Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Blaricum

Verordening verrekening bestuurlijke boete bij recidive

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieBlaricum
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingVerordening verrekening bestuurlijke boete bij recidive
CiteertitelVerordening verrekening bestuurlijke boete bij recidive
Vastgesteld doorgemeenteraad
Onderwerpmaatschappelijke zorg en welzijn
Eigen onderwerpMaatschappelijke zorg en welzijn
Externe bijlageAlgemene toelichting Verordening bestuurlijke boete bij recidive

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen.

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

Wet werk en bijstand, art. 8, lid 1, onderdeel i

Regelgeving die op deze regeling is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)

Geen.

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

27-07-201301-01-2015nieuwe regeling

25-06-2013

Hei en wei 19-7-2013

Raadsbesluit 2013-33-II

Tekst van de regeling

Intitulé

Verordening verrekening bestuurlijke boete bij recidive

De raad van de gemeente Blaricum gelezen het voorstel d.d. 14 mei 2013 van burgemeester en wethouders, gelet op gelet op artikel 8, eerste lid, onderdeel i, van de Wet werk en bijstand;

B E S L U I T :

 

vast te stellen de VERORDENING VERREKENING BESTUURLIJKE BOETE BIJ RECIDIVE

 

 

Deel  

Artikel 1. Definitiebepaling

In deze verordening wordt onder:

beslagvrije voet: beslagvrije voet als bedoeld in de artikelen475c tot en met 475e van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering; recidiveboete: bestuurlijke boete als bedoeld in artikel 18a, vijfde lid, van de Wet werk en bijstand; verrekenen:verrekening als bedoeld in artikel 60, vierde lid,van de Wet werk en bijstand.

Artikel 2. De uitoefening van de bevoegdheid tot verrekening

Het college verrekent het openstaande boetebedrag met de algemene bijstand gedurende de eerste drie maanden na dagtekening van het besluit tot oplegging van een recidiveboete zonder dat het bepaalde in artikel 4:93, vierde lid, van de Algemene wet bestuursrecht in acht wordt genomen.

Artikel 3. Verrekenen met inachtneming van artikel 4:93, vierde lid van de Algemene wet bestuursrecht

In afwijking van artikel 2 verrekent het college de openstaande recidiveboete met inachtneming van artikel 4:93, vierde lid, van de Algemene wet bestuursrecht voor zover:

toepassing van artikel 2 onaanvaardbare consequenties heeft voor de eventuele minderjarige belanghebbende(n), dan wel dat huisuitzetting dreigt ten gevolge van verrekening van de boete. de gezondheidstoestand van (een van de) belanghebbende(n) naar het oordeel van het college ernstig wordt bedreigd doordat mogelijkheden ontbreken om de noodzakelijke medicatie of behandeling te financieren.

Artikel 4. Verzoek tot aanpassen verrekening bestuurlijke boete:

Belanghebbende kan het college verzoeken indien sprake is van het bepaalde in artikel 3 lid a en /of b de buitenwerking stelling van de beslagvrije voet niet toe te passen. Het is aan belanghebbende(n) om aan te tonen dat de situatie van artikel 3 lid a of b zich voordoet. Een verzoek zoals bedoeld in het eerste lid wordt in ieder geval afgewezen indien belanghebbende(n) redelijkerwijs over voldoende gelden kan beschikken om de genoemde drie maanden in zijn levensonderhoud te voorzien dan wel redelijkerwijs deze gelden op korte termijn kan verwerven. Indien het college van oordeel is dat er sprake is van het bepaalde in het eerste lid wordt de beslagvrije voet toegepast met inachtneming van de artikelen 475c tot en met 475e van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering

Artikel 5. Inwerkingtreding

Deze verordening treedt in werking op de achtste dag na bekendmaking.

Artikel 6. Citeertitel

Deze verordening wordt aangehaald als: Verordening verrekening bestuurlijke boete bij recidive.

Vastgesteld door de raad in zijn openbare vergadering van 25 juni 2013.

P.C.M. de Groot mevrouw J.N. de Zwart-Bloch

griffier voorzitter