Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Werk en Inkomen Lekstroom

Beleidsregels individuele bijzondere bijstand Werk en Inkomen Lekstroom

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieWerk en Inkomen Lekstroom
OrganisatietypeRegionaal samenwerkingsorgaan
Officiële naam regelingBeleidsregels individuele bijzondere bijstand Werk en Inkomen Lekstroom
CiteertitelBeleidsregels bijzondere bijstand WIL
Vastgesteld dooralgemeen bestuur
Onderwerpmaatschappelijke zorg en welzijn
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

artikel 35 Wet werk en bijstand

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

26-06-201301-05-201311-06-2016start nieuwe organisatie

20-06-2013

Houten: Houtens Nieuws van 3 juli 2013, IJsselstein: Zenderstreeknieuws 3 juli 2013, Nieuwegein: De Molenkruier van 3 juli 2013, Lopik: Het Kontakt van 25 juni 2013, Vianen: Het Kontakt 25 jun 2013

Onbekend

Tekst van de regeling

Intitulé

Beleidsregels individuele bijzondere bijstand Werk en Inkomen Lekstroom

Het dagelijks bestuur van Werk en Inkomen Lekstroom

 

Gelet op artikel 35 van de Wet werk en bijstand

 

Besluit de volgende beleidsregels voor individuele bijzondere bijstand vast te stellen:

 

 

 

B eleidsregels individuele bijzondere bijstand Werk en Inkomen Lekstroom

In de Wet werk en bijstand worden regels gegeven voor de bijstandsverlening in de algemene en bijzondere bestaanskosten. De algemene bijstand is de periodieke normbijstand, die voorziet in de algemeen noodzakelijke bestaanskosten (artikel 11 WWB).

Belanghebbende of het gezin heeft recht op bijzondere bijstand voor zover de belanghebbende of het gezin niet beschikt over de middelen om te voorzien in de uit bijzondere omstandigheden voortvloeiende noodzakelijke kosten van het bestaan en de draagkracht van belanghebbende te boven gaan.

Voor de verlening van bijzondere bijstand is het geen vereiste dat men algemene periodieke bijstand ontvangt. Ook personen met een andersoortig inkomen kunnen een beroep doen op de bijzondere bijstand.

In deze beleidsregels is vastgelegd welke regels gelden voor individuele bijzondere bijstand die wordt uitgevoerd door Werk en Inkomen Lekstroom, in opdracht van de gemeenten Houten, IJsselstein, Lopik, Nieuwegein en Vianen. Deze beleidsregels vormen de grondslag voor te nemen besluiten.

Het dagelijks bestuur van Werk en Inkomen Lekstroom

Gelet op artikel 35 van de Wet werk en bijstand

Besluit de volgende beleidsregels voor individuele bijzondere bijstand vast te stellen:

Artikel 1. Begripsbepalingen

In deze regeling wordt verstaan onder:

a.

De wet:

Wet werk en bijstand (WWB)

b.

Dagelijks bestuur:

het dagelijks bestuur van de gemeenschappelijke regeling ‘Werk en inkomen Lekstroom’

c.

Belanghebbende:

degene wiens belang rechtstreeks bij een besluit is betrokken

d.

Bijzondere bijstand:

de bijstand, bedoeld in artikel 35, eerst lid WWB

e.

Draagkracht:

het gedeelte van het inkomen of vermogen dat aangewend dient te worden voor bijzondere kosten

f.

Draagkrachtperiode:

de periode waarover de financiële draagkracht van een belanghebbende wordt vastgesteld

g.

Wht:

Wet op de huurtoeslag

h.

WIL:

Werk en inkomen Lekstroom

In deze beleidsregel worden, tenzij anders vermeld, dezelfde begripsbepalingen gebruikt als in de Wet werk en bijstand

Artikel 2 aard van de bijzondere bijstand

  • 1.

    Bijzondere bijstand, zoals aangegeven in artikel 35 van de WWB, wordt verstrekt als bijzondere omstandigheden in het individuele geval leiden tot noodzakelijke kosten van het bestaan, waarin het inkomen niet voorziet, die niet gedekt worden door voorliggende voorzieningen en die niet uit de draagkracht kunnen worden voldaan.

  • 2.

    Bijzondere bijstand is maatwerk op het gebied van noodzakelijke kosten. Niet de aard van de kosten, maar de individuele omstandigheden van personen bepalen de bijzonderheid van bestaanskosten.

Artikel 3 de wijze en het tijdstip van aanvragen

  • 1.

    Het dagelijks bestuur stelt het recht op bijzondere bijstand op schriftelijke aanvraag vast

  • 2.

    De bijstand wordt door de gehuwden gezamenlijk aangevraagd, dan wel door één van hen met schriftelijk toestemming van de ander.

  • 3.

    Bijzondere bijstand wordt in beginsel niet nadat de kosten zijn gemaakt verstrekt.

  • 4.

    Bijzondere bijstand wordt voordat de kosten worden gemaakt schriftelijk aangevraagd.

  • 5.

    In sommige situaties kan een aanvraag met terugwerkende kracht van 3 maanden ingediend worden.

Artikel 4 draagkracht

Bijzondere bijstand wordt verleend met inachtneming van de draagkracht van de belanghebbende en zijn gezin.

Artikel 5 vaststelling draagkracht

  • 1.

    De draagkracht wordt berekend over het netto besteedbaar inkomen, te weten:

    • -

      Netto loon/uitkering per maand inclusief vakantiegeld

    • -

      Alle heffingskortingen van de belastingdienst waar een klant recht op heeft

    • -

      Pensioen

    • -

      Partner/kinder alimentatie

    • -

      Eindejaarsuitkering

    • -

      Wajong korting

  • 2.

    Het vermogen boven het vrij te laten vermogen zoals bedoeld in artikel 34 WWB wordt voor de vaststelling van de draagkracht geheel in aanmerking genomen.

  • 3.

    Bij het vermogen als genoemd in het tweede lid wordt één maand van de geldende bijstandsnorm buiten beschouwing gelaten.

  • 4.

    WIL hanteert geen drempelbedrag.

Artikel 6 draagkrachtpercentage

  • 1.

    De gemeenten Houten, IJsselstein, Lopik, Nieuwegein en Vianen hebben in de lokale beleidsregels vastgesteld vanaf welk inkomen de draagkracht berekend wordt, te weten:

    - Gemeente Houten inkomensgrens 100%

    - Gemeente IJsselstein inkomensgrens 110%

    - Gemeente Lopik inkomensgrens 100%

    - Gemeente Nieuwegein inkomensgrens 100%

    - Gemeente Vianen inkomensgrens 105%

  • 2.

    Voor de vaststelling van de draagkracht wordt het gedeelte van het inkomen dat meer bedraagt dan het inkomen als genoemd in het eerste lid van de gemeente waar belanghebbende woont in aanmerking genomen. Het draagkrachtpercentage is 35%.

Artikel 7 draagkrachtperiode

  • 1.

    De draagkracht wordt vastgesteld voor een periode van 12 maanden, vanaf de eerste dag van de maand waarin de aanvraag voor bijzondere bijstand wordt ingediend of waarop de bijstandsverlening betrekking heeft.

  • 2.

    Voor de vaststelling van de draagkracht als bedoeld in het eerste lid wordt de draagkracht die is vastgesteld per maand toegerekend naar een periode van 12 maanden.

  • 3.

    De vastgestelde draagkracht als bedoeld in het tweede lid wordt in geval van incidentele bijzondere bijstand in één keer in mindering gebracht op de verstrekking.

  • 4.

    In geval van periodieke verlening van bijzondere bijstand wordt de draagkracht verspreid over de maanden waarover de bijzondere bijstand wordt verstrekt en naar evenredigheid in mindering gebracht op de verstrekking.

  • 5.

    Bij elke volgende aanvraag bijzondere bijstand in het draagkrachtjaar wordt rekening gehouden met het beslag dat al op de draagkracht is gelegd door eerdere afwijzingen of gedeeltelijke toewijzingen van bijzondere bijstand.

Artikel 8 de hoogte en vorm van de bijstand

  • 1.

    Bij vaststelling van de hoogte van de bijstand wordt uitgegaan van de goedkoopst mogelijke adequate voorziening.

  • 2.

    In voorkomende gevallen wordt een mogelijke besparing van de kosten die algemeen gebruikelijk zijn op de bijzondere bijstand in mindering gebracht.

  • 3.

    Bijzondere bijstand voor de kosten die noodzakelijk en gebruikelijk zijn worden in de vorm van leenbijstand verstrekt.

  • 4.

    Bijzondere bijstand voor de kosten die noodzakelijk en niet gebruikelijk zijn worden om niet verstrekt.

Artikel 9 vergoedingen bijzondere bijstand

Bij het toekennen van bijzondere bijstand wordt het lokale beleid van de gemeente waarin belanghebbende woont gevolgd.

Artikel 10 woonkostentoeslag

  • 1.

    Indien een eigen woning wordt bewoond of een huurwoning wordt bewoond waarbij geen aanspraak gemaakt kan worden op een bijdrage op grond van de Wht kan gedurende maximaal één jaar een woonkostentoeslag worden verleend.

  • 2.

    Indien een woning wordt bewoond waarvan de woonlasten hoger zijn dan de subsidiabele maximale huurgrens op grond van de Wht wordt belanghebbende op grond van artikel 55 WWB de aanvullende verplichting opgelegd dat hij actief op zoek gaat naar woonruimte en dat hij passende goedkopere woonruimte accepteert.

  • 3.

    De gemeenten Houten, IJsselstein, Lopik, Nieuwegein en Vianen hebben in de lokale beleidsregels vastgesteld vanaf welk inkomen de draagkracht bij woonkostentoeslag berekend wordt, te weten:

    - Gemeente Houten inkomensgrens 100%

    - Gemeente IJsselstein inkomensgrens 100%

    - Gemeente Lopik inkomensgrens 100%

    - Gemeente Nieuwegein inkomensgrens 100%

    - Gemeente Vianen inkomensgrens 100%

  • 4.

    Voor de vaststelling van de draagkracht wordt het gedeelte van het inkomen dat meer bedraagt dan het inkomen als genoemd in het derde lid van de gemeente waar belanghebbende woont in aanmerking genomen. Het draagkrachtpercentage is 100% bij woonkostentoeslag.

Artikel 11 hardheidsclausule

In gevallen waarin deze beleidsregels niet voorzien, beslist het dagelijks bestuur.

Artikel 12 Citeertitel

Deze beleidsregels worden aangehaald als “beleidsregels bijzondere bijstand WIL”.

Artikel 13 inwerkingtreding

Deze beleidsregels treden in werking met ingang van 1 mei 2013 of dan wel op de daadwerkelijke startdatum van Werk en Inkomen Lekstroom.

 

Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van het algemeen bestuur van de Gemeenschappelijke regeling Werk en Inkomen Lekstroom, gehouden op 20 juni  2013.

de secretaris, de voorzitter,

R.Esser C. van Dalen