de budgettaire kaders van de ontwerpbegroting voor het begrotingsjaar en de meerjarenraming duidelijk worden. In deze nota worden op hoofdlijnen ook voorstellen gedaan om met de budgettaire ruimte of opgave om te gaan bij het opstellen van de ontwerpbegroting.

  • 2.

    De uiterste datum van aanbieding van deze nota door het college en het moment van vaststelling door de raad worden jaarlijks vastgesteld in de bestuurlijke planning.

Artikel 3 Begroting

  • 1.

    Het college stelt regels die waarborgen dat de uitvoering van de begroting rechtmatig, doelmatig en doeltreffend verloopt.

  • 2.

    Het college draagt er zorg voor dat de programmadoelstellingen, zoals opgenomen in de (gewijzigde) begroting, binnen de beschikbare middelen van de programma’s worden gerealiseerd.

Artikel 4 Voortgangsrapportage en informatie

  • 1.

    Het college informeert de raad jaarlijks door middel van minimaal één voortgangsrapportage over de voortgang van de begroting van de gemeente van het lopende boekjaar.

  • 2.

    De rapportage bevat minimaal de realisatie ultimo rapportagedatum en een prognose eindejaar en gaat in op de budgettaire en beleidsmatige afwijkingen ten opzichte van de vastgestelde begroting alsmede op eventuele nieuwe beleidsmatige ontwikkelingen.

  • 3.

    Op basis van deze voortgangsrapportage kunnen voorstellen tot wijziging van de begroting aan de raad worden voorgelegd die als bijlage bij deze rapportage wrden gevoegd.

  • 4.

    De voortgangsrapportage wordt aan de raad aangeboden op het tijdstip als aarlijks vastgesteld in de bestuurlijke planning.

Hoofdstuk 2 Financiële positie

Artikel 5 Financiële positie

  • 1.

    Het college draagt er zorg voor, dat al het beleid waartoe de 1. raad heeft besloten in e uiteenzetting van de financiële positie en de meerjarenramingen is opgenomen.

  • 2.

    De raad autoriseert met het vaststellen van de financiële positie de nvesteringskredieten.

Artikel 6 Waardering en afschrijving vaste activa

Het college draagt er zorg voor dat de uitgangspunten voor de waardering en de aschrijving van vaste activa worden vastgelegd in een aan te bieden nota, waarin erwerkt de uitgangspunten en afschrijvingstermijnen, zoals opgenomen in de eleidsnota ‘Nota investeringsbeleid’.

Artikel 7 Meerjaren investeringsplan

  • 1.

    Er is een separaat integraal afwegingskader voor investeringen, waarmee een xpliciet onderscheid wordt aangebracht tussen de afwegingen binnen de reguliere xploitatie (baten en lasten) en afwegingen binnen de kapitaalsdienst (het meerjaren investeringsplan).

  • 2.

    Voor de zogenaamde onrendabele investeringen is er is een kapitaallastenplafond waarbinnen de kapitaallasten van de in het meerjaren investeringsplan passen .

  • 3.

    De hoogte van het kapitaallastenplafond wordt door de raad vastgesteld op voorstel van het college. Dit geldt ook voor aanpassingen op de hoogte van het plafond.

  • 4.

    De vrijval van de jaarlijkse kapitaallasten, dus investeringen die volledig afgeschreven zijn, bepaalt de ruimte voor nieuwe investeringen.

  • 5.

    Met de begrotingsvaststelling van het eerstvolgend jaar stelt de raad de hierin opgenomen kredieten voor dat jaar (t+1) vast.

  • 6.

    Kansrijke investeringsvoorstellen voor het jaar volgend op het feitelijke begrotingsjaar (t+2) worden in een zogenaamd voorportaal opgenomen en verder uitgewerkt ter besluitvorming het jaar erop.

Artikel 8 Reserves en voorzieningen

Het college biedt, indien zich wijzigingen voordoen, een (bijgestelde) nota reserves en voorzieningen aan. De nota behandelt in ieder geval:

  • a.

    de vorming en besteding van reserves;

  • b.

    de vorming en besteding van voorzieningen;

  • c.

    de toerekening en verwerking van rente over de reserves en de voorzieningen, in relatie tot de nota weerstandsvermogen bedoeld in artikel 12;

  • d.

    jaarlijks wordt in de begroting een actualisatie gegeven van de financiële stand van zaken van de reserves en voorzieningen en wordt bovendien aangegeven of het beleid ten aanzien van specifieke reserves aan wijziging onderhevig is.

Artikel 9 Kostprijsberekening

  • 1.

    Voor het bepalen van de geraamde kostprijs van producten en diensten van de gemeente Venlo wordt een systeem van kostentoerekening gehanteerd. Bij de kostentoerekening worden naast de directe kosten ook alle indirecte kosten betrokken, die samenhangen met de door de gemeente verleende diensten.

  • 2.

    Bij de indirecte kosten worden in ieder geval betrokken de bijdragen aan reserves voor de noodzakelijke vervanging van de betrokken activa, de kapitaallasten van de in gebruik zijnde activa en voor rioolrechten, reinigingsrechten en afvalstoffenheffing de compensabele BTW. De omslagrente voor de rentetoerekening van de kapitaallasten 3. wordt bepaald door het rentetotaal van de uitstaande leningen en de bij begroting vastgestelde gecalculeerde rente over het eigen vermogen en voorzieningen.

Artikel 10 Financieringsfunctie

  • 1.

    Het college draagt bij de uitoefening van de financieringsfunctie zorg voor:

    • a.

      het aantrekken van voldoende financiële middelen en het uitzetten van overtollige gelden om de programma’s binnen de door de raad vastgestelde kaders van de begroting uit te kunnen voeren;

    • b.

      het beheersen van de risico’ s verbonden aan de financieringsfunctie zoals renterisico’s, koersrisico’s en kredietrisico’s;

    • c.

      het zo veel mogelijk beperken van de kosten van de leningen en het bereiken van een voldoende rendement op de uitzettingen;

    • d.

      het beperken van de interne verwerkingskosten en externe kosten bij het beheren van de geldstromen en financiële posities.

  • 2.

    Het college neemt bij de uitvoering van de financieringsfunctie de volgende richtlijnen in acht:

    • a.

      het uitzetten van overtollige geldmiddelen gebeurt uitsluitend bij financiële instellingen met minimaal een A-rating afgegeven door tenminste ééngezaghebbende rating agency, of bij instellingen voor wiens waardepapieren een solvabiliteitseis geldt van 0%;

    • b.

      overtollige geldmiddelen worden uitsluitend uitgezet tegen vastrentende waarden, dan wel in producten waarbij de hoofdsom tenminste aan het eind van de looptijd in tact is;

    • c.

      derivaten worden uitsluitend gebruikt ter beperking van financiële risico’ s;

    • d.

      voor het aantrekken van financieringen voor langer dan 1 jaar worden tenminste 2 prijsopgaven bij verschillende financiële instellingen gevraagd;

    • e.

      overeenkomsten voor het aangaan van leningen, het uitzetten van middelen of het verlenen van garanties luiden in euro;

    • f.

      voor de kasgeldlimiet en de rente-risiconorm gelden de wettelijke waarden. Het college informeert de raad indien de kasgeldlimiet of de rente-risiconorm dreigen te worden overschreden.

  • 3.

    Verstrekken van leningen en garanties en het aangaan van financiële participaties anders dan genoemd in het tweede lid worden uitsluitend gedaan uit hoofde van de publieke taak. Bij het uitzetten van middelen, het verstrekken van garanties en het aangaan van financiële participaties uit hoofde van de publieke taak bedingt het college indien mogelijk zekerheden. Het college motiveert in zijn besluit het openbaar belang van dergelijke uitzettingen van middelen, verstrekkingen van garanties en financiële participaties.

  • 4.

    Het college stelt regels op ter uitvoering van het gestelde onder het eerste tot en met derde lid en legt deze regels alsmede de regels voor taken en bevoegdheden, de verantwoordingsrelaties en de bijbehorende informatievoorziening vast in een besluit treasurystatuut. Dit statuut wordt ter kennisgeving verzonden aan de raad.

Hoofdstuk 3 Paragrafen

Artikel 11 Lokale heffingen

Het college biedt, indien beleidswijzigingen zich voordoen, een (bijgestelde) nota lokale heffingen aan. De raad stelt de nota vast.

Artikel 12 Weerstandsvermogen en risicomanagement

Het college biedt, indien beleidswijzigingen zich voordoen, een (bijgestelde) nota risicomanagement en weerstandsvermogen aan. De raad stelt de nota vast.

Artikel 13 Financiering

Bij de begroting en de jaarstukken doet het college in de paragraaf financiering in ieder geval verslag van:

  • a.

    de kasgeldlimiet;

  • b.

    de renterisico norm;

  • c.

    de liquiditeitsplanning en de financieringsbehoefte voor de komende drie jaar;

  • d.

    de rentevisie en

  • e.

    de rentekosten en renteopbrengsten verbonden aan de financieringsfunctie.

Artikel 14 Bedrijfsvoering

Het college stelt, indien wijzigingen zich voordoen, een (bijgestelde) nota bedrijfsvoering vast. De nota wordt ter kennisgeving aan de raad gezonden.

Artikel 15 Maatschappelijke partners

  • 1.

    Het college biedt tenminste één maal per raadsperiode een (bijgestelde) nota maatschappelijke partners aan.De raad stelt de nota vast. In de begroting en de jaarstukken wordt in de paragraaf maatschappelijke partners ingegaan op het aangaan, wijzigen, beëindigen en vormgeven van nieuwe samenwerkingsvormen. Daarnaast wordt de sturing en control nader geformuleerd.

  • 2.

    Het college brengt hierbij eveneens de risico’s in beeld en actualiseert de risico’s genoemd in de nota bedoeld in het eerste lid.

Artikel 16 Grondbeleid

Het college biedt jaarlijks een (bijgestelde) nota grondbeleid aan ter behandeling en vaststelling door de raad. In deze nota wordt aandacht besteed aan:

  • a.

    de relatie met de programma’s van de begroting;

  • b.

    de strategische visie van het toekomstig grondbeleid van de gemeente;

  • c.

    te ontwikkelen en in ontwikkeling genomen projecten; de voorraad, verwerving en uitgifte van gronden;

  • d.

    de uitgifte van gronden in erfpacht en de bijstelling van erfpachtvergoedingen;

  • e.

    het principe van winstneming.

De raad stelt de nota uiterlijk vast gelijktijdig met de begroting.

Hoofdstuk 4 Financiële organisatie en administratie

Artikel 17 Administratie

De administratie is zodanig van opzet en werking, dat zij in 1. ieder geval dienstbaar is voor:

  • a.

    het sturen en het beheersen van activiteiten en processen in de gemeente als geheel en in de afdelingen;

  • b.

    het verstrekken van informatie over ontwikkelingen in de omvang van activa met economisch nut, activa met maatschappelijk nut, voorraden, vorderingen en schulden, enzovoorts;

  • c.

    het verschaffen van informatie aan de budgethouders en voor het maken van kostencalculaties;

  • d.

    het bevorderen van de rechtmatigheid, de doelmatigheid en de doeltreffendheid van het gevoerde bestuur in relatie tot de gestelde beleidsdoelen, de begroting en ter zake geldende wet- en regelgeving;

  • e.

    het afleggen van verantwoording over de rechtmatigheid, de doelmatigheid en de doeltreffendheid van het gevoerde bestuur in relatie tot de gestelde beleidsdoelen, de begroting en ter zake geldende wet- en regelgeving;

  • f.

    de controle van de registratie van gegevens als zodanig, en de daaraan ontleende informatie, alsmede voor de controle op de rechtmatigheid, de doelmatigheid en de doeltreffendheid van het gevoerde bestuur in relatie tot de gestelde beleidsdoelen.

Artikel 18 Financiële administratie

Het college draagt er zorg voor dat:

  • a.

    de inrichting en de werking van de financiële administratie voldoet aan het Besluit begroting en verantwoording provincies en gemeenten en andere relevante wet- en regelgeving;

  • b.

    de vereiste informatie verstrekt wordt aan het rijk, de provincie, het Centraal bureau voor de statistiek en de Europese Unie, alsmede aan andere instellingen die specifieke verantwoordingsverplichtingen opleggen aan gemeenten.

Artikel 19 Financiële organisatie

Het college draagt de zorg voor en legt (in een besluit) vast:

  • a.

    een eenduidige indeling van de gemeentelijke organisatie en een eenduidige toewijzing van de gemeentelijke taken aan de afdelingen;

  • b.

    een adequate scheiding van taken, functies, bevoegdheden, verantwoordelijkheden, zodat aan de eisen van interne controle wordt voldaan en de betrouwbaarheid van de verstrekte informatie aan beleids- en beheersorganen is gewaarborgd;

  • c.

    de verlening van mandaten en volmachten voor het aangaan van verplichtingen ten laste van de toegekende budgetten en investeringskredieten;

  • d.

    de regels voor de opdrachtverlening en de verrekening van leveringen tussen de diensten van de gemeente;

  • e.

    de te maken afspraken met de diensten over de te leveren prestaties, de daarvoor beschikbare middelen en de wijze en frequentie van rapportage over de voortgang van de activiteiten en uitputting van middelen;

  • f.

    de regels voor de verlening van décharge over het f. gevoerde beheer van de diensten.

Artikel 20 Aanbesteding en inkoop

Het college draagt zorg voor en legt (in een besluit) vast de interne regels (protocol) voor de inkoop en aanbesteding van werken en diensten. De regels waarborgen dat wordt gehandeld in overeenstemming met de regels terzake van de Europese Unie.

Artikel 21 Subsidieverstrekking en steunverlening

Het college draagt zorg voor en legt voor iedere aanvraag de interne regels vast voor de toekenning van steunverlening aan ondernemingen en subsidies. De regels waarborgen dat wordt gehandeld in overeenstemming met de regels terzake van de Europese Unie en de nota algemene subsidieverordening van de gemeente Venlo. Deze nota bevat het kader voor verstrekking van gemeentelijke subsidies en een overzicht van de toegekende gemeentelijke subsidies.

Hoofdstuk 5 Slotbepalingen

Artikel 22 Inwerkingtreding

Deze verordening treedt in werking de dag na bekendmaking. Met ingang van de inwerkingtreding van deze verordening komt de “ Financiële verordening Venlo” , vastgesteld bij raadsbesluit van 30 november 2005 en geldend verklaard voor het grondgebied van de gehele gemeente Venlo op 4 januari 2010, te vervallen.

Artikel 23 Citeertitel

Deze verordening kan worden aangehaald onder de naam “ Financiële verordening gemeente Venlo 2013” .

Aldus vastgesteld in de openbare raadsvergadering van 30 oktober 2013.

De griffier, De voorzitter