Organisatie | Hoogeveen |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Besluit begraafplaatsen 2010 |
Citeertitel | Besluit begraafplaatsen 2010 |
Vastgesteld door | college van burgemeester en wethouders |
Onderwerp | bestuur en recht |
Eigen onderwerp | openbare orde, zedelijkheid, gezondheid, veiligheid, volkshuisvesting en milieu |
Geen
Wet op de lijkbezorging, art. 35;
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
13-11-2013 | 01-01-2020 | wijziging art. 1, 2, 3d t/m 3j, 16, 17 | 29-10-2013 K.v.H. 12-11-2013 | BBV00972 |
Hoofdstuk I Inrichting en indeling van de begraafplaatsen
Artikel 3b begraafplaats Hollandscheveld
Dit artikel is van toepassing op de begraafplaats Hollandscheveld aan de Kerkhoflaan;
Artikel 3c oude begraafplaats Hoogeveen
Dit artikel is van toepassing op de oude begraafplaats Hoogeveen aan de Zuiderweg (oostzijde);
Artikel 3d nieuwe begraafplaats Hoogeveen
Dit artikel is van toepassing op de nieuwe begraafplaats Hoogeveen aan de Zuiderweg (westzijde);
Artikel 3e begraafplaats Nieuwlande
Dit artikel is van toepassing op de begraafplaats Nieuwlande aan de Boerdijk;
Artikel 3f begraafplaats Nieuweroord
Dit artikel is van toepassing op de begraafplaats Nieuweroord aan de Middenraai;
Artikel 3g begraafplaats Pesse
Dit artikel is van toepassing op de begraafplaats Pesse aan de Hoogeveenseweg;
Artikel 3h begraafplaats Stuifzand
Dit artikel is van toepassing op de begraafplaats Stuifzand aan de Hoofdweg;
Artikel 3i begraafplaats Tiendeveen
Dit artikel is van toepassing op de begraafplaats Tiendeveen aan de Kerkweg;
Hoofdstuk II Vereisten voor begravingen en bijzettingen
Artikel 4 Kennisgeving begraven en asbezorging
De rechthebbende of gebruiker die wil doen begraven, een asbus wil doen bijzetten of as wil verstrooien, geeft daarvan uiterlijk één werkdag voorafgaande aan de dag waarop de begraving, bijzetting of verstrooiing zal plaatsvinden, vóór 12.00 uur kennis aan het college. Zaterdag, zondag en algemeen erkende feest- en gedenkdagen gelden niet als werkdag.
Artikel 5 Openen en sluiten van het graf
Het openen van een graf ter begraving of voor het bezorgen van as en het daarna sluiten van een graf, alsmede het bedienen van de hulpmiddelen, mag uitsluitend geschieden door of in opdracht van de beheerder van de begraafplaats op aanwijzingen en onder toezicht van de beheerder.
Artikel 6 Over te leggen documenten
Begraving mag slechts geschieden indien van tevoren het verlof tot begraven is overgelegd aan de beheerder.
Hoofstuk III Beheer en administratie van de begraafplaatsen
Het college voert het beheer van de begraafplaatsen en belast één of meer daartoe aangewezen personen met:
Artikel 10 Register en plaatsregistratie
De administratie bevat een register van alle rechthebbenden en gebruikers van de graven met hun namen en adressen. In dit register worden tevens de naam, geboortedatum en de datum van overlijden opgenomen van degene die is begraven of waarvan de as is bezorgd. Daarbij is vermeld de grafaanduiding en de dag van de begraving of bijzetting.
Hoofstuk IV Uitgifte van graven en grafrechten
Artikel 16 Uitgifte en indeling graven
Het college kan bij de eerst overledene een dubbel particulier graf uitgeven op de begraafplaatsen in Fluitenberg, Hoogeveen, Hollandscheveld, Elim, Pesse, Stuifzand en Tiendeveen. Op de begraafplaatsen in Nieuweroord en Nieuwlande kan het college bij de eerst overledene een naastgelegen particulier graf uitgeven. De aanvraag dient in beide gevallen bij de eerste begraving te worden ingediend.
Artikel 17 Termijn particuliere graven
Begraving of bijzetting in een particulier graf waarvan de uitgiftetermijn binnen de wettelijke minimum grafrusttermijn afloopt, kan alleen plaatsvinden onder gelijktijdige verlenging van de uitgiftetermijn met een zodanig periode dat de alsdan resterende uitgiftetermijn ten minste gelijk is aan de wettelijke minimum grafrusttermijn.
Zonder aanspraak te kunnen maken op enige vergoeding kan de rechthebbende schriftelijk afstand doen ten behoeve van de gemeente van het grafrecht op het particulier graf. Van de ontvangst van zodanige verklaring doet het college schriftelijk mededeling aan de rechthebbende.
Artikel 22 Vervallen grafrechten
Eventueel op het graf aanwezige gedenktekens, beplanting of op de graven geplaatste losse voorwerpen kunnen gedurende één maand voor het vervallen van een grafrecht door de rechthebbende of gebruiker van het graf worden verwijderd. Na het vervallen van het grafrecht kunnen zij geen aanspraken op deze voorwerpen doen gelden. Het op het graf aanwezige gedenkteken, de beplanting of losse voorwerpen zullen na het vervallen van het grafrecht door de beheerder worden verwijderd zonder dat aanspraak kan worden gemaakt op schadevergoeding.
Hoofdstuk V Gedenktekens en grafbeplantingen
Artikel 29 Afmetingen gedenkteken algemeen graf
De afmetingen van een gedenkteken voor algemene graven zijn:
De oppervlakte van het particulier graf kan door de rechthebbenden van het graf worden beplant met gewassen, die de voor het graf beschikbare oppervlakte volgens artikel 26, 27 of 28 niet overschrijden of door snoeien binnen de oppervlakte kunnen worden gehouden. De hoogte van deze gewassen mag niet meer zijn dan de hoogte van het gedenkteken op het graf.
Hoofdstuk VI Onderhoud van de grafbedekking
Artikel 32 Onderhoud rechthebbende of gebruiker
Indien de rechthebbende of de gebruiker nalaat de grafbedekking behoorlijk te onderhouden of te herstellen, kan het college de hiervoor in aanmerking komende beplanting, voorwerpen of zo nodig de gehele grafbedekking doen verwijderen. Het verwijderde blijft gedurende drie maanden ter beschikking van de rechthebbende en vervalt daarna aan de gemeente, zonder dat deze tot enige vergoeding verplicht is. Verwelkte bloemen of kransen en kapotte voorwerpen kunnen zonder voorafgaande kennisgeving door de beheerder worden verwijderd, zonder dat aanspraak kan worden gedaan op schadevergoeding.
Schade als gevolg van brand, storm, vorst, wateroverlast, bliksem, ontploffing, molest, vandalisme en andere van buiten komende oorzaken, of ontstaan door het weghalen en terugplaatsen van gedenktekens of van heesters of andere beplantingen ten behoeve van een bijzetting of opgraving, en eventuele gevolgschade voor derden, is voor rekening en risico van de rechthebbende of gebruiker.
Artikel 35 Tijdelijke verwijdering
Een rechthebbende of gebruiker is verplicht te gedogen dat de op een graf aanwezige gedenktekens, beplanting en voorwerpen vanwege de gemeente op kosten van de gemeente tijdelijk geheel of gedeeltelijk wordt verwijderd en herplaatst, indien dit voor een begraving of bijzetting in de nabijheid van het graf of om een andere reden nodig is.
Er is gekozen voor een besluit en niet voor alleen beleidsregels. Door te kiezen voor de vorm van een besluit kan het college zelf normeringen stellen en is er niet alleen sprake van de uitwerking van bevoegdheden. Dit past te meer omdat de raad het college niet kan opdragen beleidsregels te stellen als het om bevoegdheden van het college gaat. De raad kan wel de mogelijkheid van regelgeving in de verordening vermelden. De keuze voor de uitwerking is dan aan het college. De keuze voor een besluit betekent ook dat wanneer het college expliciet van het besluit wil afwijken, daar de mogelijkheid voor in het besluit vermeld moet zijn. Door te kiezen voor een uitvoerig besluit, waarin uitvoerig en gedetailleerd wordt geregeld welke mogelijkheden er zijn, wordt voor de burger inzichtelijk wat hij van de gemeente op iedere begraafplaats kan verkrijgen. Daarover zal dan ook vrijwel geen discussies ontstaan. Dat geeft ook de uitvoerende personen zekerheid en handvatten voor de ordening.
Artikel 1 Begripsomschrijvingen
De omschrijvingen zijn opgenomen zodat voor een ieder duidelijk is wat en wie met de diverse begrippen bedoeld wordt.
Artikel 2 Uitbreiding begrip particulier graf
Voor een particulier graf, particulier dubbelgraf, particulier keldergraf, kindergraf, urnenkelder en urnennis gelden vrijwel dezelfde rechten en plichten. De woorden ‘voor zover van belang’ zijn ingevoegd omdat alle bepalingen ten aanzien van graven met uitsluitend recht (de particuliere graven) ook van toepassing zijn op andere typen particuliere graven en dus steeds ook bedoeld worden wanneer gesproken wordt van een ‘particulier graf’.
Artikel 3 Inrichting en indeling van de begraafplaatsen
Dit artikel is opgenomen waardoor alle andere vormen van inrichting en indeling van de begraafplaatsen uitgesloten zijn.
Artikel 3a t/m 3i Begraafplaatsen
Middels deze artikelen bepaalt het college de inrichting en indeling van de begraafplaats, de soorten graven, hoeveel lijken en asbussen per grafruimte worden begraven en worden bijgezet. De gemiddeld hoogste grondwaterstand bepaalt over het algemeen de begraafmogelijkheden op de begraafplaatsen. Ter ondersteuning hiervan houdt het college van elke begraafplaats een plattegrondtekening bij.
Artikel 4 Kennisgeving begraven en asbezorging
Een kennisgeving is nodig omdat duidelijk vast moet liggen wat voor graf er wordt gevraagd. De as kan volgens de wet worden bijgezet in een graf dan wel in een bewaarplaats, meestal een urnennis. De kennisgeving moet één werkdag van te voren worden gedaan om de beheerders van de begraafplaatsen de tijd te geven alle voorbereidingen te treffen. Gezien de uitgestrektheid van de gemeente en het aantal (9) begraafplaatsen is zo’n tijdige kennisgeving een voorwaarde voor het bieden van kwalitatieve dienstverlening.
Artikel 5 Openen en sluiten van het graf
Aangezien het delven en sluiten van een graf niet geheel zonder risico is, dienen deze werkzaamheden door opgeleid personeel of deskundige derde partijen uitgevoerd te worden. Zij staan hierbij steeds onder toezicht van de beheerder van de begraafplaats. Het geheel of gedeeltelijk sluiten van het graf kan door nabestaanden of rechthebbenden gebeuren. Dit kan alleen onder toezicht van de beheerder en indien dit technisch mogelijk is. Ook is het laten zakken van de kist of het bijzetten of verstrooien van de asbus mogelijk voor de nabestaanden onder toezicht van de beheerder.
Artikel 6 Over te leggen documenten
De wet eist dat er een verlof tot begraven aanwezig is, afgegeven door de ambtenaar van de burgerlijke stand. Hierbij aansluitend is het gewenst om de beheerder van de begraafplaatsen een eigen bevoegdheid te geven medewerking aan de lijkbezorging te weigeren, indien niet aan de wettelijke vereisten is voldaan. Daartoe zal een aanwijzingsbesluit worden vastgesteld.
Dit geldt zowel voor een lijk als een asbus.
Middels deze bepaling wordt terugverwezen naar artikelen betreffende de kennisgeving, het delven van een graf en de over te leggen stukken alvorens over kan worden gegaan tot de feitelijke begraving. Dit artikel is opgenomen ter ondersteuning van de gemeentelijke organisatie als een leidraad voor een foutloos traject van aangifte tot begraving. Het geeft tevens inzicht in de werkwijze en verplichtingen die gelden voor derden alvorens tot begraving kan worden overgegaan.
Artikel 8 Lijkomhulsel en grafgiften
Dit artikel is nieuw en bevat een verwijzing naar het Lijkomhulselbesluit. Genoemde regels zijn vastgesteld in het Lijkomhulselbesluit 1998. De lijkhoezen die voldoen aan de normen van het Lijkomhulselbesluit, staan op de ‘witte lijst’ van de Landelijke Organisatie van Begraafplaatsen (LOB).
Het toepassen van verkeerde lijkhoezen of slecht doorlatende lijkomhulsels (kunststof kleding, lijkwaden) kan leiden tot het stopzetten van de lijkvertering waardoor vanuit milieuhygiënisch opzicht belastende situaties kunnen ontstaan en graven niet meer ter beschikking kunnen komen voor nieuwe, toekomstige begravingen.
In dit artikel is eveneens een bepaling opgenomen dat geen vervuilende voorwerpen aan de grafruimte mogen worden toegevoegd alsmede voorwerpen die de vertering van het lijk kunnen belemmeren of voorkomen.
Dit artikel geeft de verplichtingen weer van het college. De vijf taken die vanwege of onder verantwoording van het college uitgevoerd moeten worden, staan beschreven.
Artikel 10 Register en plaatsregistratie
De wijze waarop de begraafadministratie wordt gevoerd is in dit artikel beschreven. Naast de gegevens die moeten worden geadministreerd is ook de locatiebepaling met behulp van een genummerde plattegrond beschreven. Hiermee voldoet de gemeente aan de wettelijke voorwaarden.
Steenhouwers en hoveniers moeten zich er steeds van bewust zijn dat hun werkzaamheden storend kunnen zijn voor rouwende nabestaanden in het algemeen en tijdens uitvaartplechtigheden in het bijzonder. De toestemming om werkzaamheden op de begraafplaats te verrichten moet vlot aan de steenhouwers of anderen kunnen worden gegeven. Daarom heeft het college het verlenen van die toestemming onder behoud van hun verantwoordelijkheid gemandateerd aan de beheerder.
De bevoegdheid van de beheerder om personen weg te sturen als zij zich niet aan zijn aanwijzingen en de verbodsbepalingen houden, bieden voldoende mogelijkheden om tegen ongewenste activiteiten op te kunnen treden.
Met dit artikel wordt beoogd om plechtigheden ordelijk te doen verlopen. Door te eisen dat de mededeling vijf dagen vooraf moet plaatshebben, kan worden voorkomen dat de plechtigheid samenvalt met een begrafenis. Een begrafenis moet immers volgens de wet uiterlijk op de zesde werkdag na overlijden geschieden.
Bijeenkomsten die het karakter van een plechtigheid te buiten gaan, kunnen het karakter hebben van een openbare manifestatie. Hiervan moet vooraf kennisgeving worden gedaan aan de burgemeester volgens de Wet openbare manifestaties en mogelijk van toepassing zijnde APV bepalingen.
De mededeling dat het college voornemens is om de graven te ruimen (graven schudden is ook een vorm van ruimen) wordt gedaan aan de rechthebbenden op particuliere graven. Particuliere graven worden geruimd als de rechthebbende afstand heeft gedaan van het grafrecht of wanneer rechthebbenden de onderhoudsplicht niet nakomen. Algemene graven kunnen na het verstrijken van de grafrusttermijn van 10 jaar worden geruimd. Het derde lid opent de mogelijkheid ook bij ruiming van algemene graven de stoffelijke overblijfselen een andere bestemming te geven dan die welke genoemd is in het tweede lid. Dat wil zeggen dat de overblijfselen niet worden begraven in het verzamelgraf. Die andere bestemming, zowel voor algemene als particuliere grafruimten, is zo ruim mogelijk omschreven.
Ook is het mogelijk om de overblijfselen opnieuw bij te zetten in een ander particulier graf op dezelfde begraafplaats of deze over te brengen naar een graf op een andere begraafplaats. Indien de herbegraving plaatsvindt in een nieuw particulier graf op een begraafplaats binnen de gemeente Hoogeveen dan vindt dit plaats in aansluiting op de reeds uitgegeven particuliere graven.
De mogelijkheid om een graf te ‘schudden’ wordt middels een technische beschouwing door de beheerder beoordeeld. Bij ‘schudden’ worden de lijken van een vol graf dieper in hetzelfde graf teruggeplaatst om zodoende het graf weer geschikt te maken voor nieuwe begravingen, te bepalen door de rechthebbende. Ofschoon dit beheersmatig wellicht minder gewenst is, omdat er op sommige plaatsen graven veel langer in gebruik zullen zijn dan de naastliggende graven, waardoor systematisch ruimen minder efficiënt wordt, kiezen we toch voor het opnemen van de mogelijkheid van ‘schudden’ om aan de mogelijke wens van de nabestaanden tegemoet te komen en om het beslag op de schaarse ruimte niet onnodig groot te laten zijn. Het beperkt ook de lasten van de nabestaanden.
Een algemeen graf dat gesitueerd is in een aangewezen vak/categorie voor algemene graven op de begraafplaats, kan niet omgezet worden in een graf met uitsluitend recht. Wel kan herbegraving in een graf met uitsluitend recht plaatsvinden op het deel van de begraafplaats waar particuliere graven gesitueerd zijn. Dit onderscheid heeft te maken met de mogelijkheid voor herinrichting en heringebruikname van de betreffende grafvelden op de lange termijn.
Om zo zorgvuldig mogelijk uitvoering te kunnen geven aan ruimingen stelt het college een ruimingsplan vast met daarin helder opgenomen de uit te voeren werkzaamheden en de wijze waarop ruimingen plaatsvinden. Pas wanneer hieraan uitvoering is gegeven wordt overgegaan tot ruiming.
De aard van de werkzaamheden bij het opgraven en ruimen van graven brengt met zich mee dat het bezwaarlijk is om toe te staan dat anderen hierbij aanwezig zijn.
Artikel 15 Historische graven en opvallende grafbedekking
Het is vaak voorgekomen dat graven die van bijzondere waarde zijn, door de werkers op de begraafplaats ondoordacht worden geruimd. De graven kunnen van betekenis zijn: hetzij door de overledene die er begraven ligt dan wel alleen door het gedenkteken dat van funerair historische of kunsthistorische waarde kan zijn. De overledene kan voor de plaatselijke gemeenschap van betekenis zijn geweest zodat wellicht de naam nog bij de volgende generatie bekend is. Het gedenkteken kan opvallen door zijn vormgeving en door het materiaal. Er dient te worden gezorgd dat graven van bekende overledenen niet ondoordacht worden geruimd en dat soms vrij zeldzame voorwerpen op een terrein dat zozeer aan het verleden herinnert, behouden blijven. Bij twijfel over de betekenis van het gedenkteken, is het gewenst om een deskundige te raadplegen.
De lijst is een inventarisatie van gedenkwaardige graven. Daarnaast kan de inhoud van de lijst een hulpmiddel zijn voor het samenstellen van de monumentenlijst.
Artikel 16 Uitgifte en indeling graven
Een graf zal alleen op volgorde van ligging worden toegewezen. Als het een graf betreft waarin maar in één begraaflaag begraven kan worden, kan een naastliggend graf door de rechthebbende worden gereserveerd. Dit zogenaamde dubbelgraf moet direct bij uitgifte van het eerste graf worden gereserveerd en moet op dat deel van de begraafplaats zijn gelegen waar dubbelgraven zijn toegestaan. Het artikel is opgenomen om reserveren van graven te voorkomen op die grafvelden waar dit ongewenst is. Het bevordert efficiënt ruimtegebruik en resulteert in een optimaal gebruik van de beschikbare begraafcapaciteit. Binnen de voorwaarden genoemd in artikel 3j. kan op de begraafplaats Zevenberg afgeweken worden van lid 1, indien nabestaanden kiezen voor een andere grafplek dan aansluitend op de reeds uitgegeven graven.
Artikel 17 Termijn particuliere graven
Het recht op een particulier graf wordt in de gemeente Hoogeveen verleend voor de periode van 10 jaren. Dit betreft een uitsluitend grafrecht. Aansluitend aan de uitgiftetermijn is verlenging mogelijk met een minimale termijn van telkens 1 jaar, zodat in beginsel gekozen kan worden voor eeuwige grafrust. De laatste volzin in lid 1 is opgenomen, omdat sommige rechthebbenden in de veronderstelling verkeren dat de uitgiftetermijn pas begint te lopen aan het eind van het kalenderjaar waarin de begraving heeft plaatsgevonden. De termijn begint echter te lopen op de datum waarop het particuliere graf is uitgegeven.
Artikel 18 Termijnen algemene graven
De belangrijkste reden om dit artikel op te nemen is om onderscheid te maken tussen het uitsluitende recht van een particulier graf en het gebruik van een algemeen graf. Het college bevestigt het gebruik van een algemeen graf met een grafakte. Voor nabestaanden bestaat de mogelijkheid om het algemene graf na afloop van de gebruikstermijn om te zetten in een graf met uitsluitend recht (een particulier graf). Hiertoe worden de nabestaanden vroegtijdig geïnformeerd.
Op iedere begraafplaats wordt gelegenheid gegeven tot het stichten van een grafkelder.
Artikel 20 Overdracht grafrechten
Het is gewenst dat er na overlijden van een rechthebbende een nieuwe rechthebbende wordt aangewezen die de verantwoordelijkheid voor de grafruimte en de daaraan verbonden kosten op zich neemt. Deze bepaling stelt de overschrijftermijn op één jaar. Het vierde lid brengt tot uitdrukking dat de termijn met de nodige soepelheid zal worden gehanteerd.
Dit artikel is opgenomen om buiten twijfel te stellen dat de rechthebbende afstand van het graf kan doen.
Artikel 22 Vervallen grafrechten
Dit artikel beschrijft wanneer grafrechten vervallen zowel door nalatigheid van de rechthebbende of op aanvraag van de rechthebbende als door ingrijpen van het college. Middels dit artikel wordt benadrukt dat alle grafrechten eindig zijn en onder welke voorwaarden deze grafrechten dan eindigen.
Dit artikel geeft het college tevens meer bevoegdheden om op te treden tegen rechthebbenden en gebruikers die in verzuim blijven een op grond van dit besluit op hen rustende verplichting na te komen of daarmee in strijd handelen. Het laten vervallen van grafrechten kan ook een tijdelijk juridisch instrument zijn bij geschillen. De positie van het college als houder van de begraafplaatsen is hiermee versterkt. Het college neemt hiertoe de besluiten.
De mededeling aan de rechthebbende op een particulier graf, dat de grafbedekking zal worden verwijderd, kan in veel gevallen gelijktijdig worden gedaan met de mededelingen dat de graftermijn verstrijkt. De grafbedekking kan ook worden verwijderd nadat het college het grafrecht vervallen heeft verklaard, omdat er na het overlijden van de rechthebbende niet tijdig een nieuwe rechthebbende is aangewezen. In dat geval geldt eveneens het vereiste van de voorafgaande mededeling per brief of door het plaatsen van een bordje bij het graf gedurende minstens een jaar.
Het feitelijke verwijderen van de grafbedekking dient steeds in overleg met de beheerder plaats te vinden.
Artikel 23 Aanbrengen grafbedekking
Dit artikel spreekt voor zich.
Voor het aanbrengen van een gedenkteken is het verplicht vooraf vergunning te vragen bij het college. Deze vergunningseis geldt voor de gedenktekens op algemene en particuliere graven. De gedenktekens dienen op punten als vormgeving, constructie en materiaalkeuze aan bepaalde minimumeisen te voldoen. Deze eisen zijn uitgewerkt in de artikelen 25 en 26.
Artikel 25 Materiaalgebruik gedenkteken
In dit artikel wordt bepaald dat voor gedenktekens alleen duurzame of verduurzaamde materialen mogen worden toegepast. Hieronder worden materialen verstaan die gedurende de uitgiftetermijn niet vergaan. In bijzondere situaties kan het college hiervoor ontheffing verlenen. Het gebruik van palen (stiepen) is niet toegestaan, omdat:
Artikel 26 t/m 29 Situering en afmetingen gedenkteken particulier graf, particulier dubbelgraaf en kindergraf
Het is noodzakelijk de afmetingen voor een graf vast te leggen, opdat ieder voor hetzelfde tarief hetzelfde graf krijgt. Het is dan vanzelfsprekend dat de maten van de grafbedekking moet blijven binnen de maten van het graf. Binnen deze maten hebben nabestaanden alle vrijheid voor het gedenken van een dierbare. Het hanteren van een hoogtemaat is wenselijk, omdat het machinaal delven van een graf belemmerd wordt als sprake is van hogere monumenten. In de praktijk totnogtoe is de maat van 120 centimeter ook de maximale maat.
De situering van een grafbedekking kan belemmerend zijn als die wordt aangebracht hoger dan circa 40 centimeter aan de zijkanten en aan de zijde van het pad. Het is dan moeizaam om in tussenliggende graven een lijk te bezorgen, omdat dan de dragers vrijwel niet naast het tussenliggende graf plaats kunnen nemen. Dit is geen denkbeeldige situatie, maar het komt ongeveer 150 keer per jaar voor. Het plaatsen van hogere grafbedekking aan de zijde van het pad en op de voorste helft van het graf, vanaf het pad gerekend hindert ook het grafdelven, omdat de kraan een draaiende beweging moet maken. Dan is beschadiging van die monumenten een groot risico en dat is zowel voor de nabestaanden als de gemeente uitermate vervelend.
Artikel 30 Afmetingen grafkelder
In dit artikel staan de afmetingen van een grafkelder opgenomen.
Hierin staat beschreven dat de afmetingen zoals opgenomen in artikel 16 ook van toepassing zijn op de beplante oppervlakte van een particulier graf.
Artikel 32 Onderhoud rechthebbende of gebruiker
De rechthebbenden en gebruikers van particuliere graven en algemene graven zijn verplicht de grafbedekking behoorlijk te onderhouden en zo nodig te herstellen. Dit geldt dus voor de gehele grafbedekking, dus zowel het gedenkteken als de grafbeplanting.
Onder dit onderhoud wordt verstaan:
In dit artikel is vastgelegd dat rechthebbenden het onderhoud van het graf aan de gemeente kunnen overdragen. Hier wordt naar de verordening Lijkbezorgingsrechten verwezen.
Dit artikel weerlegt de aansprakelijkheid bij schade naar de rechthebbende. De gemeente stelt zich niet ansprakelijk ondanks dat de gemeente eigenaar wordt van grafbedekkingen op het moment dat deze op de begraafplaats geplaatst worden. Middels het natrekkingsrecht komt de grafbedekking immers in eigendom van de eigenaar van de ondergrond. De aansprakelijkheid is dus weerlegd: Een grafbedekking mag enkel worden geplaatst onder de voorwaarden van dit besluit. De gemeente mag op basis van dit artikel tevens ingrijpen als een gevaarlijke situatie is ontstaan door de grafbedekking te verwijderen dan wel op een andere manier het gevaar weg te nemen.
Artikel 35 Tijdelijke verwijdering
Indien in verband met het begraven in de directe omgeving van een graf het noodzakelijk is dat grafbedekking of andere voorwerpen geplaatst op een naburig graf tijdelijk moet worden
weggenomen, moet de rechthebbende of gebruiker dit gedogen. De gedoogplicht geldt om dezelfde reden ook voor de tijdelijke opslag van grond op een naburig graf. Door of vanwege en voor rekening van de gemeente wordt het graf weer in oude staat hersteld.
Artikel 36 Beslissingsbevoegdheid
Het college beslist bij twijfel over de uitleg van de bepalingen in dit besluit of bij verschil van mening.
Artikel 37 Overgangsrecht en citeertitel
Dit besluit geldt voor alle graven die worden uitgegeven in de genoemde periode tot dit besluit herzien wordt. Alle verkregen rechten blijven van kracht.