Organisatie | Baarn |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | 1e Wijziging Beleidsregels Huisvestingsverordening Baarn 2013 |
Citeertitel | 1e Wijziging Beleidsregels Huisvestingsverordening Baarn 2013 |
Vastgesteld door | college van burgemeester en wethouders |
Onderwerp | volkshuisvesting en woningbouw |
Eigen onderwerp |
Geen
1e wijziging Huisvestingsverordening Baarn 2013, artikel 2.8.3 en 2.8.4
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
03-10-2013 | 01-07-2015 | Aanpassing regeling | 09-07-2013 Baarns Weekblad, week 40 van 2013 en het Elektronisch Gemeenteblad, 2 oktober 2013, week 40, nr. 66 | 13CV000289 |
In deze beleidsregels worden de begrippen gehanteerd zoals omschreven in artikel 1.1 van de Huisvestingsverordening Baarn 2013. Aanvullend daarop worden de volgende begrippen gehanteerd:
a. verordening: de 1e wijziging Huisvestingsverordening Baarn 2013.
b. Eemborg: complex met appartementen van Eemland Wonen aan de Prof. Krabbelaan en Drakenburgerweg.
c. Namasté: complex met appartementen van Dudok Wonen op het instellingsterrein van Sherpa.
d. Wiekslag: complex met aanleunwoningen van Gooi- en Omstreken aan de Prof. Krabbelaan.
Artikel 3: Toewijzingsregels complex Eemborg
Voor de toewijzing van huurwoningen in complex Eemborg geldt, in afwijking van artikel 2.5.2, lid 2 van de verordening, dat er geen eisen worden gesteld aan de omvang van het huishouden.
Artikel 5: Voorrangsregeling terugkeerders Nieuwe Oosterhei
In aanvulling op de verordening geldt voor de nieuw op te leveren huurwoningen met een huurprijs tot de huurprijsgrens in het vernieuwingsgebied Nieuwe Oosterhei de volgende voorrangsregels:
Deze 1e wijziging Beleidsregels Huisvestingsverordening Baarn 2013 treedt in werking 1 dag na bekendmaking.
burgemeester en wethouders van Baarn,
gemeentesecretaris burgemeester
Toelichting op de Beleidsregels Huisvestingsverordening Baarn 2013
Hieronder worden – waar nodig – artikelen uit deze beleidsregels nader toegelicht.
Lid 3: Wanneer bijvoorbeeld in de afgelopen drie kalenderjaren respectievelijk 100, 150 en 200 woonruimtes in de huursector zoals bedoeld in artikel 2.3.1, sub a van de verordening, dan geldt dat in het huidige jaar maximaal 30% van 150 (het gemiddelde over de drie voorgaande jaren) woonruimten via het lokaal maatwerk mag worden toegewezen. In dit voorbeeld zijn dat dan 45 woningen.
Lid 4: Wanneer bijvoorbeeld 45 woningen via lokaal maatwerk mogen worden toegewezen, en 20% van alle woningzoekende huishoudens betreft jongeren t/m 30 jaar, 35% betreft senioren vanaf 65 jaar en 45% betreft overige huishoudens, dan worden de 45 woningen voor lokaal maatwerk op de volgende manier verdeeld (afgerond): 9 gelabeld voor jongeren t/m 30 jaar, 16 gelabeld voor senioren vanaf 65 jaar, en 20 voor de overige huishoudens. Woningen die worden toegewezen op basis van lid 2 van dit artikel worden in mindering gebracht op de ruimte per doelgroep.
De werkelijke aantallen die gebruikt worden voor de invulling van lid 3 en 4 van artikel 2 worden jaarlijks berekend en verantwoord aan de provincie.