Organisatie | Sint Anthonis |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Mandaatregeling 2013 gemeente Sint Anthonis |
Citeertitel | Mandaatregeling 2013 gemeente Sint Anthonis |
Vastgesteld door | college van burgemeester en wethouders |
Onderwerp | bestuur en recht |
Eigen onderwerp | bestuur en recht |
Externe bijlagen | Mandaatregister 2013 Gemeente Sint Anthonis (mei 2014) Verlening algemene doorlopende machtiging (vertegenwoordiging in rechte) verlening algemene doorlopende volmacht (ondertekening ovk) |
geen
Geen.
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
29-03-2013 | 15-01-2018 | Herziening | 19-03-2013 PeelrandWijzer 28-03-2013 | W. Engbers2013 |
Het college van burgemeester en wethouders en de burgemeester van Sint Anthonis, ieder voor zover het diens bevoegdheden betreft;
- dat het gewenst is om, in het belang van een doelmatige en spoedige besluitvorming, de uitoefening van bepaalde bevoegdheden en de ondertekening van bepaalde stuk-ken te mandateren aan daartoe aangewezen functionarissen;
- dat een aantal van de bestaande mandaten aan functionarissen niet meer toereikend is dan wel geactualiseerd dient te worden;
- dat een aantal organisatiewijzigingen is doorgevoerd;
gelet op het bepaalde in de Gemeentewet en in de Algemene wet bestuursrecht;
vast te stellen de volgende regels met betrekking tot de verlening van mandaat, volmacht en machtiging aan functionarissen van de gemeente Sint Anthonis:
Paragraaf 1 Mandatering van bevoegdheden
In deze regeling wordt verstaan onder:
- Mandaatgever: het college van burgemeester en wethouders van Sint Anthonis, voor zover het zijn bevoegdheid betreft of de burgemeester van Sint Anthonis, voor zover het zijn bevoegdheid betreft;
- Gemandateerde: functionaris aan wie het mandaat is verleend;
- Mandaat: de bevoegdheid om in naam van de mandaatgever besluiten te nemen, zo-als bedoeld in artikel 1:3 van de Algemene wet bestuursrecht;
- Afdoeningsmandaat: verleent de gemandateerde de gehele bevoegdheid om te be-slissen en af te doen zonder bemoeienis of tussenkomst van het bestuursorgaan, in-clusief ondertekening van het besluit;
- Ondertekeningsmandaat: vorm van mandaat waarbij de gemandateerde het besluit slechts ondertekent, maar waarbij het bestuursorgaan vooraf aan de hand van een ambtelijk advies heeft besloten hoe te handelen.
- Volmacht: de bevoegdheid om privaatrechtelijke rechtshandelingen te verrichten;
- Machtiging: de bevoegdheid om feitelijke rechtshandelingen en proceshandelingen te verrichten die noch een besluit noch een privaatrechtelijke rechtshandeling zijn.
Aan de in het mandaatregister aangegeven functionarissen wordt de bevoegdheid verleend de daarin genoemde taken, met inachtneming van de aangegeven specifieke voorwaarden en beperkingen, in naam van de mandaatgever uit te oefenen, de aangegeven besluiten in naam van de mandaatgever te nemen en deze besluiten tevens in naam van de mandaatgever te ondertekenen.
Indien de uitoefening van de in het mandaatregister opgenomen mandaten het beslissen over de besteding van budgetten met zich meebrengt, maakt dit onderdeel uit van het vermelde mandaat. Dit voor zover daarbij de te nemen besluiten niet zullen leiden tot overschrijding van het betreffende budget zoals opgenomen in de gemeentelijke beleids- en beheersbegroting en voorts met inachtneming van de in het register opgenomen bijzondere bepalingen en van de budgethoudersregeling
Paragraaf 2 Toepassing van het mandaat
Artikel 4 Uitzondering op mandaatverlening
Deze mandaatverlening geldt niet voor de bevoegdheid tot:
a. het vaststellen van algemeen verbindende voorschriften;
Artikel 5 Algemene regels, bijzondere situaties
De gemandateerde zal van zijn bevoegdheid geen gebruik maken en een zaak ter besluitvorming voorleggen aan het college van burgemeester en wethouders respectievelijk de burgemeester, wanneer:
a. voor de uitoefening van de bevoegdheid een budget beschikbaar is gesteld en het budget als gevolg van het besluit zal worden overschreden;
b. (een lid van) het college of de burgemeester kenbaar heeft gemaakt dat het college of de burgemeester de beslissing aan zich wil houden;
c. het besluit belangrijke politieke consequenties heeft of kan hebben;
d. het besluit genomen wordt ondanks andersluidende adviezen van andere afdelingen.
Indien bij een namens burgemeester en wethouders te nemen besluit het beleid van het college is betrokken, legt de (onder)gemandateerde de zaak vooraf voor aan de portefeuillehouder. De portefeuillehouder bepaalt of de kwestie in mandaat kan worden afgedaan of ter besluitvorming aan het college moet worden voorgelegd.
Voor de toepassing van het bepaalde in het vierde en vijfde lid worden besluiten geacht in elk geval beleidsaspecten te bevatten indien:
a) die zouden leiden tot een afwijking of aanvulling van een eerder vastgestelde gedrags- of beleidslijn;
b) die bestuurlijk gevoelig zijn en waarvan kennisneming door de betrokken portefeuillehouder, het college of de burgemeester gewenst is;
c) afdoening daarvan niet voorziene financiële en/of andere belangrijke consequenties kunnen voortvloeien en/of het budget wordt overschreden;
d) dit door of namens de betrokken portefeuillehouder, het college of de burgemeester kenbaar is gemaakt.
Indien een voorgenomen besluit meer dan één organisatieonderdeel aangaat, dient overeenstemming te bestaan over de wijze van afdoening.
Bij het ontbreken van deze overeenstemming legt de gemandateerde de zaak ter besluitvorming voor aan het college van burgemeester en wethouders of aan de burgemeester, inclusief de van elkaar afwijkende standpunten.
Artikel 6 Uitzondering ondertekeningsmandaat
De (onder)gemandateerde mag geen gebruik maken van de bevoegdheid tot ondertekening van besluiten en correspondentie indien:
a. de wens daartoe door of namens het college van burgemeester en wethouders of de burgemeester kenbaar is gemaakt;
b. het correspondentie betreft die is gericht aan de gemeenteraad;
c. het correspondentie betreft waarvan ondertekening door het bestuursorgaan uit een oogpunt van representatie van de gemeente gewenst is;
d. zich na de beslissing nieuwe feiten voordoen of bekend worden als gevolg waarvan het besluit heroverweging verdient of aan het besluit alsnog andere zwaarwegende aspecten verbonden raken.
Artikel 7 Ondertekeningwijze bij afdoeningsmandaat
Een krachtens afdoeningsmandaat genomen besluit alsmede de op de gemandateerde bevoegdheden betrekking hebbende brieven worden op de volgende wijze door de (onder)gemandateerde ondertekend:
Burgemeester en wethouders van Sint Anthonis,
Artikel 8 Ondertekeningwijze bij ondertekeningsmandaat
Indien het een ondertekeningsmandaat betreft moet uit het besluit blijken dat het door het college dan wel door de burgemeester zelf is genomen. De ondertekening is als volgt:
Overeenkomstig het door burgemeester en wethouders genomen besluit d.d.
Overeenkomstig het door de burgemeester genomen besluit d.d.
Sint Anthonis, 19 maart 2013
Burgemeester en wethouders van Sint Anthonis,
de locosecretaris, de burgemeester,
W.M.A. Engbers M.L.P. Sijbers
De burgemeester van Sint Anthonis,
M.L.P. Sijbers
Verlening algemene doorlopende machtiging (vertegenwoordiging in rechte)
In de Algemene wet bestuursrecht is bepaald dat een bestuursorgaan mandaat kan verlenen, tenzij bij wettelijk voorschrift anders is bepaald of de aard van de bevoegdheid zich tegen mandaatverlening verzet. Bij de invulling van het mandaatregister dient dan ook nauwgezet naar de op diverse beleidsterreinen betrekking hebbende wettelijke voorschriften te worden gekeken.
Mandaatverlening is bij uitstek het middel voor een rationele taakverdeling binnen de ambtelijke organisatie. Deze moet daarom passen binnen het organisatiemodel. Overigens doet mandaat en ondermandaat geen afbreuk aan de in de organisatieregeling vastgelegde verantwoordingslijnen.
Paragraaf I Mandatering van bevoegdheden
Mandaatverlening vindt plaats naar functies en niet naar personen. Dit heeft als voordeel dat bij mutaties in de personele bezetting het register niet behoeft te worden gewijzigd alsmede dat de plaatsvervanger bij afwezigheid van de gemandateerde automatisch in zijn plaats treedt.
Ingevolge de Algemene wet bestuursrecht is ondermandaat slechts mogelijk als het hoofdmandaat in die mogelijkheid voorziet, hetgeen thans het geval is.
Op grond van het derde lid kan de mandaatgever de gemandateerde of de ondergemandateerde per geval of in het algemeen instructies geven terzake van de uitoefening van de gemandateerde of de ondergemandateerde bevoegdheid. Hiermee krijgt de mandaatgever een instrument in handen om te voorkomen dat er gebruik wordt gemaakt van een gemandateerde of een ondergemandateerde bevoegdheid door een persoon die daartoe feitelijk (nog) niet capabel voor is.
Paragraaf II Toepassing van het mandaat
Op grond van artikel 10:3, lid 2 van de Algemene wet bestuursrecht mag geen mandaatverdeling plaatsvinden voor:
1. Het vaststellen van algemeen verbindende voorschriften, tenzij bij de verlening van die bevoegdheid in mandaatverlening is voorzien.
2. Het nemen van een besluit ten aanzien waarvan is bepaald dat het met versterkte meerderheid moet worden genomen of waarvan de aard van de voorgeschreven besluitvormingsprocedure zich anderszins tegen mandaatverlening verzet.
3. Het beslissen op een beroepschrift.
4. Het vernietigen van of het onthouden van goedkeuring aan een besluit van een ander bestuursorgaan.
In het onderhavige artikel wordt het vaststellen van algemeen verbindende voorschriften volledig uitgezonderd. Verder sluit het artikel ook het vaststellen van beleidsregels en de beslissing op een bezwaarschrift uit.
Dit artikel bevat een aantal beperkingen op de in het mandaatregister opgesomde gemandateerde taken/bevoegdheden.
In het algemeen geldt dat alle stukken waarbij twijfel kan rijzen welke beslissing het bestuursorgaan zou nemen (“waarbij het beleid van het college c.q. de burgemeester is betrokken”), aan de portefeuillehouder c.q. de burgemeester worden voorgelegd.
Lid 7 geeft een oplossing voor eventuele coördinatieproblemen.
Dit artikel geeft aan wanneer er geen gebruik mag worden gemaakt van de bevoegdheid tot ondertekening van stukken.
Naar buiten wordt aldus kenbaar gemaakt dat het besluit namens het college van burgemeester en wethouders of de burgemeester is genomen (afdoeningsmandaat).
Naar buiten wordt aldus kenbaar gemaakt dat het besluit door het college van burgemeester en wethouders of de burgemeester is genomen en in mandaat is ondertekend (ondertekeningsmandaat).
Paragraaf IV Het mandaatregister
Door dit artikel wordt voldaan aan de verplichting tot het bijhouden van een openbaar en algemeen toegankelijk register waarin alle mandaatverleningen zijn te vinden.
Paragraaf V Slot- en overgangsbepalingen
Dit artikel voorziet in het geval dat de regeling waarop de gemandateerde bevoegdheid is gebaseerd wordt gewijzigd, ingetrokken of komt te vervallen.
Dit artikel bevat een evaluatiebepaling.
Ingevolge de Algemene wet bestuursrecht treedt een besluit niet in werking voordat het bekend is gemaakt. In dit artikel is de bekendmaking geregeld.
Tevens is in dit artikel bepaald dat het eerder genomen mandaatbesluit op bovengenoemd tijdstip komt te vervallen.