Organisatie | Mook en Middelaar |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Verordening op de heffing en invordering van forensenbelasting 2013 |
Citeertitel | Verordening Forensenbelasting 2013 |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | financiën en economie |
Eigen onderwerp |
Deze regeling is vastgesteld en bekendgemaakt als onderdeel van de ‘Verordening implementatie Wet elektronische bekendmaking’ vastgesteld door de gemeenteraad op 12-09-2013.
De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2013.
Geen.
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
25-09-2013 | 17-04-2014 | nieuwe regeling | 12-09-2013 Maasdriehoek, 24-09-2013 | 12-09-2013, nr. 7 |
De raad der gemeente Mook en Middelaar;
Gelezen het voorstel van het College van burgemeester en wethouders d.d. 06-11-2012
Gelet op artikel 223 van de gemeente wet;
Gelet op het advies van de raadscommissie d.d. 22-11-2012
Vast te stellen de Verordening op de heffing en invordering van forensenbelasting 2013.
Voor de toepassing van deze verordening wordt verstaan onder woning:
Een gemeubileerde woning als bedoeld in artikel 223 van de Gemeentewet.
Niet belastingplichtig is degene die ter tijdelijke waarneming van een openbare betrekking of ter bijwoning van de vergaderingen van een vertegenwoordigend openbaar lichaam, waarvan hij het lidmaatschap bekleedt, dan wel ingevolge last of bevel van de overheid, buiten de gemeente van zijn hoofdverblijf vertoeft.
De belasting bedraagt bij een waarde in het economisch verkeer van :
Klasse I ( € tot 50.000) = € 130,00
Klasse II ( € 50.001-150.000) = € 242,65
Klasse III (€ 150.001-2500.000) = € 485,30
Klasse IV (€ 250.001-350.000) = € 727,95
Artikel 8 termijnen van betaling
In afwijking van artikel 9, eerste lid, van de Invorderingswet 1990 moeten de aanslagen worden betaald in twee gelijke termijnen, waarvan de eerste vervalt op de laatste dag van de tweede maand volgend op de maand die in de dagtekening van het aanslagbiljet is vermeld en de tweede op de laatste dag van de vierde maand volgende op die welke in de dagte-kening van het aanslagbiljet is vermeld.
In afwijking van het eerste lid geldt, zolang de verschuldigde bedragen door middel van automatische incasso kunnen worden afgeschreven, dat de aanslagen moeten worden betaald in 8 gelijke termijnen. De eerste termijn vervalt op de laatste dag van de maand volgend op de maand die in de dagtekening is vermeld en elk van de volgende termijnen telkens een maand later.