Organisatie | Weert |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Verordening langdurigheidstoeslag Weert 2012 |
Citeertitel | Verordening langdurigheidstoeslag Weert 2012 |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | maatschappelijke zorg en welzijn |
Eigen onderwerp | Maatschappelijke zorg |
Deze verordening is vervangen door de Verordening individuele inkomenstoeslag gemeente Weert 2015.
Wet werk en bijstand, art. 8, lid 1
Beleidsregels langdurigheidstoeslag Weert 2012
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
01-01-2015 | 01-01-2015 | intrekking | 22-12-2014 | RAD-001039 | |
11-07-2013 | 01-01-2012 | 01-01-2015 | Nieuwe regeling | 26-06-2013 | RAD-000806 |
Hoofdstuk II - Recht op langdurigheidstoeslag
Onder inkomen als bedoeld in lid 1 wordt verstaan het inkomen exclusief vakantietoeslag, verhoogd met het percentage als bedoeld in artikel 19 lid 3 van de wet. Bij een inkomen waarover geen vakantiegeld wordt ontvangen of wordt gereserveerd wordt geen verhoging toegepast met het percentage als bedoeld in artikel 19 lid 3 van de wet.
Van een situatie bedoeld in lid 2 is in ieder geval sprake indien aan de aanvrager als uitkeringsgerechtigde in verband met het niet of onvoldoende nakomen van de plicht tot arbeidsinschakeling een maatregel is opgelegd in de referteperiode op grond van de wetten genoemd onder artikel 1 onder l van de Wet structuur uitvoeringsorganisatie werk en inkomen.
Indien het aanvraag van gehuwden betreft, dienen beide gehuwden te voldoen aan de voorwaarden gesteld in deze verordening. Indien één van de gehuwden niet voldoet aan één of meerdere voorwaarden om in aanmerking te komen voor langdurigheidstoeslag bestaat er voor de gehuwden geen recht op langdurigheidstoeslag.
Hoofdstuk III - Aanvragen en verstrekken
Artikel 6 - Wijze van aanvragen
De aanvraag wordt schriftelijk gedaan, doch kan, indien dit naar het oordeel van het College doelmatiger is, ook ambtshalve worden opgemaakt. Het College heeft tevens de bevoegdheid om de instemming van de aanvrager(s) met de aanvraag te verkrijgen door middel van het principe van de negatieve optie.
Aldus vastgesteld in de openbare raadsvergadering van 18 april 2012 en laatst gewijzigd in de openbare raadsvergadering van op 26 juni 2013,
De griffier,
De voorzitter,
Decentralisatie langdurigheidstoeslag
Vanaf 1 januari 2009 is de langdurigheidstoeslag gedecentraliseerd naar gemeenten.
Voor 2009 vond de langdurigheidstoeslag uitsluitend zijn grondslag in de WWB[1] zelf. Daarin werd nauw omschreven in welke gevallen en onder welke voorwaarden mensen met een laag inkomen in aanmerking komen voor de toeslag. De gedachte achter de toeslag is, dat mensen die langdurig een inkomen op het sociaal minimum hebben, geen financiële ruimte hebben om te reserveren voor onverwachte uitgaven.
In de WWB[2] is de basis voor de langdurigheidstoeslag opgenomen: "Het college verleent op aanvraag een langdurigheidstoeslag aan een persoon van 21 jaar of ouder doch jonger dan de pensioengerechtigde leeftijd, die langdurig een laag inkomen en geen in aanmerking te nemen vermogen als bedoeld in artikel 34 heeft en geen uitzicht heeft op inkomensverbetering."
In de WWB is bepaald[3] dat de gemeenteraad een verordening moet vaststellen. De regels in de verordening moeten in ieder geval betrekking moet hebben op de hoogte van de langdurigheidstoeslag en de wijze waarop invulling wordt gegeven aan de begrippen langdurig en laag inkomen.
De gedecentraliseerde langdurigheidstoeslag geeft gemeenten in beginsel niet de mogelijkheid om werkenden met een laag inkomen uit te sluiten van het recht op langdurigheidstoeslag. Wel is het mogelijk door middel van beleidsregels dat het College nadere regels stelt ten aanzien van het invullen van de zinsnede 'geen uitzicht heeft op inkomensverbetering'.
Uit de parlementaire stukken[4] blijkt dat studenten geen recht hebben op een langdurigheidstoeslag. Omdat dit niet expliciet tot uiting komt in de WWB is ervoor gekozen om in de verordening de uitsluiting van het recht op langdurigheidstoeslag voor studenten expliciet op te nemen.
In dit artikel worden de voorwaarden nader uitgewerkt. In het eerste lid zijn de voorwaarden langdurig laag inkomen geregeld. Hierbij wordt teruggegrepen op de gedefinieerde referteperiode[5]. Overigens zal wel, op basis van constante jurisprudentie[6] een marginale overschrijding van de inkomensgrens genegeerd moeten worden.
In lid 1 worden studenten expliciet uitgesloten van de langdurigheidstoeslag. De overweging hierachter is dat bij studenten, die zich met hun studie voorbereiden op de beroepspraktijk op hoger niveau, geen sprake is van een gebrek aan arbeidsmarktperspectief.
Aangezien de langdurigheidstoeslag onderdeel uitmaakt van bijzondere bijstand gelden de uitsluitingsbepalingen[7] van de WWB ook voor de langdurigheidstoeslag. Om onduidelijkheden in de uitvoering te voorkomen wordt in lid 2 duidelijk aangegeven dat de uitsluitingsgrond zich moet hebben voorgedaan in de referteperiode.
In onderdeel 3 en 4 wordt bepaald dat indien in de referteperiode een sociale uitkering verlaagd is vanwege het belemmeren van de arbeidsplicht, er geen recht op de toeslag bestaat. Deze bepaling geldt, door de verwijzing naar de Wet SUWI[8] ook voor maatregelen die bijvoorbeeld in het kader van de WW zijn opgelegd. Om schrijnende gevallen te ontzien is in lid 5 de mogelijkheid gecreëerd om af te wijken van deze algemene regel.
Dit artikel borgt dat de huidige werkwijze bij de beoordeling van het recht op langdurigheidstoeslag bij echtparen ongewijzigd blijft. Wel wordt de mogelijkheid gecreëerd om af te wijken van deze algemene bepaling.
Met dit artikel wordt beoogd de regeling zo efficiënt en klantvriendelijk mogelijk uit te voeren. Ten principale is wel verwerkt dat de rechthebbenden de mogelijkheid hebben om de door middel van een negatieve optie aan te bieden langdurigheidstoeslag te weigeren. Onder negatieve optie wordt verstaan dat de wilsuiting tot het doen van een aanvraag wordt verkregen door niet te reageren op een brief waarin het voornemen tot het opmaken van een ambtshalve aanvraag voor langdurigheidstoeslag aan de belanghebbende(n) kenbaar wordt gemaakt.
Gelet op het doel van de langdurigheidstoeslag wordt de rechthebbende(n) de kans geboden om de langdurigheidstoeslag gedurende een periode van maximaal 1 jaar te reserveren. Op die manier kan een belanghebbende, wanneer hij van zichzelf weet dat hij moeite heeft om te reserveren, voortdurend de beschikking hebben over een bedrag voor duurzame gebruiksgoederen.
In dit artikel wordt de hoogte van de toeslag geregeld. Gelet op het doel van de langdurigheidstoeslag wordt ervoor gekozen om voor echtparen en alleenstaande ouders hetzelfde bedrag te hanteren. Dit omdat verondersteld mag worden dat er zwaardere eisen gesteld moeten worden aan veel huishoudelijke apparatuur voor meerpersoonshuishoudens dan bij eenpersoonshuishoudens.
In dit artikel wordt geregeld dat het College de bevoegdheid heeft om het vaststellen van, met name de wat meer gedetailleerde en op uitvoering gerichte, regels en richtlijnen te mandateren aan het afdelingshoofd Werk, Inkomen en Zorgverlening.
Voor de uniformering vindt de indexering jaarlijks op dezelfde wijze plaats als bij het sociaal cultureel fonds. Gelet op het feit dat de langdurigheidstoeslag bedoeld is voor de aanschaf- en vervangingskosten van duurzame gebruiksgoederen is het reëel om voor de indexering aan te sluiten bij de consumentenprijsindex.
Deze artikelen behoeven geen toelichting.
[1] artikel 36 WWB
[2] artikel 36, eerste lid WWB
[3] artikel 8 WWB
[4] de tweede nota van wijziging (TK 31 559) van het wetsvoorstel Intrekking van de Invoeringswet Wet werk en bijstand
[5] artikel 1 lid 2 onder g van de verordening
[6] CRvB 19-08-2008, nrs. 06/1163 WWB e.a.
[7] artikel 13 lid 1 WWB
[8] artikel 1 onder l van de Wet SUWI