Organisatie | Voorschoten |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Beleidsregels inzage bouwtekeningen c.a. |
Citeertitel | Beleidsregels inzage bouwtekeningen gemeente Voorschoten |
Vastgesteld door | college van burgemeester en wethouders |
Onderwerp | bestuur en recht |
Eigen onderwerp | Beleidsregels inzage bouwtekeningen |
Geen
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
20-09-2013 | nieuwe regeling | 10-09-2013 Groot Voorschoten, 19-09-2013 | 3205 |
Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Voorschoten;
Gelet op de artikelen 10 en 11 van de Wet openbaarheid van bestuur, de artikelen 14 tot en met 17 van de Archiefwet en artikel 4:81 van de Algemene wet bestuursrecht;
Vast te stellen de volgende Beleidsregels inzage bouwtekeningen c.a.
Deze beleidsregels hebben betrekking op de inzage van tekeningen behorend bij een aanvraag om een vergunning bij of krachtens de Woningwet, de Wet ruimtelijke ordening, de Monumentenwet, de Wet milieubeheer en de Wet algemene bepalingen omgevingsbeheer.
Op deze beleidsregels zijn de begrippen en de artikelen uit en de toelichting op de Wet openbaarheid van bestuur van toepassing.
De archiefbescheiden die in een archiefbewaarplaats berusten zijn ingevolge de Archiefwet openbaar. Die openbaarheid kan ingevolge artikel 15, eerste lid, beperkt worden op grond van de eerbiediging van de persoonlijke levenssfeer, het belang van de Staat of zijn bondgenoten dan wel het anderszins voorkomen van onevenredige bevoordeling of benadeling van betrokken natuurlijke rechtspersonen dan wel van derden.
Op grond van artikel 3, eerste lid van de Wet openbaarheid van bestuur (Wob) kan een ieder een verzoek om informatie neergelegd in documenten over een bestuurlijke aangelegenheid richten tot een bestuursorgaan. Bouwvergunningen c.q. omgevingsvergunningen zijn bestuurlijke documenten die in principe openbaar zijn voor eenieder die daarom verzoekt. De bouwtekeningen, waarop de vergunning gebaseerd is, zijn onlosmakelijk verbonden met de vergunning en kunnen dus geraadpleegd worden.
Op grond van de uitzonderingsgronden genoemd in artikel 10 en 11 van de Wob is het mogelijk om de inzage in de bouwtekeningen te weigeren. Het college weigert op grond van artikel 10 lid 1 onder a en b, van de Wob als er gevaar is voor de eenheid van de Kroon en de veiligheid van de Staat en kan weigeren als het van oordeel is dat het belang van openbaarheid in het concrete geval niet opweegt tegen het belang van betrokkenen (diplomatieke betrekkingen, eigenaren, huurders). In de praktijk blijkt dat de bouwtekeningen voornamelijk geraadpleegd worden door projectontwikkelaars, makelaars, architecten en personen die een bouwwerk willen oprichten en verbouwen. Bouwtekeningen worden daarnaast ook met enige regelmaat opgevraagd door politie, brandweer, diensten voor volksgezondheid en andere hulpdiensten ten behoeven van hun taakvervulling.
Deze regeling formaliseert de huidige werkwijze. Uit de afwijzingsgronden is geïnventariseerd dat het hierbij gaat om veiligheidsgevoelige gronden en objecten, waarbij met name genoemd kunnen worden gronden en bouwwerken ten behoeven van het Koninklijk Huis, ambassades, consulaten, diplomatenwoningen, banken en het politiebureau. Dit sluit aan bij de Wet bescherming staatsgeheimen. Deze opsomming is niet limitatief, want er kunnen ook gronden of objecten zijn die op voorhand niet veiligheidsgevoelig zijn in te schatten. Inzage in de tekeningen voor deze veiligheidsgevoelige objecten is echter wel mogelijk, als aan een aantal vereisten is voldaan, waaronder de toestemming van de persoon of instantie van de vergunninghouder en een geldig legitimatiebewijs tonen bij het inzien van de tekeningen. Afschriften worden ook enkel aan de aanvrager in persoon afgegeven.
Tekeningen van andere objecten kunnen worden ingezien, tenzij sprake is van onevenredige bevoor- of benadeling van bij de aangelegenheid betrokken natuurlijke of rechtspersonen dan wel van derden. Dit is echter casuïstiek en niet in beleidsregels te vatten. Daarvan is ook afgezien omdat vrijwel alle tekeningen betreffende die objecten tijdens en na afronding van de procedure ter inzage liggen. Voor zover het argument is gelegen in het voorkomen van criminaliteit, wordt opgemerkt dat uit onderzoek door het Ministerie van Binnenlandse Zaken op dit onderwerp blijkt dat bouwtekeningen van deze objecten voor criminelen geen relevante informatie bevatten.