Organisatie | Oudewater |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Verordening op de uitgangspunten voor het financieel beleid, alsmede de regels voor het financieel beheer en voor de inrichting van de financiële organisatie van de gemeente Oudewater |
Citeertitel | Financiële verordening gemeente Oudewater 2008 |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | bestuur en recht |
Eigen onderwerp |
Geen.
Gemeentewet, art. 212
Geen.
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
01-01-2009 | 01-01-2015 | Nieuwe regeling | 10-07-2008 Onbekend | Raad 200800247 |
De raad van de gemeente Oudewater;
gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders;
gelet op artikel 212 van de Gemeentewet,
Verordening op de uitgangspunten voor het financieel beleid, alsmede de regels voor het financieel beheer en voor de inrichting van de financiële organisatie van de gemeente Oudewater.
Hoofdstuk 1 Inleidende bepalingen
In deze verordening wordt verstaan onder:
iedere organisatorische eenheid binnen de gemeentelijke organisatie met een eigen rechtstreekse verantwoordelijkheid aan het college.
het systematisch verzamelen, vastleggen, verwerken en verstrekken van informatie ten behoeve van het besturen, het functioneren en het beheersen van (onderdelen van) de organisatie van de gemeente Oudewater en ten behoeve van de verantwoording die daarover moet worden afgelegd.
Hoofdstuk 2 Begroting en verantwoording
Artikel 3 Inrichting begroting en jaarstukken
Bij de uiteenzetting van de financiële positie van de begroting wordt van de nieuwe investeringen per investering het benodigde investeringskrediet weergegeven en wordt van de lopende investeringen het geautoriseerde investeringskrediet en de raming van de uitputting van het krediet in het lopende boekjaar weergegeven.
Artikel 4 Autorisatie begroting en investeringskredieten en begrotingswijzigingen
Bij de begrotingsbehandeling geeft de raad aan van welke nieuwe investeringen hij op een later tijdstip een apart voorstel voor autorisatie van het investeringskrediet wil ontvangen. De overige nieuwe investeringen worden bij de begrotingsbehandeling met het vaststellen van de begroting geautoriseerd.
Artikel 5 Tussentijdse rapportages
De tussentijdse rapportage bevat een uiteenzetting over de uitvoering en de bijstelling van het beleid en een overzicht met de bijgestelde raming van:
a. Zowel de baten als de lasten per programma;
b. de (beoogde) toevoegingen en onttrekkingen aan reserves per programma;
c. de resultaten uit grondexploitatie;
d. de realisatie en raming van de uitputting van de investeringskredieten;
De materiele vaste activa met economisch nut worden, met uitzondering van de bedrijfsmiddelen, lineair afgeschreven in maximaal:
a. 40 jaar: gebouwen inclusief schoolgebouwen
b. 25 jaar: grond- weg en waterbouw
c. 25 jaar: restauratie, renovatie gebouwen inclusief schoolgebouwen
d. 10 jaar: machines, apparaten, installaties en vervoermiddelen
e. 5 jaar: overige materiële vaste activa
Activa met economisch nut en een verkrijgingprijs van minder dan € 5.000,-- worden niet geactiveerd, uitgezonderd gronden en terreinen. Deze laatst genoemden worden altijd geactiveerd.
Aankoop en vervaardiging van activa met een meerjarig maatschappelijk nut worden onder aftrek van bijdragen van derden en bestemmingsreserves ten laste van de exploitatie gebracht. Indien hiervan bij raadsbesluit wordt afgeweken wordt het actief lineair afgeschreven over de verwachte levensduur van het actief of een kortere door de raad aan te geven tijdsduur.
Artikel 9 Financieringsfunctie
Het college zorgt bij de uitoefening van de financieringsfunctie, onverminderd het bepaalde in het treasurystatuut, voor:
a. het aantrekken van voldoende financiële middelen en het uitzetten van overtollige gelden om de programma’s binnen de door de raad vastgestelde kaders van de begroting uit te voeren;
b. het beheersen van de risico’s verbonden aan de financieringsfunctie zoals renterisico’s, koersrisico’s en kredietrisico’s;
c. het beperken van de kosten van leningen en het bereiken van een voldoende rendement op uitzettingen;
d. het beperken van de interne verwerkingskosten en externe kosten bij het beheren van de geldstromen en financiële posities.
Het college neemt bij het uitvoeren van de financieringsfunctie de volgende richtlijnen in acht:
a. het uitzetten van overtollige geldmiddelen gebeurt uitsluitend binnen de “Overeenkomst Financiële Dienstverlening” met de NV Bank voor Nederlandsche Gemeenten en bij financiële instellingen met minimaal een triple A rating;
b. overtollige geldmiddelen worden uitsluiten uitgezet tegen vastrentende waarden, danwel in producten waarbij de hoofdsom tenminste aan het eind van de looptijd in tact is;
c. derivaten worden uitsluitend gebruikt voor het beperken van financieel risico’
d. voor het aantrekken van financieringen met een looptijd langer dan 1 jaar worden tenminste 2 prijsopgaven bij verschillende financiële instellingen gevraagd.
e. Overeenkomsten voor het aangaan van leningen, het uitzetten van middelen of het verlenen van garanties luiden in euro’s.
Bij het uitzetten van middelen, het verstrekken van garanties en het aangaan van financiële:
a. participaties uit hoofd van de publieke taak bedingt het college indien mogelijk zekerheden.
b. Het college motiveert in zijn besluit het openbaar belang van dergelijke uitzettingen van
c. middelen, verstrekkingen van garanties en financiële participaties.
Hoofdstuk 4 Financieel beheer en interne controle
De administratie is zodanig van opzet en werking, dat zij dienstbaar is voor:
a. het sturen en het beheersen van activiteiten en processen in de gemeente als geheel en in de sectoren;
b. het verstrekken van informatie over ontwikkelingen in de omvang van activa met economisch nut, activa met maatschappelijk nut, voorraden, vorderingen, schulden, contracten, enzovoorts;
c. het verstrekken van informatie aan de budgethouders over uitputting van de toegekende budgetten en investeringskredieten en voor het maken van kostencalculaties;
d. het verschaffen van informatie over indicatoren met betrekking tot de gemeentelijke productie van goederen en dienstenen de maatschappelijke effecten van het gemeentelijke beleid;
e. het afleggen van verantwoording over de rechtmatigheid, de doelmatigheid en de doeltreffendheid van het gevoerde bestuur in relatie tot de gestelde beleidsdoelen, de begroting en relevante wet- en regelgeving;
f. de controle van de registratie van gegevens als zodanig en van de daaraan ontleende informatie alsmede voor de controle op de rechtmatigheid, de doelmatigheid en de doeltreffendheid van het gevoerde bestuur in relatie tot de gestelde beleidsdoelen, de begroting en relevante wet- en regelgeving.
Het college zorgt ten behoeve van het getrouwe beeld van de jaarrekening en de rechtmatigheid van de baten en lasten en de balansmutaties voor de jaarlijkse interne toetsing van de getrouwheid van de informatieverstrekking, en de rechtmatigheid van de beheershandelingen. Bij afwijking neemt het college maatregelen tot herstel.
Hoofdstuk 5 Financiële organisatie
Artikel 13 Financiële organisatie
Het college zorgt voor en legt vast:
a. een eenduidige indeling van de gemeentelijke organisatie en een eenduidige toewijzing van de gemeentelijke taken aan de sectoren;
b. een adequate scheiding van taken, bevoegdheden, verantwoordelijkheden, zodat aan de eisen van interne controle wordt voldaan en de betrouwbaarheid van de verstrekte informatie aan beleids- en beheersorganen is gewaarborgd;
c. de verlening van mandaten en volmachten voor het aangaan van verplichtingen ten laste van de toegekende budgetten en investeringskredieten;
d. de regels voor taken en bevoegdheden, de verantwoordingsrelaties en de bijbehorende informatievoorziening van de financieringsfunctie;
e. de kostenverdeelsleutels voor het eenduidig toewijzen van lasten en baten aan de producten van de productenraming en de productrealisatie.