Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Mook en Middelaar

Verordening Burgerparticipatie Wmo gemeente Mook en Middelaar 2007

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieMook en Middelaar
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingVerordening Burgerparticipatie Wmo gemeente Mook en Middelaar 2007
CiteertitelVerordening Burgerparticipatie Wmo gemeente Mook en Middelaar 2007
Vastgesteld doorgemeenteraad
Onderwerpmaatschappelijke zorg en welzijn
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Deze regeling is vastgesteld en bekendgemaakt als onderdeel van de ‘Verordening implementatie Wet elektronische bekendmaking’ vastgesteld door de gemeenteraad op 12-09-2013.

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

  1. Wet maatschappelijke ondersteuning, art. 12
  2. Gemeentewet

Regelgeving die op deze regeling is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)

Geen.

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

25-09-201301-01-2016nieuwe regeling

12-09-2013

Maasdriehoek, 24-09-2013

12-09-2013, nr. 7

Tekst van de regeling

Intitulé

Verordening Burgerparticipatie Wmo gemeente Mook en Middelaar 2007

De raad van de gemeente Mook en Middelaar,

gezien het voorstel van burgemeester en wethouders van 3 april 2007;

gelet op art. 12 Wet maatschappelijke ondersteuning en de bepalingen uit de gemeentewet;

besluit:

vast te stellen de “Verordening Burgerparticipatie Wmo gemeente Mook en Middelaar 2007”.

Hoofdstuk 1. Algemeen

Artikel 1: definities

  • a.

    gemeente: de gemeente Mook en Middelaar;

  • b.

    raad: de gemeenteraad van de gemeente Mook en Middelaar;

  • c.

    college: het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Mook en Middelaar;

  • d.

    wethouder: de portefeuillehouder Welzijn en Wmo;

  • e.

    Wmo: Wet maatschappelijke ondersteuning;

  • f.

    Wmo-raad: het uit vertegenwoordigers van organisaties en individuele burgers bestaande orgaan;

  • g.

    aanbiedersoverleg: het uit vertegenwoordigers van aanbieders van voorzieningen bestaande orgaan;

  • h.

    Klankbordgroep Wmo: het gezamenlijk overleg van Wmo-raad en aanbiedersoverleg;

  • i.

    adviseren: het uitbrengen van een advies;

  • j.

    beleidsfases: inventarisatie, visievorming, beleidsvoorbereiding, ontwerpen beleidsplan, vaststellen verordeningen, beleidsuitvoering, evaluatie;

  • k.

    contactambtenaar: de beleidsmedewerker, die deskundig is op het gebied van de Wet maatschappelijke ondersteuning en als aanspreekpunt fungeert voor de Wmo-raad;

  • l.

    ambtelijk secretaris: de ambtenaar die de administratieve ondersteuning biedt aan de Wmo-raad;

  • m.

    voorzitter: de voorzitter van de Wmo-raad, die geen binding heeft met de belangenbehartigers;

  • n.

    reguliere vergadering: het overleg tussen de leden van de Wmo-raad onder leiding van de onafhankelijk voorzitter;

  • o.

    periodiek overleg:

    • ·

      het officiële beraad tussen wethouder en Wmo-raad;

    • ·

      het overleg tussen de Klankbordgroep, de wethouder en de contactambtenaar onder leiding van de wethouder;

    • ·

      het overleg tussen zorgaanbieders, wethouder en contactambtenaar onder leiding van de wethouder;

  • p.

    structureel overleg: het overleg tussen contactambtenaar en Wmo-raad;

Artikel 2: reikwijdte van de verordening

Deze verordening is van toepassing op de organisatie van burgerparticipatie in het kader van de Wmo. Daartoe worden drie overlegstructuren opgezet:

  • 1.

    de Wmo-raad;

  • 2.

    het aanbiedersoverleg, en

  • 3.

    de Klankbordgroep Wmo.

Hoofdstuk 2. De Wmo-raad

Artikel 3: opdracht Wmo-raad

  • 1.

    De Wmo-raad heeft als taak het college gevraagd en ongevraagd te informeren en te adviseren, alsmede ontwikkelingen te signaleren over alle zaken die van belang zijn voor vragers, zoals beschreven in de Wet maatschappelijke ondersteuning.

  • 2.

    Het advies zoals bedoeld in het eerste lid wordt door het college schriftelijk meegedeeld aan de raad.

Artikel 4: doelstelling van de Wmo-raad

De doelstelling van de Wmo-raad is om de burgerparticipatie zoals omschreven in artikel 12 Wmo zo goed mogelijk in te vullen en zo integraal mogelijk vorm te geven.

Artikel 5: bevoegdheden van de Wmo-raad

  • 1.

    initiatiefrecht:

    • a.

      De Wmo-raad heeft de bevoegdheid alle aangelegenheden die de uitvoering van de Wmo door de gemeente raken in het periodiek overleg met de wethouder en de contactambtenaar aan de orde te stellen.

    • b.

      De Wmo-raad stelt jaarlijks in overleg met het college, op basis van de gemeentelijke jaarplanning met betrekking tot de Wmo-besluitvorming, een activiteitenplan en een begroting op.

    • c.

      De Wmo-raad heeft de bevoegdheid om voor een goede invulling van zijn taakstelling in voorkomende gevallen binnen een door de gemeente beschikbaar gesteld budget, gebruik te maken van in- en externe deskundigheid.

  • 2.

    informatierecht:

    • a.

      De Wmo-raad wordt door het college geïnformeerd over de resultaten van klanttevredenheidsonderzoeken, enquêtes en klachtenrapportages.

    • b.

      De Wmo-raad krijgt van het college uit eigen beweging en op verzoek tijdig alle informatie die hij voor de uitoefening van zijn taken, zoals in deze verordening omschreven, nodig heeft, tenzij enig wettelijk voorschrift de verstrekking daarvan in de weg staat. Zonodig zullen deskundige ambtenaren mondelinge toelichting geven over lopend beleid, de invloed van (nieuw) rijksbeleid of over ideeën en plannen van college en/of gemeenteraad op het Wmo- en Wwb- beleidsterrein.

  • 3.

    adviesrecht:

    • a.

      De Wmo-raad heeft adviesrecht in de beleidsfases visievorming, beleidsvoorbereiding, ontwerpen beleidsplan, vaststellen verordeningen en beleidsuitvoering, waarbij in de fase beleidsvoorbereiding waar mogelijk coproductie zal plaatsvinden binnen door het college vastgestelde taakstellende kaders.

    • b.

      Het college stelt de Wmo-raad op een zodanig tijdstip in de gelegenheid advies uit te brengen dat er een daadwerkelijke invloed mogelijk is op de besluitvorming. De gemeente geeft van tevoren de financiële, juridische en beleidsmatige kaders aan. Indien de gemeente om advies vraagt, wordt het advies binnen zes weken schriftelijk uitgebracht.

    • c.

      Het college geeft binnen zes weken een schriftelijke reactie op een uitgebracht advies; zij kan alleen beargumenteerd afwijken van dit advies.

Artikel 6: samenstelling Wmo-raad

  • 1.

    De Wmo-raad bestaat uit:

    • a.

      de gezamenlijke (plaatsvervangende) vertegenwoordigers van representatieve organisaties van de kant van vragers op het gebied van maatschappelijke ondersteuning. Deze organisaties dragen ieder hun eigen vertegenwoordiger en plaatsvervangende vertegenwoordiger voor, die echter handelen zonder last of ruggespraak.

    • b.

      individuele burgers, die niet zijn gebonden aan een organisatie als bedoeld in voorgaand lid;

  • 2.

    De in het eerste lid genoemde organisaties en individuele burgers dekken zoveel mogelijk de negen prestatievelden van de Wmo, namelijk:

    • a.

      het bevorderen van sociale samenhang en leefbaarheid in dorpen, wijken en buurten;

    • b.

      op preventie gerichte ondersteuning van jeugdigen met problemen in het opgroeien en ondersteuning van ouders met problemen bij het opvoeden;

    • c.

      het geven van informatie, advies en cliëntondersteuning;

    • d.

      het ondersteunen van mantelzorgers en vrijwilligers;

    • e.

      het bevorderen van de deelname aan het maatschappelijk verkeer en het bevorderen van het zelfstandig functioneren van mensen met een beperking of een chronisch psychisch probleem of een psychosociaal probleem;

    • f.

      het verlenen van voorzieningen aan mensen met een beperking of een chronisch psychisch probleem of een psychosociaal probleem ten behoeve van het behoud van hun zelfstandig functioneren of hun deelname aan het maatschappelijk verkeer;

    • g.

      het bieden van maatschappelijke opvang, waaronder vrouwenopvang;

    • h.

      het bevorderen van de openbare geestelijke gezondheidszorg (OGGZ);

    • i.

      het bevorderen van het verslavingsbeleid;

  • 3.

    De Wmo-raad is op zodanige wijze samengesteld dat minmaal 7 en maximaal 9 leden, exclusief de voorzitter, zitting nemen in deze raad.

  • 4.

    De vertegenwoordigers dragen zorg voor de communicatie met de eigen achterban en andere achterbannen uit desbetreffend prestatieveld. In de Wmo-raad worden dienaangaande nadere afspraken gemaakt.

  • 5.

    De leden hebben niet namens een politieke partij zitting in de gemeenteraad of een raadscommissie in Mook en Middelaar. Zij bekleden beroepsmatig ook geen functie bij een organisatie, die direct belang heeft bij de dienstverlening aan de doelgroepen van de Wmo.

  • 6.

    De leden van de Wmo-raad kiezen uit hun midden een secretaris en een penningmeester en kunnen voor ieder van hen een plaatsvervanger aanwijzen. De functies van secretaris en penningmeester kunnen door één persoon worden uitgeoefend.

  • 7.

    De Wmo-raad wordt ondersteund door een ambtelijk secretaris.

Artikel 7: voordracht, benoemingen en zittingsduur

  • 1.

    Het college benoemt op voordracht van de Wmo-raad een voorzitter, die geen binding heeft met een van de betrokken organisaties of de gemeente.

  • 2.

    De voorzitter en de (plaatsvervangende) vertegenwoordigers worden door het college benoemd voor een periode van vier jaar. Benoemingen kunnen één keer met eenzelfde periode worden verlengd.

  • 3.

    Zittende leden en voorzitter blijven tot in hun opvolging is voorzien.

  • 4.

    De vertegenwoordigde organisatie heeft het recht om zijn door het college als lid benoemde vertegenwoordiger tussentijds gemotiveerd te vervangen.

  • 5.

    De leden zijn verplicht tot het bijwonen van de bijeenkomsten ter voorbereiding van een gevraagd advies. Als een zittend lid op jaarbasis meer dan de helft van het aantal bijeenkomsten verzuimt, wordt door de vertegenwoordigde organisatie een nieuw lid voorgedragen. Wanneer een zittend lid om geldige redenen langdurig moet verzuimen kan de vertegenwoordigde organisatie een plaatsvervangend lid voordragen.

  • 6.

    Alle benoemde personen ontvangen binnen veertien dagen een schriftelijke bevestiging van het college.

Artikel 8: reguliere vergadering

  • 1.

    De Wmo-raad vergadert tenminste zes maal per jaar.

  • 2.

    De voorzitter stelt in overleg met de secretaris en de contactambtenaar de agenda samen voor de vergadering. Ieder lid heeft het recht om via de secretaris onderwerpen aan te reiken. De definitieve agenda wordt bij aanvang van de bijeenkomst vastgesteld.

  • 3.

    De voorzitter bepaalt in overleg met de contactambtenaar tijd en plaats van de vergadering.

  • 4.

    Op verzoek van tenminste twee leden van de Wmo-raad of op verzoek van de gemeente worden, naast de reguliere bijeenkomsten, extra zittingen belegd. Aan dit verzoek wordt binnen vier weken voldaan, nadat het verzoek daartoe door de voorzitter is ontvangen.

  • 5.

    De secretaris roept de vergadering bijeen door middel van een schriftelijke kennisgeving en draagt er zorg voor dat deze kennisgeving, vergezeld van de agenda en de vergaderstukken, tenminste tien werkdagen van tevoren in het bezit is van alle betrokkenen.

  • 6.

    De secretaris draagt zorg voor de uitwerking van het advies.

  • 7.

    Van de vergadering wordt een verslag gemaakt dat binnen twee weken aan de leden wordt verzonden, alsmede aan het college en de gemeenteraad.

Artikel 9: periodiek overleg met de wethouder en structureel overleg met deContactambtenaar

  • 1.

    De Wmo-raad overlegt structureel, minimaal twee keer per jaar met de wethouder en de contactambtenaar in dienshoedanigheid van adviseur. Bij een extra vergadering is het ter beoordeling van de Wmo-raad of de contactambtenaar hierbij aanwezig dient te zijn.

  • 2.

    De Wmo-raad overlegt minstens vier keer per jaar met de contactambtenaar.

  • 3.

    De voorzitter stelt in overleg met de secretaris en de contactambtenaar de agenda samen voor het periodiek overleg met de wethouder en zit het overleg voor. Ieder lid heeft het recht om via de secretaris onderwerpen aan te reiken. De definitieve agenda wordt bij aanvang van de bijeenkomst vastgesteld.

  • 4.

    De voorzitter bepaalt in overleg met de contactambtenaar tijd en plaats van het periodiek overleg.

  • 5.

    De contactambtenaar roept het overleg bijeen door middel van een schriftelijke kennisgeving en draagt er zorg voor dat deze kennisgeving, vergezeld van de agenda en de vergaderstukken, tenminste tien werkdagen van tevoren in het bezit is van alle betrokkenen.

  • 6.

    Van het periodiek en structureel overleg wordt een verslag gemaakt dat binnen twee weken aan de leden wordt verzonden.

Artikel 10: jaarverslag

Jaarlijks vóór 1 april maakt de Wmo-raad een verslag van de werkzaamheden over het afgelopen jaar. Dit verslag wordt, door tussenkomst van het college, ter kennis gebracht van de raad.

Artikel 11: evaluatie

  • 1.

    De Wmo-raad evalueert jaarlijks tezamen met het college en de raad het functioneren van het periodiek overleg. Indien er op basis van deze evaluatieronde reden is de verordening aan te passen dan wordt hiertoe door het college een verzoek ingediend bij de gemeenteraad.

  • 2.

    De Wmo-raad kan naar aanleiding van een evaluatie het college gemotiveerd verzoeken de onafhankelijk voorzitter te vervangen, met dien verstande dat een besluit daartoe de instemming behoeft van twee derde deel van de leden van de Wmo-raad.

Artikel 12: huishoudelijk reglement

Ten dienste van zijn functioneren stelt de Wmo-raad een huishoudelijk reglement op, waarin in ieder geval de communicatie met de achterban wordt geregeld.

 

Artikel 13: vergoedingen

  • 1.

    De gemeente draagt zorg voor een budget ten behoeve van de Wmo-raad, waaronder voor de kosten die samenhangen met:

    • ·

      het maken van een jaarverslag;

    • ·

      deskundigheidsbevordering van de leden van de Wmo-raad;

    • ·

      vergoedingen voor externe adviseurs.

  • 2.

    De Wmo-raad beslist over de besteding van het in het vorige lid bedoelde budget.

  • 3.

    De leden van de Wmo-raad hebben, naast genoemd budget, recht op de volgende vergoedingen:

    • ·

      Reis- en verblijfkosten, gemaakt in verband met reizen buiten het grondgebied van de gemeente;

    • ·

      Commissievergoeding;

    • ·

      Vergoeding van de in voorgaande leden genoemde kosten vindt plaats conform de “Verordening geldelijke voorzieningen raads- en commissieleden gemeente Mook en Middelaar”.

Hoofdstuk 3. Het aanbiedersoverleg

Artikel 14: opdracht aanbiedersoverleg

  • 1.

    Het aanbiedersoverleg heeft als taak het college gevraagd en ongevraagd te informeren en te adviseren, alsmede ontwikkelingen te signaleren over alle zaken die van belang zijn voor de uitvoering van de Wet maatschappelijke ondersteuning.

  • 2.

    Het advies zoals bedoeld in het eerste lid wordt door het college schriftelijk meegedeeld aan de raad.

  • 3.

    In het geval het college in een voorstel aan de raad afwijken van eerdergenoemd advies, wordt dit bij het voorstel vermeld, waarbij tevens is aangegeven op welke gronden van het advies werd afgeweken.

  • 4.

    Het aanbiedersoverleg vergadert tenminste tweemaal per jaar.

Artikel 15: bevoegdheden van het aanbiedersoverleg

Het aanbiedersoverleg heeft initiatiefrecht, informatierecht en adviesrecht.

 

Artikel 16: samenstelling aanbiedersoverleg

  • 1.

    Het aanbiedersoverleg bestaat uit (plaatsvervangende) vertegenwoordigers van representatieve organisaties van de kant van aanbieders op het gebied van maatschappelijke ondersteuning. Deze organisaties dragen ieder hun eigen vertegenwoordiger en plaatsvervangende vertegenwoordiger voor.

  • 2.

    De in het eerste lid genoemde organisaties dekken zoveel mogelijk de negen prestatievelden van de Wmo, zoals benoemd in artikel 6 lid 2 van deze verordening.

  • 4.

    De vertegenwoordigers dragen zorg voor de communicatie met de eigen achterban en andere achterbannen uit desbetreffend prestatieveld. In de Wmo-raad worden dienaangaande nadere afspraken gemaakt.

  • 5.

    De wethouder fungeert als voorzitter van het aanbiedersoverleg, terwijl de contactambtenaar als secretaris optreedt.

Hoofdstuk 4. De Klankbordgroep

Artikel 17: opdracht Klankbordgroep

  • 1.

    De Klankbordgroep heeft als taak het college gevraagd en ongevraagd te informeren en te adviseren, alsmede ontwikkelingen te signaleren over alle zaken die van belang zijn voor de uitvoering van de Wet maatschappelijke ondersteuning.

  • 2.

    Het advies zoals bedoeld in het eerste lid wordt door het college schriftelijk meegedeeld aan de raad.

  • 3.

    In het geval het college in een voorstel aan de raad afwijken van eerdergenoemd advies, wordt dit bij het voorstel vermeld, waarbij tevens is aangegeven op welke gronden van het advies werd afgeweken.

  • 4.

    De Klankbordgroep vergadert tenminste tweemaal per jaar.

Artikel 18: bevoegdheden van het aanbiedersoverleg

De Klankbordgroep heeft initiatiefrecht, informatierecht en adviesrecht.

 

Artikel 19: samenstelling Klankbordgroep

  • 1.

    De Klankbordgroep bestaat uit de leden van de Wmo-raad en van het aanbiedersoverleg.

  • 2.

    De wethouder fungeert als voorzitter van de Klankbordgroep, terwijl de contactambtenaar als secretaris optreedt.

Hoofdstuk 5: Algemeen

 

Artikel 20: vergadering
  • 1.

    Het college draagt er zorg voor dat de vergaderingen in de vorm van gratis vergaderaccommodatie, inclusief vergaderfaciliteiten en koffie en thee, worden ondersteund.

  • 2.

    Het college stelt ten behoeve van de verslaglegging van de vergaderingen ambtelijke ondersteuning ter beschikking.

Artikel 21: openbaarheid

  • 1.

    De vergaderingen en de adviezen van de Wmo-raad, aanbiedersoverleg en Klankbordgroep zijn openbaar.

  • 2.

    Ingeval in de vergadering wordt beraadslaagd over vertrouwelijke stukken beslist de voorzitter of dit geschiedt zonder publiek.

Artikel 22: geheimhouding

Aan de leden wordt geen geheimhouding opgelegd ten aanzien van door de gemeente verstrekte informatie. Wel dienen de leden zich, afhankelijk van het onderwerp, te houden aan een van tevoren afgesproken embargo periode.

Artikel 23: geschillen betreffende deze verordening

Over geschillen voortkomend uit de toepassing van deze verordening beslist het college, gehoord de Wmo-raad.

Artikel 24: communicatie

Het college biedt de mogelijkheid om informatie vanuit de verschillende vergaderingen bekend te maken via de gemeentepagina in een huis-aan-huisblad en de gemeentelijke internetsite.

Artikel 25: geschillen

In gevallen waarin deze verordening niet voorziet, beslist het college na overleg met de respectievelijk Wmo-raad, aanbiedersoverleg en Klankbordgroep Wmo.

Artikel 26: citeertitel

De verordening wordt aangehaald als: ‘Verordening Burgerparticipatie Wmo gemeente Mook en Middelaar 2007’

Artikel 27: inwerkingtreding van de verordening

Deze verordening treedt in werking met ingang van 1 juli 2007.

Aldus besloten in zijn openbare vergadering van 10 mei 2007

De raad voornoemd,

De griffier De voorzitter

F.A.M. van Hooff drs. C.A.M. Hanselaar-van Loevezijn