Organisatie | Mook en Middelaar |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Deelsubsidieverordening Leefomgeving Mook en Middelaar 2012 |
Citeertitel | Deelsubsidieverordening Leefomgeving 2012 |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | maatschappelijke zorg en welzijn |
Eigen onderwerp |
Deze regeling is vastgesteld en bekendgemaakt als onderdeel van de ‘Verordening implementatie Wet elektronische bekendmaking’ vastgesteld door de gemeenteraad op 12-09-2013.
De Deelsubsidieverordening Welzijn Mook en Middelaar, die is vastgesteld op 18 december 2003 en de Subsidieverordening Milieu Mook en Middelaar, die is vastgesteld op 8 juli 2004 worden hierbij ingetrokken.
Artikel 15 bevat een overgangsrecht.
Geen.
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
25-09-2013 | 17-06-2014 | nieuwe regeling | 12-09-2013 Maasdriehoek, 24-09-2013 | 12-09-2013, nr. 7 |
De raad van de gemeente Mook en Middelaar
Overwegende dat het wenselijk is ter zake van het verstrekken van subsidie voor activiteiten ten behoeve van of betrekking hebbende op de lokale leefomgeving regels te stellen;
Gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 10 april 2012
Gelet op de titels 4.1 en 4.2 van de Algemene wet bestuursrecht, artikel 149 van de Gemeentewet en artikel van de Algemene Subsidieverordening Mook en Middelaar 2012;
Gelet op het advies van de commissie Samenleving van 3 april 2012
Ter verbijzondering van artikel 2 van de Algemene subsidieverordening wordt deze deelverordening van toepassing verklaard op organisaties die activiteiten ontplooien op het gebied van:
Tot de activiteiten die binnen de reikwijdte van deze verordening vallen kunnen in ieder geval gerekend worden:
Hoofdstuk III Jaarlijkse subsidies
Een subsidie boven de € 1.000 wordt verleend op basis van meetbare prestatiegegevens of kengetallen. Het college stelt deze per organisatie of groep organisaties vast.
Artikel 13 Vervallen Deelsubsidieverordening Welzijn Mook en Middelaar 2003
Met de inwerkingtreding van deze Deelsubsidieverordening Leefomgeving komt de Deelsubsidieverordening Welzijn Mook en Middelaar, die is vastgesteld op 18 december 2003, te vervallen.
Artikel 14 Vervallen Subsidieverordening Milieu Mook en Middelaar 2004
Met de inwerkingtreding van deze Deelsubsidieverordening Leefomgeving komt de Subsidieverordening Milieu Mook en Middelaar, die is vastgesteld op 8 juli 2004, te vervallen.
Ten aanzien van het nemen van besluiten inzake subsidies die zijn aangevraagd vóór de inwerkingtreding van deze deelverordening is nog de Algemene Subsidieverordening Mook en Middelaar 2003 van toepassing. Ook de Deelsubsidieverordening Welzijn 2003 en de Subsidieverordening Milieu 2004 blijven op die aanvragen van toepassing, al naar gelang zij onder de reikwijdte van die verordeningen vallen.
Aldus vastgesteld in de openbare raadsvergadering van 19 april 2012
De Raad voornoemd,
De griffier, De voorzitter,
W.A.H.M. Vos Drs. R.J. Persoon
Op grond van de Algemene wet bestuursrecht dient subsidieverstrekking steeds plaats te vinden op basis van een wettelijke grondslag. Hiervoor is daarom een verordening nodig. Daarin dienen tenminste de activiteiten te worden omschreven, die voor subsidie in aanmerking komen.
De Algemene subsidieverordening omschrijft de algemene regels omtrent subsidieverstrekking. De activiteiten waarvoor subsidie verkregen kan worden staan er niet in genoemd. Daarvoor is een deelverordening nodig.
Anders dan bij de Algemene subsidieverordening bestaat hiervoor geen model van de VNG. Gemeenten zijn hier dus wel op hun eigen ‘vindingrijkheid’ aangewezen.
Bij het opstellen van de Deelsubsidieverordening Leefomgeving heeft een oriëntatie op voorbeelden van andere gemeenten plaatsgevonden. De diversiteit daarvan is echter groot en de bruikbaarheid daarom erg klein. De Deelsubsidieverordening Leefomgeving is daarom een lokaal product geworden.
Bij het opstellen van de deelsubsidieverordening zijn de volgende elementen betrokken:
In het jaarlijkse subsidieplan waren toekenningcriteria opgenomen, die bij de beoordeling van de subsidieaanvragen werden toegepast. Deze criteria zijn al jaren zonder noemenswaardige wijzigingen toegepast en vormden daarmee de basis van het subsidiebeleid. Deze criteria hadden het karakter van beleidsregels. Gelet op het advies van de VNG is het echter gewenst om deze in een verordening vast te leggen.
Bij het opstellen van de deelsubsidieverordening zijn daarom ook toekenningcriteria uit de subsidieplannen meegenomen. Zij zijn evenwel niet integraal meegenomen maar gewogen aan de structuur en uitgangspunten van de Algemene subsidieverordening 2012. Met name daar waar de criteria op gespannen voet staat met het streven naar minder administratieve lasten zijn zij vereenvoudigd of weggelaten.
Het aantal gesubsidieerde organisaties binnen de gemeente Mook en Middelaar is mede door onze schaalgrootte beperkt maar desondanks groot in verscheidenheid. De groep welzijnssubsidies is het meest herkenbaar, maar ook op andere (beleids)terreinen worden subsidies verstrekt, zoals b.v. verkeer, toerisme, milieu en communicatie. Kenmerkend is, dat al deze subsidies toch een maatschappelijke component hebben en op de een of andere wijze gerelateerd zijn aan de leefbaarheid van onze gemeente.
Teneinde te voorkomen dat er voor enkele subsidies een afzonderlijke deelsubsidieverordening opgesteld moet worden (hiervoor was er ook nog een subsidieverordening milieu) is er één integrale deelverordening opgesteld, die in ieder geval het palet van het huidige bestand aan subsidierelaties omvat. Het blijft onvoorspelbaar welke subsidieverzoeken in de toekomst op de gemeente af kunnen/zullen komen, en of de deelsubsidieverordening in al die gevallen dekking zal geven. Getracht is echter om ook ruimte te laten voor nieuwe initiatieven/ontwikkelingen.
Voor het formuleren van de reikwijdte van de deelsubsidieverordening en daaraan gerelateerde activiteiten is aansluiting gezocht met de Wmo en het gemeentelijk beleidsplan Wmo. Het begrip leefbaarheid staat daarbij centraal, maar ook het activeren daarin van de burger zelf. De te subsidiëren activiteiten zullen dus vooral gericht moeten zijn op het in stand houden van de zelfstandigheid van mensen.
Met het inwerkingtreden van de Deelsubsidieverordening Leefomgeving verandert het proces van subsidieverlening. Het jaarlijkse subsidieplan komt te vervallen. Het algemene gedeelte met de toekenningcriteria is meegenomen in de deelsubsidieverordening. De beoordeling van de individuele aanvragen zal zijn weerslag krijgen in de beschikking aan de individuele aanvragers.
Materieel gezien heeft de deelsubsidieverordening geen direct effect. De verordening is bedoeld om inzicht te geven in doelen en activiteiten die voor subsidie in aanmerking komen. Daarbij is aansluiting gezocht bij het huidige subsidiebeleid. Er worden dus geen organisaties uitgesloten waarmee al een subsidierelatie bestaat.
De deelsubsidieverordening leidt echter ook niet automatisch tot een aanspraak op subsidie voor organisaties, die onder de reikwijdte ervan vallen en activiteiten organiseren zoals omschreven in artikel 3. De wegingcriteria van de verordening, maar ook het actuele beleid en het beschikbare budget zullen hierbij van invloed zijn.
Er is bewust niet voor een meer diepgaande uitwerking van de verordening gekozen, met meer specifieke verdeelcriteria en berekeningswijzen. De verscheidenheid van de gesubsidieerde organisaties is te groot om hiervoor algemeen geldende regels te kunnen stellen. Dat betekent dat het college van burgemeester en wethouders op basis van een beoordeling van de afzonderlijke subsidieaanvragen maatwerk moet leveren. Dit zal zich primair bij de eerste aanvraag van een organisatie voordoen.
4. ARTIKELSGEWIJZE TOELICHTING
In dit artikel wordt een aantal begrippen verduidelijkt, dat in de verordening wordt gehanteerd.
Bij dit artikel is aansluiting gezocht bij de taken die de gemeente op grond van de Wet maatschappelijke (Wmo) ondersteuning heeft toebedeeld gekregen. De Wmo staat hierbij niet op zich. Er liggen ook dwarsverbanden met andere wetten en regelingen zoals bijvoorbeeld de Wet publieke gezondheidszorg.
De relatie van de Wmo met andere beleidsterreinen wordt in dit artikel nog duidelijker. De verordening richt zich op het creëren van een leefomgeving waarin inwoners zich persoonlijk kunnen ontwikkelen, maar ook prettig en veilig voelen. Het accent ligt daarbij zoveel mogelijk op het invullen van die leefomgeving door de inwoners zelf.
Bij het verlenen van een subsidie dient zoveel mogelijk gewaarborgd te zijn, dat het overeenkomstig het beoogde doel wordt gebruikt. Het bezitten van rechtspersoonlijkheid is een dergelijke waarborg omdat er betere verhaalsmogelijkheden zijn indien dit niet het geval is. De uitzondering in lid 2 biedt het college de mogelijkheid om beneden de € 1.000 hiervan incidenteel af te wijken. Dit zal op basis van goed vertrouwen moeten gebeuren. Het college zal het risico moeten afwegen bij schending van dit vertrouwen. De schade zal in ieder geval beperkt blijven tot € 1.000.
In dit artikel zijn aanvullende weigeringgronden opgenomen bovenop die van de Algemene wet bestuursrecht. Deze weigeringsgronden komen voort uit bestaand beleid (subsidieplannen t/m 2012), maar zijn hier en daar geconcretiseerd en/of opnieuw geformuleerd.
Dit artikel omschrijft aanvullend bovenop de Algemene subsidieverordening de indieningvereisten bij een aanvraag om een subsidie t.b.v. investeringen in bouwkundige voorzieningen en/of aanschaf van materialen en attributen.
Lid 2 t/m 4 begrenzen de subsidiemogelijkheden naar aard en omvang.
Dit artikel geeft een afbakening van de evenementen die voor subsidie in aanmerking kunnen komen, alsmede de hoogte van het bedrag waarop aanspraak kan worden gemaakt. Het budget voor evenementen is beperkt en bij de behandeling van aanvragen geldt het principe op = op. Het verdient daarom aanbeveling een aanvraag in een zo vroeg mogelijk stadium te doen.
Artikel 8: Aanloopkosten nieuwe organisatie
Dit artikel voorziet in een eenvoudige en laagdrempelige wijze van subsidiëring van de aanloopkosten van nieuwe organisaties. Dit artikel leidt niet automatisch tot een aanspraak op subsidie voor elke nieuwe organisatie. Het college van burgemeester en wethouders zal een beleidsmatige afweging maken bij het al dan niet toekennen van een subsidie, rekening houdend met de budgettaire kaders.
Dit artikel is bedoeld om de toetsing van de prestaties te vereenvoudigen door hier eenduidige afspraken over te maken.
Een subsidieverordening is geen open eind regeling. De gemeentebegroting vormt hierin het financiële kader. Daar waar de vraag de beschikbare middelen overschrijdt is het van belang om een prioritering aan te brengen. Dit artikel biedt daartoe een drietal hoofdelementen.
Artikel 11: Vervallen Deelsubsidieverordening Welzijn Mook en Middelaar 2003 en
Artikel 12 Vervallen Subsidieverordening Milieu Mook en Middelaar 2004
De Deelsubsidieverordening Leefomgeving voorziet in het subsidiëren van organisaties op het gebied van zowel welzijn als ook milieu. De vigerende verordeningen op deze terreinen dienen daarom te worden ingetrokken.
Artikel 13: Overgangsrecht, Artikel 14: Citeertitel en Artikel 15: Inwerkingtreding
Voor de hier opgenomen overgangs- en slotbepalingen is gebruik gemaakt van de daarvoor gebruikelijke formuleringen.