Organisatie | Mook en Middelaar |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Verordening op de heffing en invordering van Reinigingsheffing 2013 |
Citeertitel | Verordening reinigingsheffingen 2013 |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | financiën en economie |
Eigen onderwerp | |
Externe bijlage | Tarieventabel |
Deze regeling is vastgesteld en bekendgemaakt als onderdeel van de ‘Verordening implementatie Wet elektronische bekendmaking’ vastgesteld door de gemeenteraad op 12-09-2013.
De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2013.
De "Verordening reinigingsheffingen 2002" van 6 december 2001 laatstelijk gewijzigd bij raadsbesluit van 8 december 2011 wordt hierbij ingetrokken.
Geen.
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
25-09-2013 | 17-04-2014 | nieuwe regeling | 12-09-2013 Maasdriehoek, 24-09-2013 | 12-09-2013, nr. 7 |
De raad der gemeente Mook en Middelaar;
Gelezen het voorstel van het College van burgemeester en wethouders d.d. 6 november 2012gelet op het bepaalde in artikel 226 Gemeentewet
Gelet op het advies van de raadscommissie d.d. 22 november 2012
vast te stellen de Verordening op de heffing en invordering van Reinigingsheffing 2013.
HOOFDSTUK I ALGEMENE BEPALINGEN
Artikel 2 Begripsomschrijvingen
Voor de toepassing van deze verordening wordt verstaan onder:
Perceel: een gebouwde onroerende zaak, of gedeelte ervan, dat blijkens indeling en inrichting bestemd is om als afzonderlijk geheel door een particuliere huishouding te worden gebruikt;
Met perceel worden gelijk gesteld: een stacaravan, een woonboot, een woonwagen en een demontabel zomer- of vakantiehuisje, indien gebruikt door een particuliere huishouding.
HOOFDSTUK II AFVALSTOFFENHEFFING
Artikel 3 Aard van de belasting en belastbaar feit
De afvalstoffenheffing als bedoeld in deze verordening en de daarbij behorende tarieventabel wordt naar afzonderlijke grondslagen geheven ter zake van het feitelijk gebruik van een perceel ten aanzien waarvan krachtens artikel 10.11 van de Wet milieubeheer een verplichting tot het inzamelen van huishoudelijke afvalstoffen geldt.
Artikel 5 Maatstaf van heffing en belastingtarief
Het gewicht per perceel dat behoort tot een groep van percelen wordt, voor wat betreft het door middel van een verzamelcontainer ingezamelde restafval, vervolgens vastgesteld op een, naar het aantal percelen van de betrokken groep van percelen, evenredig gedeelte van het totale gewicht van de betrokken groep van percelen.
De vaststelling van het totaal per belastingtijdvak ingezamelde gewicht van de afvalstoffen van een perceel vindt plaats door een optelling van de gewichten van het wekelijks ingezamelde groente-, fruit- en tuinafval en/of het restafval van dit perceel in het betreffende belastingtijdvak, waarbij dit totaal wordt afgerond op gehele kilo's naar beneden.
De vaststelling van het totaal per belastingtijdvak ingezamelde gewicht van de afvalstoffen van een perceel behorende tot een groep van percelen vindt plaats door een optelling van de, voor dat perceel, op grond van artikel 4.1 vastgestelde gewichten in het betreffende belastingtijdvak, vermeerderd met het voor dat perceel, op grond van artikel 5 vastgestelde gewicht van het wekelijks ingezamelde groente-, fruit- en tuinafval in het betreffende belastingtijdvak, waarbij dit totaal wordt afgerond op gehele kilo's naar beneden.
Indien tijdens een inzamelbeurt door een calamiteit of technische storing aan de wegende inzamelauto, de herkennings-, wegings- of registratieapparatuur of van de middelen waarmee de registratiegegevens van de geledigde containers worden opgeslagen, van een aangeboden container geen of een onjuiste automatische weging, herkenning, registratie of gegevensverwerking plaatsvindt, wordt voor de inzameling van de afvalstoffen per perceel, al dan niet behorende tot een groep van percelen, voor alle betrokken percelen, ongeacht of de bij deze percelen behorende containers worden aangeboden, voor de betreffende inzamelbeurt een forfaitair gewicht vastgesteld overeenkomstig het gestelde in de leden 7 en 8.
Artikel 8 Ontstaan van de belastingschuld en heffing naar tijdsgelang voor de per tijdvak verschuldigde belasting
Indien de belastingplicht in de loop van een belastingtijdvak aanvangt, is de belasting, als bedoeld in hoofdstuk 1, onderdeel 1.1 van de tarieventabel, verschuldigd voor zoveel zesentwintigste gedeelten van de voor dat tijdvak verschuldigde belasting als er in het tijdvak, na aanvang van de belastingplicht, nog zesentwintigste gedeelten van de voor dat tijdvak verschuldigde belasting overblijven.
Indien de belastingplicht in de loop van een belastingtijdvak eindigt, bestaat aanspraak op ontheffing voor zoveel zesentwintigste gedeelten van de voor dat tijdvak verschuldigde belasting van de voor een volledig belastingtijdvak verschuldigde belasting als bedoeld in hoofdstuk 1, onderdeel 1.1 van de tarieventabel, als er in dat belastingtijdvak, na beëindiging van de belastingplicht, nog zesentwintigste gedeelten van de voor dat tijdvak verschuldigde belasting overblijven, tenzij het bedrag van de ontheffing minder bedraagt dan € 5,--.
Artikel 8a Lokale lastenvermindering.
Indien het op voet van artikel 255 van de Gemeentewet kwijt te schelden bedrag lager is dan het bedrag dat zou zijn kwijtgescholden indien de vermindering van het tarief op grond van de lokale lastenverlichting niet was toegepast, wordt het verschil tussen die bedragen door de in artikel 231, tweede lid, onderdeel c van de Gemeentewet bedoelde gemeenteambtenaar bij een voor administratief beroep bij het college van burgemeester en wethouders vatbare beschikking vastgesteld en uitbetaald aan degene die om kwijtschelding verzoekt.
Artikel 9 Ontstaan van de belastingschuld voor de overige belasting.
De belasting als bedoeld in hoofdstuk 2 van de tarieventabel is verschuldigd bij de aanvang van de dienstverlening
Artikel 10 Termijn van betaling
In afwijking van het eerste lid geldt, zolang de verschuldigde bedragen door middel van automatische incasso kunnen worden afgeschreven, dat de aanslagen moeten worden betaald in 2 gelijke termijnen. De eerste termijn vervalt op de laatste dag van de maand volgend op de maand die in de dagtekening is vermeld en de volgende termijn een maand later.
HOOFDSTUK III REINIGINGSRECHTEN
De rechten worden geheven van degene op wiens aanvraag dan wel ten behoeve van wie de dienst wordt verricht of van degene die van de bezittingen, werken of inrichtingen gebruik maakt.
Artikel 13 Maatstaf van heffing en belastingtarief
De vaststelling van het totaal per belastingtijdvak ingezamelde gewicht van het bedrijfsafval van een bedrijfspand vindt plaats door een optelling van de gewichten van het wekelijks ingezamelde bedrijfsafval van dit bedrijfspand in het betreffende belastingtijdvak, waarbij dit totaal wordt afgerond op gehele kilo's naar beneden.
Indien tijdens een inzamelbeurt door een calamiteit of door technische storing aan de wegende inzamelauto, de herkennings-, wegings- of registratieapparatuur of van de middelen waarmee de registratiegegevens van de geledigde containers worden opgeslagen, van een aangeboden container geen of een onjuiste automatische weging, herkenning, registratie of gegevensverwerking plaatsvindt, wordt voor de inzameling van het bedrijfsafval voor alle betrokken bedrijfspanden, ongeacht of de bij deze bedrijfspanden behorende containers worden aangeboden, voor de betreffende inzamelbeurt een forfaitair gewicht per bedrijfspand vastgesteld overeenkomstig het gestelde in de leden 7 en 8.
Artikel 16 Ontstaan van de belastingschuld en de heffing naar tijdsgelang
Indien de belastingplicht in de loop van een belastingtijdvak aanvangt, zijn de rechten, als bedoeld in hoofdstuk 3, onderdeel 3.1 van de tarieventabel, verschuldigd voor zoveel kalenderweken als er in het tijdvak, na aanvang van de belastingplicht, nog zesentwintigste gedeelten van de voor dat tijdvak verschuldigde belasting overblijven.
Indien de belastingplicht in de loop van een belastingtijdvak eindigt, bestaat aanspraak op ontheffing voor zoveel zesentwintigste gedeelten van de voor dat tijdvak verschuldigde belasting van de voor een volledig belastingtijdvak verschuldigde belasting als bedoeld in hoofdstuk 3, onderdeel 3.1 van de tarieventabel, als er in dat belastingtijdvak, na beëindiging van de belastingplicht, nog zesentwintigste gedeelten van de voor dat tijdvak verschuldigde belasting overblijven, tenzij het bedrag van de ontheffing minder bedraagt dan € 5,00.
Artikel 17 Termijn van betaling
In afwijking van het eerste lid geldt, zolang de verschuldigde bedragen door middel van automatische incasso kunnen worden afgeschreven, dat de aanslagen moeten worden betaald in 2 gelijke termijnen. De eerste termijn vervalt op de laatste dag van de maand volgend op de maand die in de dagtekening is vermeld en de volgende termijn een maand later.
HOOFDSTUK IV AANVULLENDE BEPALINGEN
Artikel 18 Nadere regels door het college van burgemeester en wethouders
Het college van burgemeester en wethouders kan nadere regels geven met betrekking tot de heffing en de invordering van afvalstoffenheffing en reinigingsrechten.
Artikel 19 Inwerkingtreding en citeertitel
De "Verordening reinigingsheffingen 2002" van 6 december 2001 laatstelijk gewijzigd bij raadsbesluit van 8 december 2011 wordt ingetrokken met ingang van de in het derde lid genoemde datum van ingang van de heffing, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.