Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Rheden

Regeling werktijden

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieRheden
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingRegeling werktijden
CiteertitelRegeling werktijden
Vastgesteld doorcollege van burgemeester en wethouders
Onderwerpbestuur en recht
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

arbeidstijdenwet, ambtenarenwet

Regelgeving die op deze regeling is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)

Geen

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

23-10-201301-01-2015art. 1e publicatie

28-06-2005

Onbekend

Onbekend

Tekst van de regeling

Intitulé

Regeling werktijden

 

 

Werktijden

Artikel 1 Begripsomschrijving

In deze regeling wordt verstaan onder:

  • a

    Medewerker: de medewerker in de zin van artikel 1:1 lid 1 sub a van de CAR, alsmede uitzendkrachten, detacheringskrachten, stagiairs en personen die anderszins in dienst van de gemeente Rheden werkzaamheden verrichten.

  • b

    Werktijd: de periode tussen vastgestelde tijdstippen gedurende welke door de medewerker arbeid wordt verricht.

  • c

    Werkdag: een dag waarop de medewerker arbeid moet verrichten.

  • d

    Arbeidsduur: de vooraf vastgestelde omvang van het aantal uren in een bepaalde periode gedurende welke door de medewerker arbeid moet worden verricht.

  • e

    Formele arbeidsduur per week: de arbeidsduur volgens de aanstelling van de medewerker.

  • f

    Feitelijke arbeidsduur per week: de arbeidsduur zoals die voor de medewerker voor een bepaalde week is vastgesteld.

  • g

    Feitelijke arbeidsduur per dag: de arbeidsduur zoals die voor de medewerker voor een bepaalde dag is vastgesteld.

  • h

    Volledige betrekking: een betrekking waarbij de arbeidsduur per jaar ten hoogste 1836 uur bedraagt en de formele arbeidsduur per week 36 uur bedraagt.

  • i

    Overwerk: werkzaamheden door de medewerker in dienstopdracht verricht buiten de feitelijke arbeidsduur per week.

  • j

    Bedrijfstijd: de tijd waarbinnen producten en diensten worden voortgebracht.

  • k

    Compensatieverlof: het verschil tussen de formele en feitelijke arbeidsduur per dag.

  • l

    Plusuren: uren die meer gewerkt zijn dan de vastgestelde feitelijke uren per dag en als zodanig zijn geregistreerd met behulp van de tijdregistratie-apparatuur.

  • m

    Minuren: uren die minder gewerkt zijn dan de vastgestelde feitelijke uren per dag en als zodanig zijn geregistreerd met behulp van de tijdregistratie-apparatuur.

Noot: Daar waar in deze regeling de mannelijke vorm wordt gebruikt, wordt geacht ook de vrouwelijke vorm gehanteerd te zijn.

Artikel 2 Arbeidsduur

De formele arbeidsduur bedraagt bij een volledige betrekking gemiddeld 36 uur per week. Bij een deeltijd-dienstverband is de formele arbeidsduur zoveel uren als in de aanstelling of arbeidsovereenkomst is vastgesteld tot een maximum van 36 uur.

De individuele medewerker maakt met zijn direct leidinggevende afspraken over de door hem/haar te werken uren en de tijdstippen waarop gewerkt wordt. Het bedrijfsbelang is bij het maken van de afspraken doorslaggevend.

De feitelijke arbeidsduur kan afwijken van de formele arbeidsduur. Hierbij dient rekening gehouden te worden met de artikelen 2:7, 2:7a en 4:1 (CAR).

Artikel 3 Bedrijfstijd

Als hoofdregel geldt de volgende bedrijfstijd: maandag tot en met donderdag van 7.30 uur tot 17.30 uur en op vrijdag van 7.30 uur tot 13.30 uur.

Voor de (frontoffice) medewerkers van de afdeling Dienstverlening is, in aanvulling op het gestelde in lid 1, bedrijfstijd ook op vrijdagmiddag van 13.30 uur tot 17.00 uur en op zaterdag van 10.00 uur tot 13.00 uur.

Voor de medewerkers van het Sportbedrijf geldt een bedrijfstijd van 6.45 uur tot 23.00 uur op maandag tot en met zaterdag; op zondag is de bedrijfstijd van 9.00 tot 18.00 uur.

Voor de gemeentelijke Brandweer is de bedrijfstijd vastgesteld op maandag t/m vrijdag van 8.00 uur tot 16.30 uur.

Voor Rayonbeheer is de bedrijfstijd vastgesteld op maandag t/m vrijdag gedurende de periode van half februari tot half november van 7.30 uur tot 16.30 uur en van half november tot half februari van 8.15 uur tot 16.15 uur.

Artikel 4 Pauze

Er mag maximaal 5,5 uur zonder onderbreking door pauze worden gewerkt.

De medewerker die maximaal 8 uur per dag werkt, moet tenminste een half uur pauze nemen. Bij een middagpauze van minder dan een half uur wordt toch uitgegaan van dit minimum.

Wanneer een medewerker 8 tot 10 uur per dag werkt, moet hij tenminste 45 minuten pauze nemen. Van deze 45 minuten, moet een half uur aaneengesloten pauze worden genoten.

Als de arbeidsduur meer dan 10 uur per dag bedraagt, moet tenminste één uur worden gepauzeerd. Van dit uur moet een half uur aaneengesloten pauze worden genoten.

Artikel 5 Persoonlijke werktijden

Voor de medewerkers geldt voor het uitoefenen van hun werkzaamheden, behalve in het geval van overwerk, dat zij per dag niet langer mogen werken dan 9 uur. Hierbij mag de gemiddelde feitelijke arbeidstijd over 13 weken niet meer dan 40 uur per week bedragen, behoudens de uitzonderingen genoemd in artikel 3.

Als de bedrijfsvoering of arbeidsomstandigheden dit vereisen, zijn de afdelings-/clustermanager en de directeur tot wiens portefeuille de afdeling behoort, bevoegd om, in afwijking van lid 1 van artikel 3, voor individuele medewerkers of groepen medewerkers vaste aanvangs- en vertrektijden vast te stellen. Hierbij kan eveneens worden afgeweken van de geregelde werktijden. Het in het dienstbelang vaststellen van een structureel afwijkende werktijd voor (een) groep(en) medewerkers geschiedt met instemming van de Ondernemingsraad.

Indien de bedrijfsvoering dit noodzakelijk maakt zullen werktijden van medewerkers in een vast dienstrooster vastgesteld worden.

Bij het opstellen van het rooster zal zo veel mogelijk rekening gehouden worden met de wensen van individuele medewerkers. Het dienstrooster wordt aan de OR voorgelegd voor instemming.

  • 1

    voor de nadere afspraken bij het Sportbedrijf wordt verwezen naar bijlage I.

  • 2

    voor de nadere afspraken bij Dienstverlening wordt verwezen naar bijlage II.

De afdelingsmanager/clustermanager is er verantwoordelijk voor, dat de dienstverlening van de afdeling/het cluster gedurende de bedrijfstijden kwalitatief en kwantitatief op een aanvaardbaar niveau ligt.

Artikel 6 Compensatieverlof

Het verschil tussen de feitelijke- en formele arbeidsduur wordt gecompenseerd in de vorm van een gelijk aantal uren compensatie-verlof.

De medewerker kan ervoor kiezen om compensatie-uren in te zetten in het kader van het cafetariamodel. Daarbij dient rekening gehouden te worden met de bepalingen zoals opgenomen in hoofdstuk 4a van de CAR/UWO. In dit geval kan het maximum zoals opgenomen in artikel 7, lid 8 van deze regeling overschreden worden.

Artikel 7 Tijdregistratie

De medewerker die werkzaam is in het gemeentehuis, registreert zijn uren met het daartoe bestemde tijdregistratiesysteem.

De medewerker zelf is verantwoordelijk voor het deugdelijk registreren van zijn arbeidsuren en verlof.

De direct leidinggevende is belast met het toezicht op de naleving van deze regeling.

De cluster Personeel & Organisatie heeft ter uitvoering van de regeling een signalerende en administratieve functie.

Correctie van de gegevens binnen het tijdregistratiesysteem is alleen mogelijk door middel van een mutatieformulier dat afgeparafeerd is door de afdelings- of clustermanager.

Dokters-, tandarts-, ziekenhuisbezoek e.d. vindt plaats in eigen tijd. Voor zover men invloed heeft op het vaststellen van de tijdstippen hiervan, dient de medewerker deze tijdstippen zo veel mogelijk voorafgaand aan of aansluitend op de werktijden te kiezen. (Voor de afwezigheidsuren geldt de feitelijke arbeidsduur per dag.)

Bij afwezigheid wegens verlof en ziekte geldt de feitelijke arbeidstijd per dag. Ditzelfde geldt voor de afwezigheid van een of meerdere werkdagen in verband met dienstreis, bijzonder verlof of opleiding (volgen van lessen en/of trainingstrajecten, deelname aan cursussen, congressen, symposia en voorbereiden of afleggen van examens).

De medewerker mag maximaal 36 plusuren van de ´klok´ overschrijven naar het volgende kalenderjaar; het saldo daarboven vervalt. Bij een hoger saldo dan 36 uur, gedurende het jaar, spreekt de medewerker met de manager af hoe dit saldo teruggebracht wordt.

De medewerker mag maximaal 18 minuren op de ´klok´ open hebben staan. Bij een lager saldo wordt afgesproken hoe dit wordt ingelopen. Eventueel vindt verrekening met verlof-uren plaats.

Voor medewerkers die zijn aangesteld voor een formele arbeidsduur van minder dan 36 uur, geldt een evenredig lager aantal plus- en minuren als maximum.

Een medewerker kan, in bijzondere gevallen, afwijken van de in de vorige leden vermelde maxima ten aanzien van de plus- en minuren, indien daarvoor toestemming is verleend door de afdelings-/clustermanager.

Artikel 8 Sancties

Het zonder toestemming of zonder medeweten van de manager afwijken van deze regeling kan worden aangemerkt als plichtsverzuim in de zin van artikel 16:1:1 van de CAR/UWO.

Artikel 9 Onvoorziene gevallen

Het college van Burgemeester en wethouders kan in bijzondere gevallen beslissen in afwijking van het voorgaande.

Artikel 10 Inwerkingtreding

Deze regeling kan aangehaald worden als “Werktijdenregeling gemeente Rheden 2005” .

Deze regeling treedt met ingang van 1 oktober 2005 in werking.

Algemene toelichting

In de werktijdenregeling is ten eerste een aantal definities vastgelegd. Met name de bedrijfstijden die voor (onderdelen van) onze organisatie gelden zijn nu bij elkaar opgenomen.

Artikel 2

In artikel 2 worden de zaken rondom arbeidsduur en de grondslag in de CAR/UWO uiteengezet. Ook wordt de rol van medewerker en leidinggevende duidelijk bij het maken van afspraken over werktijden.In lid 3 wordt verwezen naar de in de CAR opgenomen afwijkingen tussen formele en feitelijke arbeidsduur. De mogelijkheden zijn afwijking:

  • -

    door het hanteren van een bandbreedte (artikel 4:1);

  • -

    door aanpassing van de arbeidsduur (artikel 2:7 en 2:7a CAR).

De huidige situatie is dat bij bijna alle medewerkers er sprake van een verschil tussen feitelijke en formele arbeidsduur zal zijn. Dit wordt bepaald bij ingang van het dienstverband en er worden op basis hiervan, aan het begin van het jaar, compensatie-uren op de verlofkaart toegekend.

Artikel 3

In artikel 3 zijn de verschillende bedrijfstijden genoemd die we in onze organisatie kennen. Met bedrijfstijd wordt bedoeld: de tijd waarin producten en diensten worden voortgebracht en waarin de medewerker zijn werkzaamheden kan beginnen en kan beëindigen. Wanneer de medewerker in de praktijk zijn werkzaamheden start en eindigt, is uiteraard afhankelijk van de afspraken die er met zijn direct leidinggevende gemaakt zijn, maar wel binnen de genoemde tijdstippen. De werktijden worden doorgaans bijgehouden met het tijdsregistratie-systeem.

Artikel 4

In artikel 4 zijn relevante bepalingen uit de Arbeidstijdenwet opgenomen. Wanneer een medewerker meer dan 8 uur per dag werkt, dient rekening gehouden te worden met het gestelde in de Arbeidstijdenwet, dat minimaal 45 minuten per dag gepauzeerd dient te worden.

Artikel 5

In artikel 5 is de gewenste mogelijkheid van flexibeler werkpatronen mogelijk gemaakt: medewerkers kunnen maximaal 9 uur per dag werken. Voorwaarde is wel, dat de gemiddelde arbeidstijd over 13 weken maximaal 40 uur bedraagt (cf. Arbeidstijdenwet). In het kader van wat uit het oogpunt van de CAR/UWO mogelijk is en wat wettelijk is toegestaan, zijn de volgende arbeidstijdpatronen denkbaar:

  • -

    4 dagen van 9 uur

  • -

    4 dagen van 8 uur, 1 dag van 4 uur

  • -

    5 dagen van 7,2 uur

  • -

    32/40-model: de ene week 4 dagen van 8 uur en de andere week 5 dagen van 8 uur

  • -

    één of meer vaste dagen per week is iedereen aanwezig, vanwege piek in werkaanbod, werkoverleg e.d.

  • -

    minimummodel: vrijwel iedereen werkt op 4 vaste dagen, minimumbezetting op de 5e dag

  • -

    persoonlijke variant: de werktijden worden aangepast aan de mogelijkheden van de individuele medewerker.

De medewerkers stellen in overleg met hun leidinggevende een individueel arbeidspatroon vast voor een nader te bepalen periode. Uitgangspunt hierbij is dat er een afweging moet worden gemaakt tussen de belangen van de dienst, de belangen van collega’s en de individuele wensen. Het dienstbelang is hierbij te allen tijde dominant. Hierbij moet steeds sprake zijn van een vastgestelde minimale bezetting.

In dit artikel is ook geregeld dat er vaste werktijden vastgesteld kunnen worden (dus niet variabel) en dat werktijden in een rooster vastgesteld kunnen worden. Ook is de rol van de OR hierbij beschreven. In de bijlagen zullen de aanvullende afspraken voor het Sportbedrijf en de afdeling Dienstverlening opgenomen worden als besluitvorming hierover rond is.

Artikel 7

In artikel 7 zijn de regels voor het `klokken´ opgenomen. Oneigenlijk gebruik van het systeem wordt op grond van artikel 8 van deze regeling gestraft. In principe moet iedere medewerker (werkzaam in het gemeentehuis) 4 keer per dag klokken (bij aankomst, aanvang pauze, einde pauze en vertrek). De toegestane plus- en min-uren zijn licht gewijzigd: de plusuren van 32 uur naar 36 uur, de minuren van 16 naar 18 uur. Deze aantallen zijn logischer bij een 36-urige werkweek.

Bijlage Nadere uitwerking van de werktijdenregeling met een dienstrooster bij het zwembad De Dumpel

d.d. 24 mei 2005

  • Inleiding

  • Werktijden

  • Dienstrooster

  • Vakantie en verlof

  • Tijdsregistratie

  • Saldo ´reserve-uren´

  • Toeslag Onregelmatigheidsdienst (TOD)

  • Verschuivingstoelage

  • Overwerk

  • Feestdagen

  • Tot slot

De hierna volgende afspraken over werktijden zijn gebaseerd op de CAR/UWO en de werktijdenregeling van de gemeente Rheden. Bij de invoering van de 36-urige werkweek in 1997 zijn de regels rond werktijden verruimd, om hiermee het management de mogelijkheid te geven medewerkers bij een verlengde bedrijfstijd flexibel in te zetten, zonder dat dit tot veel extra (overwerk)kosten leidt. Werken in een dienstrooster, dat gekoppeld is aan activiteiten voor klanten, brengt met zich mee dat er strakke afspraken moeten worden gemaakt. De personele bezetting en bereikbaarheid van de organisatie is namelijk van wezenlijk belang voor de dienstverlening. Bij het zwembad geldt dat in het bijzonder, omdat er rechtstreekse diensten worden verleend aan klanten. Vanuit het belang van de klant, t.w. het activiteitenrooster te behouden, en medewerkers, nl. continuïteit in werk, hebben we de uitkomsten van het efficiencyonderzoek (E&E-onderzoek) voor het zwembad De Dumpel verwerkt in een nieuwe roostersystematiek.

Met het nieuwe rooster, dat gebaseerd is op de werktijdenregeling zetten wij medewerkers wekelijks wat minder uren in dan hun formele werktijd en dekken we daarmee het activiteitenrooster. Daarmee creëren we reserve-uren, die nodig zijn om vakantie en (ziekte)verlof op te vangen. De inzet van reserve-uren geschiedt bij vakantie en verlof van collega´s, (zo mogelijk) op basis van een aangepast rooster. Zo komen tegenover de korte weken ook langere weken te staan, waarbij we uiteindelijk uitkomen op een normjaartaak van minimaal 1836 uur (voor een voltijder).

De medewerkers van het zwembad hebben een werktijdenregeling met vaste werktijden, zonder opbouw van compensatie (ADV). Op basis van de CAR/UWO, hoofdstuk 4:1 kan de feitelijke arbeidsduur voor een bepaalde periode worden vastgesteld, op basis van artikel 3:2 kan een uitzondering worden afgesproken voor de overwerkvergoeding. De CAR/UWO en werktijdenregeling biedt de kaders en mogelijkheden, zoals:

  • -

    Verschil tussen bedrijfstijd, arbeidsduur en feitelijke werktijd.

  • -

    De marges waarbinnen de feitelijke arbeidsduur per week kan fluctueren. Bij een dienstverband van 24 tot en met 36 uur p/w kan dit p/w maximaal 6 uur afwijken, bij een dienstverband van 12 tot 24 is dat 4 uur en bij een dienstverband van 0-12 is dit 2 uur p/w.

  • -

    De arbeidsdag duurt maximaal 9 uur, één maal per week mag in het belang van de bedrijfsvoering een werkdag op 10 uur worden gesteld.

  • -

    Bij een werkdag van 9 of 10 uur hoort een verplichte pauze van minimaal 3 kwartier.

  • -

    Overwerk is het in dienstopdracht werken buiten de vastgestelde feitelijke werktijd (cf rooster).

Aangezien de bedrijfsvoering, het activiteitenrooster en de bedrijfstijd van het zwembad dit vereist zal een dienstrooster worden opgesteld voor de inzet van medewerkers. Dit geeft individuele arbeidspatronen en individuele toeslagen voor onregelmatigheidsdiensten.

Het dienstrooster wordt door het management, in overleg met de medewerkers, samengesteld. Bekendmaking van de werktijden dient minimaal één maand voor aanvang te geschieden. Leidraad bij het opmaken van het rooster is het activiteitenaanbod, de openingstijden van het zwembad, vakantieperioden en voor zover mogelijk de voorkeuren van medewerkers op inzet in tijd en activiteit. Daarnaast gelden wettelijke / rechtspositionele regels voor arbeidstijden en uitgangspunten van het personeels- en arbeidsomstandighedenbeleid, om medewerkers niet te zwaar te belasten gedurende langere tijd, pauzes en overlegmomenten in te bouwen, werkgerelateerd ziekteverzuim te voorkomen, maximaal 26 zondagen per jaar in te roosteren, etc.

Het rooster wordt in principe opgemaakt voor een heel activiteitenseizoen (september tot eind augustus). Bij het opmaken van een nieuw seizoenrooster kunnen afspraken over de inzetbaarheid en beschikbaarheid opnieuw worden besproken. Aan een eerder rooster kunnen geen rechten worden ontleend voor een nieuw rooster.

Er geldt een aangepast rooster tijdens de schoolvakanties, wanneer het zwembad (gedeeltelijk) gesloten is. Het rooster verschilt per dag, week en maand. De aard van de activiteiten, bijvoorbeeld zwemlessen en aquasporten, vraagt omwille van de klanten dat er zoveel mogelijk vaste personele bezetting op groepen komt. Dit vermindert echter de flexibiliteit bij het inroosteren. Daarbij komt dat de activiteiten ook tijdgebonden zijn. De bedrijfsvoering is in deze leidend Het streven is om organisatiebelangen en belangen van medewerkers af te stemmen.

Medewerkers zullen niet voor de volledig (contractuele) weekomvang worden ingeroosterd, waardoor er zgn. ´reserve-uren´ ontstaan. Deze reserve-uren dienen te worden ingezet op verzoek van het management bij m.n. vakantie/verlof van een collega of andere omstandigheden, als het volgen van cursussen of bijwonen van een vergadering. Wanneer de saldi van reserve-uren problematisch dreigen te worden (teveel uren in het potje), dan kunnen de uren ook worden ingezet bij langdurige ziekte van collega´s. De inzet van reserve-uren zal vooraf kunnen worden geregeld, zodat de medewerker vooraf op de hoogte is wanneer er extra inzet van uren van hem/haar wordt verwacht.

Aanpassingen in het rooster kunnen voortkomen uit vakantie/verlofopnamen en (langdurige) ziekte van een medewerker, ofwel de te voorziene wijzigingen in de inzetbaarheid van medewerkers. Dit vereist voor vakantie- en verlofopnamen dat medewerkers ruim van tevoren moeten plannen. Voor de verdeling van vakanties zal een nader voorstel worden opgesteld. Roosterwijzigingen, als het verschuiven van uren, die in het belang van de dienst door het management worden voorgesteld dienen ruim vooraf, doch minimaal 72 uur van tevoren worden doorgegeven. Onderling wisselen, op kortere termijn, kan na goedkeuring van het management. Dit zal echter niet tot roosterwijziging leiden en er zal geen herrekening van TOD (toeslag onregelmatige dienst) plaatsvinden.

Tijdens de schoolvakanties is er een ander activiteitenrooster in het zwembad. Hierop wordt de personeelsbezetting afgestemd. In de zomer, tijdens de schoolvakantie, is het binnenbad zelfs 4 weken gesloten, en is een geringe personeelsbezetting nodig voor het binnenbad en hangt de bezetting van het buitenbad af van de weersomstandigheden. Deze flexibele bezetting, m.n. gericht op toezichthouden, wordt veelal door uitzendkrachten ingevuld. Het zal duidelijk zijn dat juist in deze periode vaste medewerkers worden verzocht hun vakanties op te nemen, waardoor hun inzet vooral gekoppeld blijft aan specialistische kwaliteiten voor het geven van zwemlessen en activiteiten. Om die reden hebben medewerkers van het zwembad in principe te maken met een verplichte verlofopname van 3 weken in de schoolvakanties, bijvoorbeeld 2 weken in de zomerperiode, wanneer het binnenbad gesloten is en 1 week in de overige schoolvakanties. De resterende vakantiedagen/uren kunnen vrij in het jaar worden opgenomen, uiteraard na overleg en met toestemming van het management. Om de bezetting tijdens de schoolvakanties (en aangepast activiteitenrooster van het zwembad) te regelen zal het management medewerkers in eerste instantie zelf uitnodigen het onderling te regelen. Wanneer dit niet tijdig lukt zal het management medewerkers inroosteren voor bepaalde vakanties en anderen verplichten verlof op te nemen. Om dit gelijkelijk over medewerkers te verdelen zullen medewerkers per toerbeurt voorkeuren kunnen aangegeven. (Artikel 6:2:2 lid 3) Om de vervanging te kunnen regelen dient verlof minimaal 1 maand van tevoren te worden aangevraagd, zodat het management tijdig het rooster kan aanpassen en er geen extra kosten aan verbonden zijn. Uitzonderingen hierop kunnen in overleg worden gemaakt.

Het rooster geeft vooraf de planning en inzet van medewerkers aan. In de dagelijkse praktijk kunnen afwijkingen plaatsvinden, als gevolg van vakantie, cursussen of (ziekte)verlof. Achteraf wordt per week de werktijd verantwoord via de urenverantwoording. Per kwartaal worden de eventuele overwerktoeslagen via de salarisadministratie uitbetaald.

Het jaar, ofwel het rooster en daarmee de saldi van uren, loopt van september tot en met augustus. Dit heeft als voordeel dat tegen eind van de periode (juni/juli/aug) de plus- en minuren kunnen worden verwerkt in de vakantieopnames en werkzaamheden in het buitenbad. Het zomerseizoen is doorgaans ook aantrekkelijker voor verlofopname dan de winterperiode. In geval er tijdens het jaar blijkt dat er onderling grote verschillen ontstaan zal de manager het dienstrooster in overleg met de betreffende medewerker(s) aanpassen, om een oplossing te vinden voor de onevenwichtigheid. Wanneer desondanks aan het eind van het jaar (saldo eind augustus) verschillen zijn blijven staan zullen de zgn. plusuren worden uitbetaald. Afhankelijk van hoe minuren zijn ontstaan en welke mogelijkheden er zijn deze op korte termijn alsnog in te roosteren zullen individuele afspraken worden gemaakt.

De onregelmatigheidstoeslag wordt vooraf berekend op basis van het rooster en wordt voor dat betreffende jaar vastgesteld. Voor de de daadwerkelijke inzet van de reserve-uren is een gemiddeld percentage van TOD van toepassing, t.w. 33 % per uur. Aan degenen die in onregelmatige dienst werkzaam zijn wordt naast de TOD extra vakantieverlof toegekend. Op basis van artikel 6:2:1, lid 4 van de CAR/UWO ontvangt hij op jaarbasis twee extra vakantiedagen, 14,4 uur (deeltijders naar rato). Deze dagen worden op de verlofkaart bijgeschreven.De ambtenaar heeft recht op een vergoeding over de werktijd vastgesteld op:

  • 1

    maandag tot en met vrijdag tussen 06.00 en 08.00 uur en tussen 18.00 uur en 22.00 uur: 20%

  • 2

    maandag tot en met vrijdag tussen 00.00 en 06.00 uur en tussen 22.00 en 24.00 uur: 40%;

  • 3

    zaterdag tussen 00.00 en 24.00 uur: 40 %

  • 4

    zondag tussen 00.00 en 24.00 uur: 65 %

In afwijking hierop heeft de ambtenaar geen recht op vergoeding,

  • -

    indien in een week slechts op één aaneengesloten periode van ten hoogste 3 uur, op de hierboven genoemde tijdstippen, werktijd is vastgesteld.

  • -

    wanneer ´s-morgens na 7.00 uur wordt aangevangen, of hun werk beëindigen voor 19.00 uur, zal geen TOD% worden uitbetaald.

Bij roosterwijzigingen, die een verschuiving van uren inhoudt, (dus niet inzet van de reserve-uren of extra uren), heeft een medewerker onder bepaalde voorwaarden recht op een verschuivingstoelage. De verschuivingtoelage wordt uitsluitend toegekend wanneer de verschuiving van uren op verzoek van het management plaatsvindt. De toelage wordt betaald indien binnen 72 voor aanvang van het rooster (de oorspronkelijk vastgestelde werktijd) van de ene naar de andere dag wordt verschoven. Het betreft hier dus werken/invallen op een moment in de week, waar de betreffende medewerker niet ingeroosterd staat. De verschuivingstoelage bedraagt 25% van het uurloon en wordt uitgekeerd over het totaal aantal verschoven uren.

Overwerk is pas overwerk wanneer er een verzoek/opdracht vanuit het management ligt. Aanleiding voor overwerk zal met name incidenteel, kortdurend ziekteverzuim zijn. Wanneer de manager c.q. roostermaker op korte termijn, bijvoorbeeld na een ziekmelding, een invaller nodig heeft zal een beroep op de overige medewerkers kunnen worden gedaan om over te werken.

Overuren zijn: alle uren welke het feitelijke (ingeroosterde) aantal uren per week overschrijven. Dat betekent dat wanneer iemand voor 34 uur p/w is ingeroosterd en hij wordt verzocht een extra dienst te draaien omdat er een collega ziek is, zal hij over deze extra uren overwerktoeslag ontvangen. Wanneer iemand echter reeds ingeroosterd staat voor een werkweek van 42 uur (ingeval het verlof van een collega al ingeroosterd is) zal bij het draaien van een extra dienst de overwerktoeslag pas na overschrijding van de 42 uur worden uitbetaald. De overuren kunnen zowel met het reserve-urensaldo worden verrekend als apart worden uitbetaald. In het eerste geval zal alleen de overwerktoeslag worden berekend en uitbetaald.

Een kwartiertje langer werken (om bijvoorbeeld iets af te maken of over te dragen) is in principe geen overwerk (en toeslag), er is sprake van ´plus-uren´. Deze uren kunnen worden toegevoegd aan het reservepotje´. Bij het invullen van het werktijdenformulier dient hier rekening mee te worden gehouden.

Op de meeste feestdagen zal het activiteitenrooster van het zwembad zijn aangepast. Op enkele feestdagen is het zwembad zelfs gesloten (zoals 1e Kerstdag, 1e Paasdag, 1e Pinksterdag, Nieuwjaarsdag). De medewerkers die normaliter op de betreffende dag in de week zouden werken, krijgen die dag buitengewoon verlof. Het feit dat de zaterdag of zondag tevens een (kerkelijke of nationale) feestdag is, leidt niet tot extra compensatie. De regels voor het werken op feestdagen zijn opgenomen in de CAR/UWO en bezoldigingsregeling.

De hierboven beschreven regels, die aanvullend zijn op de werktijdenregeling, zullen na een jaar worden geëvalueerd op werkbaarheid, tevredenheid en beoogde efficiency en flexibiliteit.