| Organisatie | Arnhem |
|---|---|
| Organisatietype | Gemeente |
| Officiële naam regeling | Beleidsregels nummering 2009 |
| Citeertitel | Beleidsregels nummering 2009 |
| Vastgesteld door | college van burgemeester en wethouders |
| Onderwerp | bestuur en recht |
| Eigen onderwerp |
Deze regeling is ingetrokken per 10 maart 2011 ivm inwerkingtreding Uitvoeringsvoorschriften naamgeving en nummering per die datum.
Verordening naamgeving en nummering
Geen.
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
|---|---|---|---|---|---|
| 09-04-2009 | 10-03-2011 | Nieuwe beleidsregels. | 31-03-2009 | 2009.0.015.266 |
We denken er niet bij na, maar hoe vinden we de woning van een vriend, collega of familielid, de winkel of het gebouw waar we werken? Altijd via één uniek kenmerk: het adres. Een adres is opgebouwd uit een plaatsnaam, straatnaam en een nummer. Met een stadsplattegrond vinden we de straat en in de straat lopen we de nummering af en komen we vanzelf op het juiste adres. Maar een adres is meer: het adres komt voor in vrijwel alle documenten, en in veel geautomatiseerde systemen. Om enkele voorbeelden te noemen: personenregisters, woningregisters, bedrijvenregisters, belastingensysteem: daarbij dient het adres veelal als toegang tot deze systemen. Het moge duidelijk zijn dat een goede en uniforme wijze van adressering en registratie van adressen van groot belang is.
De raad heeft de Verordening naamgeving en nummering vastgesteld (hierna: de Verordening).Op grond van deze Verordening is het college bevoegd tot het benoemen van delen van de openbare ruimte, en tot het toekennen van nummers aan objecten. Kortom: tot het toekennen (incl. wijzigen en intrekken) van adressen.
De huidige Verordening en beleidsregels dateren uit 2005. In verband met de Wet basisregistratie adressen en gebouwen (hierna: Wet BAG) die naar verwachting per 1juli 2009 in werking zal treden komt de Verordening grotendeels te vervallen. Ingevolge de Wet BAG kunnen alleen adressen worden toegekend aan een verblijfsobject, een ligplaats of een standplaats. Onder verblijfsobject wordt in dit verband verstaan: de kleinste binnen één of meer panden gelegen en voor woon-, bedrijfsmatige -recreatieve doeleinden geschikte eenheid van gebruik, die ontsloten wordt via een toegang vanaf de openbare weg, een erf of een gedeelde verkeersruimte en die onderwerp kan zijn van rechtshandelingen.
Aanpassing beleidsregels nodig ten behoeve van een administratieve inhaalslag
Objecten die thans niet van een nummer zijn voorzien omdat dat op grond van de huidige regelgeving
c.q. beleidsregels niet kan terwijl dat onder de wet BAG straks wel moet (mits voldaan wordt aan een aantal criteria; voorbeeld: garages, gebouw nutsvoorzieningen) moeten alsnog van een nummer worden voorzien. Om deze administratieve inhaalslag te kunnen uitvoeren moeten de beleidsregels worden aangepast. Daarnaast is aanpassing van de beleidsregels nodig omdat deze nu nummering van objecten mogelijk maken terwijl dat onder de Wet BAG niet meer kan (voorbeeld: bedrijventerreinen, complexen). Gezien deze ontwikkelingen zijn de huidige beleidsregels herschreven. Het resultaat daarvan is verwoord in de Beleidsregels nummering 2009.
Objecten die mogelijk voor toekenning van een nummer in aanmerking komen.
De bouwkundige situatie is bepalend voor het antwoord op de vraag of er sprake is van een afzonderlijk object dat in aanmerking komt voor het toekennen van een nummer. Deze situatie wordt bepaald aan de hand van bouwtekeningen die ten grondslag lagen aan een verleende vergunning. Zijn er geen actuele bouwtekeningen voorhanden die corresponderen met de feitelijke situatie, dan zal deze situatie ter plekke moeten worden beoordeeld.
Een bedrijfsverzamelgebouw is bestemd voor de huisvesting van meerdere bedrijven (meestal kantoren). Als het bedrijfsverzamelgebouw beschikt over een gemeenschappelijke toegangsvoorziening (een centrale receptie) is er sprake van één verblijfsobject, waaraan één nummer wordt toegekend.
Een kantoorpand is een laagbouw-pand dat kantoorruimte bevat. Er kan één bedrijf in gevestigd zijn of meerdere bedrijven. Een kantoorpand met één bedrijf is één verblijfsobject. Zijn er meer bedrijven in een kantoorpand gevestigd dab is elke bedrijfsruimte men een eigen toegang vanaf de openbare weg, een erf of een gedeelde verkeersruimte) een zelfstandig verblijfsobject. In een kantoorverzamelgebouwdat uit meer dan één verdieping bestaat kunnen één of meer bedrijven gevestigd zijn. Als er meerdere bedrijven in het kantoorverzamelgebouw gehuisvest zijn bevinden zich op de respectieve verdiepingen. Er is dan wel een gezamenlijke toegangshal maar geen centrale receptie. Elke verdieping wordt in principe als verblijfsobject afgebakend.
Onzelfstandige woonruimte wordt niet apart genummerd; alleen de woning of het woongebouw waarin zich meerdere onzelfstandige woonruimten bevinden wordt genummerd.
Uitzondering: er wordt een uitzondering gemaakt voor de zogenaamde twee over-één-trap woningen. In een twee over-één-trap woning moet men via het trappenhuis de (hal van de)) woning van iemand anders doorkruisen om de eigen woning te bereiken. Er is geen sprake van een eigen toegang vanaf de openbare weg of een gedeelde verkeersruimte. Volgens de definitie van verblijfsobjecten zouden deze eenheden geen verblijfsobjecten zijn. In deze gevallen is dat ongewenst en wordt een uitzondering op de definitie gemaakt: de eenheden bij een twee over-één-trap woning worden wel als afzonderlijke verblijfsobjecten afgebakend.
De beoordeling van een verroek om toekenning van een nummer aan woonruimte
Als een verzoek wordt ingediend om toekenning van een nummer aan een pand dat niet als woning te boek staat, of als blijkt dat het nummer nog niet voorkomt in de Centrale Adressen Registratie, moet uit een verleende bouwvergunning blijken dat het pand geschikt (te maken) is om als zelfstandige woonruimte te fungeren vóórdat aan het betreffende pand een nummer wordt toegekend.
Regeling van gevolgen van besluiten tot wijziging van naamgeving of van nummering
Uitgangspunt is dat wijziging van de naamgeving van (delen van) straten en van de nummering zo veel mogelijk wordt vermeden. Tussen het besluit tot wijziging en de uitvoering van de wijziging dient minimaal een half jaar tijd te liggen, zodat bewoners en bedrijven zich op de gewijzigde situatie kunnen voorbereiden. Binnen deze periode kunnen ter plekke het oude en het nieuwe nummer naast elkaar worden gebruikt. Het oude nummer wordt met een kruis doorgehaald. Particulieren kunnen maximaal 50 adreswijzigingkaarten krijgen. Bedrijven kunnen maximaal duizend adresstickers krijgen. Bijzondere gevallen, zoals sterk naar buiten tredende bedrijven met een groot klantenpotentieel, worden op zichzelf bezien. Dergelijke bedrijven worden in de gelegenheid gesteld hun zienswijze naar voren te brengen in het kader van de voorbereiding van het wijzigingsbesluit.
Werkwijze bij vernummeren, splitsen of samenvoegen
Ingevolge het bepaalde in de Algemene wet bestuursrecht wordt in geval van vernummering, splitsing of samenvoeging van adressen, aan belanghebbenden (eigenaar en gebruiker) een ontwerpbesluit toegezonden. In dat ontwerpbesluit is aangegeven dat de gemeente voornemens is het adres te wijzigen en wat het nieuwe adres zal worden. Belanghebbenden krijgen 4 weken de tijd om hun zienswijze op dit voornemen kenbaar te maken. Na verwerking van eventuele binnengekomen zienswijzen wordt aan belanghebbenden een definitieve nummerbeschikking toegezonden.
Nummertoekenning na splitsing van objecten
Het toekennen van nummers na splitsing geschiedt overeenkomstig het bepaalde in artikel 1 van bijlage A bij de Verordening.
Het laten vervallen van nummers in verband met samenvoeging van objecten
Het nummer behorend bij de toegang welke onbruikbaar wordt gemaakt, komt te vervallen. Indien sprake is van één object met meerdere ingangen, krijgt het object één nummer, overeenkomstig het bepaalde in artikel 1 van bijlage A bij de Verordening.
Indien er sprake is van samenvoeging van objecten en er wordt geen toegang onbruikbaar gemaakt gelden de volgende uitgangspunten: Bij samenvoeging van twee:
* boven elkaar gelegen objecten komt het nummer van het bovenste object
* naast elkaar gelegen objecten komt het hoogste nummer te vervallen, dan wel, in geval van verfijning middels toevoeging van een letter, het nummer met de toevoeging, dan wel, in geval van verfijning middels toevoeging van een cijfer, het nummer met de toevoeging met het hoogste cijfer.
Toelichting bij de Beleidsregels Nummering
Het nummeren van objecten dient het algemeen belang en betreft de huishouding van de gemeente. Het oogmerk is niet alleen de vindbaarheid, maar ook elk object, samen met de straatnaam, 'uniek' te maken. De Verordening naamgeving en nummering draagt het nummeren van objecten op aan burgemeester en wethouders. Burgemeester en wethouders hebben hun bevoegdheid om te nummeren gemandateerd aan de directeur van de Dienst Stadsbeheer. De beleidsregels nummering 2009 bieden de basis voor het uitvoeren van de administratieve inhaalslag die nodig is in verband met de invoering van de Wet BAG.
De regeling van gevolgen van besluiten tot wijziging van adressering en nummering is voornamelijk gericht op een vorm van compensatie. Uitgangspunt is om vernummering van (delen van) straten zo veel mogelijk te voorkomen. In een dynamische omgeving als een stad is dit echter niet altijd te voorkomen. Inbreiding, splitsing, verbouwingen en het handhaven van een consistent 'nummerbeeld' kan aanleiding geven tot vernummering van bestaande objecten. Vernummering kan leiden tot schade voor de eigenaar en gebruiker van het 'getroffen' object. De beleidsregels geven uitsluitsel op welke wijze belanghebbenden (eigenaar en gebruiker) tegemoet worden gekomen.
Inherente afwijkingsbevoegdheid
Beleidsregels kennen, in tegenstelling tot nadere regels, een inherente afwijkingsbevoegdheid. Er wordt overeenkomstig de beleidsregels gehandeld, tenzij dat voor een of meer belanghebbenden gevolgen zou hebben die wegens bijzondere omstandigheden onevenredig zijn in verhouding tot de met de beleidsregels te dienen doelen; zie in dat verband artikel 4:84 van de Algemene wet bestuursrecht.