Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Hollands Kroon

Verordening op de heffing en invordering van de forensenbelasting 2014

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieHollands Kroon
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingVerordening op de heffing en invordering van de forensenbelasting 2014
CiteertitelVerordening forensenbelasting 2014
Vastgesteld doorgemeenteraad
Onderwerpfinanciën en economie
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Deze verordening vervangt de Verordening forensenbelasting 2013. Datum ingang heffing 01-01-2014

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

artikel 223 Gemeentewet

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

31-10-201301-01-2015nieuwe regeling

01-10-2013

CTR 30 oktober 2013

Agendapunt 14

Tekst van de regeling

Intitulé

Verordening op de heffing en invordering van de forensenbelasting 2014

Agendapunt

14

 

Onderwerp

Verordening forensenbelasting 2014

 

De gemeenteraad van Hollands Kroon

Gelezen het voorstel van college van burgemeester en wethouders van 30 juli 2013

Besluit:

Vast te stellen:

 

 

De raad van de gemeente Hollands Kroon;

gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 27 augustus 2013 ;

gelet op artikel 223 van de Gemeentewet

 

b e s l u i t :

 

vast te stellen de

 

Verordening op de heffing en invordering van de forensenbelasting 2014

Artikel 1 – Begripsomschrijvingen

Voor de toepassing van deze verordening wordt verstaan onder woning: een gemeubileerde woning als bedoeld in artikel 223 van de Gemeentewet.

Artikel 2 - Belastbaar feit en belastingplicht

  • 1.

    Onder de naam 'forensenbelasting' wordt een directe belasting geheven van de natuurlijke personen, die, zonder in de gemeente hoofdverblijf te hebben, er op meer dan 90 dagen van het belastingjaar voor zich of hun gezin een gemeubileerde woning beschikbaar houden.

  • 2.

    Of iemand in de gemeente hoofdverblijf heeft, wordt naar de omstandigheden beoordeeld.

Artikel 3 – Vrijstellingen

Niet belastingplichtig is degene die ter tijdelijke waarneming van een openbare betrekking of ter bijwoning van de vergaderingen van een algemeen vertegenwoordigend lichaam, waarvan hij het lidmaatschap bekleedt, dan wel ingevolge last of bevel van de overheid, buiten de gemeente van zijn hoofdverblijf vertoeft.

Artikel 4 - Maatstaf van heffing en belastingtarief

De belasting bedraagt:

  • 1.

    Voor een stacaravan € 190,60

  • 2.

    Voor een huisje staande op een kampeerplaats € 418,20

  • 3.

    Voor een ander gemeubileerde woning, niet vallende onder 1 of 2 € 455,30

Artikel 5 - Belastingjaar

Het belastingjaar is gelijk aan het kalenderjaar.

Artikel 6 - Wijze van heffing

De belasting wordt bij wege van aanslag geheven.

Artikel 7 - Termijnen van betaling

  • 1.

    In afwijking van artikel 9, eerste lid, van de Invorderingswet 1990 moeten de aanslagen worden betaald in twee gelijke termijnen waarvan de eerste vervalt op de laatste dag van de maand volgend op de maand die in de dagtekening van het aanslagbiljet is vermeld en de tweede twee maanden later.

  • 2.

    In afwijking van het eerste lid geldt ;

    • a.

      zolang de verschuldigde bedragen door middel van automatische betalingsincasso kunnen worden afgeschreven, dat de aanslagen moeten worden betaald in acht gelijke termijnen. De eerste termijn vervalt één maand na dagtekening van het aanslagbiljet en elk van de volgende termijnen telkens een maand later.

    • b.

      In afwijking op lid 2 sub a van dit artikel moet in geval het totale aanslagbedrag, van op één aanslagbiljet verenigde aanslagen of als het aanslagbiljet maar één aanslag bevat, kleiner is dan

€ 80,00 of meer bedraagt dan € 2.000, de aanslag in twee gelijke bedragen worden betaald, conform lid 1 van dit artikel.

2.De Algemene Termijnenwet is niet van toepassing op de in de voorgaande leden gestelde termijnen.

Artikel 8 – Kwijtschelding

Bij de invordering van de forensenbelasting wordt geen kwijtschelding verleend.

Artikel 9 - Nadere regels door het college van burgemeester en wethouders

Het college van burgemeester en wethouders kan nadere regels geven met betrekking tot de heffing en de invordering van de forensenbelasting.

Artikel 10 – Overgangsrecht

De ’Verordening forensenbelasting 2013’ van 20 december 2012 wordt ingetrokken met ingang van de in artikel 11, tweede lid, genoemde datum van ingang van de heffing, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.

Artikel 11 - Inwerkingtreding

1.Deze verordening treedt in werking met ingang van de eerste dag na die van bekendmaking.

2.De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2014

Artikel 12 - Citeertitel

Deze verordening wordt aangehaald als: ’Verordening forensenbelasting 2014’.

Aldus vastgesteld in de openbare raadsvergadering van 1 oktober 2013.

Griffier Voorzitter