Organisatie | Haarlemmermeer |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Verordening verrekening bestuurlijke boete bij recidive Haarlemmermeer 2013 |
Citeertitel | Verordening verrekening bestuurlijke boete bij recidive Haarlemmermeer 2013 |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | bestuur en recht |
Eigen onderwerp | |
Externe bijlage | Toelichting Verordening verrekening bestuurlijke boete bij recidive Haarlemmermeer 2013 |
Geen
Op grond van artikel 149 van de Gemeentewet, afdeling 3.4 van de Algemene wet bestuursrecht en artikel 8, eerste lid onderdeel i, van de Wet werk en bijstand
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
01-04-2013 | 01-03-2013 | 01-01-2015 | Nieuwe regeling | 05-02-2013 InforMeer 17-04-2013 | 2013.0005048 |
De raad van de gemeente Haarlemmermeer, gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van Haarlemmermeer d.d. gelet op artikel 149 van de gemeentewet, afdeling 3.4 van de Algemene wet bestuursrecht en artikel 8, eerste lid onderdeel i, van de Wet werk en bijstand;
Vast te stellen de Verordening verrekening bestuurlijke boet bij recidiveHaarlemmermeer 2013
Hoofdstuk 2 Bescherming beslagvrije voet bij verrekening wegens recidive
Artikel 3. Verrekenen bij geen of onvoldoende bezit
Indien het bezit van een belanghebbende niet ten minste zesmaal de toepasselijke bijstandsnorm bedraagt, verrekent het college de recidiveboete gedurende één maand zonder inachtneming van de beslagvrije voet. De verrekening geschiedt vanaf het moment van de dagtekening waarop de bestuurlijke boete is opgelegd.
Artikel 4. Verrekenen met inachtneming beslagvrije voet
In afwijking van de artikelen 2 en 3 kan het college de recidiveboete met inachtneming van de beslagvrije voet verrekenen indien:
Artikel 5. Eerder opgelegde bestuurlijke boetes
De artikelen 2, 3 en 4 zijn van overeenkomstige toepassing op de verrekening van de bestuurlijke boete, bedoeld in artikel 18a, eerste lid, van de Wet werk en bijstand, indien en voor zover deze boete nog niet is betaald op het moment van verrekening van de recidiveboete.