Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Mook en Middelaar

Verordening Vertrouwenscommissie benoemingsprocedure burgemeester van de gemeente Mook en Middelaar

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieMook en Middelaar
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingVerordening Vertrouwenscommissie benoemingsprocedure burgemeester van de gemeente Mook en Middelaar
CiteertitelVerordening Vertrouwenscommissie benoemingsprocedure burgemeester van de gemeente Mook en Middelaar
Vastgesteld doorgemeenteraad
Onderwerpbestuur en recht
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Deze regeling is vastgesteld en bekendgemaakt als onderdeel van de ‘Verordening implementatie Wet elektronische bekendmaking’ vastgesteld door de gemeenteraad op 12-09-2013.

De verordening vertrouwenscommissie benoemingsprocedure burgemeester van de gemeente Mook en Middelaar, vastgesteld op 25 april 2002, wordt hierbij ingetrokken.

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

Gemeentewet, art. 61, lid 3

Regelgeving die op deze regeling is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)

Geen.

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

25-09-2013nieuwe regeling

12-09-2013

Maasdriehoek, 24-09-2013

12-09-2013, nr. 7

Tekst van de regeling

Intitulé

Verordening Vertrouwenscommissie benoemingsprocedure burgemeester van de gemeente Mook en Middelaar

De Raad van de gemeente Mook en Middelaar;

Gezien het voorstel van de voorzitters van het presidium van Mook en Middelaar van 7 november 2011;

Gelet op het bepaalde in artikel 61, lid 3 van de Gemeentewet;

Gelet op de circulaire van de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties van 2 november 2005, kenmerk 2005-0000278431, inzake “Procedureregels benoeming burgemeester”, hierna te noemen “de procedureregels”;

B e s l u i t

  • 1.

    Een vertrouwenscommissie in te stellen (hierna te noemen: de commissie) als bedoeld in artikel VI, lid 1 van de procedureregels;

  • 2.

    De navolgende verordening vast te stellen, regelende de taak, samenstelling en werkwijze van de commissie, alsmede de geheimhouding;

  • 3.

    De Commissaris van de Koningin in de provincie Limburg (hierna: de commissaris) van de besluiten onder 1 en 2 in kennis te stellen door toezending ervan.

Taak vertrouwenscommissie
Artikel 1
  • 1.

    De commissie heeft tot taak een door de commissaris aan te reiken selectie van kandidaten te beoordelen.

  • 2.

    De commissie voert daartoe gesprekken met de door de commissaris geselecteerde kandidaten.

  • 3.

    Indien de commissie gesprekken wenst te voeren met eventueel andere op de lijst van sollicitanten voorkomende kandidaten, die hetzij zich eigener beweging tot de commissie hebben gewend, hetzij door de commissie worden uitgenodigd, doet zij daarvan onverwijld mededeling aan de commissaris.

  • 4.

    Indien de commissie besluit een door de commissaris geselecteerde kandidaat niet te ontvangen, worden de commissaris en de kandidaat door haar schriftelijk en met vermelding van redenen van de beslissing op de hoogte gesteld.

  • 5.

    De gesprekken met en de oordeelsvorming over de sollicitanten vinden plaats in aanwezigheid van en door die raadsleden die lid zijn van de commissie.

Artikel 2
  • 1.

    Nadat de commissie haar standpunt over de geschiktheid van de door haar ontvangen kandidaten heeft bepaald, brengt zij schriftelijk en gemotiveerd verslag uit aan de raad en de commissaris.

  • 2.

    De commissie brengt haar in artikel 2, lid 1 bedoeld verslag uit op basis van de door de commissaris verstrekte informatie over de kandidaten en op basis van de informatie ontleend aan het gesprek met de door haar ontvangen kandidaten, zulks na afweging van een en ander.

  • 3.

    De commissie doet het verslag aan de raad vergezeld gaan van een concept aanbeveling van twee kandidaten, die naar haar oordeel voor de benoeming in aanmerking komen. De commissie vermeldt daarbij ten aanzien van iedere kandidaat de motieven, die tot haar oordeel hebben geleid.

  • 4.

    De commissie geeft in haar verslag tevens de beredeneerde volgorde van de kandidaten aan.

Artikel 3
  • 1.

    Het verslag aan de raad en de commissaris, bedoeld in artikel 2, lid 1 en de concept aanbeveling, als bedoeld in artikel 2, lid 3, worden bij meerderheid van stemmen vastgesteld.

  • 2.

    In het verslag aan de raad en de commissaris kunnen leden van de commissie van minderheidsstandpunten blijk geven.

  • 3.

    Bij staking van stemmen over het uit te brengen verslag aan de raad en de commissaris, wordt het nemen van een beslissing uitgesteld tot de volgende vergadering.

  • 4.

    Is uitstel van beslissing niet mogelijk of staken de stemmen ook in die volgende vergadering, dan worden in het verslag de verschillende meningen binnen de commissie ter kennis van de raad en de commissaris gebracht.

  • 5.

    De commissie kan de commissaris vragen in de gelegenheid te worden gesteld de op schrift gestelde opvattingen mondeling toe te lichten.

Geheimhoudingsplicht
Artikel 4
  • 1.

    De leden van de commissie hebben volstrekte geheimhoudingsplicht omtrent hetgeen direct of indirect aan hen als lid van de commissie ter kennis is gekomen.

  • 2.

    De geheimhoudingsplicht van de commissie geldt ook ten opzichte van raadsleden, die geen lid zijn van de commissie of lid van de commissie zijn geweest en tegenover collegeleden.

  • 3.

    Deze geheimhouding geldt zowel vóór en tijdens het bestaan van de commissie als na ontbinding van de commissie.

  • 4.

    De leden 1 tot en met 3 van dit artikel zijn op overeenkomstige wijze van toepassing op de adviseur (artikel 5, lid 4), de griffier en de gemeentesecretaris, die op grond van artikel 6 de commissie ambtelijke bijstand verlenen.

  • 5.

    De geheimhouding brengt ondermeer met zich mee dat, anders dan door tussenkomst van de commissaris, geen inlichtingen (schriftelijk of mondeling) kunnen worden ingewonnen over sollicitanten en dat overleg met derden is uitgesloten.

  • 6.

    De commissaris treft een voorziening met betrekking tot de wijze waarop de privacybepalingen van de sollicitant verder worden beschermd, bijvoorbeeld bij de bepaling van plaats en tijdstip van de gesprekken en bij het voeren van de correspondentie.

Samenstelling vertrouwenscommissie
Artikel 5
  • 1.

    De commissie bestaat uit vijf leden, te benoemen door en uit de gemeenteraad.

  • 2.

    Plaatsvervangende leden worden niet benoemd.

  • 3.

    De commissie kiest uit haar midden een voorzitter en plaatsvervangend voorzitter.

  • 4.

    Een wethouder en de gemeentesecretaris worden door de raad als adviseur aan de commissie toegevoegd. Zij zijn geen lid van de commissie en hebben geen stemrecht.

Artikel 6

De commissie wordt ambtelijk bijgestaan door de raadsgriffier. Hij is geen lid van de commissie en heeft geen stemrecht. De griffier fungeert als secretaris van de commissie.

Werkwijze vertrouwenscommissie
Artikel 7
  • 1.

    De commissie vergadert zo dikwijls als de voorzitter of twee leden dit noodzakelijk achten.

  • 2.

    Van elke vergadering wordt door de voorzitter tenminste 24 uur van te voren aankondiging gedaan aan de leden van de commissie.

Artikel 8
  • 1.

    De voorzitter van de commissie treedt op als contactpersoon naar buiten.

  • 2.

    Alle stukken voor de commissie worden aan zijn adres gericht en vervolgens door hem ter bewaring overhandigd aan de griffier. De griffier bewaart de stukken in een afgesloten ruimte, totdat de uiteindelijke archivering plaatsvindt.

  • 3.

    Alle stukken, die van de commissie uitgaan, worden door de griffier persoonlijk verzonden, zonder tussenkomst van derden. De stukken worden door de griffier in een afgesloten ruimte bewaard, totdat de uiteindelijke archivering plaatsvindt.

Artikel 9

De voorzitter nodigt de kandidaten uit voor een gesprek met de commissie.

Overige bepalingen
Artikel 10
  • 1.

    De commissie wordt geacht te zijn ontbonden met ingang van de dag volgende op die, waarop aan het gemeentebestuur bekend is gemaakt, dat in de vacature is voorzien.

  • 2.

    De voorzitter en de secretaris van de commissie dragen er zorg voor dat op het in het eerste lid bedoelde tijdstip alle archiefbescheiden, die de commissie zelf heeft opgemaakt, op last van burgemeester en wethouders onverwijld in verzegelde envelop en gerubriceerd als “geheim” worden overgebracht naar de krachtens de wet door de raad aangewezen archiefbewaarplaats. Zij dragen er eveneens zorg voor dat uitvoering wordt gegeven aan het bepaalde in de volgende leden van dit artikel.

  • 3.

    Van de in het tweede lid bedoelde overbrenging wordt een verklaring van overbrenging als bedoeld in artikel 9 van het Archiefbesluit 1995 opgemaakt. In deze verklaring wordt melding gemaakt van de met toepassing van artikel 15, lid 1, sub a en c van de Archiefwet 1995 gestelde beperkingen aan de openbaarheid, geldende voor een periode van 75 jaar.

  • 4.

    Originele bescheiden, die de commissie van derden heeft ontvangen, worden onmiddellijk aan dezen teruggezonden.

  • 5.

    Alle overige bescheiden van de commissie en alle kopieën van de in dit artikel bedoelde bescheiden worden onmiddellijk vernietigd.

Artikel 11

In alle gevallen, waarin deze verordening dan wel de procedureregels niet voorzien, beslist de commissie.

Artikel 12
  • 1.

    Deze verordening treedt in werking met de dag na die van haar vaststelling.

  • 2.

    De verordening vertrouwenscommissie benoemingsprocedure burgemeester van de gemeente Mook en Middelaar, vastgesteld op 25 april 2002, wordt ingetrokken.

Aldus vastgesteld in de vergadering van de raad

Van de gemeente Mook en Middelaar van 10 november 2011,

De griffier, De voorzitter,