Organisatie | Zeewolde |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Toeslagenverordening Wet werk en bijstand gemeente Zeewolde 2013 |
Citeertitel | Toeslagenverordening Wet werk en bijstand gemeente Zeewolde 2013 |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | maatschappelijke zorg en welzijn |
Eigen onderwerp |
Deze regeling vervangt de Toeslagenverordening Wet werk en bijstand en Wet investeren in jongeren gemeente Zeewolde 2010.
Geen.
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
01-10-2013 | nieuwe regeling | 26-09-2013 Zeewolde actueel, 01-10-2013 | R09S014 |
De raad van de gemeente Zeewolde,
gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 13 augustus 2013;
gelet op de artikelen 8, eerste lid, onderdeel c en 30 van de Wet Werk en Bijstand;
gehoord de commissie Onderwijs en Welzijn d.d. 11 september 2013;
de Toeslagenverordening Wet werk en bijstand gemeente Zeewolde 2013 vast te stellen onder gelijktijdige intrekking van de Toeslagenverordening Wet werk en bijstand en Wet investeren in jongeren gemeente Zeewolde 2010.
HOOFDSTUK 1. ALGEMENE BEPALINGEN
De bepalingen van deze verordening hebben uitsluitend betrekking op belanghebbenden van 21 of ouder doch jonger dan de pensioengerechtigde leeftijd. In geval van gehuwden gelden de bepalingen van deze verordening alleen indien beide echtgenoten 21 jaar of ouder doch jonger dan de pensioengerechtigde leeftijd zijn.
HOOFDSTUK 2. TOESLAGEN EN VERLAGINGEN BIJ HET KUNNEN DELEN VAN DE KOSTEN
HOOFDSTUK 3. VERLAGING ALS GEVOLG VAN DE WOONSITUATIE, SCHOOLVERLATER, 21-22 JARIGE LEEFTIJD.
Artikel 6 Verlaging Schoolverlaters
De verlaging als bedoeld in artikel 28 van de WWB bedraagt 20 procent van de gehuwdennorm gedurende zes maanden, gerekend vanaf het tijdstip van beëindiging van de aanspraak op studiefinanciering of tegemoetkoming in de onderwijsbijdrage en de schoolkosten.
Artikel 8 Anti-cumulatiebepaling
De toepassing van de artikelen 3 tot en met 7 geschiedt zodanig, dat de toepasselijke bijstandsnorm voor belanghebbende tenminste bedraagt:
35 procent van de gehuwdennorm voor een alleenstaande,
55 procent van de gehuwdennorm voor een alleenstaande ouder,